Skip to main content

Auteur: Geerhard Bolte

Geef je boek geen zijwieltjes

Verveel je lezer niet met kennis die hij al heeft. Alles wat je schrijft in je non-fictieboek moet splinternieuw zijn. 

Als ik manuscripten van nieuwe auteurs lees, heb ik soms het gevoel dat ze in herhaling vallen. Wat zij schrijven, heb ik al ergens anders gelezen. Ik dacht ooit dat het mijn schuld was; ik had vast last van metaalmoeheid. Maar ik hoor het ook van andere lezers: ook zij ergeren zich aan boeken waarin ze verhoudingsgewijs weinig nieuwe informatie vinden. Nou spreek ik als uitgever veel auteurs, en ik ben ervan overtuigd dat auteurs dat niet met kwade opzet doen. Integendeel: ze doen het met de beste bedoelingen, onder andere omdat ze ervan overtuigd zijn dat de lezer hun visie beter kan plaatsen als ze ook de context beschrijven. Maar die lezer kent de context al. Het is alsof je zijwieltjes geeft aan een volwassene die al zijn hele leven fietst.

Sam

Laten we jouw gemiddelde lezer Sam noemen. Sam is 47, heeft een hbo-opleiding en werkt als medisch assistent op de afdeling oncologie van een academisch ziekenhuis. Sam leest al dertig jaar de krant, kijkt naar het journaal, praatprogramma’s en documentaires, luistert naar Radio 1, BNR en podcasts. Sam is coördinator en leest daarom zo nu en dan een managementboek – en leest hierin zelden wat nieuws. Sam weet al dat luisteren belangrijker is dan zenden, dat je medewerkers moet waarderen, dat vertrouwen de basis is van goed leiderschap, dat je fouten moet durven toegeven, dat vergaderingen korter mogen, dat je duidelijk moet communiceren over verwachtingen en dat controle loslaten niet hetzelfde is als je verantwoordelijkheid ontlopen. Sam raakt niet opgewonden als je deze kennis verpakt in Engelse termen, gelardeerd met kleurrijke matrixen en succesverhalen. Sam wil wat nieuws, iets verrassends, iets waardevols.

Rood potlood

Wat te doen? Als je je lezer serieus neemt, staat je maar een ding te doen: geef je boek geen zijwieltjes. Als je nog moet beginnen aan je boek, moet je vanaf dag een rekening houden met een lezer als Sam. Plak een foto van Sam op de muur boven je beeldscherm. En schrijf vervolgens niets wat Sam waarschijnlijk al weet. Heb je al een manuscript geschreven? Pak dan een rood potlood en streep alles door waarvan je verwacht dat de gemiddelde lezer het al weet.

Ja maar

Ja maar, zul je zeggen: we kijken toch ook de hele tijd naar Scandinavische thrillers die allemaal hetzelfde zijn – maar waar we toch van genieten? Klopt, maar van die boeken, films en series is het niet de inhoud die telt, maar de vorm. Of Tom Cruise nou in Jack Reacher of Mission: impossible een knokpartij wint, maakt niet uit. Hoe hij het doet, is het enige wat telt. Dus ja, je hebt gelijk: het is niet erg om hetzelfde te vertellen als andere auteurs, maar in dat geval zul je Sam voor je moeten winnen met een onweerstaanbare schrijfstijl. Dat is een nog grotere uitdaging.

Geen hogere btw op boeken goed nieuws voor schatkist

De verhoging van de btw op boeken is definitief van tafel. Niet alleen een opsteker voor schrijvers en uitgevers, maar voor de hele Nederlandse economie. 

De Trumpiaanse mens heeft een helder beeld van de motor van de economie: hij denkt dan aan vrijheid voor ondernemers om te produceren wat ze willen, zonder bemoeizuchtige overheden, vakbonden of milieuregels. Voor onze welvaart zijn we in zijn ogen afhankelijk van mensen als Elon Musk in zijn meest libertarische bui: gefocust op technologische productie en marktwerking, wars van enige regulering. Een begrijpelijke redenering, maar er zit een kleine maar belangrijke weeffout in. Natuurlijk is ondernemerschap belangrijk, maar het is creativiteit dat de sleutel vormt voor economische welvaart. 

