Skip to main content

Tag: publiceren

Wanneer is je boek af?

Wanneer moet je stoppen met schrijven als je bezig bent met een non-fictieboek? Hoeveel woorden moet je schrijven? Hoe uitgebreid moet je uitleg zijn? Hoeveel voorbeelden moet je geven? De gulden snede helpt. 

De meeste schrijvers houden zich in en zetten na zo’n vijftig- tot honderdduizend woorden hun laatste punt. Maar er zijn schrijvers die dan pas net zijn opgewarmd. De Amerikaanse schrijver Mark Leach heeft de twijfelachtige status als de auteur van het dikste boek ter wereld. Zijn magnum opus heet Marienbad My Love. Die titel is trouwens de ingekorte versie, de formele titel telt zevenduizend woorden. Het gehele boek telt 17,8 miljoen woorden. Het boek gaat over een filmmaker die een apocalyptische science-fictionfilm produceert om daarmee het einde der tijden te voorspellen en te bespoedigen. Ik heb het niet gelezen, maar er komen blijkbaar ufo’s, buitenaardse wezens en overheidscomplotten aan te pas – die je natuurlijk hard nodig hebt als je zo’n dikke pil wilt schrijven. Het zou je 991 uur kosten om het boek te lezen. 

Dat het korter kan, is bewezen met het tragische verhaal dat slechts zes woorden telt: ‘For sale. Baby shoes. Never worn’. Het wordt toegeschreven aan schrijver Ernest Hemingway, die er een weddenschap mee won, maar hij speelde vals, want versies ervan circuleerden al tientallen jaren. 

Wat wordt het, 17,8 miljoen woorden of zes woorden? Hoe weet je wanneer je manuscript af is? Hoe weet je wanneer een paragraaf of een hoofdstuk is afgerond? 

Grabbelton

Ik spreek regelmatig auteurs die vergevorderd zijn met het manuscript van hun non-fictieboek en plotseling nerveus worden: hebben ze alles verteld wat ze moeten vertellen? Ze zijn keurig begonnen met een scherpe invalshoek en een doortimmerde structuur, maar al schrijvende ontdekken ze steeds meer informatie. Ze graven in hun eigen geheugen en in de grabbelton die internet heeft, en zo dijen hun manuscript en hun ambitie steeds verder uit. Ze worden geconfronteerd met de paradox van kennis: hoe meer je weet, hoe meer je beseft hoe weinig je weet. Dat is vervelend, maar het is straks nog vervelender voor de lezer die terechtkomt in een ondoordringbaar woud waarin hij geheid gaat verdwalen. 

Er is helaas geen simpele manier om de grenzen van je boek te bepalen. Integendeel: kennis is nu eenmaal van nature verbonden met andere kennis. Als je schrijft over slaap struikel je vroeg of laat over het onderwerp stress, want stress kan slaap verstoren. Dat leidt je vervolgens naar hormonen zoals cortisol, die een grote rol spelen bij zowel stress als slaap. Hormonen brengen je bij de biologische klok, die weer gekoppeld is aan licht en onze moderne levensstijl. Die levensstijl leidt naar technologie, zoals smartphones, die ons slaappatroon beïnvloeden. En voor je het weet, schrijf je over sociale media, kunstmatige intelligentie en politieke polarisatie. Nog even doorschrijven en er komen ufo’s en buitenaardse wezens aan te pas.

Je hebt geen keuze: als je jezelf en je lezer wilt beschermen, dan zul je zelf piketpaaltjes moeten slaan. Maar waar zet je ze dan?

Gulden snede

Misschien dat de gulden snede je kan helpen. Dat is een wiskundige verhouding die vaak wordt beschouwd als esthetisch perfect. De waarde komt voort uit een wiskundig raadsel: hoe kun je een lijn zo verdelen dat de verhouding tussen de twee delen dezelfde is als tussen de gehele lijn en het langste deel? De uitkomst is afgerond 1,6. Je kunt deze verhouding overal in de natuur zien. De lengte van het onderste kootje van een vinger verhoudt zich met dezelfde waarde tot de twee bovenste. In het hart van een zonnebloem zijn 21 spiralen linksom te zien, en 34 rechtsom; opnieuw volgens dezelfde verhouding. Google het maar, de voorbeelden zijn indrukwekkend. 

Veel kunstenaars hebben de gulden snede dankbaar toegepast, zoals Leonardo da Vinci, die het onder andere gebruikte in zijn beroemde tekening De Vitruviusman, waarin hij de proporties van het menselijk lichaam vastlegde. En jij zou dat ook kunnen doen. Gebruik de gulden snede bijvoorbeeld als filter om te beslissen hoeveel informatie echt cruciaal is. Vraag jezelf af: wat is het ‘lange stuk’ dat de kern raakt? En wat is het ‘korte stuk’ dat meer ter aanvulling dient, maar niet per se nodig is? In een hoofdstuk van tien pagina’s zou je zes pagina’s kunnen gebruiken om een concept helder te maken en vier pagina’s besteden aan praktijkvoorbeelden. En als je boek tien hoofdstukken telt, zou je de eerste vijf hoofdstukken kunnen gebruiken voor de argumenten en je conclusie presenteren in het zesde hoofdstuk. 

Je bevindt je als schrijver in goed gezelschap. James Joyce heeft de structuur van zijn beroemde roman Ulysses deels gebaseerd op de gulden snede. De verdeling van het boek in hoofdstukken en belangrijke gebeurtenissen volgen het patroon van de gulden snede, waarbij de climax van het verhaal (Leopold Blooms ontmoeting met Stephen Dedalus) bijvoorbeeld op 62 procent van de tekst plaatsvindt. Om ervoor te zorgen dat bepaalde gebeurtenissen op de juiste pagina zouden plaatsvinden, schreef Joyce extra teksten tijdens de opmaak van het boek. 

Ik zou de rekenmachine er niet bij pakken als ik aan het schrijven was, maar zelf denk ik weleens aan de gulden snede om mezelf eraan te herinneren dat verhoudingen ertoe doen, zowel qua vorm als inhoud.

Tussenkop over 18 kilometer

Van alle manieren om je lezer de weg te wijzen in je non-fictieboek is de tussenkop de opvallendste. Waarom werkt een tussenkop zo goed en welke soorten kun je inzetten?

De meeste mensen willen graag weten wat ze kunnen verwachten. Daarom doen ze elke dag hetzelfde werk, kijken ze naar dezelfde televisieprogramma’s en reizen ze elke zomer naar dezelfde camping. Ze voelen geen enkele aandrang om op Antarctica onderzoek te doen naar microalgen, een eigen escape-room te ontwerpen of een pop-up restaurant te beginnen in Delfzijl. Dat noemen sommigen saai, maar de Amerikaans-Canadese psycholoog Albert Bandura zou dat slim hebben genoemd. In de jaren zeventig maakte hij furore met experimenten waarmee hij aantoonde dat mensen meer zin hebben in taken als ze weten wat hen te wachten staat. Bandura slaagde er bijvoorbeeld in om mensen met een slangenfobie zover te krijgen dat ze een slang aanraakten, louter door ze stap voor stap voor te bereiden op wat hen te wachten stond. 

