Is jouw boek onbewust exclusief of bewust inclusief?
Wil je meer mensen bereiken en overtuigen met je non-fictieboek? Het is makkelijker dan je denkt: sluit geen lezers uit en ga inclusiever schrijven.
Hoe heten de mensen die je in je boek noemt: Karel, Margot, Jan-Pieter, Erica? Met dergelijke Nederlandse namen zorgde je vijftig jaar geleden nog voor veel herkenbaarheid bij je lezer, maar inmiddels creëer je er een afstand mee. Meer dan een kwart van alle Nederlanders heeft een migratieachtergrond. Miljoenen mensen heten geen Karel maar Mohammed, geen Erica maar Aleksandra.
Als je je met je boek bewust of onbewust richt op alle niet-gehandicapte hoogopgeleide ongelovige blanke heteroseksuele veertigjarige mannen met een Nederlandse achtergrond uit de Randstad, dan kun je je de moeite van het uitgeven van een boek besparen. Als je zelf tot die doelgroep behoort, dan ken je ze waarschijnlijk allemaal persoonlijk. Mijn advies zou zijn om een handvol exemplaren te printen en komend weekend even bij hen langs te fietsen om ze af te geven.
Mijn zorgen over de gebrekkige representatie van veel bevolkingsgroepen in non-fictieboeken baseer ik niet alleen op mijn persoonlijke ervaring als lezer en uitgever. Het werd vorig jaar nog aangetoond door een onderzoek van GfK: mensen met een bi-culturele achtergrond en LHBTI’ers vinden het belangrijk om iets van hun eigen culturele en/of etnische achtergrond te herkennen in boeken, maar helaas zijn ze daarover niet zo positief. Dat is niet alleen in moreel opzicht pijnlijk, maar ook om praktische redenen: ze zullen je boek minder vlug kopen en lezen. Een extra reden om deze groepen te koesteren: ze lezen verhoudingsgewijs veel non-fictie en geven meer geld uit aan boeken dan de gemiddelde Nederlander.
De kern van het probleem is dat de meeste schrijvers, en ik reken mijzelf daar ook toe, van nature geneigd zijn om zich te richten op een doelgroep van gelijkgestemden. Wil je al die anderen bereiken, dan moet je met een heel andere houding schrijven, en dat is niet makkelijk.
Hoe aantrekkelijk ben jij als auteur?
De kloof tussen schrijver en lezer zit ‘m niet alleen in het beschrijven van cases waarin louter mensen figureren waarmee jij je identificeert. Het begint er al mee dat potentiële lezers zich een beeld vormen van de inhoud van je boek op basis van jouw naam en profieltekst. Zoals een man bij voorkeur een boek leest van een man, zo kan een Bulgaarse vrouw met een burn-out een voorkeur hebben voor het lezen van een boek over stress van een vrouw met wie zij verwantschap voelt. Je naam kun je niet veranderen, maar lees je profieltekst en je voorwoord er nog eens op na: in hoeverre wek je de indruk dat je behoort tot een select gezelschap dat weinig affiniteit heeft met andersdenkenden? Heb je je opleiding en werkervaring flink opgeblazen? Misschien kun je er wat lucht uitlaten.
Wat voor kleur heeft je idee?
Een ander aspect van je boek waar je moeilijk mee kunt schuiven, is de invalshoek van je boek. Je boek gaat nu eenmaal over omgaan met autisme bij werknemers. Maar heb je in de uitwerking van dat onderwerp voldoende rekening gehouden met de reikwijdte ervan? Ga je ook in op de onbekendheid van en het onbegrip voor autisme bij specifieke bevolkingsgroepen? Beschrijf je alleen westerse wetenschappelijke onderzoeksresultaten, of heb je ook aandacht voor de ideeën van die Braziliaanse hoogleraar die verrassende ideeën heeft over autisme bij volwassenen? Zijn je adviezen geschikt voor elke werksituatie, elke organisatiecultuur en elke lezer? Gaan de cases in je boek alleen over bekende Nederlandse multinationals of schrijf je ook over een familiebedrijf in Winschoten, een adviesbureau met alleen vrouwen en een aannemer met alleen Oost-Europese medewerkers?
Hoeveel testosteron zit er in je taal?
Het ongrijpbaarste kenmerk van je boek dat bepaalt of mensen zich aangesproken voelen door jouw verhaal is de taal die je gebruikt. Toegegeven, uit onderzoek is bekend dat het moeilijk tot onmogelijk is voor lezers om aan de stijl van een tekst af te lezen wie de auteur is, wat bijvoorbeeld diens geslacht, etniciteit, religieuze of culturele achtergrond is. Toch denk ik dat je actief contact kunt maken met lezers door de juiste woorden en formuleringen te gebruiken. Neem je als vijftigplusser de moeite om ook eigentijdse, niet zelden Engelstalige woorden te gebruiken zoals bijvoorbeeld twintigers en dertigers dat doen? Hoe dwingend zijn de adviezen in jouw boek, zitten ze vol testosteron of bevatten ze ook een beetje oestrogeen? Schrijf je helder en toegankelijk? Dit is essentieel voor mensen die niet zo geoefend zijn in het lezen van vage bureaucratische taal. Gebruik je waar mogelijk genderneutrale termen, zoals persoon in plaats van man of vrouw, of ouder in plaats van moeder of vader? Probeer je mogelijk kwetsende termen te voorkomen – schrijf je Aboriginal of inheemse bewoners van Australië?
Bewust inclusief of onbewust exclusief?
Ik wil er niet voor pleiten om elk boek voor iedere denkbare lezer geschikt te maken. Het is prima om een gespecialiseerd boek te schrijven voor een kleine achterban. Maar het is alleen slim als je dat bewust doet. Het is dom als je het onbewust doet.
Twijfel je over de toegankelijkheid van je ideeën of van je manuscript? Leg ze dan eens voor bij mensen buiten je bubbel en vraag of ze suggesties hebben hoe je het boek ook aantrekkelijk kunt maken voor hen.
Geerhard Bolte is uitgever van Uitgeverij Haystack en auteur van Waarom schrijf je geen boek? Op vrijdag 19 januari 2024 geeft hij een masterclass over het schrijven van een non-fictieboek.
Geerhard Bolte is uitgever van Uitgeverij Haystack en auteur van Waarom schrijf je geen boek?
Ben je bezig met het schrijven van een non-fictieboek en wil je weten wat er allemaal komt kijken bij het publiceren van je eigen boek? Meld je dan aan voor de masterclass Het geheim van een succesvol non-fictieboek.
Heb je een voorstel voor een boek? Stuur hem een mail of maak contact via LinkedIn. Wil je zijn blog elke week automatisch ontvangen in je mailbox? Schrijf je hier in.