Dit oorzakelijke verband is overtuigend aangetoond door de Amerikaanse socioloog Richard Florida in zijn baanbrekende boek The rise of the creative class in 2002. Steden en landen die ruimte geven aan creatievelingen – of het nu kunstenaars, programmeurs of ondernemers zijn – stimuleren direct en indirect de vooruitgang. Vrijheid van expressie, kunst en identiteit is niet alleen een moreel of sociaal goed, maar ook een directe motor voor economische groei en concurrentievermogen. Tolerantie blijkt daarmee geen bijzaak, maar een motor voor welvaart. Florida is ook de bedenker van de Gay-index: als je wilt weten hoe welvarend een land is, moet je niet kijken naar het aantal fabrieken of kantoren, maar naar het aantal LHBTIQ+’ers dat er vrij kan leven. Want steden en landen met vrijheid voor mensen met een alternatieve levensstijl zijn ook aantrekkelijk voor creatievelingen.

Schrijvers en hun boeken spelen een cruciale rol in het stimuleren en delen van creativiteit. Boeken zijn kunstmest voor de geest, zowel die van de schrijver als die van de lezer. Als je de prijs van die kunstmest verhoogt, benadeel je niet alleen de schrijver en de lezer, maar de hele Nederlandse economie. Nu het kabinet heeft besloten dat de beoogde verhoging van de btw niet doorgaat, betekent dat op termijn dus hogere belastinginkomsten. En ik kan weer even rustiger ademhalen. Al merk ik aan mezelf dat mijn ademhaling door alle (geo)politieke ontwikkelingen vooralsnog wat hoger blijft dat gebruikelijk. 

Jouw boek is uniek (maar weet de lezer dat wel?)

Elke lezer is op zoek naar een uniek verhaal. Jij hebt een uniek verhaal, dus wat kan er misgaan? Best veel, tenzij je jouw boodschap prominent in je boek verwerkt.

Stel je voor, je verkoopt gebruikte spijkerbroeken en je opent een winkel in de hoofdstraat van een grote stad. Wat presenteer je dan in de etalage? Prachtige spijkerbroeken natuurlijk! Nee, natuurlijk niet. Als je net als elke concurrent gewoon spijkerbroeken in de etalage hangt, zul je maar weinig mensen aanspreken die tot jouw unieke doelgroep behoren. Je zult op de tien vierkante meter die je tot je beschikking hebt de potentiële klant recht in zijn consumentenhart moeten raken. En de mensen die niet tot je doelgroep behoren, mogen geërgerd hun blik afwenden. 

Hoe ik het zou aanpakken? Ik zou drie wasmachines in de etalage zetten waarin voorbijgangers de spijkerbroeken zien draaien die vandaag nog van hen kan zijn: ‘Gisteren van Bram, vandaag voor jou: brandschone Levi’s voor slechts € 49,95.’ En het moet niet bij de etalage blijven. De klant die de winkel binnenloopt, met verkopers spreekt of broeken past, moet steeds dezelfde boodschap krijgen: wij verkopen gebruikte spijkerbroeken, dat is goedkoper en beter voor het milieu. 

Maar hoe doe je dat in een boek? Het slechte nieuws is dat het niet makkelijk is, want een originele boodschap verpakken in een boek vergt veel creativiteit. Het goede nieuws is dat een boek veel plekken biedt voor het tonen van jouw unieke boodschap. Als je die allemaal benut, vergroot je je kans op nieuwsgierige lezers aanzienlijk. 

Ontdek je plekje

De eerste en belangrijkste plek voor je boodschap is de titel. Als alles meezit, lukt het om in die titel precies te vertellen waar je boek over gaat, en dan ook nog eens op een opvallende manier. Dat valt natuurlijk niet mee, maar gelukkig heb je ook nog de ondertitel. Met de combinatie van titel en ondertitel moet het lukken om duidelijk te maken dat jouw boek geen dertien-in-een-dozijn-boek is. De derde plek voor je boodschap is het omslagbeeld. Probeer ervoor te zorgen dat er een cover wordt gekozen die jouw unieke boodschap perfect verbeeldt. Ook dat is natuurlijk ontzettend moeilijk, maar goede illustratoren en vormgevers zijn tot meer in staat dan je denkt. De vierde plek voor je boodschap is de flaptekst. In niet meer dan honderdvijftig woorden moet je uitleggen wat er bijzonder is aan je boek. Dat is meer dan genoeg ruimte, maar veel auteurs verspillen die ruimte aan nietszeggende reclamepraat. De vijfde plek voor je boodschap bestaat uit de eerste teksten die je in een preview deelt. Veruit de meeste boeken worden tegenwoordig online gekocht en veel lezers bladeren eerst door de preview om een indruk te krijgen van de inhoud en de vorm van het boek. Als ze geïnteresseerd zijn door de informatie op de omslag, kunnen ze alsnog afhaken als ze in een voorwoord of een inleiding terechtkomen in een slaapverwekkend betoog. 