Mensen houden van voorspelbaarheid en structuur, en daar kun je als schrijver van een non-fictieboek dankbaar gebruik van maken. Een slimme manier is het inzetten van tussenkoppen in je tekst.

Plaatsnaambord

Een goed boek heeft natuurlijk al een structuur. Je betoogt bijvoorbeeld in een hoofdstuk dat wielrenners gevaarlijke verkeersdeelnemers zijn. Om dat aan te tonen wil je drie argumenten gebruiken. Iedere lezer snapt zo’n structuur, maar toch helpt het als je die duidelijk maakt. Dat kun je op een inhoudelijke manier doen, bijvoorbeeld door de structuur letterlijk aan te kondigen: ‘Wielrenners zijn levensgevaarlijke verkeersdeelnemers. Om dat aan te tonen gebruik ik drie argumenten. Het eerste argument is…’ Je kunt de structuur ook op een meer visuele manier duidelijk maken. Zo zou je de drie argumenten bijvoorbeeld in een opsomming kunnen plaatsen. Een andere visuele truc is het gebruik van tussenkoppen. 

De charme van een tussenkop is dat hij uit tekst bestaat, maar toch opvalt omdat hij net als een plaatsnaambord in het verkeer een bijzondere plek heeft: boven de tekst, veelal in een opvallend lettertype. 

De traditionele tussenkop verwoordt braaf waar de tekst over gaat. Boven de paragraaf waarin je beschrijft dat veel wielrenners geen fietsbel hebben omdat een gewicht van 26 gram het verschil kan betekenen tussen winnen en verliezen, kun je dan bijvoorbeeld kiezen voor een informatieve tussenkop als ‘Argument 1’ of ‘Fietsbel’. Heel saai, maar heel helder. 

Reclamebord

Een tussenkop kan echter meer zijn dan een verkeersbord dat lezers de weg wijst in een tekst. Een tussenkop kan mensen ook uitnodigen om verder te lezen. 

De meeste automobilisten zijn bewust op weg naar een doel. Ze rijden bijvoorbeeld naar Deventer, want daar moeten ze een racefiets ophalen. Dan is het handig als de weg naar Deventer staat aangegeven. De kans is klein dat automobilisten zich onderweg laten verleiden om naar Maastricht te rijden omdat de Limburgers zulke originele naamborden hebben ontworpen. Lezers in een boek zijn echter wel makkelijk afgeleid. De hond wil wandelen, de kinderen willen Monopoly spelen en het gras wil gemaaid worden. Dan helpt het als er een tussenkop staat die zo aantrekkelijk is dat de lezer het niet kan laten om verder te lezen. Een effectieve tussenkop lijkt dan ook meer op een reclamebord dan op een naambord. Boven de paragraaf over het fietsbelargument zou je daarom ook kunnen kiezen voor de tussenkop ‘Een fietsbel is te zwaar’ of nog spannender: ‘Wielrenners rijden je dood voor 26 gram’. 

Tussenkoppen zijn door hun functie niet alleen handig voor lezers, maar ook voor jou als schrijver. Door koppen consequent te gebruiken voor hoofdstukken, paragrafen en subparagrafen dwing je jezelf ook om gestructureerd te denken en te schrijven. Reken op extra werk, want het is niet makkelijk om goede tussenkoppen te bedenken. Ik heb wel een tip. Ben je net begonnen met een tekst? Gebruik dan brave, informatieve tussenkoppen, zoals ‘Fietsbel’. Bewaar het bedenken van een spannende tussenkop tot een later moment, als je de tijd hebt om erover te piekeren. 

Ben jij een ster of een groupie?

Hoeveel eer moet je jouw helden geven in je non-fictieboek? Het is netjes om je bronnen te vermelden, maar pas op dat je zelf niet ondersneeuwt. 

Als je schrijft over psychoanalyse, dan is het wel netjes om de naam van Sigmund Freud te noemen. En als je een wetenschappelijk boek schrijft, dan is de titel van het boek waarin hij dat begrip introduceerde onmisbaar. Eerlijk vertellen waar je ideeën vandaan komen is waardevol, maar je kunt het ook overdrijven. 

Ik lees regelmatig boeken en manuscripten waarin de auteur een enkele bron uitgebreid in het zonnetje zet, soms tientallen keren. Dat is niet zonder risico’s. 

Niet zo origineel

Ik maak me direct zorgen over de vakkennis van een auteur als hij in zijn boek slechts een, twee of drie experts in het zonnetje zet. En ik ga serieus twijfelen als ik vervolgens niet meer bronnen in de literatuurlijst kan vinden (als er al een literatuurlijst is). 

Mijn zorgen worden nog groter als de bronnen overbekend zijn. Zo kom ik aan de lopende band namen tegen uit het volgende rijtje: Yuval Noah Harari, Brené Brown, Simon Sinek, Daniel Kahneman, Steven Covey en Eckart Tolle. Hun gedachtegoed is al bekend bij veel lezers, waarom zou de auteur het nog eens uitgebreid beschrijven? 

Het werk van deze goeroes is niet alleen bekend, maar soms ook niet zo origineel. Neem Simon Sinek. Zijn werk is misschien inspirerend, maar andere managementdenkers hebben over dezelfde onderwerpen eerder en meer diepgang geschreven, denk aan Edgar Schein, Peter Drucker, Abraham Maslow, Edward Demming, Jim Collins, Michael Porter, Manfred Kets de Vries, en Hamel en Prahalad. Waarom worden zij niet genoemd? Vind de auteur hun werk niet belangrijk? Of heeft hij nog nooit iets van ze gelezen?

Stappen met Max en Monica

Ik denk dat veel auteurs het werk van hun helden niet alleen vermelden omdat ze ervan onder de indruk zijn en denken dat het daarom gepast is om ze zoveel aandacht te geven. Ik denk dat ze het ook doen omdat ze bewust of onbewust denken dat het succes van de sterren ook afstraalt op henzelf. Het werkt volgens mij averechts. Als ik een boek lees waarin Sinek tien keer wordt geprezen, dan denk ik bij mezelf: misschien kan ik beter Start with Why lezen, per slot van rekening lijkt het hele manuscript gebaseerd op zijn werk. 

