Skip to main content

Tag: manuscript

Het IKEA-effect: waarom jij je eigen boek overschat

Auteurs zijn vaak verliefd op hun eigen boekidee. Dat is begrijpelijk, maar gevaarlijk: het IKEA-effect zorgt ervoor dat je jouw boek waardevoller vindt dan een lezer ooit zal doen. Hoe voorkom je dat je jezelf voor de gek houdt?

De gedragswetenschappers Michael Norton, Daniel Mochon en Dan Ariely noemden de neiging om te overschatten wat je zelf hebt bedacht het IKEA-effect. De term komt van IKEA-meubels: omdat je ze zelf in elkaar zet, vind je ze waardevoller dan een kant-en-klaar product. Het is een even begrijpelijk als risicovol psychologisch fenomeen voor auteurs: je boekidee voelt waardevoller dan concurrerende boeken omdat het idee van jou is, maar de lezer ziet dat heel anders.

Een onzekere tiener

De meeste auteurs houden van hun boek zoals een ouder van zijn kind. Als auteurs hun boek bij mij aanprijzen, komen ze woorden tekort om uit te leggen hoe knap, slim en aardig hun kind is. Sommige auteurs hebben inderdaad een aantrekkelijke visie en kunnen zelfs goed schrijven. Maar dat wil niet zeggen dat lezers straks in slaapzakken voor de boekwinkel gaan liggen om een exemplaar van de eerste druk te kunnen kopen. In een markt waar zoveel concurrentie is, is knap, slim en aardig niet goed genoeg.

Want jij ziet een knap, slim en aardig kind, maar de lezer ziet gewoon een onzekere tiener met bruin haar en groene ogen. Het is onuitstaanbaar; hoe kan de lezer nou niet zien hoe bijzonder jouw kind is. Hij heeft laatst een etude van Chopin uit zijn hoofd gespeeld! Hij laat elke dag zonder te klagen de hond uit! Hij ruimt zelfs zijn eigen kamer op, kom daar nog eens om.

Eric koopt een boek

Stel je een lezer voor die op dinsdagavond een ingeving krijgt en besluit om een boek te kopen. Laten we hem Eric noemen. Eric pakt zijn telefoon, kijkt op zijn bankrekening en ziet dat hij nog precies dertig euro heeft, ruim voldoende voor de meeste titels. Vervolgens gaat hij naar zijn favoriete webshop.

Eric is beleidsmedewerker bij een middelgrote gemeente en wil graag carrière maken. Hij gaat daarom op zoek naar boeken die hem daarbij kunnen helpen. Hij denkt aan onderwerpen als persoonlijke ontwikkeling, leiderschap, verandermanagement, timemanagement, teamdynamiek, burgerparticipatie, besluitvorming, interculturele communicatie, duurzaamheid, maatschappelijke verantwoordelijkheid, netwerken, onderhandelen en ethiek in het openbaar bestuur. En nog een paar thema’s, maar die schieten hem even niet te binnen.

Eric kan dus kiezen uit vele duizenden boeken. En waarom zou hij dan in hemelsnaam jouw boek kiezen?

Dat doet hij dus ook niet. Hij scrollt anderhalf uur, maar kiest uiteindelijk een boek uit de top tien dat hem wel interessant lijkt en een paar goede aanbevelingen heeft. Het kost 22,99 euro en omdat hij het voor tien uur bestelt, komt het morgen al binnen. 

Het is pijnlijk maar waar: de meeste lezers hebben nooit van jouw boek gehoord. Zelfs als ze uren gaan scrollen, is er een kans dat ze jouw boek niet tegenkomen. En als ze het wel tegenkomen, vergelijken ze het schaamteloos met andere boeken. Oh, denkt Eric dan: een boek over leiderschap van een auteur die betoogt je met positieve psychologie veel invloed kunt uitoefenen. Interessant. En hij scrollt gedachteloos verder.

Verdedig je concurrent

Tijdens trainingen geef ik deelnemers weleens de opdracht om een concurrerend boek te verdedigen alsof ze het zelf hebben geschreven. Ze krijgen een kwartier de tijd om zich te verdiepen in het boek en moeten het dan aanprijzen bij andere deelnemers. Dat valt ze zwaar. Ze beseffen plotseling dat er concurrentie is en dat de auteurs van concurrerende boeken even overtuigd zijn van de waarde van hun boek. Vervolgens laat ik de andere deelnemers stemmen. Welk boek zouden ze kiezen: dat van de deelnemer of dat van de concurrent? De stemming pakt niet altijd uit in het voordeel van de deelnemer.