Rode knop

Als auteur werk je samen met anderen, of je je boek nou zelf uitgeeft of samenwerkt met een uitgeverij. Het is niettemin aan jou als auteur om ervoor te zorgen dat iedereen probeert om deze vijf plekken optimaal te benutten. Jij bent de chef van het restaurant, en als de leveranciers, de vormgever van het menu of de obers niet communiceren wat jij hebt bedacht, dan moet je keihard op de grote rode knop slaan. 

Wat moet je doen als je manuscript is afgewezen?

Geef niet op als je manuscript wordt afgewezen. Blijf werken aan je boek tot het (nog) beter is en ga op zoek naar die ene uitgeverij die inziet dat ze goud in handen hebben. 

Een keer in de week neem ik de tijd om te reageren op de manuscripten die wij als uitgeverij hebben ontvangen. Ik reageer altijd beknopt en neutraal, en niet alleen omdat ik niet genoeg tijd heb om uitgebreid te reageren op alle voorstellen en manuscripten. Ik ben ook terughoudend omdat niet alle auteurs een eerlijke reactie op prijs stellen. Sommigen reageren bijvoorbeeld verbolgen als ik uitleg dat er al heel veel boeken over hetzelfde onderwerp zijn geschreven en dat ik daarom te weinig commerciële mogelijkheden zie. Niet waar, antwoorden ze dan. Ik snap het wel, ze zitten niet te wachten op een kerel die boven het wiegje van hun kindje komt hangen en meldt dat het niets bijzonders is.  

Wat moet je doen als je idee of manuscript door een uitgeverij is afgewezen? Dit is wat ik zou doen als ik auteur was.

Organiseer kritiek

Ten eerste zou ik geen genoegen nemen met de vriendelijke maar nietszeggende reactie van een uitgever of een redacteur: ‘Uw manuscript past niet in ons fonds’. Zelfs als het waar is, heb je daar geen bal aan. Ik zou erachter proberen te komen wat de zwakke kanten van mijn manuscript zijn: is het onderwerp uitgemolken? Is de invalshoek niet actueel of origineel genoeg? Is het slecht geschreven? Ben ik als auteur geen geloofwaardige of kansrijke ambassadeur van mijn eigen boek? Als ik dit soort kritiek niet van een uitgeverij zou kunnen krijgen, dan zou ik iemand inhuren om die kritiek alsnog te bemachtigen. 

Doe wat met de kritiek

Ten tweede zou ik wat met de kritiek doen. Een betere invalshoek kiezen, meer research doen, beter leren schrijven: als je de ambitie hebt om een boek te publiceren, dan geef je natuurlijk niet op na een eerste mislukte poging. Bedenk dat de meeste muzikanten jarenlang hebben geoefend om goed te worden in hun vak, dus het is heel normaal om niet na een half manuscript al een volleerd schrijver te zijn. Ga meer schrijven en lezen, volg cursussen en laat je helpen door professionals.

Blijf leuren

Ten derde: als je zeker weet dat er weinig tot niets meer aan je manuscript verbeterd kan worden, dan zou ik doorgaan met het benaderen van uitgeverijen. Er zijn meer dan vierduizend uitgeverijen in Nederland, waaronder honderden professionale partijen, en in elk genre tientallen die mogelijk geïnteresseerd zijn. Geef niet zomaar op. Sommige auteurs hebben jarenlang met een manuscript geleurd voordat ze een uitgever vonden die inzag dat hij goud in handen had. Geen uitgever was geïnteresseerd in Hoe haal ik mijn tentamens, 30 tips, het eerste boek van Rutger Bregman. En toen hij uiteindelijk een uitgever vond, werd het een fiasco. Zijn boek De meeste mensen deugen werd een hit. Hetzelfde overkwam Brené Brown, nu bekend van onder andere De kracht van kwetsbaarheid. Het lukte haar niet om haar eerste boek I Thought It was Just Me gepubliceerd te krijgen, daarom deed ze het maar zelf. Haar doorbraak kwam pas na haar TED-talk The Power of Vulnerability die een van de meest bekeken TED-talks werd. Dit leidde tot de publicatie en het wereldwijde succes van haar boeken.