Als je jouw helden in het zonnetje zet, dan sta jij zelf in de schaduw. Hoe origineel jouw ideeën misschien ook zijn, ze lijken tweedehands omdat je ze lijkt toe te schrijven aan een ander. Als je naar de kroeg gaat met Max Verstappen of Monica Geuze, dan voel je je ook beroemd, maar de volgende dag gaat het op sociale media alleen over Max en Monica. 

Geef niet alleen je helden de plek die ze verdienen, maar ook jezelf. 

Met één druk op de knop afrekenen met kritiek op je manuscript

Wie een boek schrijft, moet rekenen op kritiek. Die komt meestal in de vorm van een Word-document met wijzigingen van meelezers of een redacteur. Hoe kom je aan die wijzigingen, en hoe kom je er vanaf?

Ik heb een haat-liefde-verhouding met Word sinds het moment dat ik het programma ging gebruiken. De reden was al dubieus: ik deed het omdat iedereen het deed. En dat is eigenlijk nog steeds zo. De tekstverwerker heeft te veel mogelijkheden, die ik nooit kan vinden als ik ze dringend nodig heb. Dat ligt vast niet alleen aan mij, want iedereen die ik over Word spreek, gaat met zijn ogen rollen. Dat gebeurt bijvoorbeeld als ik auteurs uitleg hoe de redactiefunctie werkt, het onmisbare maar onbegrepen gereedschap dat ook bekend staat als Wijzigingen bijhouden

Het is even doorbijten, maar als je eenmaal weet hoe het werkt, doe je jezelf en iedereen die met je samenwerkt een groot plezier. Ik leg hier niet uit waar je alle knoppen kunt vinden, want dat verschilt per versie. Ik beperk me tot drie functies die veel schrijvers nog niet kennen.

Bloederig slagveld 

Als je Wijzigingen bijhouden aanzet en veranderingen aanbrengt in een tekst, dan verandert je scherm in een bloederig slagveld van rode teksten, strepen en opmerkingen. Zo kan ik niet werken. Als ik een manuscript redigeer, dan wil ik dat de tekst er even rustgevend uitziet als een geploegde akker.  Daar hebben de Wordnerds iets op bedacht. Ga daarvoor op zoek naar de knop Alle markeringen. Als je daarop drukt, krijg je een dropdownmenu te zien waarin je bijvoorbeeld Geen markeringen kunt kiezen. En plotseling is je scherm weer opgeruimd, terwijl de wijzigingen nog steeds worden bijgehouden op de achtergrond. 

Wie deed wat?

Ik ontvang regelmatig een manuscript waaraan door meerdere mensen is gesleuteld. Op het eerste gezicht is het onmogelijk om de chaotische lijnen en teksten te ontrafelen. Er is gelukkig een manier om te achterhalen wie wat heeft uitgespookt. Daarvoor moet je op zoek gaan naar de knop Opties voor markeringen, dat een menu oplevert met een paar submenu’s. Daarin kun je er bijvoorbeeld voor kiezen om alleen Opmerkingen te zien, of alleen wijzigingen die met de opmaak te maken hebben. Ook kun je daar in een van de submenu’s de wijzigingen van specifieke mensen (Revisoren) selecteren.

Luchtverkeersleiders

Voor de voorgaande twee opties verdienen de jongens en meiden van Microsoft een compliment, maar helaas verpesten ze het met de mogelijkheden om wijzigingen in een document op een aantrekkelijke manier goed te keuren of af te wijzen. 

Voor het beoordelen van wijzigingen moet je werken in een scherm waarin niet alleen het manuscript (waarschijnlijk boordevol rood onderstreepte woorden) zichtbaar is, maar ook twee kolommen waarin de wijzigingen staan. Een manuscript waar veel aan is veranderd, levert dan een beeldscherm op waarop alleen een luchtverkeersleider zijn weg kan vinden. Je hebt dan twee mogelijkheden om de wijzigingen te beoordelen. De eerste mogelijkheid is om er een loep bij te pakken en alle wijzigingen een voor een te bestuderen. De tweede mogelijkheid is om een deel van de wijzigingen tijdelijk uit te zetten (via Opties voor markeringen) en bijvoorbeeld eerst alleen de opmerkingen te bestuderen, en pas daarna andere soorten wijzigingen. 

Vervolgens moet je wijzigingen natuurlijk af- of goedkeuren. Dat kun je wijziging voor wijziging doen, maar het is ook mogelijk om meerdere wijzigingen tegelijkertijd te beoordelen. Selecteer bijvoorbeeld een alinea of een paragraaf, en Accepteer of Weiger de wijzigingen. Het is zelfs mogelijk om met een druk op te knop af te rekenen met alle kritiek op je boek, door alle wijzigingen in het bestand te accepteren of te weigeren. Wat je ook kiest, dat ruimt lekker op. 

Wat voor feestje is jouw boek?

Lezers vinden het fijn als ze weten wat ze van je boek kunnen verwachten. De ene dag hebben ze zin in een grappig boek, de andere dag in een studieboek. Wat voor boek ben jij aan het schrijven?

Als je wordt uitgenodigd voor een feest en er staat op de uitnodiging ‘black tie’, dan heb je direct een indruk van het feest en van de kleding die je geacht wordt te dragen. Het is waarschijnlijk een wat formeel feest in een stijlvolle omgeving. De heren worden geacht een smoking te dragen, bijvoorbeeld met een zwarte vlinderdas (de ‘black tie’), een wit overhemd en zwarte schoenen. Gepoetst. De dames worden geacht een lange avondjurk of een cocktailjurk te dragen, en de juwelen niet te vergeten. Het voordeel van een uitnodiging met zo’n dresscode is dat je weet wat je kunt verwachten. Je kunt nu bijvoorbeeld beter beoordelen of je er zin in hebt, of niet. 

Als lezer weet je vaak niet wat je kunt verwachten als je de omslag van een boek leest. 

Spy thriller of legal thriller?

Schrijvers en uitgevers van romans doen meestal hun best om hun lezers duidelijk te maken wat ze kunnen verwachten: is de roman een romantisch boek of een spannend boek? En als het een spannend boek is, is het dan een spy thriller of een legal thriller? Ze beseffen dat verschillende lezers op verschillende momenten zin hebben in verschillende genres, en spelen daar slim op in. Bij veel non-fictieboeken is het voor de lezer vaak afwachten. Vaak kun je aan de cover, de titel, de flaptekst of zelfs de inleiding niet aflezen wat er gaat komen. 

Het is slim om met de presentatie van je boek actief aan verwachtingsmanagement te doen. Beloof de lezer wat hij kan verwachten, en geef het hem dan. Heb je een saai maar diepgravend studieboek geschreven? Schaam je daar dan niet voor en benadruk de waardevolle kennis in het boek. Heb je een grappig boek geschreven? Benadruk dan dat je boek leuk is om te lezen en pretendeer niet meer dan je waarmaakt. 

