Skip to main content

Tag: Promotie

Heb je een BN’er nodig voor het voorwoord van je boek?

Helpt het als een bekende Nederlander het voorwoord van je non-fictieboek schrijft? Misschien niet, maar je weet maar nooit.

Wat trek je aan voor een feest: die oude versleten trui of dat leuke nieuwe jasje van Prada? Dat jasje natuurlijk. En waarom? Een oude versleten trui straalt onverschilligheid en een lage sociale status uit; leuk voor pubers maar niet voor volwassen volwassenen. Dat jasje van Prada doet het tegenovergestelde: je laat zien dat je erbij hoort en dat je serieus genomen mag worden. Jouw jasje is smaakvol, dus jij hebt ook smaak. Van dezelfde psychologie kun je gebruikmaken als je moet kiezen wie het voorwoord van je boek schrijft. Wordt het een oude trui of een nieuw jasje? 

Ik durf te wedden dat je bij het lezen van de vorige alinea je wenkbrauwen hebt gefronst. Prada, is dat niet wat overdreven? Opscheppen met een jasje dat duizenden euro’s kost? Met die ergernis heb je direct het probleem te pakken met het inzetten van een BN’er voor je boek: niet iedereen zal gecharmeerd zijn van je keuze. John de Mol voor je boek over de mosselcultuur in de Zeelandse Oosterschelde, is dat niet een beetje overdreven? Hoe kies je de juiste schrijver voor je voorwoord? En wat is het eigenlijk, een voorwoord? 

Wie je bent

Als je een voorwoord zelf schrijft, kun je er beknopt in uitleggen wie je bent en waarom je het boek hebt geschreven. In de inleiding kun je vervolgens ingaan op de essentie van het boek. De lezer kan dus aan het voorwoord afleiden met welke autoriteit hij te maken heeft. Ben jij bijvoorbeeld een beginner of een expert op jouw vakgebied? Ook zal hij eruit afleiden waarom je het boek hebt geschreven. Zijn jouw motivatie en enthousiasme aanstekelijk, of heeft de lezer hier te maken met een boodschapper die het alleen voor de poen doet? En bovendien: is het voorwoord aantrekkelijk geschreven? Het is per slot van rekening de eerste tekst van het boek, dus wordt dit een boek waar ze zich met moeite doorheen moeten worstelen of kunnen ze verwachten er plezier aan te beleven? 

Als je het voorwoord van je boek door iemand anders laat schrijven, worden deze drie vragen niet per definitie beantwoord. De lezer kan uit het voorwoord van de BN’er alleen afleiden dat het met jouw autoriteit wel snor zit, als de lezer die BN’er tenminste in staat acht om jouw autoriteit te beoordelen. Een bekende professor in jouw vakgebied die jou aanprijst, dat klinkt geloofwaardig. Een televisiepresentator die alleen spelletjesprogramma’s presenteert en geen verstand heeft van jouw vakgebied, dat klinkt ongeloofwaardig. En kan de lezer op basis van de tekst en de bekendheid van de BN’er afleiden dat jij goed kunt schrijven? Kan hij jouw motivatie beoordelen? Als je een voorwoord door iemand anders laat schrijven, zul je dus rekening moeten houden met de uitstraling van die persoon. 

Kies dus niet voor een BN’er omdat je hem toevallig kent. Kies hem omdat hij perfect past bij jou en je boek. En dat valt niet mee. 

Te elitair, te dominant, te activistisch

Stel, je bent net gepromoveerd als econoom en je hebt een wetenschappelijk boek geschreven over armoede in Nederland. Je zus woont naast John Williams, de presentator van het televisieprogramma Uit de schulden. Ze heeft hem gepolst en hij wil het wel schrijven. Maar past hij wel bij een wetenschappelijk boek? Wie moet het dan schrijven? Klaas Knot van De Nederlandsche Bank? Geen tijd. Sander Schimmelpenninck? Schrijft veel over ongelijkheid, maar te elitair. Rutger Bregman? Veel expertise, maar zo dominant in het debat dat hij het boek kan overschaduwen. Tim Hofman? Interessant, maar misschien te activistisch. Lilian Marijnissen? Heel betrokken, maar te politiek beladen naam. Quinty Trustfull? Betrokken bij armoedebestrijding maar wordt toch teveel geassocieerd met lifestyle en glamour. Zo ga je urenlang allerlei namen af, en met veel moeite lukt het om een shortlist te maken van drie namen. En nu maar hopen dat ze willen. 

En als je niemand kunt vinden, geen probleem. Er is geen bewijs dat het inzetten van bekende mensen voor een voorwoord de verkoop van een boek substantieel bevordert. Doe het gewoon zelf, en geef de lezer een voorproefje van het leukste, slimste, spannendste boek dat ze ooit hebben gelezen. 

Geen hogere btw op boeken goed nieuws voor schatkist

De verhoging van de btw op boeken is definitief van tafel. Niet alleen een opsteker voor schrijvers en uitgevers, maar voor de hele Nederlandse economie. 

De Trumpiaanse mens heeft een helder beeld van de motor van de economie: hij denkt dan aan vrijheid voor ondernemers om te produceren wat ze willen, zonder bemoeizuchtige overheden, vakbonden of milieuregels. Voor onze welvaart zijn we in zijn ogen afhankelijk van mensen als Elon Musk in zijn meest libertarische bui: gefocust op technologische productie en marktwerking, wars van enige regulering. Een begrijpelijke redenering, maar er zit een kleine maar belangrijke weeffout in. Natuurlijk is ondernemerschap belangrijk, maar het is creativiteit dat de sleutel vormt voor economische welvaart. 

Dit oorzakelijke verband is overtuigend aangetoond door de Amerikaanse socioloog Richard Florida in zijn baanbrekende boek The rise of the creative class in 2002. Steden en landen die ruimte geven aan creatievelingen – of het nu kunstenaars, programmeurs of ondernemers zijn – stimuleren direct en indirect de vooruitgang. Vrijheid van expressie, kunst en identiteit is niet alleen een moreel of sociaal goed, maar ook een directe motor voor economische groei en concurrentievermogen. Tolerantie blijkt daarmee geen bijzaak, maar een motor voor welvaart. Florida is ook de bedenker van de Gay-index: als je wilt weten hoe welvarend een land is, moet je niet kijken naar het aantal fabrieken of kantoren, maar naar het aantal LHBTIQ+’ers dat er vrij kan leven. Want steden en landen met vrijheid voor mensen met een alternatieve levensstijl zijn ook aantrekkelijk voor creatievelingen.