Geef het zelf uit

Lukt het niet? Overweeg dan serieus om je boek zelf uit te geven. Dat kan veel tijd en geld kosten als je het goed wilt doen, omdat je nu eenmaal moet betalen voor de redactie, de vormgeving, het drukwerk en de promotie, maar je zou niet de eerste zijn die succesvol is met een zelf uitgegeven boek. Neem Michael Pilarczyk, die van zijn boek Master your mindset een groot succes maakte. Er zijn naar eigen zeggen al meer dan 350.000 exemplaren van dit boek verkocht. Een grote internationale uitgever gaat het nu vertalen en uitgeven in het Engels. 

Dus slik je teleurstelling snel weg als je een afwijzing hebt ontvangen en geef niet zomaar op. Sleutel aan je manuscript tot het nóg beter is en stuur het naar de volgende uitgever. 

In welk hoofdstuk staat het toilet in jouw boek?

Schrijf je boek niet als een hamsteraar maar als een architect. Een aantrekkelijk boek is even logisch ingericht als een huis.

Worstel je met de structuur van je non-fictieboek? Ziet de inhoudsopgave eruit als de schuur in mijn tuin: volgepropt met gereedschap, fietsen, speelgoed en tuinmeubels? Waarschijnlijk ben je heel druk geweest met het verzamelen van informatie, maar nog niet met structureren. Hoe doe je dat? Probeer je boek in te richten als een huis. 

Veel huizen zijn hetzelfde ingericht; met een hal, een woonkamer, een keuken, een badkamer, slaapkamers en een garage. Als ik je nu vraag om de volgende objecten te verdelen over die ruimtes, kost dat je weinig moeite: gasfornuis, bed, douche, auto en kapstok. Zie je wel, dat was makkelijk, omdat het doel van elke ruimte in je huis duidelijk is. Iedereen weet hoe je de kamers in een huis inricht en gebruikt. Zo helder moet de structuur van je boek ook zijn.

Een voorbeeld. Je schrijft een boek over het gevaar van slecht rekenonderwijs. In het voorwoord vertel je waarom je dit onderwerp belangrijk vindt. In de inleiding geef je een korte schets van de dalende rekenvaardigheid en de gevolgen daarvan.

In het eerste hoofdstuk beschrijf je de staat van het rekenonderwijs: hoe slecht wordt er gerekend en hoe verhoudt Nederland zich tot andere landen? In het tweede hoofdstuk leg je uit waarom moderne rekenmethodes, zoals realistisch rekenen, averechts werken. In het derde hoofdstuk toon je aan dat rekenproblemen niet vanzelf verdwijnen, maar zich opstapelen in verdere studie en werk.

Daarna volgen de bredere gevolgen. In hoofdstuk vier en vijf laat je zien hoe rekenzwakte leidt tot economische en maatschappelijke problemen: minder goed opgeleide werknemers, financiële ongeletterdheid en een samenleving die makkelijker misleid wordt. In hoofdstuk zes zoek je uit hoe het zo ver heeft kunnen komen, van beleidsfouten tot zwakke lesmethodes. 

In de laatste hoofdstukken bied je oplossingen. In hoofdstuk zeven beschrijf je hoe het rekenonderwijs weer kan verbeteren, met sterkere didactiek en een herwaardering van basisvaardigheden. In de conclusie benadruk je waarom we nu actie moeten ondernemen – voordat de schade niet meer te herstellen is.

Dit boek heeft hoofdstukken die even helder afgebakend zijn als de kamers in je huis. Denk dus niet als een hamsteraar als je boek indeelt, maar als een architect. Als je weet welke ruimtes waarvoor nodig zijn, is het niet moeilijk meer om alle informatie te verdelen, en om hiaten en overlap te voorkomen. Hoort die wc in de huiskamer of in het toilet? Toilet. Zet je de eettafel in de slaapkamer of in de keuken? Keuken. Schrijf je je boek in de gang of op de werkkamer op zolder? Werkkamer. 