Kenmerken

Met alle uiterlijke kenmerken van je boek kun je inspelen op de verwachtingen van de lezer. Wie alleen de omslag van je boek heeft bekeken en gelezen, zou op z’n minst een indruk moeten hebben van de volgende kenmerken:

Onderwerp: wat is het thema van je boek? Gaat het over beleggen, geschiedenis, biologie? 

Invalshoek: wat is de focus binnen het onderwerp? Gaat het boek over het leven van Christiaan Huygens, de ontdekkingen van Christiaan Huygens of het liefdesleven van Christiaan Huygens?

Genre: is het bijvoorbeeld een studieboek, een naslagwerk of een zelfhulpboek? 

Perspectief: vanuit welk perspectief wordt het onderwerp benaderd? Kritisch, objectief, ervaringsgericht, oplossingsgericht, opiniërend?

Doelgroep: voor wie is het boek bedoeld? Is het een boek voor professionals, studenten, hobbyisten of het algemeen publiek? 

Structuur: is het boek lineair of thematisch gestructureerd; bestaat het uit losse essays of interviews?

Schrijfstijl: is het toegankelijk, academisch, humoristisch, persoonlijk of formeel geschreven?

Doelstelling: wat wil je met het boek bereiken? Wil je informeren, overtuigen, inspireren, instrueren of activeren? 

Leesbaarheid: is het boek makkelijk te lezen, of vereist het voorkennis en aandacht?

Toepasbaarheid: is het boek vooral theoretisch, of bevat het praktische tips en stappenplannen?

Gebruik van bronnen: is het gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, persoonlijke ervaringen, anekdotes of een combinatie?

Eerlijk zijn over de eigenschappen van je boek zorgt er niet alleen voor dat je twijfelaars ertoe aanzet om hun portemonnee te trekken, maar het voorkomt ook dat mensen teleurgesteld zijn nadat ze je boek hebben gekocht.

Welke experts heb je nodig om je boek zelf uit te geven?

Je wilt je boek zelf uitgeven, maar je kunt wel wat hulp gebruiken. Welke experts heb je dan nodig? 

Als uitgever kan ik niet elk manuscript uitgeven dat ik ontvang. Auteurs die ik afwijs, vragen soms hoe ze hun boek zelf kunnen uitgeven. Ik raad ze dan aan om experts in de arm te nemen en zich te laten helpen. Het kost misschien moeite om goede professionals aan te trekken en een dikke portemonnee, maar als je het goed doet, ligt er straks een boek waarvan je zeker weet dat je eruit hebt gehaald wat erin zit. Wie heb je nodig?

Redacteur

Begin met een redacteur die kritiek kan geven op je tekst. In het geval van een roman: heeft je boek een logische en boeiende verhaalstructuur? Zijn de personages goed uitgewerkt? Zijn de dialogen natuurlijk en geloofwaardig? In het geval van een non-fictieboek: is het logisch opgebouwd, of spring je van de hak op de tak? Onderbouw je je stellingen met goede argumenten? Een redacteur kijkt kritisch naar de schrijfstijl: is de tekst helder, origineel en begrijpelijk? Is de toon consistent? Is de stijl boeiend en creatief, met originele beelden en herkenbare voorbeelden? Een goede redacteur let op de details, maar heeft ook het lef om je hele boek ter discussie te stellen: hoe origineel is het eigenlijk? Wie zit hierop te wachten? Kritische redacteuren zijn overigens schaars, want met hun kritiek lopen ze het risico weg te worden gestuurd. Wat kost een redacteur? Tel alle uren op die de redacteur nodig heeft om je manuscript te lezen (in elk stadium, dus misschien verschillende keren) en tel daarbij de uren op voor overleg en het schrijven van reacties. Vermenigvuldig die uren met het tarief van een goede automonteur, en je komt in de richting. 

Meelezer

De tweede deskundige die je nodig hebt, is de meelezer. Dit kan een professional zijn die je inhuurt, maar ook een collega of een neef. Als je een spionageroman hebt geschreven, kun je veel hebben aan een insider die weet hoe het eraan toegaat binnen de veiligheidsdiensten. Als je als bioloog een non-fictieboek over de salamander in Nederland hebt geschreven, kun je veel hebben aan een collega-bioloog die bereid is je boek ’tegen’ te lezen. Pas op voor ja-knikkers: kies liever voor je ex dan voor je partner. Wat kost het? De meeste meelezers zullen het lezen van je manuscript zien als een vriendendienst en hun inzet kost je misschien niet meer dan een fles wijn. Bedenk wel dat het ze veel tijd heeft gekost, dus wees niet krenterig. 

Corrector 

De derde expert die je nodig hebt, is de corrector. Hij gaat met een stofkam door je tekst en corrigeert alle taalfouten die hij tegenkomt, of het nou een misplaatste komma is of een dt-fout. Ga in geen geval in zee met de buurman die van zichzelf zegt dat hij zo goed is in taal. Wie dat zegt, is het meestal niet. Kies liever voor een professionele corrector met veel kennis en ervaring en laat hem een proeftekst corrigeren (die je kritisch laat nakijken door een andere taalnerd). Wat kost het? De ene corrector rekent een uurprijs, de andere een prijs per woord. Bedenk hoeveel tijd het iemand zou kosten om jouw manuscript rustig te lezen en vermenigvuldig de uren die dat kost opnieuw met het uurtarief van de automonteur. 

Grafisch vormgever

De vierde expert die je nodig hebt, is de grafisch vormgever. Je hebt hem nodig voor het ontwerpen van de cover en het opmaken van de tekst. Neem geen genoegen met een vormgever die in het dagelijks leven kleding ontwerpt maar met iemand die ervaring heeft in het boekenvak. De vormgeving van een boek heeft een eigen ’taal’ en je hebt niets aan iemand die die taal niet spreekt en de trends niet kent. Schakel eventueel ook een gespecialiseerde illustrator in als je cartoons, grafieken of infographics nodig hebt. Wat kost een grafisch vormgever? Je kunt een uurprijs afspreken, maar voor het ontwerpen van een cover wordt vaak een klusprijs gerekend, vanaf 500 euro. Reken voor het opmaken van het binnenwerk van een boek minimaal op een paar dagen werk. Houd ook rekening met de tijd die nodig is om correcties te verwerken. 

Drukker

De vijfde expert die je nodig hebt, is een drukker als je kiest voor drukwerk in plaats van printing on demand, waarbij je boek pas wordt gemaakt als het wordt besteld. Je kunt rechtstreeks zakendoen met een drukker, maar je kunt ook kiezen voor een drukwerkcoördinator, die weer zakendoet met (veelal) buitenlandse drukkerijen. Een boek lijkt een simpel product, maar er zijn waarschijnlijk meer mogelijkheden dan je denkt. Overleg met een drukker of drukwerkcoördinator om na te gaan wat past bij jouw boek. De kosten voor de inzet van een drukwerkcoördinator zitten verwerkt in de prijs die hij rekent voor het drukwerk. Vergelijk enkele offertes en kies indien mogelijk voor de professional die je het beste advies heeft gegeven. 