Schrijvers en hun boeken spelen een cruciale rol in het stimuleren en delen van creativiteit. Boeken zijn kunstmest voor de geest, zowel die van de schrijver als die van de lezer. Als je de prijs van die kunstmest verhoogt, benadeel je niet alleen de schrijver en de lezer, maar de hele Nederlandse economie. Nu het kabinet heeft besloten dat de beoogde verhoging van de btw niet doorgaat, betekent dat op termijn dus hogere belastinginkomsten. En ik kan weer even rustiger ademhalen. Al merk ik aan mezelf dat mijn ademhaling door alle (geo)politieke ontwikkelingen vooralsnog wat hoger blijft dat gebruikelijk. 

Wat moet je doen als je manuscript is afgewezen?

Geef niet op als je manuscript wordt afgewezen. Blijf werken aan je boek tot het (nog) beter is en ga op zoek naar die ene uitgeverij die inziet dat ze goud in handen hebben. 

Een keer in de week neem ik de tijd om te reageren op de manuscripten die wij als uitgeverij hebben ontvangen. Ik reageer altijd beknopt en neutraal, en niet alleen omdat ik niet genoeg tijd heb om uitgebreid te reageren op alle voorstellen en manuscripten. Ik ben ook terughoudend omdat niet alle auteurs een eerlijke reactie op prijs stellen. Sommigen reageren bijvoorbeeld verbolgen als ik uitleg dat er al heel veel boeken over hetzelfde onderwerp zijn geschreven en dat ik daarom te weinig commerciële mogelijkheden zie. Niet waar, antwoorden ze dan. Ik snap het wel, ze zitten niet te wachten op een kerel die boven het wiegje van hun kindje komt hangen en meldt dat het niets bijzonders is.  

Wat moet je doen als je idee of manuscript door een uitgeverij is afgewezen? Dit is wat ik zou doen als ik auteur was.

Organiseer kritiek

Ten eerste zou ik geen genoegen nemen met de vriendelijke maar nietszeggende reactie van een uitgever of een redacteur: ‘Uw manuscript past niet in ons fonds’. Zelfs als het waar is, heb je daar geen bal aan. Ik zou erachter proberen te komen wat de zwakke kanten van mijn manuscript zijn: is het onderwerp uitgemolken? Is de invalshoek niet actueel of origineel genoeg? Is het slecht geschreven? Ben ik als auteur geen geloofwaardige of kansrijke ambassadeur van mijn eigen boek? Als ik dit soort kritiek niet van een uitgeverij zou kunnen krijgen, dan zou ik iemand inhuren om die kritiek alsnog te bemachtigen. 

Doe wat met de kritiek

Ten tweede zou ik wat met de kritiek doen. Een betere invalshoek kiezen, meer research doen, beter leren schrijven: als je de ambitie hebt om een boek te publiceren, dan geef je natuurlijk niet op na een eerste mislukte poging. Bedenk dat de meeste muzikanten jarenlang hebben geoefend om goed te worden in hun vak, dus het is heel normaal om niet na een half manuscript al een volleerd schrijver te zijn. Ga meer schrijven en lezen, volg cursussen en laat je helpen door professionals.

Blijf leuren

Ten derde: als je zeker weet dat er weinig tot niets meer aan je manuscript verbeterd kan worden, dan zou ik doorgaan met het benaderen van uitgeverijen. Er zijn meer dan vierduizend uitgeverijen in Nederland, waaronder honderden professionale partijen, en in elk genre tientallen die mogelijk geïnteresseerd zijn. Geef niet zomaar op. Sommige auteurs hebben jarenlang met een manuscript geleurd voordat ze een uitgever vonden die inzag dat hij goud in handen had. Geen uitgever was geïnteresseerd in Hoe haal ik mijn tentamens, 30 tips, het eerste boek van Rutger Bregman. En toen hij uiteindelijk een uitgever vond, werd het een fiasco. Zijn boek De meeste mensen deugen werd een hit. Hetzelfde overkwam Brené Brown, nu bekend van onder andere De kracht van kwetsbaarheid. Het lukte haar niet om haar eerste boek I Thought It was Just Me gepubliceerd te krijgen, daarom deed ze het maar zelf. Haar doorbraak kwam pas na haar TED-talk The Power of Vulnerability die een van de meest bekeken TED-talks werd. Dit leidde tot de publicatie en het wereldwijde succes van haar boeken.

Geef het zelf uit

Lukt het niet? Overweeg dan serieus om je boek zelf uit te geven. Dat kan veel tijd en geld kosten als je het goed wilt doen, omdat je nu eenmaal moet betalen voor de redactie, de vormgeving, het drukwerk en de promotie, maar je zou niet de eerste zijn die succesvol is met een zelf uitgegeven boek. Neem Michael Pilarczyk, die van zijn boek Master your mindset een groot succes maakte. Er zijn naar eigen zeggen al meer dan 350.000 exemplaren van dit boek verkocht. Een grote internationale uitgever gaat het nu vertalen en uitgeven in het Engels. 

Dus slik je teleurstelling snel weg als je een afwijzing hebt ontvangen en geef niet zomaar op. Sleutel aan je manuscript tot het nóg beter is en stuur het naar de volgende uitgever. 

In welk hoofdstuk staat het toilet in jouw boek?

Schrijf je boek niet als een hamsteraar maar als een architect. Een aantrekkelijk boek is even logisch ingericht als een huis.

Worstel je met de structuur van je non-fictieboek? Ziet de inhoudsopgave eruit als de schuur in mijn tuin: volgepropt met gereedschap, fietsen, speelgoed en tuinmeubels? Waarschijnlijk ben je heel druk geweest met het verzamelen van informatie, maar nog niet met structureren. Hoe doe je dat? Probeer je boek in te richten als een huis. 