Pas op voor infodumping in je boek

Een boek is natuurlijk bedoeld om veel informatie te delen, maar je kunt ook overdrijven. Zorg dat je informatie deelt, niet dumpt. 

Er zijn auteurs die hun kennis zo graag willen delen, dat ze te veel informatie over de schutting gooien bij de lezer. Ze doen aan infodumping. Deze term stamt uit de tweede helft van de vorige eeuw toen sciencefiction- en fantasyverhalen steeds complexer werden. Schrijvers probeerden de achtergrond van hele werelden te beschrijven, met informatie over de taal, de cultuur en de wetenschap van denkbeeldige volken. De Amerikaanse schrijver Isaac Asimov stond bijvoorbeeld bekend om infodumping. Hij liet zijn personages uitgebreid praten over wetenschappelijke en filosofische concepten. Zijn fans vonden het waarschijnlijk geweldig, maar critici ergerden zich groen en geel aan deze gedetailleerde verhandelingen. 

Ik kom het regelmatig tegen, infodumping. Je belandt in hoofdstuk drie in een uitleg over de maatschappelijke gevolgen van bezuinigingen op de zorg, en voor je het weet ben je twintig pagina’s verder en is het betoog helemaal ontspoort. Nog een argument, nog een feit, nog een case. De auteur bekogelt je met van die harde, ijzige sneeuwballen en je weet niet waar je kunt schuilen. Je bent de draad kwijt en de enige oplossing die je nog kunt bedenken, is het boek dichtslaan. 

Als slachtoffer zou je kunnen denken dat infodumping een actie is van een auteur die niet geïnteresseerd is in zijn lezers en louter bezig is met het bevredigen van zijn ego. Niets is minder waar. De auteur doet juist zijn stinkende best om het zijn lezers naar de zin te maken. 

Niet voor niets is de term infodumping ook buiten de literaire wereld gemeengoed geworden. Mensen met een stoornis in het autistische spectrum hebben de neiging om gedetailleerde en grote hoeveelheden informatie over een onderwerp te delen, dat wordt inmiddels ook infodumping genoemd. Dat doen ze echter alleen als ze zich vertrouwd voelen met een gesprekspartner. Infodumping is voor hen een manier om verbinding te maken en hun passie te delen. Ik zie bij auteurs dezelfde motivatie: ook zij dumpen informatie omdat ze zoveel om hun lezers geven. Die waardering is helaas zelden wederzijds. Lezers ergeren zich aan infodumping. 

Hoe weet je wanneer het teveel is? Wanneer moet je een alinea, een paragraaf of een hoofdstuk afsluiten en verdergaan met een nieuw onderwerp? Er is natuurlijk geen formule waarmee je dit kunt berekenen. Vraag jezelf tijdens het schrijven steeds af of bepaalde takken van je boomstructuur niet topzwaar zijn geworden. Een andere manier is om tijdig enkele hoofdstukken te laten beoordelen door kritische lezers en hen te vragen om op infodumping te letten. Wanneer begonnen ze met hun ogen te rollen? Wanneer vielen ze in slaap? Met deze informatie kun je je manuscript vervolgens uitbenen. Kill your darlings. 

Vijf schrijfoefeningen voor creatieve auteurs

Bereid je voor op het schrijven van je eigen non-fictieboek met vijf praktische schrijfoefeningen. 

De Franse schrijver Raymond Queneau schreef in zijn boek Exercises de style uit 1947 een eenvoudige scène – een ontmoeting in een tram – op 99 verschillende manieren, elk in een andere stijl. Queneau deed dit niet alleen om te laten zien hoe een gebeurtenis van karakter verandert door een andere stijl of een ander perspectief, maar ook om zichzelf uit te dagen. Queneau was ook een wiskundige en was zich er als geen ander van bewust dat je met taal een oneindig aantal combinaties kunt maken. Hij dwong zichzelf om de perfecte combinatie te vinden, en dat vereist nu eenmaal dat je veel moet experimenteren.

Wil je jezelf ook uitdagen en een betere schrijver worden? Gebruik dan de volgende vijf schrijfoeningen, speciaal gericht op het schrijven van non-fictie. 