Verkoper

De zesde expert die je nodig hebt, is een verkoper (of distributiepartner) die ervoor zorgt dat jouw boek in de boekhandel terechtkomt. Dat is een probleem, want als jij of je verkoper geen contracten hebben met boekwinkels, laat staan met ketens, is het moeilijk tot onmogelijk om je boek er op de plank te krijgen. Je kunt er natuurlijk voor kiezen om je boek alleen online aan te bieden, bijvoorbeeld via Brave New Books, dan is je boek direct beschikbaar bij marktleider bol.com. De kosten voor een verkoper (of een distributiepartner) zijn moeilijk in te schatten, omdat ze heel afhankelijk zijn van wat hij precies voor je gaat doen. 

Marketing- en promotiedeskundige

De zevende expert die je nodig hebt, is een marketing- en promotiedeskundige; iemand die je boek via (sociale) media op de kaart gaat zetten. Veruit de meeste mensen die hun boek zelf uitgeven, zijn van plan om dit zelf te doen, maar het is mijn ervaring dat de meeste auteurs na de publicatie van hun boek weinig tijd of energie meer hebben om hun boek te promoten. Verdenk je jezelf ervan dat dit wel eens zou kunnen gebeuren? Schakel dan iemand in die het voor je doet. Waarschijnlijk heb je zelfs meerdere mensen nodig: iemand die ervaring heeft met de (traditionele) media en iemand die ervaring heeft met sociale media. Hoeveel ben je kwijt aan een ervaren promotiemedewerker? Maak afspraken over het aantal uren dat iemand gedurende enkele weken of maanden aan je boek mag werken, en houd rekening met de kosten voor bijvoorbeeld online adverteren.

Je voelt de bui al hangen: selfpublishing kost veel tijd en geld. Maar als je het professioneel aanpakt, dan heb je ook wat: een maximale kans op succes. 

Zo schrijf je een blog dat niemand leest

Gaan jouw blogs elke keer viral en ben je te veel tijd kwijt met het reageren op comments? Profiteer dan van deze tips en schrijf een blog dat niemand leest. 

Lezers zijn opvallend unaniem in hun kritiek op blogs. Uit onderzoeken blijkt dat alle lezers allergisch zijn voor dezelfde vijf zaken. Als je gaat bloggen, is het dus een koud kunstje om daar rekening mee te houden. Doe precies wat lezers haten en iedereen laat je blogs links liggen. 

Tip 1. Maak zo veel mogelijk reclame

Bloggers die louter reclame maken op LinkedIn staan in elk onderzoek bovenaan de ergernis-top-tien. Lezers hebben gegarandeerd een hekel aan je teksten als je het medium alleen gebruikt om aandacht te vragen voor je producten of diensten. Ze vinden het namelijk vervelend als je alleen wat komt halen en niets brengen. Houd je ondanks je inspanningen toch lezers over, stuur ze dan reclame in persoonlijke berichten. Dat zal ze leren.

Tip 2. Kies voor lelijke vormgeving

Online lezers mijden teksten met een lelijke vormgeving. Het gaat dan niet zozeer om de stijl van een website, maar om de chaos rond je tekst. Plaats daarom knipperende banners, opvallende afbeeldingen en schreeuwerige video’s bij je teksten om de concentratie van lezers te verstoren. Het is vervelend, maar er zijn nog steeds mensen die geïnteresseerd zijn in wat jij te vertellen hebt. 

Tip 3. Schrijf onpersoonlijk

Veel lezers gruwen van bloggers die kille, onpersoonlijke teksten schrijven. Ze missen persoonlijke meningen en ervaringen. Lezers vinden dat een blog meer moet lijken op een dagboek van een levend mens dan op een jaarverslag van een verzekeringsmaatschappij. Wil je minder aandacht, schrijf dan structureel over onderwerpen zonder uit te leggen wat jij ervan vindt. Tip: laat je teksten schrijven door AI, die zijn van nature zo onpersoonlijk dat ze zelden emotie oproepen. 

Tip 4. Presenteer oninteressante inhoud

De belangrijkste reden dat mensen blogs lezen, is omdat ze wat nieuws te weten willen komen. Als er niets te halen valt, zijn ze zo vertrokken. Om precies te zijn: binnen enkele seconden. De gemiddelde internetgebruiker heeft nog maar een aandachtsboog van acht seconden. Op LinkedIn hebben lezers nog minder geduld: ze scrollen binnen twee tot drie seconden verder als er niets te halen is in jouw tekst. Denk dus niet na over de nieuwswaarde van je boodschap of de interesse van je doelgroep, en open elke bijdrage zo saai mogelijk. 

Tip 5. Schrijf zo slecht mogelijk

Lezers zijn zo weg als een tekst niet aantrekkelijk is geschreven. Wil je lezers wegpesten, schrijf dan langdradig, gebruik moeilijke woorden en verpak ze in rommelige zinnen. Presenteer alle informatie zo ongestructureerd mogelijk waardoor het moeilijk is voor de lezer om de boodschap te vinden. Gebruik bij voorkeur formele taal, waardoor je tekst afstandelijk overkomt. Succes gegarandeerd. 

Hier heb je je boek terug

In een boekwinkel worden boeken niet alleen verkocht, ze worden er ook teruggestuurd naar de uitgever. Dan heten ze retouren, de nachtmerrie van elke boekenliefhebber. 

De term boekhandel roept bij de meeste mensen een romantisch beeld op van spannende verhalen, knisperend papier en verse drukinkt. Dat beeld is te danken aan het woord ‘boek’ in boekhandel. Er zit er echter nog een in verstopt: ‘handel’. Over de handel in boeken gaat het zelden tussen uitgever en auteur, want het gesprek beperkt zich meestal tot de inhoud van het boek, maar de realiteit is natuurlijk dat er boeken moeten worden verkocht voordat ze kunnen worden gelezen. Dat gaat niet vanzelf, en zelfs als het vanzelf gaat kan het nog misgaan omdat onverkochte boeken retour kunnen worden gestuurd. 

Een boek verschilt niet van een fiets, een pot pindakaas of een brilmontuur in de zin dat het altijd onder voorwaarden wordt verkocht aan de detailhandel. Een van die voorwaarden betreft het recht om het boek retour te zenden als het binnen een bepaalde periode niet wordt verkocht. Als uitgeverij hebben wij contracten met alle boekhandels, en tegenwoordig is het niet ongebruikelijk dat zij het recht hebben om een boek retour te zenden. 