Het IKEA-effect maakt dat je eigen boek leuker, origineler en belangrijker lijkt dan het in werkelijkheid is. Daar kun je als auteur rekening mee houden door tijdig afstand te nemen. Aan je eigen kind kun je niets meer veranderen, maar aan je boekidee kun je nog schaven tot het beter is. 

Ben jij een beeldschrijver of een toetsenbordschrijver?

Ik heb een schokkende ontdekking gedaan. Anders dan ik kijken de meeste mensen naar hun toetsenbord als ze typen. Wat zegt dat over mij? Wat zegt dat over andere mensen? 

Ik zag het een paar weken geleden voor het eerst. Iemand zat te typen en ik besefte plotseling dat hij alleen naar zijn toetsenbord keek. Daarmee besefte ik ook dat ik alleen naar het beeldscherm kijk als ik typ. Ik ben dus een beeldschrijver. Wat ben jij, een beeldschrijver of een toetsenbordschrijver?

Inmiddels heb ik de wortels van mijn bestaan als beeldschrijver kunnen terugvoeren op mijn typcursus bij het Manhattan Instituut in de jaren zeventig. Maandenlang zeulde ik als twaalfjarig jongetje elke week mijn glimmend witte Olympia SM9 naar de andere kant van het dorp. Daar leerde ik van een charmante dame blind typen met tien vingers. Er was een goede reden om in de jaren zeventig blind te kunnen typen. Dat was nodig zodat je als secretaresse snel geschreven teksten kon overtypen. Terwijl je keek naar de brief van meneer de directeur deden je vingers gedachtenloos hun werk. Op 13 oktober 1977 besloot de eksamenkommissie (sic) van het instituut dat ik had voldaan aan de gestelde vaardigheidseisen en reikte mij het diploma uit. 

Mijn hele middelbare schooltijd keek ik niet meer om naar de Olympia, tot ik besloot om naar de School voor de Journalistiek te gaan. Al na de eerste les moest ik een nieuwsbericht typen, en wonderbaarlijk genoeg bleek ’s avonds op mijn studentenkamer dat ik het nog kon. Links keek ik naar mijn geschreven aantekeningen en rechts typten mijn vingers braaf wat hen was opgedragen. 

Ingehaald door de evolutie

Andere mensen moeten hun vingers goed in de gaten houden, anders schrijven ze zomaar iets wat niet de bedoeling is. Gelukkig heb ik als beeldschrijver heel gehoorzame vingers. Ik kan ze blindelings vertrouwen, net als mijn benen, die mij ook overal naartoe brengen zonder dat ik ze de hele tijd moet controleren. 

Het is ongetwijfeld veelzeggend dat ik een beeldschrijver ben, maar ik weet niet precies wat het dan zegt. Kunnen traditionele indelingen van mensen naar bijvoorbeeld geslacht, etniciteit en persoonlijkheid nu in de prullenbak? Kunnen we onze ideeën over blond en zwart haar, introvert en extravert nu samen met de DSM V rechtstreeks naar het archief van het Meertens Instituut sturen? 

Ik was stiekem best een beetje trots op mijn zelfbedachte reputatie als beeldschrijver, tot ik een van mijn kinderen op zijn mobiele telefoon zag appen. Ineens besefte ik dat ik in de evolutie al was ingehaald, in niet meer dan een generatie. En nu zit ik in een identiteitscrisis: wat zegt het nog dat ik blind kan typen met tien vingers, als een puber met een paar vingers sneller kan communiceren – terwijl hij tegelijkertijd naar muziek luistert en een verhaal vertelt. Ik wil mijn cursusgeld terug. 

Welk boek schrijf jij deze zomer niet?

Elke zomer worden veel boeken niet geschreven. Ik snap het wel. Als je eindelijk een paar weken vrij hebt, breng je die liever door met je geliefden, dan eenzaam achter een toetsenbord om een boek te schrijven over de opmars van Russische hybride oorlogsvoering in Europa of de aftocht van de huisvlieg op ons continent. Jammer, maar misschien heb je wel tijd om erover na te denken.