Oefening 1: de journalistieke uitdaging
Dwing jezelf met deze journalistieke oefening om een stelling te onderbouwen met concrete feiten. Schrijf je een boek over omgaan met psychopaten en wil je de lezer ervan overtuigen dat je kunt voorkomen dat je in hun greep komt? Beantwoord dan de vijf W’s met harde, onbetwistbare feiten: wie spelen hierbij een rol? Wat gebeurt er? Waar gebeurt het? Waarom gebeurt het? Wanneer gebeurt het? Het lijkt een makkelijke opgave, maar als je streng bent voor jezelf, zul je zien dat deze vragen helemaal niet zo makkelijk zijn te beantwoorden. Neem natuurlijk geen genoegen met een droge opsomming en maak er een aantrekkelijk verhaal van. 

Oefening 2: de jargonstripper
Ga online of in je boekenkast op zoek naar een volstrekt onleesbaar stuk tekst, en herschrijf het zonder vakjargon of ingewikkelde woorden. Hak, knip en schaaf tot je van een ondoordringbaar oerwoud een keurige Engelse tuin hebt gemaakt. Een wandelpad, een rozenperk en een bank om van het uitzicht te genieten. 

Oefening 3: de advocaat van de duivel
Verplaats je in je ex en schrijf een venijdige recensie van maximaal vijfhonderd woorden over je huidige manuscript. Wat is er mis met dat gammele betoog, die uitgemolken voorbeelden en al die taalfouten? 

Oefening 4: de Queneau-queeste
Pak een willekeurige paragraaf uit je manuscript en schrijf een volkomen nieuwe variant. Gebruik bijvoorbeeld andere argumenten, feiten en voorbeeldenen schrijf een tekst die veel overtuigender en aantrekkelijker is. Tevreden? Trek dat vel uit de typemachine en begin opnieuw.

Oefening 5: om te huilen
Pak opnieuw een willekeurige paragraaf uit je manuscript en dwing jezelf om de tekst te herschrijven, maar nu met meer emotie. Maak twee varianten: één waarbij er wat te lachen valt en één waarbij er wat te huilen valt. 

Een tekst herschrijven kost veel tijd en energie, zeker als je erg verknocht bent aan de originele versie. Maar als je je voorkeuren kunt loslaten, kill you darlings, zul je merken dat het altijd lukt om een nieuwe versie te schrijven, die vaak nog veel beter is. 

Wat is het motto van jouw boek?

Vergeet niet om een motto te bedenken voor je boek. Grijp de kans om je lezer te laten zien hoe ongelooflijk belezen en intelligent je bent.  

Onze smartphones en computers krijgen elk jaar frisse updates, maar de vormgeving van boeken blijft al honderden jaren onveranderd. Een boek begint meestal met een zogenaamde franse titelpagina, die nog stamt uit de tijd dat boeken zonder omslagen werden verkocht. Als je die pagina omslaat, tref je een lege pagina aan met een korte tekst, het motto van het boek, ook wel epigraaf genoemd. Het gebruik van een motto is al heel oud. Zowel de Grieken als de Romeinen openden hun werk al met citaten of verwijzingen. In de achttiende eeuw raakte het motto ingeburgerd; niet zelden kreeg elk hoofdstuk er een. Dat het motto onuitroeibaar lijkt is niet vreemd want het is een uitgelezen kans om je werk te typeren en een goede beurt te maken bij de lezer. 

Met het motto laat je zien wie je bent en waar je voor staat. Heb je een Rolex, een Casio of een smartwatch om je pols? Draag je sneakers of klassieke veterschoenen? Geef je een hand of een boks? De beelden en teksten op de omslag geven je lezer al een eerste indruk van je boek, maar een omslag is natuurlijk een vorm van reclame. Het motto daarentegen is de eerste, onbezoedelde tekst waarvan de lezer weet dat jij hem hebt geschreven. En omdat je boek ermee opent, gaat hij ervan uit dat je goed over dat motto hebt nagedacht. De gedachte of het citaat is de amuse die de lezer een voorproefje geeft van wat hij kan verwachten in jouw boek. 

De belangrijkste functie van het motto is het typeren van je boek. Waar gaat het over? In welke traditie staat je boek? Wat is je boodschap? Wat is de diepere betekenis van je boodschap? De tweede functie is het versterken van de autoriteit van de auteur. Met het motto slaat de auteur een stevige heipaal onder zijn status. Een motto bevat dan ook zelden een uitspraak van een onbekende denker, maar vaker die van een bekende filosoof.