Gelukkig ontvangen wij weinig boeken retour. Maar soms gebeurt het toch, niet zelden als er bij ons en de boekhandel hoge verwachtingen zijn van een titel, die vervolgens ruim wordt ingekocht. Als de verkoop dan toch tegenvalt, worden veel exemplaren retour gestuurd. Die retour gezonden exemplaren kunnen veelal niet meer in de voorraad worden opgenomen omdat ze vies zijn geworden na enkele maanden in een winkel op een stapel te hebben gelegen. Deze boeken nemen we bijvoorbeeld op in onze handvoorraad, om weg te geven aan journalisten. Of ze worden vernietigd; een droevig einde voor boeken die het eigenlijk verdienden om gelezen te worden. Gelukkig worden ze dan wel hergebruikt voor de productie van papierpulp en eindigen ze op een dag weer als boeken. Of toiletpapier. 

Het fenomeen retouren heeft ook voor de auteur soms een pijnlijk neveneffect: het kan ertoe leiden dat er in een jaar een negatief aantal boeken van een titel is verkocht: in het eerste jaar van de publicatie is bijvoorbeeld een groot aantal exemplaren verkocht, maar in het tweede jaar worden er meer exemplaren retour gezonden dan verkocht. 

Het is een verdrietig verhaal, het vroegtijdige einde van ongewenste boeken. Is het idee onverdraaglijk? Laat je dan inspireren door een van de kunstenaars die boeken hergebruiken, zoals de Spaanse kunstenares Malena Valcárcel, en zorg ervoor dat je die boeken te pakken krijgt voordat ze in de versnipperaar belanden. 

Van schrijver naar spreker in twee stappen

Heb je een non-fictieboek geschreven? Zo krijg je niet alleen lezers maar ook luisteraars. 

De meeste auteurs van non-fictieboeken die ik ken dromen erover om op een dag op een podium te staan. Ze hebben dan wel een boek geschreven, maar het ging hen in de eerste plaats om het delen van hun kennis, niet om het spelen met taal. De dominee in hen is sterker dan de schrijver. Maar van de droom om voor volle zalen hun passie te delen, komt helaas weinig terecht. Slechts nu en dan lukt het een auteur om een carrière als spreker op te bouwen. Aan de ene kant is dat begrijpelijk, want er zijn natuurlijk weinig gelegenheden waarvoor men sprekers nodig heeft. Aan de andere kant is het jammer omdat er bij die gelegenheden anderen wel zijn uitgenodigd, en jij niet. Wat kun je daaraan doen? 

Van onze succesvolle schrijver-sprekers zou je kunnen denken dat ze hun succes louter aan hun x-factor te danken hebben, aan een natuurlijk talent om een zaal te kunnen betoveren. Ik denk spontaan aan auteurs zoals Jan-Joost Kroon, Timo Hans, Marinda Hall, Sayma Kuipers, Hans van der Loo, Remy Gieling en Job van den Berg of Frank Schurink. Maar ik weet als uitgever uit de eerste hand dat ze er allemaal keihard voor hebben gewerkt. Dit is wat ze doen.

Alles moet op de schop

In de eerste plaats nemen de succesvolle sprekers hun presentatie heel serieus. Ze beseffen dat spreken in het openbaar wat anders is dan het oplezen van een samenvatting van hun boek. Een lezing is theater. Je hebt een andere tekst nodig en een gelikte presentatie. 

Voor die tekst dient je boek misschien als basis, maar eigenlijk moet je helemaal opnieuw beginnen. Spontaan een verhaal vertellen omdat je per slot van rekening een heel boek over het onderwerp hebt geschreven, is vragen om problemen. Ik heb meerdere keren meegemaakt dat auteurs uit de losse pols een verhaal vertelden, en dat liep niet goed af. De inhoud van je script, je schrijfstijl: alles moet op de schop. 

Voor de presentatie heb je vrijwel niets aan je boek. Jouw lichaamstaal, jouw interactie met het publiek: dat heeft allemaal niets te maken met schrijven. De succesvolste sprekers steken hier net als ervaren cabaretiers veel tijd in. Ze denken na over hun toon, lichaamstaal, intonatie, tempo en het gebruik van visuele hulpmiddelen. Ze kijken eindeloos naar de presentaties van anderen op YouTube, bezoeken presentaties van anderen en schakelen niet zelden experts in, zoals gespecialiseerde presentatietrainers of mensen met ervaring in het theater. 

Kun je presenteren dan leren? Ik ben geen expert, maar ik heb wel gezien dat sprekers heel veel beter werden dankzij hun onderzoek, goed advies en veel ervaring. 

Nodig jezelf uit

In de tweede plaats investeren de succesvolle sprekers die ik ken veel tijd in hun persoonlijke marketing. Ze weten welke doelgroep ze willen bereiken en ze zorgen ervoor dat ze bij die doelgroep in beeld komen. In hun profiel kun je lezen dat ze presentaties geven. Op YouTube staan een paar presentaties online. Van bezoekers lees je overal aanbevelingen. Op sociale media posten ze met grote regelmaat over hun beschikbaarheid als spreker. Hoe zijn ze zover gekomen?

De meeste sprekers beginnen niet op het podium van een landelijk congres voor een volle zaal. De meesten beginnen voor een publiek van collega’s en vrienden, dat geen stuiver heeft betaald, en dat dan ook geen stuiver oplevert. Ze organiseren een presentatie in een goedkoop zaaltje, een online webinar voor vijf klanten of een ontbijtpresentatie voor collega’s in de kantine. Dat klinkt amateuristisch, maar wat elke presentatie hen oplevert, is ervaring en een opname waar ze vervolgens actief reclame mee kunnen maken. Elke succesvolle spreker is een ambitieuze spreker die niet afwacht tot hij wordt uitgenodigd, hij nodigt zichzelf wel uit. 

Red je manuscript van de Vergeten Boeken Club

Ben je ooit begonnen aan een non-fictieboek maar heb je het nooit afgemaakt? Red je manuscript en begin opnieuw. 

Geef maar toe: ergens op je computer staat een manuscript. Je bent ver gekomen, maar nooit ver genoeg om de laatste punt te zetten en het naar een uitgeverij te sturen. Of je hebt die laatste punt wel gezet en het zelfs naar een uitgeverij gestuurd, maar het is afgewezen. Hoe je schrijfavontuur ook is geëindigd, uiteindelijk heb je het opgegeven. Je manuscript hoort nu bij de Vergeten Boeken Club, een onbekend maar talrijk gezelschap waar manuscripten van alle leeftijden en gezindten hun tijd doden met Scrabble, galgje en andere woordspelletjes. Ze vermaken zich wel, maar geen enkel manuscript is trots op zijn lidmaatschap. Elk manuscript wil namelijk het liefst een boek worden en in de armen van een nieuwsgierige lezer belanden. En daarvoor heeft hij jou nodig, zijn schepper. Het is jouw taak om je manuscript te redden. Doe het, en je zult zien dat jullie er allebei beter van worden. 