Veel huizen zijn hetzelfde ingericht; met een hal, een woonkamer, een keuken, een badkamer, slaapkamers en een garage. Als ik je nu vraag om de volgende objecten te verdelen over die ruimtes, kost dat je weinig moeite: gasfornuis, bed, douche, auto en kapstok. Zie je wel, dat was makkelijk, omdat het doel van elke ruimte in je huis duidelijk is. Iedereen weet hoe je de kamers in een huis inricht en gebruikt. Zo helder moet de structuur van je boek ook zijn.

Een voorbeeld. Je schrijft een boek over het gevaar van slecht rekenonderwijs. In het voorwoord vertel je waarom je dit onderwerp belangrijk vindt. In de inleiding geef je een korte schets van de dalende rekenvaardigheid en de gevolgen daarvan.

In het eerste hoofdstuk beschrijf je de staat van het rekenonderwijs: hoe slecht wordt er gerekend en hoe verhoudt Nederland zich tot andere landen? In het tweede hoofdstuk leg je uit waarom moderne rekenmethodes, zoals realistisch rekenen, averechts werken. In het derde hoofdstuk toon je aan dat rekenproblemen niet vanzelf verdwijnen, maar zich opstapelen in verdere studie en werk.

Daarna volgen de bredere gevolgen. In hoofdstuk vier en vijf laat je zien hoe rekenzwakte leidt tot economische en maatschappelijke problemen: minder goed opgeleide werknemers, financiële ongeletterdheid en een samenleving die makkelijker misleid wordt. In hoofdstuk zes zoek je uit hoe het zo ver heeft kunnen komen, van beleidsfouten tot zwakke lesmethodes. 

In de laatste hoofdstukken bied je oplossingen. In hoofdstuk zeven beschrijf je hoe het rekenonderwijs weer kan verbeteren, met sterkere didactiek en een herwaardering van basisvaardigheden. In de conclusie benadruk je waarom we nu actie moeten ondernemen – voordat de schade niet meer te herstellen is.

Dit boek heeft hoofdstukken die even helder afgebakend zijn als de kamers in je huis. Denk dus niet als een hamsteraar als je boek indeelt, maar als een architect. Als je weet welke ruimtes waarvoor nodig zijn, is het niet moeilijk meer om alle informatie te verdelen, en om hiaten en overlap te voorkomen. Hoort die wc in de huiskamer of in het toilet? Toilet. Zet je de eettafel in de slaapkamer of in de keuken? Keuken. Schrijf je je boek in de gang of op de werkkamer op zolder? Werkkamer. 

Wat is het motto van jouw boek?

Vergeet niet om een motto te bedenken voor je boek. Grijp de kans om je lezer te laten zien hoe ongelooflijk belezen en intelligent je bent.  

Onze smartphones en computers krijgen elk jaar frisse updates, maar de vormgeving van boeken blijft al honderden jaren onveranderd. Een boek begint meestal met een zogenaamde franse titelpagina, die nog stamt uit de tijd dat boeken zonder omslagen werden verkocht. Als je die pagina omslaat, tref je een lege pagina aan met een korte tekst, het motto van het boek, ook wel epigraaf genoemd. Het gebruik van een motto is al heel oud. Zowel de Grieken als de Romeinen openden hun werk al met citaten of verwijzingen. In de achttiende eeuw raakte het motto ingeburgerd; niet zelden kreeg elk hoofdstuk er een. Dat het motto onuitroeibaar lijkt is niet vreemd want het is een uitgelezen kans om je werk te typeren en een goede beurt te maken bij de lezer. 

Met het motto laat je zien wie je bent en waar je voor staat. Heb je een Rolex, een Casio of een smartwatch om je pols? Draag je sneakers of klassieke veterschoenen? Geef je een hand of een boks? De beelden en teksten op de omslag geven je lezer al een eerste indruk van je boek, maar een omslag is natuurlijk een vorm van reclame. Het motto daarentegen is de eerste, onbezoedelde tekst waarvan de lezer weet dat jij hem hebt geschreven. En omdat je boek ermee opent, gaat hij ervan uit dat je goed over dat motto hebt nagedacht. De gedachte of het citaat is de amuse die de lezer een voorproefje geeft van wat hij kan verwachten in jouw boek. 

De belangrijkste functie van het motto is het typeren van je boek. Waar gaat het over? In welke traditie staat je boek? Wat is je boodschap? Wat is de diepere betekenis van je boodschap? De tweede functie is het versterken van de autoriteit van de auteur. Met het motto slaat de auteur een stevige heipaal onder zijn status. Een motto bevat dan ook zelden een uitspraak van een onbekende denker, maar vaker die van een bekende filosoof.

Ik ben altijd nieuwsgierig naar de motto’s die onze auteurs bedenken. Ik zie soms motto’s die vrij lukraak uit een citatendatabase gevist zijn, maar soms zitten er ook bumperstickerwaardige juweeltjes tussen die naadloos aansluiten bij het boek. Een greep uit de boekenkast van Haystack:

‘Hij is de Ander voor mij, maar ik ben ook de ander voor hem’
Dit is een citaat van Ryszard Kapuściński, een Poolse journalist, schrijver en dichter. Auteur Jan Vincent Meertens gebruikte het citaat in zijn boek Do we have a deal, over onderhandelen in andere culturen.

‘Alles wat je kunt verbeelden, is echt’
Dit is een citaat van kunstenaar Pablo Picasso. Auteur Oeds-Jan Postma gebruikt het voor zijn boek Miljonair met een gewone baan.

Reclame is als een eerste date. Als je alleen maar over jezelf praat, komt er geen tweede date’
Dit is een citaat van David Beebe, de wereldwijde reclamebaas van hotelketen Marriot International. Auteur Erwin Wijman gebruikte het voor zijn boek Wat je verkoopt ben je zelf.

‘Als je nergens vóór bent, word je waar je tégen was’
Dit is een citaat van zanger Stef Bos, gebruikt door auteur Jeanine Mies in haar boek Magneetwoorden, over de aantrekkingskracht van positieve taal. 

‘Makkelijk lezen is verdomd hard schrijven’ 
Ten slotte een citaat van schrijver en diplomaat Nathaniel Hawthorne, uit mijn eigen boek Waarom schrijf je geen boek?

Voor het motto van je boek moet je op zoek gaan naar een tekst die de energie heeft van een zwart gat. Welk citaat, welk gedicht, welke gedachte verwoordt de essentie van jouw boek? Welke uitspraak raakt jou in het hart? Welke uitspraak raakt de lezer in zijn hart? Alles mag, maar leg de lat niet te laag. Wat je nodig hebt, is een doordenker die de lezer verrast naar zijn stoelleuning doet grijpen, wakker geschud door zoveel inzicht. 