Ik ben altijd nieuwsgierig naar de motto’s die onze auteurs bedenken. Ik zie soms motto’s die vrij lukraak uit een citatendatabase gevist zijn, maar soms zitten er ook bumperstickerwaardige juweeltjes tussen die naadloos aansluiten bij het boek. Een greep uit de boekenkast van Haystack:

‘Hij is de Ander voor mij, maar ik ben ook de ander voor hem’
Dit is een citaat van Ryszard Kapuściński, een Poolse journalist, schrijver en dichter. Auteur Jan Vincent Meertens gebruikte het citaat in zijn boek Do we have a deal, over onderhandelen in andere culturen.

‘Alles wat je kunt verbeelden, is echt’
Dit is een citaat van kunstenaar Pablo Picasso. Auteur Oeds-Jan Postma gebruikt het voor zijn boek Miljonair met een gewone baan.

Reclame is als een eerste date. Als je alleen maar over jezelf praat, komt er geen tweede date’
Dit is een citaat van David Beebe, de wereldwijde reclamebaas van hotelketen Marriot International. Auteur Erwin Wijman gebruikte het voor zijn boek Wat je verkoopt ben je zelf.

‘Als je nergens vóór bent, word je waar je tégen was’
Dit is een citaat van zanger Stef Bos, gebruikt door auteur Jeanine Mies in haar boek Magneetwoorden, over de aantrekkingskracht van positieve taal. 

‘Makkelijk lezen is verdomd hard schrijven’ 
Ten slotte een citaat van schrijver en diplomaat Nathaniel Hawthorne, uit mijn eigen boek Waarom schrijf je geen boek?

Voor het motto van je boek moet je op zoek gaan naar een tekst die de energie heeft van een zwart gat. Welk citaat, welk gedicht, welke gedachte verwoordt de essentie van jouw boek? Welke uitspraak raakt jou in het hart? Welke uitspraak raakt de lezer in zijn hart? Alles mag, maar leg de lat niet te laag. Wat je nodig hebt, is een doordenker die de lezer verrast naar zijn stoelleuning doet grijpen, wakker geschud door zoveel inzicht. 

Hoe krijg je aanbevelingen voor je boek?

De aanbeveling van een expert of een fan op de omslag van je boek lijkt een goedkope truc, maar hij werkt (waarschijnlijk) wel. Hoe kom je eraan? 

Aanbevelingen op de omslagen van boeken moeten lezers de indruk geven dat ze een juweel in handen hebben. ‘Een meesterwerk’, roept een bekende Nederlander. ‘Een must-read’, jubelt een professor. ‘Dit boek veranderde mijn leven’, zegt een fan. Dergelijke endorsements zien er aantrekkelijk uit, maar helaas is niet bekend of ze werken. Er wordt nu eenmaal weinig onderzoek gedaan naar boeken en al helemaal niet in ons kleine land. Toch geef ik aanbevelingen het voordeel van de twijfel omdat uit regulier consumentenonderzoek bekend is dat producten met aanbevelingen beter verkopen.

Dat aanbevelingen werken, ligt natuurlijk voor de hand. Niet alleen omdat consumenten willen kopen wat anderen goed vinden, maar ook omdat adviezen van anderen een handje helpen om een keuze te maken. De aanbeveling van Herman den Blijker dat het lekkere tomatensoep is, helpt niet alleen voor het kiezen van De Tomaatste Tomatensoep, maar ook voor het niet-kiezen van die andere 346 pakken en blikken in het schap. 

Welke soorten aanbevelingen bestaan er? 

De klassieker is de expertsuggestie: een autoriteit binnen jouw vakgebied prijst je gedachtegoed aan. In het ideale geval is het een bekende goeroe die je boek prijst en zich expliciet uitspreekt over de kwaliteit van je werk. Zo’n peer-review is bijvoorbeeld sterk voor managementboeken, zelfhulpboeken of boeken over persoonlijke ontwikkeling.

Ook interessant is de aanbeveling van een verrassende buitenstaander: iemand uit een totaal ander vakgebied die een onverwachte draai geeft aan de geloofwaardigheid van je werk. Als Herman den Blijker je boek over beleggen aanprijst – ‘Even knap als een perfecte soufflé’ – valt dat direct op. 