Als je de tekst opnieuw leest, misschien jaren nadat je deze hebt geschreven, zie je plotseling wat ermee mis is. Het is net alsof je met een frisse blik naar je ex kijkt. Je ziet de slechte eigenschappen, maar ook de goede. Aan de kwaliteiten van je ex kun je niets meer veranderen, maar wel aan die van je boek. Je kunt de slechte eigenschappen met één druk op de knop verwijderen. En vervolgens kun je net zo veel goede eigenschappen toevoegen als je maar wilt. Voor je het weet is het manuscript dat je nooit meer wilde zien weer even aantrekkelijk als op de eerste dag dat je het idee ervoor bedacht. 

Niet alleen je boek wordt er beter van, ook jij. Door te sleutelen aan de inhoud, de stijl en de structuur van je boek, sleutel je ook aan de inhoud, de stijl en de structuur van je eigen gedachten. Let maar op: plotseling bedenk je slimme argumenten, grappige feiten en oplossingen waar je eerst niet op kon komen. Je boek wordt slimmer, jij wordt slimmer en de lezer wordt slimmer; er zijn alleen winnaars. 

Terwijl je door het document scrollt, vraag je jezelf af waarom het anderen wel is gelukt, en jou niet? Het pijnlijke antwoord is waarschijnlijk dat je dacht dat het makkelijker zou zijn. De Duitse schrijver Thomas Mann waarschuwde al: ‘Een schrijver is iemand voor wie schrijven moeilijker is dan voor anderen.’ De amateur-schrijver denkt dat hij faalt omdat hij na een dag niet meer dan een paar honderd woorden heeft geschreven. De schrijver kijkt trots naar zijn beeldscherm en neemt zich voor om die paar honderd woorden morgen eens grondig te herschrijven. 

Het is veel werk, maar hoeveel werk er ook op je wacht, geef niet op. Red je boek en red jezelf. 

Ben jij geloofwaardig als auteur?

Als lezers niet geloven dat jij verstand hebt van het onderwerp waar je over hebt geschreven, dan is het tijd om te werken aan je personal branding. 

Niemand belt zijn accountant als hij hulp zoekt voor psychische problemen. En niemand klopt aan bij zijn psycholoog als hij zijn boekhouding wil laten doen. We zijn eraan gewend geraakt dat er voor elk product en voor elke dienst die we nodig hebben een specialist beschikbaar is. Het liefst gaan we naar de beste, en daarom gaan we niet eten in een restaurant voordat we online de reviews hebben gecontroleerd. De meeste ondernemingen zijn zich ervan bewust dat het belangrijk is om de juiste uitstraling te hebben. Ze doen aan branding door te sleutelen aan het beeld dat klanten van hen krijgen. Grote ondernemingen geven er miljoenen aan uit, maar ook zzp’ers om de hoek werken aan hun imago, al is het maar door op hun busje met plakletters te schrijven dat ze timmerman zijn. Er zijn echter nog steeds mensen die weinig aandacht besteden aan hun imago: de schrijvers van non-fictieboeken. 

Freek Vonk

Als je een non-fictieboek leest over stress, dan verwacht je dat de auteur verstand van zaken heeft. Je bent niet bereid om eerst het boek te kopen en te lezen, om vervolgens te kunnen beoordelen of de expertise naar wens was. Je wilt het weten voordat je op de koopknop klikt of naar de kassa loopt. Daarvoor is het nodig dat je op basis van het profiel van de auteur en andere voorkennis een inschatting kunt maken van zijn deskundigheid. Bij de meeste auteurs zit het wel snor. Als je een gepromoveerd bioloog bent, gespecialiseerd in reptielen, dan zal niemand twijfelen aan je deskundigheid als je een boek schrijft over slangen. Met de personal branding van Freek Vonk zit het dus wel snor. Maar er zijn veel auteurs voor wie het onderwerp van hun boek niet naadloos aansluit op hun dagelijks werk. Die auteurs hebben last van een brand gap, en dat is een probleem. 

Wat veel voorkomt, is dat mensen een passie ontwikkelen voor een onderwerp, ondanks het feit dat ze er niet voor hebben gestudeerd en nooit in het vakgebied hebben gewerkt. Ze zijn wiskundeleraar en schrijven een boek over stress. Of ze zijn automatiseringsdeskundige en schrijven een kookboek. De discrepantie tussen hun dagelijks werk en hun expertise is feitelijk niet relevant, want een hobbyist kan in principe meer verstand van zaken hebben dan een hoogleraar. Maar de kans is groot dat het moeilijk verkoopt omdat lezers gewoon niet geloven dat de auteur de beloofde kennis en ervaring heeft. 

‘Ik ken niemand als Sophie’

Ik praat er weleens over met auteurs, en het is altijd een moeilijk gesprek. Een auteur die veel verstand heeft van de Franse revolutie kan zich niet voorstellen dat anderen hem wantrouwen. Ja maar, zie ik hem denken, ik heb er toch een boek over geschreven, dat is toch voldoende bewijs? Helaas, dat is het niet. 

Gelukkig zijn er een paar manieren om geloofwaardiger over te komen. De eerste manier is door de boel te belazeren. Je koopt een witte jas, hangt een stethoscoop om en iedereen gelooft dat je een arts bent – tot de operatie wat bloederiger verloopt dan verwacht. Ik zie weleens dat een auteur zich presenteert als manager, terwijl hij nog nooit leiding heeft gegeven. 

De tweede manier is door je expertise te bewijzen. Dat lijkt moeilijk, maar dat is het niet. In je profieltekst heb je bijvoorbeeld de mogelijkheid om je deskundigheid te onderbouwen: ‘Sophie heeft zich vijftien jaar verdiept in de invloed van schrijver en filosoof Jean-Jacques Rousseau op de Franse revolutie.’ Wat daarbij helpt, is de waardering van anderen; aanbevelingen zijn goud waard: ‘Sophie trekt altijd volle zalen met haar presentaties over Rousseau.’ Of, nog beter: ‘Ik ken niemand die zo overtuigend en enthousiast kan vertellen over de Franse revolutie als Sophie.’ Nog beter is het natuurlijk als je je expertise niet alleen aantrekkelijk verwoordt in de profieltekst, maar ook daarbuiten, bijvoorbeeld door actief over je deskundigheid te spreken en te schrijven door bijvoorbeeld blogs te schrijven en presentaties te geven. Het is veel werk, maar de moeite waard als je het vertrouwen van je lezers wilt winnen.