Hoe krijg je aanbevelingen voor je boek?

De aanbeveling van een expert of een fan op de omslag van je boek lijkt een goedkope truc, maar hij werkt (waarschijnlijk) wel. Hoe kom je eraan? 

Aanbevelingen op de omslagen van boeken moeten lezers de indruk geven dat ze een juweel in handen hebben. ‘Een meesterwerk’, roept een bekende Nederlander. ‘Een must-read’, jubelt een professor. ‘Dit boek veranderde mijn leven’, zegt een fan. Dergelijke endorsements zien er aantrekkelijk uit, maar helaas is niet bekend of ze werken. Er wordt nu eenmaal weinig onderzoek gedaan naar boeken en al helemaal niet in ons kleine land. Toch geef ik aanbevelingen het voordeel van de twijfel omdat uit regulier consumentenonderzoek bekend is dat producten met aanbevelingen beter verkopen.

Dat aanbevelingen werken, ligt natuurlijk voor de hand. Niet alleen omdat consumenten willen kopen wat anderen goed vinden, maar ook omdat adviezen van anderen een handje helpen om een keuze te maken. De aanbeveling van Herman den Blijker dat het lekkere tomatensoep is, helpt niet alleen voor het kiezen van De Tomaatste Tomatensoep, maar ook voor het niet-kiezen van die andere 346 pakken en blikken in het schap. 

Welke soorten aanbevelingen bestaan er? 

De klassieker is de expertsuggestie: een autoriteit binnen jouw vakgebied prijst je gedachtegoed aan. In het ideale geval is het een bekende goeroe die je boek prijst en zich expliciet uitspreekt over de kwaliteit van je werk. Zo’n peer-review is bijvoorbeeld sterk voor managementboeken, zelfhulpboeken of boeken over persoonlijke ontwikkeling.

Ook interessant is de aanbeveling van een verrassende buitenstaander: iemand uit een totaal ander vakgebied die een onverwachte draai geeft aan de geloofwaardigheid van je werk. Als Herman den Blijker je boek over beleggen aanprijst – ‘Even knap als een perfecte soufflé’ – valt dat direct op. 

Heel waardevol is de journalistieke aanbeveling: een positief citaat uit een recensie. Veel boekbesprekingen bevatten geen juichcitaat, maar met een beetje fantasie is er altijd een zinsnede te vinden die je boek laat schitteren. 

Dan heb je nog de aanbeveling van de enthousiaste lezer, iemand uit je doelgroep die laat zien dat je boek écht waarde heeft. Deze wordt niet vaak gebruikt, maar ik vind ‘m juist heel aantrekkelijk omdat de lezer zich ermee kan identificeren. 

Wat is een perfecte aanbeveling? 

Een perfecte aanbeveling is kort, origineel, persoonlijk en leuk om te lezen. Hij moet kort zijn, want er is weinig ruimte op de cover of de back cover van een boek. Hij moet origineel zijn; een omschrijving als ‘Een boeiend boek’ is geen aanrader. Hij moet ook persoonlijk zijn, want dat bewijst dat de schrijver het meent. En hij moet aantrekkelijk zijn – ‘Een belangrijke bijdrage aan het vakgebied’ klinkt alsof iemand zuchtend zijn naam onder je verzoek heeft gezet. 

‘Ik ben jaloers. Dit boek had ik ook wel willen schrijven.’

‘Even spannend als een thriller.’ 

‘Waardevol boek voor anderen. Gelukkig maak ik dit soort denkfouten niet.’

‘Deze auteur heeft charisma ontleed en opnieuw opgebouwd. Fascinerend.’

‘Dit boek bewijst maar weer: mijn dochter is briljant.’

‘Als ik dit eerder had gelezen, dan had me dat zo vijfentwintig kilo gescheeld.’

‘Geniaal.’

‘Mijn team is blij dat ik dit boek heb gelezen.’

‘Dit heeft mijn beeld van beleggen op z’n kop gezet.’

‘Ik moest even slikken, maar hij heeft gelijk.’

‘Na het lezen direct drie deals gesloten.’

‘Praktisch, to the point en zonder bullshit, een aanrader.’

‘Ik dacht dat ik wist wat productiviteit betekende – tot ik dit las.’

‘Wetenschappelijk verantwoord en nog grappig ook? Dit boek bewijst dat het kan.’

Wanneer organiseer je een aanbeveling? 

Je kunt aanbevelingen verzamelen voordat je boek wordt gepubliceerd of na de eerste druk. Beide strategieën hebben voor- en nadelen. Voorafgaand aan de publicatie biedt het voordeel dat je boek direct met sterke citaten op de markt komt, wat de geloofwaardigheid en verkoopkansen verhoogt. Dit vereist echter dat je conceptversies naar potentiële aanbevelers stuurt en hen voldoende tijd geeft om een reactie te formuleren. Let op: aanbevelingen op een eerste druk kunnen de indruk wekken dat ze een marketingtruc zijn. 

Aanbevelingen na de eerste druk hebben het voordeel dat je echte lezers en experts aan het woord kunt laten die het boek daadwerkelijk hebben gelezen, en waarvan de lezer ook overtuigd is dat het authentieke aanbevelingen zijn. Dit kan meer effect hebben, maar betekent ook dat je de aanbevelingen pas bij een herdruk kunt gebruiken.

Hoe kom je aan de aanbeveling dat je boek de Nobelprijs verdient? 

Wacht niet af. Niemand leest je boek spontaan en schrijft dan uit zichzelf een lofzang, zeker niet in Nederland. Maak actief een lijst met bekende en onbekende influencers, journalisten, vakgenoten, andere boekenschrijvers en ‘gewone’ mensen met een fijn pennetje. Stuur ze je manuscript of boek en vraag ze of ze een aanbeveling willen schrijven. Zorg ervoor dat je hen zo min mogelijk werk bezorgt. Je kunt dit bijvoorbeeld doen door ze te vragen om een bepaald aspect van je boek te beoordelen. Maak het ze desnoods makkelijk door ze een suggestie voor een tekst aan te reiken (‘voel je vrij om het naar eigen inzicht aan te passen’). Pas op: sommige experts of bekende mensen kunnen een wederdienst verwachten, bijvoorbeeld in de vorm van een financiële vergoeding. 