Heel waardevol is de journalistieke aanbeveling: een positief citaat uit een recensie. Veel boekbesprekingen bevatten geen juichcitaat, maar met een beetje fantasie is er altijd een zinsnede te vinden die je boek laat schitteren. 

Dan heb je nog de aanbeveling van de enthousiaste lezer, iemand uit je doelgroep die laat zien dat je boek écht waarde heeft. Deze wordt niet vaak gebruikt, maar ik vind ‘m juist heel aantrekkelijk omdat de lezer zich ermee kan identificeren. 

Wat is een perfecte aanbeveling? 

Een perfecte aanbeveling is kort, origineel, persoonlijk en leuk om te lezen. Hij moet kort zijn, want er is weinig ruimte op de cover of de back cover van een boek. Hij moet origineel zijn; een omschrijving als ‘Een boeiend boek’ is geen aanrader. Hij moet ook persoonlijk zijn, want dat bewijst dat de schrijver het meent. En hij moet aantrekkelijk zijn – ‘Een belangrijke bijdrage aan het vakgebied’ klinkt alsof iemand zuchtend zijn naam onder je verzoek heeft gezet. 

‘Ik ben jaloers. Dit boek had ik ook wel willen schrijven.’

‘Even spannend als een thriller.’ 

‘Waardevol boek voor anderen. Gelukkig maak ik dit soort denkfouten niet.’

‘Deze auteur heeft charisma ontleed en opnieuw opgebouwd. Fascinerend.’

‘Dit boek bewijst maar weer: mijn dochter is briljant.’

‘Als ik dit eerder had gelezen, dan had me dat zo vijfentwintig kilo gescheeld.’

‘Geniaal.’

‘Mijn team is blij dat ik dit boek heb gelezen.’

‘Dit heeft mijn beeld van beleggen op z’n kop gezet.’

‘Ik moest even slikken, maar hij heeft gelijk.’

‘Na het lezen direct drie deals gesloten.’

‘Praktisch, to the point en zonder bullshit, een aanrader.’

‘Ik dacht dat ik wist wat productiviteit betekende – tot ik dit las.’

‘Wetenschappelijk verantwoord en nog grappig ook? Dit boek bewijst dat het kan.’

Wanneer organiseer je een aanbeveling? 

Je kunt aanbevelingen verzamelen voordat je boek wordt gepubliceerd of na de eerste druk. Beide strategieën hebben voor- en nadelen. Voorafgaand aan de publicatie biedt het voordeel dat je boek direct met sterke citaten op de markt komt, wat de geloofwaardigheid en verkoopkansen verhoogt. Dit vereist echter dat je conceptversies naar potentiële aanbevelers stuurt en hen voldoende tijd geeft om een reactie te formuleren. Let op: aanbevelingen op een eerste druk kunnen de indruk wekken dat ze een marketingtruc zijn. 

Aanbevelingen na de eerste druk hebben het voordeel dat je echte lezers en experts aan het woord kunt laten die het boek daadwerkelijk hebben gelezen, en waarvan de lezer ook overtuigd is dat het authentieke aanbevelingen zijn. Dit kan meer effect hebben, maar betekent ook dat je de aanbevelingen pas bij een herdruk kunt gebruiken.

Hoe kom je aan de aanbeveling dat je boek de Nobelprijs verdient? 

Wacht niet af. Niemand leest je boek spontaan en schrijft dan uit zichzelf een lofzang, zeker niet in Nederland. Maak actief een lijst met bekende en onbekende influencers, journalisten, vakgenoten, andere boekenschrijvers en ‘gewone’ mensen met een fijn pennetje. Stuur ze je manuscript of boek en vraag ze of ze een aanbeveling willen schrijven. Zorg ervoor dat je hen zo min mogelijk werk bezorgt. Je kunt dit bijvoorbeeld doen door ze te vragen om een bepaald aspect van je boek te beoordelen. Maak het ze desnoods makkelijk door ze een suggestie voor een tekst aan te reiken (‘voel je vrij om het naar eigen inzicht aan te passen’). Pas op: sommige experts of bekende mensen kunnen een wederdienst verwachten, bijvoorbeeld in de vorm van een financiële vergoeding. 

Na publicatie kun je recensies en lezersreacties verzamelen en daaruit de sterkste citaten selecteren. Vaak zijn enthousiaste lezers bereid om een lovend woord over je boek te schrijven als je dit vriendelijk vraagt.