Maak een bestseller van je boek op z’n Amerikaans

Valt een televisiecommercial buiten je budget als auteur van een non-fictieboek? Gooi het dan over een andere boeg en kies dan op z’n Amerikaans voor persoonlijk contact met je lezers via grassroots campaigning. 

Amerikaanse burgers gaan dit jaar voor de presidentsverkiezingen weer langs de deuren in hun woonplaats om mensen te motiveren om te gaan stemmen, bij voorkeur op hun favoriete partij. Ze worden canvassersgenoemd. Zo heb je ook phone bankers: zij doen hetzelfde voor hun idolen, maar dan via de telefoon. Canvassing en phone banking zijn voorbeelden van grassroots campaigning: een vorm van kleinschalige en persoonlijke promotie die in de Amerikaanse politiek al sinds het begin van de vorige eeuw als onmisbaar wordt gezien, ondanks het feit dat het meeste campagnegeld wordt besteed aan commercials en andere vormen van massacommunicatie. 

Volgens mij kunnen wij als uitgevers en auteurs van non-fictieboeken nog wel wat leren van deze aanpak. Graswortelpromotie, dat klinkt voor geen meter, maar het principe is interessant. Hoe ziet boekpromotie eruit als je dat in graswortelstijl doet?

De populairste marketingmethoden die van oudsher worden ingezet voor het promoten van boeken zijn reclame, boekhandel- en mediapromotie. Deze drie zijn gebaseerd op het uitgangspunt dat je doelgroep moeilijk te bereiken is en dat het daarom makkelijker is om iedereen te benaderen. Spray and pray marketing, noemen Amerikanen dit. Deze aanpak werkt minder dan ooit, met name omdat er inmiddels te veel verschillende media zijn. Dat maakt de aanpak praktisch onhaalbaar en financieel onbetaalbaar. De uitgeverij die in elke krant een advertentie plaatst, op elk sociaal medium adverteert en op elke radio- en tv-zender een commercial uitzendt, is dertig dagen na het ontvangen van de facturen failliet. 

Als je een politieke biografie hebt geschreven, is het dus onhaalbaar om iedereen aan te spreken, in de hoop dat je zo ook geïnteresseerde lezers bereikt. Wat beter werkt, is je rechtstreeks richten op de liefhebbers van politieke biografieën. Daarom is de Amerikaanse grassrootsaanpak zo interessant, want het sleutelwoord daarvan is ‘persoonlijk’. De Democraten en Republikeinen gaan langs de deuren, bellen partijgenoten, organiseren discussieavonden en sturen handgeschreven briefjes. 

De afgelopen jaren heb ik verschillende auteurs begeleid die veel succes hebben gehad met grassroots-achtige methoden. Dit is hoe zij het hebben aangepakt. 

Help me

Crowdfunding wordt nog maar weinig gebruikt door auteurs. Veel mensen zien het als bedelen, terwijl de kracht van crowdfunding niet zozeer het inzamelen van geld is, maar de mogelijkheid om je doelgroep in zijn hart te raken. Met crowdfunding benader je mensen niet als consumenten, maar als geïnteresseerde mensen. Een crowdfundingscampagne wordt gezien als een noodoproep van de auteur, en die oproep draagt verder dan de klinische pay-off van een platte advertentie. Help mij, zeg je tegen de burger aan de andere kant van het beeldscherm, en als die burger geïnteresseerd is in jouw politieke biografie, dan zegt hij geen nee. Integendeel, dan trekt hij direct zijn portemonnee en stuurt de link van jouw campagne door naar een vriend die geïnteresseerd is in hetzelfde genre. 

Van de zeven crowdfundingscampagnes die we de afgelopen jaren hebben georganiseerd, waren er zes direct heel succesvol. De boeken maakten na de publicatie een vliegende start omdat ze begonnen met de steun van een groot aantal ambassadeurs die het boek in de beginfase hadden aangeschaft.

Ga zelf naar de berg

Volgens de overlevering stond de profeet Mohammed voor een berg en riep dat de berg naar hem toe moest komen. Toen de berg niet bewoog, besloot hij zelf naar de berg te gaan. De moraal van dit verhaal: als de lezer niet naar jou komt, dan moet jij naar de lezer. En dat is precies wat een van onze auteurs deed die de ambitie had om zijn nieuwe managementmethode in heel Nederland op de kaart te zetten. Hij huurde elke week voor een appel en een ei een eenvoudige ruimte in de bibliotheek van een dorp of stad. Voor 25 euro per persoon vertelde hij dan zijn verhaal, soms voor niet meer dan vijf mensen. Dat leidde maandenlang nergens toe, tot er zo nu en dan via een bezoeker een uitnodiging kwam om hetzelfde verhaal voor tweehonderd mensen tijdens een event te vertellen. Een paar jaar later had de auteur een bloeiende praktijk als spreker en trainer. 

Profiteer van het homophilyprincipe

Mensen hebben de neiging om sociale banden te vormen met anderen die op hen lijken in termen van demografische kenmerken, houdingen, interesses en overtuigingen. Wetenschappers noemen dit het homophilyprincipe. Het is natuurlijk nergens makkelijker om gelijkgestemden te vinden dan online, met name via sociale media. En als je eenmaal gelijkgestemden hebt gevonden, dan wordt het plotseling veel makkelijker om er nog veel meer te bereiken. 

De Zweedse klimaatactiviste Greta Thunberg begon in augustus 2018 in haar eentje te staken voor het klimaat voor het Zweedse parlement. Via sociale media deelde ze haar boodschap en al binnen enkele maanden (!) was haar solo-protest uitgegroeid tot een wereldwijde beweging. Er zijn ook spectaculaire voorbeelden uit de literaire wereld. De Amerikaanse auteur Andy Weir begon zijn boek The Martian als een serie blogs op zijn website. Door feedback van lezers op online forums en sociale media verbeterde hij zijn verhaal. Op verzoek van fans publiceerde hij het boek uiteindelijk als een e-boek op Amazon voor slechts 99 cent. De populariteit explodeerde dankzij mond-tot-mondreclame, wat uiteindelijk leidde tot een traditionele boekdeal en zelfs een succesvolle verfilming. 

Veel auteurs houden wel van gras, maar vooral om op te liggen. Dat is niet genoeg als je kiest voor graswortelpromotie. Ik ken tientallen auteurs die elke dag bezig zijn met het onderhouden van hun relaties. Ze schrijven berichten en blogs, en ze maken video’s en podcasts. Ze reageren op elke reactie en nemen elke vraag of opmerking serieus. Dat vereist enorm veel discipline, en hetzelfde geloof dat ook de Amerikaanse canvassers hebben: de overtuiging dat persoonlijk contact waardevoller is dan een zakelijk contact.