Na publicatie kun je recensies en lezersreacties verzamelen en daaruit de sterkste citaten selecteren. Vaak zijn enthousiaste lezers bereid om een lovend woord over je boek te schrijven als je dit vriendelijk vraagt.

Ben jij een ster of een groupie?

Hoeveel eer moet je jouw helden geven in je non-fictieboek? Het is netjes om je bronnen te vermelden, maar pas op dat je zelf niet ondersneeuwt. 

Als je schrijft over psychoanalyse, dan is het wel netjes om de naam van Sigmund Freud te noemen. En als je een wetenschappelijk boek schrijft, dan is de titel van het boek waarin hij dat begrip introduceerde onmisbaar. Eerlijk vertellen waar je ideeën vandaan komen is waardevol, maar je kunt het ook overdrijven. 

Ik lees regelmatig boeken en manuscripten waarin de auteur een enkele bron uitgebreid in het zonnetje zet, soms tientallen keren. Dat is niet zonder risico’s. 

Niet zo origineel

Ik maak me direct zorgen over de vakkennis van een auteur als hij in zijn boek slechts een, twee of drie experts in het zonnetje zet. En ik ga serieus twijfelen als ik vervolgens niet meer bronnen in de literatuurlijst kan vinden (als er al een literatuurlijst is). 

Mijn zorgen worden nog groter als de bronnen overbekend zijn. Zo kom ik aan de lopende band namen tegen uit het volgende rijtje: Yuval Noah Harari, Brené Brown, Simon Sinek, Daniel Kahneman, Steven Covey en Eckart Tolle. Hun gedachtegoed is al bekend bij veel lezers, waarom zou de auteur het nog eens uitgebreid beschrijven? 

Het werk van deze goeroes is niet alleen bekend, maar soms ook niet zo origineel. Neem Simon Sinek. Zijn werk is misschien inspirerend, maar andere managementdenkers hebben over dezelfde onderwerpen eerder en meer diepgang geschreven, denk aan Edgar Schein, Peter Drucker, Abraham Maslow, Edward Demming, Jim Collins, Michael Porter, Manfred Kets de Vries, en Hamel en Prahalad. Waarom worden zij niet genoemd? Vind de auteur hun werk niet belangrijk? Of heeft hij nog nooit iets van ze gelezen?

Stappen met Max en Monica

Ik denk dat veel auteurs het werk van hun helden niet alleen vermelden omdat ze ervan onder de indruk zijn en denken dat het daarom gepast is om ze zoveel aandacht te geven. Ik denk dat ze het ook doen omdat ze bewust of onbewust denken dat het succes van de sterren ook afstraalt op henzelf. Het werkt volgens mij averechts. Als ik een boek lees waarin Sinek tien keer wordt geprezen, dan denk ik bij mezelf: misschien kan ik beter Start with Why lezen, per slot van rekening lijkt het hele manuscript gebaseerd op zijn werk. 

Als je jouw helden in het zonnetje zet, dan sta jij zelf in de schaduw. Hoe origineel jouw ideeën misschien ook zijn, ze lijken tweedehands omdat je ze lijkt toe te schrijven aan een ander. Als je naar de kroeg gaat met Max Verstappen of Monica Geuze, dan voel je je ook beroemd, maar de volgende dag gaat het op sociale media alleen over Max en Monica. 

Geef niet alleen je helden de plek die ze verdienen, maar ook jezelf. 

Wat voor feestje is jouw boek?

Lezers vinden het fijn als ze weten wat ze van je boek kunnen verwachten. De ene dag hebben ze zin in een grappig boek, de andere dag in een studieboek. Wat voor boek ben jij aan het schrijven?

Als je wordt uitgenodigd voor een feest en er staat op de uitnodiging ‘black tie’, dan heb je direct een indruk van het feest en van de kleding die je geacht wordt te dragen. Het is waarschijnlijk een wat formeel feest in een stijlvolle omgeving. De heren worden geacht een smoking te dragen, bijvoorbeeld met een zwarte vlinderdas (de ‘black tie’), een wit overhemd en zwarte schoenen. Gepoetst. De dames worden geacht een lange avondjurk of een cocktailjurk te dragen, en de juwelen niet te vergeten. Het voordeel van een uitnodiging met zo’n dresscode is dat je weet wat je kunt verwachten. Je kunt nu bijvoorbeeld beter beoordelen of je er zin in hebt, of niet. 

Als lezer weet je vaak niet wat je kunt verwachten als je de omslag van een boek leest. 

Spy thriller of legal thriller?

Schrijvers en uitgevers van romans doen meestal hun best om hun lezers duidelijk te maken wat ze kunnen verwachten: is de roman een romantisch boek of een spannend boek? En als het een spannend boek is, is het dan een spy thriller of een legal thriller? Ze beseffen dat verschillende lezers op verschillende momenten zin hebben in verschillende genres, en spelen daar slim op in. Bij veel non-fictieboeken is het voor de lezer vaak afwachten. Vaak kun je aan de cover, de titel, de flaptekst of zelfs de inleiding niet aflezen wat er gaat komen. 

Het is slim om met de presentatie van je boek actief aan verwachtingsmanagement te doen. Beloof de lezer wat hij kan verwachten, en geef het hem dan. Heb je een saai maar diepgravend studieboek geschreven? Schaam je daar dan niet voor en benadruk de waardevolle kennis in het boek. Heb je een grappig boek geschreven? Benadruk dan dat je boek leuk is om te lezen en pretendeer niet meer dan je waarmaakt. 

Kenmerken

Met alle uiterlijke kenmerken van je boek kun je inspelen op de verwachtingen van de lezer. Wie alleen de omslag van je boek heeft bekeken en gelezen, zou op z’n minst een indruk moeten hebben van de volgende kenmerken:

Onderwerp: wat is het thema van je boek? Gaat het over beleggen, geschiedenis, biologie? 

Invalshoek: wat is de focus binnen het onderwerp? Gaat het boek over het leven van Christiaan Huygens, de ontdekkingen van Christiaan Huygens of het liefdesleven van Christiaan Huygens?

