Kun je lezen wat hier staat?
Volgens mijn collega’s heb ik een onleesbaar handschrift. Ik kan ze geen ongelijk geven. Vergeleken met hun elegante handschrift is dat van mij een post-apocalyptisch landschap vol dorre bomen. Ik probeer mijn leven nu te beteren.
Als kind had ik jarenlang een keurig handschrift. Dat ging langzaam achteruit toen ik op de middelbare school jarenlang gedwongen werd om formules en werkwoordsvervoegingen te schrijven. Ik beleefde alleen plezier aan het vullen van de Rijam-agenda en het schrijven van spiekbriefjes.
Het ging definitief mis met mijn handschrift op de School voor de Journalistiek. Daar leerde ik mezelf een soort steno aan om de mensen die ik interviewde bij te kunnen houden. Ik liet onbelangrijke woorden weg en kortte lange woorden in, zodat ik zo weinig mogelijk tijd en inkt verspilde. Het resultaat was een uniek fonetisch geheimschrift. Als ik niet te lang wachtte met lezen, dan kon ik zelf ontcijferen wat ik had geschreven. In de jaren dat ik carrière maakte als journalist bleef er weinig over van het klassieke Latijnse alfabet dat mij op de lagere school met zo veel geduld was aangeleerd.
De opkomst van de computer was de genadeslag voor mijn handschrift. Naarmate het makkelijker en gebruikelijker werd om teksten te typen en te delen, schreef ik uiteindelijk alleen nog gedachtenkronkels en boodschappenbriefjes. Wat op dit continent in duizenden jaren met liefde was geperfectioneerd door schrijvers, kopiisten en klerken, wist ik binnen enkele jaren teniet te doen. Tot ik spijt kreeg.
Ik was nu afhankelijk van machines
Zo nu en dan was het toch nodig om te schrijven, voor het maken van aantekeningen tijdens een overleg of voor het schrijven van een verjaardagskaart. Dat lukte niet meer: de leesbaarheid van mijn zelfverzonnen spijkerschrift was te ver achteruitgegaan. Ik kon mij mondeling nog verstaanbaar maken, maar verder was traditioneel communiceren onmogelijk geworden. Ik was nu afhankelijk van machines. Het was tijd om in actie te komen.
Ik haastte mij naar de winkel voor pen en papier. Online zocht ik naar voorbeelden van geschreven letters en leerde opnieuw hoe je die aan elkaar kunt schrijven, met de juiste hellinghoek (tussen de 35 en 52 graden) en zonder uitschieters. En nu ben ik dus aan het oefenen. Ik neem meer tijd voor het maken van aantekeningen en schrijf voorzichtig eens een kaart. Het resultaat is nog amper toonbaar, maar ik kan mijn eigen teksten inmiddels weer lezen.
Ik ben niet alleen. Ik ontdekte online een subcultuur van gefrustreerde lotgenoten die allemaal hun best doen om opnieuw te leren schrijven. Het is geruststellend om te weten dat ik niet de enige ben die moeite heeft met het schrijven van zijn eigen naam. Ik voel mij ook gestimuleerd door wetenschappers die mij op het hart drukken dat schrijven goed is voor de ontwikkeling van je hersenen. Een tekst die je met de hand schrijft, onthoud je volgens de Amerikaanse psychologen Pam Mueller en Daniel Oppenheimer beter dan een tekst die je typt: ‘De pen is machtiger dan het toetsenbord.’
Ik denk niet dat ik ooit nog de fijne motoriek ontwikkel die nodig is om een handschrift te krijgen waarmee ik indruk kan maken op grafologen (‘geeft blijk van standvastig karakter’), maar het is mijn stille hoop dat ik op een dag weer in staat ben om een brief te schrijven waarmee de ontvanger niet spontaan naar de apotheek loopt.
Geerhard Bolte is uitgever van Uitgeverij Haystack en auteur van Waarom schrijf je geen boek?
Ben je bezig met het schrijven van een non-fictieboek en wil je weten wat er allemaal komt kijken bij het publiceren van je eigen boek? Meld je dan aan voor de masterclass Het geheim van een succesvol non-fictieboek.
Heb je een voorstel voor een boek? Stuur hem een mail of maak contact via LinkedIn. Wil je zijn blog elke week automatisch ontvangen in je mailbox? Schrijf je hier in.