In films en romans ligt in de zomer altijd iemand met een grashalm in zijn mond naar de wolken te staren. Ik heb dat zelf nog nooit gedaan en ik heb het nog nooit iemand zien doen, maar het is een prachtig beeld van de eindeloze, warme zomer waarin je eindelijk tijd hebt om te ontspannen. Ik ben zelf ook erg voor ontspannen, maar helemaal gedachteloos lukt mij dat niet. Ik ben meestal vlug klaar met luieren, vakantie of niet. Zit jij zo ook in elkaar? Mooi zo, dan houd je voldoende tijd over om na te denken over je boek. 

Ideeën voor een boek lijken in het begin veel op voorbij stromende wolken. Ze hebben wel een vorm maar ze zijn nog niet herkenbaar. De kunst is om dan niet meteen in actie te komen maar te blijven piekeren. Ideeën moeten rijpen en je zult merken dat ze langzaam maar zeker van vorm veranderen. Als je het onderwerp van alle kanten bekijkt, krijg je na verloop van tijd een beter beeld van de invalshoek van je boek. Van de stijl. De voorbeelden die erin thuishoren. De kunst is om na te blijven denken tot je bent uitgedacht. En je weet dat dat moment is aangebroken als het moment is aangebroken. 

Schrijven is eigenlijk maar een bescheiden deel van het werk van een auteur. Het grootste deel bestaat uit nadenken, malen, filosoferen, afwegen, peinzen, reflecteren, analyseren en soms besluiten. De beste boeken zijn het werk van jarenlang tobben en zijn soms al helemaal uitgedacht voordat de auteur een letter op papier zet. 

Piekeren is maatschappelijk niet geaccepteerd. Als je tijdens kantooruren je benen op het bureau legt en naar het plafond staart om eens rustig ergens over na te denken, kun je al vlug een telefoontje van human resources verwachten. Je wordt niet betaald om te denken maar om te doen. Maar een boek is een denkding, geen doeding. Dus neem in je eigen tijd de vrijheid om na te denken voordat je wat gaat doen. Schrijven kan altijd nog. 

Geen hogere btw op boeken goed nieuws voor schatkist

De verhoging van de btw op boeken is definitief van tafel. Niet alleen een opsteker voor schrijvers en uitgevers, maar voor de hele Nederlandse economie. 

De Trumpiaanse mens heeft een helder beeld van de motor van de economie: hij denkt dan aan vrijheid voor ondernemers om te produceren wat ze willen, zonder bemoeizuchtige overheden, vakbonden of milieuregels. Voor onze welvaart zijn we in zijn ogen afhankelijk van mensen als Elon Musk in zijn meest libertarische bui: gefocust op technologische productie en marktwerking, wars van enige regulering. Een begrijpelijke redenering, maar er zit een kleine maar belangrijke weeffout in. Natuurlijk is ondernemerschap belangrijk, maar het is creativiteit dat de sleutel vormt voor economische welvaart. 

Dit oorzakelijke verband is overtuigend aangetoond door de Amerikaanse socioloog Richard Florida in zijn baanbrekende boek The rise of the creative class in 2002. Steden en landen die ruimte geven aan creatievelingen – of het nu kunstenaars, programmeurs of ondernemers zijn – stimuleren direct en indirect de vooruitgang. Vrijheid van expressie, kunst en identiteit is niet alleen een moreel of sociaal goed, maar ook een directe motor voor economische groei en concurrentievermogen. Tolerantie blijkt daarmee geen bijzaak, maar een motor voor welvaart. Florida is ook de bedenker van de Gay-index: als je wilt weten hoe welvarend een land is, moet je niet kijken naar het aantal fabrieken of kantoren, maar naar het aantal LHBTIQ+’ers dat er vrij kan leven. Want steden en landen met vrijheid voor mensen met een alternatieve levensstijl zijn ook aantrekkelijk voor creatievelingen.

Schrijvers en hun boeken spelen een cruciale rol in het stimuleren en delen van creativiteit. Boeken zijn kunstmest voor de geest, zowel die van de schrijver als die van de lezer. Als je de prijs van die kunstmest verhoogt, benadeel je niet alleen de schrijver en de lezer, maar de hele Nederlandse economie. Nu het kabinet heeft besloten dat de beoogde verhoging van de btw niet doorgaat, betekent dat op termijn dus hogere belastinginkomsten. En ik kan weer even rustiger ademhalen. Al merk ik aan mezelf dat mijn ademhaling door alle (geo)politieke ontwikkelingen vooralsnog wat hoger blijft dat gebruikelijk.