Genre: is het bijvoorbeeld een studieboek, een naslagwerk of een zelfhulpboek? 

Perspectief: vanuit welk perspectief wordt het onderwerp benaderd? Kritisch, objectief, ervaringsgericht, oplossingsgericht, opiniërend?

Doelgroep: voor wie is het boek bedoeld? Is het een boek voor professionals, studenten, hobbyisten of het algemeen publiek? 

Structuur: is het boek lineair of thematisch gestructureerd; bestaat het uit losse essays of interviews?

Schrijfstijl: is het toegankelijk, academisch, humoristisch, persoonlijk of formeel geschreven?

Doelstelling: wat wil je met het boek bereiken? Wil je informeren, overtuigen, inspireren, instrueren of activeren? 

Leesbaarheid: is het boek makkelijk te lezen, of vereist het voorkennis en aandacht?

Toepasbaarheid: is het boek vooral theoretisch, of bevat het praktische tips en stappenplannen?

Gebruik van bronnen: is het gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, persoonlijke ervaringen, anekdotes of een combinatie?

Eerlijk zijn over de eigenschappen van je boek zorgt er niet alleen voor dat je twijfelaars ertoe aanzet om hun portemonnee te trekken, maar het voorkomt ook dat mensen teleurgesteld zijn nadat ze je boek hebben gekocht.

Welke experts heb je nodig om je boek zelf uit te geven?

Je wilt je boek zelf uitgeven, maar je kunt wel wat hulp gebruiken. Welke experts heb je dan nodig? 

Als uitgever kan ik niet elk manuscript uitgeven dat ik ontvang. Auteurs die ik afwijs, vragen soms hoe ze hun boek zelf kunnen uitgeven. Ik raad ze dan aan om experts in de arm te nemen en zich te laten helpen. Het kost misschien moeite om goede professionals aan te trekken en een dikke portemonnee, maar als je het goed doet, ligt er straks een boek waarvan je zeker weet dat je eruit hebt gehaald wat erin zit. Wie heb je nodig?

Redacteur

Begin met een redacteur die kritiek kan geven op je tekst. In het geval van een roman: heeft je boek een logische en boeiende verhaalstructuur? Zijn de personages goed uitgewerkt? Zijn de dialogen natuurlijk en geloofwaardig? In het geval van een non-fictieboek: is het logisch opgebouwd, of spring je van de hak op de tak? Onderbouw je je stellingen met goede argumenten? Een redacteur kijkt kritisch naar de schrijfstijl: is de tekst helder, origineel en begrijpelijk? Is de toon consistent? Is de stijl boeiend en creatief, met originele beelden en herkenbare voorbeelden? Een goede redacteur let op de details, maar heeft ook het lef om je hele boek ter discussie te stellen: hoe origineel is het eigenlijk? Wie zit hierop te wachten? Kritische redacteuren zijn overigens schaars, want met hun kritiek lopen ze het risico weg te worden gestuurd. Wat kost een redacteur? Tel alle uren op die de redacteur nodig heeft om je manuscript te lezen (in elk stadium, dus misschien verschillende keren) en tel daarbij de uren op voor overleg en het schrijven van reacties. Vermenigvuldig die uren met het tarief van een goede automonteur, en je komt in de richting. 

Meelezer

De tweede deskundige die je nodig hebt, is de meelezer. Dit kan een professional zijn die je inhuurt, maar ook een collega of een neef. Als je een spionageroman hebt geschreven, kun je veel hebben aan een insider die weet hoe het eraan toegaat binnen de veiligheidsdiensten. Als je als bioloog een non-fictieboek over de salamander in Nederland hebt geschreven, kun je veel hebben aan een collega-bioloog die bereid is je boek ’tegen’ te lezen. Pas op voor ja-knikkers: kies liever voor je ex dan voor je partner. Wat kost het? De meeste meelezers zullen het lezen van je manuscript zien als een vriendendienst en hun inzet kost je misschien niet meer dan een fles wijn. Bedenk wel dat het ze veel tijd heeft gekost, dus wees niet krenterig. 

Corrector 

De derde expert die je nodig hebt, is de corrector. Hij gaat met een stofkam door je tekst en corrigeert alle taalfouten die hij tegenkomt, of het nou een misplaatste komma is of een dt-fout. Ga in geen geval in zee met de buurman die van zichzelf zegt dat hij zo goed is in taal. Wie dat zegt, is het meestal niet. Kies liever voor een professionele corrector met veel kennis en ervaring en laat hem een proeftekst corrigeren (die je kritisch laat nakijken door een andere taalnerd). Wat kost het? De ene corrector rekent een uurprijs, de andere een prijs per woord. Bedenk hoeveel tijd het iemand zou kosten om jouw manuscript rustig te lezen en vermenigvuldig de uren die dat kost opnieuw met het uurtarief van de automonteur. 

Grafisch vormgever

De vierde expert die je nodig hebt, is de grafisch vormgever. Je hebt hem nodig voor het ontwerpen van de cover en het opmaken van de tekst. Neem geen genoegen met een vormgever die in het dagelijks leven kleding ontwerpt maar met iemand die ervaring heeft in het boekenvak. De vormgeving van een boek heeft een eigen ’taal’ en je hebt niets aan iemand die die taal niet spreekt en de trends niet kent. Schakel eventueel ook een gespecialiseerde illustrator in als je cartoons, grafieken of infographics nodig hebt. Wat kost een grafisch vormgever? Je kunt een uurprijs afspreken, maar voor het ontwerpen van een cover wordt vaak een klusprijs gerekend, vanaf 500 euro. Reken voor het opmaken van het binnenwerk van een boek minimaal op een paar dagen werk. Houd ook rekening met de tijd die nodig is om correcties te verwerken. 

Drukker

De vijfde expert die je nodig hebt, is een drukker als je kiest voor drukwerk in plaats van printing on demand, waarbij je boek pas wordt gemaakt als het wordt besteld. Je kunt rechtstreeks zakendoen met een drukker, maar je kunt ook kiezen voor een drukwerkcoördinator, die weer zakendoet met (veelal) buitenlandse drukkerijen. Een boek lijkt een simpel product, maar er zijn waarschijnlijk meer mogelijkheden dan je denkt. Overleg met een drukker of drukwerkcoördinator om na te gaan wat past bij jouw boek. De kosten voor de inzet van een drukwerkcoördinator zitten verwerkt in de prijs die hij rekent voor het drukwerk. Vergelijk enkele offertes en kies indien mogelijk voor de professional die je het beste advies heeft gegeven. 

Verkoper

De zesde expert die je nodig hebt, is een verkoper (of distributiepartner) die ervoor zorgt dat jouw boek in de boekhandel terechtkomt. Dat is een probleem, want als jij of je verkoper geen contracten hebben met boekwinkels, laat staan met ketens, is het moeilijk tot onmogelijk om je boek er op de plank te krijgen. Je kunt er natuurlijk voor kiezen om je boek alleen online aan te bieden, bijvoorbeeld via Brave New Books, dan is je boek direct beschikbaar bij marktleider bol.com. De kosten voor een verkoper (of een distributiepartner) zijn moeilijk in te schatten, omdat ze heel afhankelijk zijn van wat hij precies voor je gaat doen. 

Marketing- en promotiedeskundige

De zevende expert die je nodig hebt, is een marketing- en promotiedeskundige; iemand die je boek via (sociale) media op de kaart gaat zetten. Veruit de meeste mensen die hun boek zelf uitgeven, zijn van plan om dit zelf te doen, maar het is mijn ervaring dat de meeste auteurs na de publicatie van hun boek weinig tijd of energie meer hebben om hun boek te promoten. Verdenk je jezelf ervan dat dit wel eens zou kunnen gebeuren? Schakel dan iemand in die het voor je doet. Waarschijnlijk heb je zelfs meerdere mensen nodig: iemand die ervaring heeft met de (traditionele) media en iemand die ervaring heeft met sociale media. Hoeveel ben je kwijt aan een ervaren promotiemedewerker? Maak afspraken over het aantal uren dat iemand gedurende enkele weken of maanden aan je boek mag werken, en houd rekening met de kosten voor bijvoorbeeld online adverteren.

Je voelt de bui al hangen: selfpublishing kost veel tijd en geld. Maar als je het professioneel aanpakt, dan heb je ook wat: een maximale kans op succes. 

Zo schrijf je een blog dat niemand leest

Gaan jouw blogs elke keer viral en ben je te veel tijd kwijt met het reageren op comments? Profiteer dan van deze tips en schrijf een blog dat niemand leest. 

Lezers zijn opvallend unaniem in hun kritiek op blogs. Uit onderzoeken blijkt dat alle lezers allergisch zijn voor dezelfde vijf zaken. Als je gaat bloggen, is het dus een koud kunstje om daar rekening mee te houden. Doe precies wat lezers haten en iedereen laat je blogs links liggen. 

Tip 1. Maak zo veel mogelijk reclame

Bloggers die louter reclame maken op LinkedIn staan in elk onderzoek bovenaan de ergernis-top-tien. Lezers hebben gegarandeerd een hekel aan je teksten als je het medium alleen gebruikt om aandacht te vragen voor je producten of diensten. Ze vinden het namelijk vervelend als je alleen wat komt halen en niets brengen. Houd je ondanks je inspanningen toch lezers over, stuur ze dan reclame in persoonlijke berichten. Dat zal ze leren.

Tip 2. Kies voor lelijke vormgeving

Online lezers mijden teksten met een lelijke vormgeving. Het gaat dan niet zozeer om de stijl van een website, maar om de chaos rond je tekst. Plaats daarom knipperende banners, opvallende afbeeldingen en schreeuwerige video’s bij je teksten om de concentratie van lezers te verstoren. Het is vervelend, maar er zijn nog steeds mensen die geïnteresseerd zijn in wat jij te vertellen hebt. 

Tip 3. Schrijf onpersoonlijk

Veel lezers gruwen van bloggers die kille, onpersoonlijke teksten schrijven. Ze missen persoonlijke meningen en ervaringen. Lezers vinden dat een blog meer moet lijken op een dagboek van een levend mens dan op een jaarverslag van een verzekeringsmaatschappij. Wil je minder aandacht, schrijf dan structureel over onderwerpen zonder uit te leggen wat jij ervan vindt. Tip: laat je teksten schrijven door AI, die zijn van nature zo onpersoonlijk dat ze zelden emotie oproepen. 

Tip 4. Presenteer oninteressante inhoud

De belangrijkste reden dat mensen blogs lezen, is omdat ze wat nieuws te weten willen komen. Als er niets te halen valt, zijn ze zo vertrokken. Om precies te zijn: binnen enkele seconden. De gemiddelde internetgebruiker heeft nog maar een aandachtsboog van acht seconden. Op LinkedIn hebben lezers nog minder geduld: ze scrollen binnen twee tot drie seconden verder als er niets te halen is in jouw tekst. Denk dus niet na over de nieuwswaarde van je boodschap of de interesse van je doelgroep, en open elke bijdrage zo saai mogelijk. 

Tip 5. Schrijf zo slecht mogelijk

Lezers zijn zo weg als een tekst niet aantrekkelijk is geschreven. Wil je lezers wegpesten, schrijf dan langdradig, gebruik moeilijke woorden en verpak ze in rommelige zinnen. Presenteer alle informatie zo ongestructureerd mogelijk waardoor het moeilijk is voor de lezer om de boodschap te vinden. Gebruik bij voorkeur formele taal, waardoor je tekst afstandelijk overkomt. Succes gegarandeerd. 

Hier heb je je boek terug

In een boekwinkel worden boeken niet alleen verkocht, ze worden er ook teruggestuurd naar de uitgever. Dan heten ze retouren, de nachtmerrie van elke boekenliefhebber. 

De term boekhandel roept bij de meeste mensen een romantisch beeld op van spannende verhalen, knisperend papier en verse drukinkt. Dat beeld is te danken aan het woord ‘boek’ in boekhandel. Er zit er echter nog een in verstopt: ‘handel’. Over de handel in boeken gaat het zelden tussen uitgever en auteur, want het gesprek beperkt zich meestal tot de inhoud van het boek, maar de realiteit is natuurlijk dat er boeken moeten worden verkocht voordat ze kunnen worden gelezen. Dat gaat niet vanzelf, en zelfs als het vanzelf gaat kan het nog misgaan omdat onverkochte boeken retour kunnen worden gestuurd. 

Een boek verschilt niet van een fiets, een pot pindakaas of een brilmontuur in de zin dat het altijd onder voorwaarden wordt verkocht aan de detailhandel. Een van die voorwaarden betreft het recht om het boek retour te zenden als het binnen een bepaalde periode niet wordt verkocht. Als uitgeverij hebben wij contracten met alle boekhandels, en tegenwoordig is het niet ongebruikelijk dat zij het recht hebben om een boek retour te zenden. 

Gelukkig ontvangen wij weinig boeken retour. Maar soms gebeurt het toch, niet zelden als er bij ons en de boekhandel hoge verwachtingen zijn van een titel, die vervolgens ruim wordt ingekocht. Als de verkoop dan toch tegenvalt, worden veel exemplaren retour gestuurd. Die retour gezonden exemplaren kunnen veelal niet meer in de voorraad worden opgenomen omdat ze vies zijn geworden na enkele maanden in een winkel op een stapel te hebben gelegen. Deze boeken nemen we bijvoorbeeld op in onze handvoorraad, om weg te geven aan journalisten. Of ze worden vernietigd; een droevig einde voor boeken die het eigenlijk verdienden om gelezen te worden. Gelukkig worden ze dan wel hergebruikt voor de productie van papierpulp en eindigen ze op een dag weer als boeken. Of toiletpapier. 

Het fenomeen retouren heeft ook voor de auteur soms een pijnlijk neveneffect: het kan ertoe leiden dat er in een jaar een negatief aantal boeken van een titel is verkocht: in het eerste jaar van de publicatie is bijvoorbeeld een groot aantal exemplaren verkocht, maar in het tweede jaar worden er meer exemplaren retour gezonden dan verkocht. 

Het is een verdrietig verhaal, het vroegtijdige einde van ongewenste boeken. Is het idee onverdraaglijk? Laat je dan inspireren door een van de kunstenaars die boeken hergebruiken, zoals de Spaanse kunstenares Malena Valcárcel, en zorg ervoor dat je die boeken te pakken krijgt voordat ze in de versnipperaar belanden. 

Van schrijver naar spreker in twee stappen

Heb je een non-fictieboek geschreven? Zo krijg je niet alleen lezers maar ook luisteraars. 

De meeste auteurs van non-fictieboeken die ik ken dromen erover om op een dag op een podium te staan. Ze hebben dan wel een boek geschreven, maar het ging hen in de eerste plaats om het delen van hun kennis, niet om het spelen met taal. De dominee in hen is sterker dan de schrijver. Maar van de droom om voor volle zalen hun passie te delen, komt helaas weinig terecht. Slechts nu en dan lukt het een auteur om een carrière als spreker op te bouwen. Aan de ene kant is dat begrijpelijk, want er zijn natuurlijk weinig gelegenheden waarvoor men sprekers nodig heeft. Aan de andere kant is het jammer omdat er bij die gelegenheden anderen wel zijn uitgenodigd, en jij niet. Wat kun je daaraan doen? 

Van onze succesvolle schrijver-sprekers zou je kunnen denken dat ze hun succes louter aan hun x-factor te danken hebben, aan een natuurlijk talent om een zaal te kunnen betoveren. Ik denk spontaan aan auteurs zoals Jan-Joost Kroon, Timo Hans, Marinda Hall, Sayma Kuipers, Hans van der Loo, Remy Gieling en Job van den Berg of Frank Schurink. Maar ik weet als uitgever uit de eerste hand dat ze er allemaal keihard voor hebben gewerkt. Dit is wat ze doen.

Alles moet op de schop

In de eerste plaats nemen de succesvolle sprekers hun presentatie heel serieus. Ze beseffen dat spreken in het openbaar wat anders is dan het oplezen van een samenvatting van hun boek. Een lezing is theater. Je hebt een andere tekst nodig en een gelikte presentatie. 

Voor die tekst dient je boek misschien als basis, maar eigenlijk moet je helemaal opnieuw beginnen. Spontaan een verhaal vertellen omdat je per slot van rekening een heel boek over het onderwerp hebt geschreven, is vragen om problemen. Ik heb meerdere keren meegemaakt dat auteurs uit de losse pols een verhaal vertelden, en dat liep niet goed af. De inhoud van je script, je schrijfstijl: alles moet op de schop. 

Voor de presentatie heb je vrijwel niets aan je boek. Jouw lichaamstaal, jouw interactie met het publiek: dat heeft allemaal niets te maken met schrijven. De succesvolste sprekers steken hier net als ervaren cabaretiers veel tijd in. Ze denken na over hun toon, lichaamstaal, intonatie, tempo en het gebruik van visuele hulpmiddelen. Ze kijken eindeloos naar de presentaties van anderen op YouTube, bezoeken presentaties van anderen en schakelen niet zelden experts in, zoals gespecialiseerde presentatietrainers of mensen met ervaring in het theater. 

Kun je presenteren dan leren? Ik ben geen expert, maar ik heb wel gezien dat sprekers heel veel beter werden dankzij hun onderzoek, goed advies en veel ervaring. 

Nodig jezelf uit

In de tweede plaats investeren de succesvolle sprekers die ik ken veel tijd in hun persoonlijke marketing. Ze weten welke doelgroep ze willen bereiken en ze zorgen ervoor dat ze bij die doelgroep in beeld komen. In hun profiel kun je lezen dat ze presentaties geven. Op YouTube staan een paar presentaties online. Van bezoekers lees je overal aanbevelingen. Op sociale media posten ze met grote regelmaat over hun beschikbaarheid als spreker. Hoe zijn ze zover gekomen?

De meeste sprekers beginnen niet op het podium van een landelijk congres voor een volle zaal. De meesten beginnen voor een publiek van collega’s en vrienden, dat geen stuiver heeft betaald, en dat dan ook geen stuiver oplevert. Ze organiseren een presentatie in een goedkoop zaaltje, een online webinar voor vijf klanten of een ontbijtpresentatie voor collega’s in de kantine. Dat klinkt amateuristisch, maar wat elke presentatie hen oplevert, is ervaring en een opname waar ze vervolgens actief reclame mee kunnen maken. Elke succesvolle spreker is een ambitieuze spreker die niet afwacht tot hij wordt uitgenodigd, hij nodigt zichzelf wel uit.