Skip to main content

Tag: managementboek

Welke experts heb je nodig om je boek zelf uit te geven?

Je wilt je boek zelf uitgeven, maar je kunt wel wat hulp gebruiken. Welke experts heb je dan nodig? 

Als uitgever kan ik niet elk manuscript uitgeven dat ik ontvang. Auteurs die ik afwijs, vragen soms hoe ze hun boek zelf kunnen uitgeven. Ik raad ze dan aan om experts in de arm te nemen en zich te laten helpen. Het kost misschien moeite om goede professionals aan te trekken en een dikke portemonnee, maar als je het goed doet, ligt er straks een boek waarvan je zeker weet dat je eruit hebt gehaald wat erin zit. Wie heb je nodig?

Redacteur

Begin met een redacteur die kritiek kan geven op je tekst. In het geval van een roman: heeft je boek een logische en boeiende verhaalstructuur? Zijn de personages goed uitgewerkt? Zijn de dialogen natuurlijk en geloofwaardig? In het geval van een non-fictieboek: is het logisch opgebouwd, of spring je van de hak op de tak? Onderbouw je je stellingen met goede argumenten? Een redacteur kijkt kritisch naar de schrijfstijl: is de tekst helder, origineel en begrijpelijk? Is de toon consistent? Is de stijl boeiend en creatief, met originele beelden en herkenbare voorbeelden? Een goede redacteur let op de details, maar heeft ook het lef om je hele boek ter discussie te stellen: hoe origineel is het eigenlijk? Wie zit hierop te wachten? Kritische redacteuren zijn overigens schaars, want met hun kritiek lopen ze het risico weg te worden gestuurd. Wat kost een redacteur? Tel alle uren op die de redacteur nodig heeft om je manuscript te lezen (in elk stadium, dus misschien verschillende keren) en tel daarbij de uren op voor overleg en het schrijven van reacties. Vermenigvuldig die uren met het tarief van een goede automonteur, en je komt in de richting. 

Meelezer

De tweede deskundige die je nodig hebt, is de meelezer. Dit kan een professional zijn die je inhuurt, maar ook een collega of een neef. Als je een spionageroman hebt geschreven, kun je veel hebben aan een insider die weet hoe het eraan toegaat binnen de veiligheidsdiensten. Als je als bioloog een non-fictieboek over de salamander in Nederland hebt geschreven, kun je veel hebben aan een collega-bioloog die bereid is je boek ‘tegen’ te lezen. Pas op voor ja-knikkers: kies liever voor je ex dan voor je partner. Wat kost het? De meeste meelezers zullen het lezen van je manuscript zien als een vriendendienst en hun inzet kost je misschien niet meer dan een fles wijn. Bedenk wel dat het ze veel tijd heeft gekost, dus wees niet krenterig. 

Corrector 

De derde expert die je nodig hebt, is de corrector. Hij gaat met een stofkam door je tekst en corrigeert alle taalfouten die hij tegenkomt, of het nou een misplaatste komma is of een dt-fout. Ga in geen geval in zee met de buurman die van zichzelf zegt dat hij zo goed is in taal. Wie dat zegt, is het meestal niet. Kies liever voor een professionele corrector met veel kennis en ervaring en laat hem een proeftekst corrigeren (die je kritisch laat nakijken door een andere taalnerd). Wat kost het? De ene corrector rekent een uurprijs, de andere een prijs per woord. Bedenk hoeveel tijd het iemand zou kosten om jouw manuscript rustig te lezen en vermenigvuldig de uren die dat kost opnieuw met het uurtarief van de automonteur. 

Grafisch vormgever

De vierde expert die je nodig hebt, is de grafisch vormgever. Je hebt hem nodig voor het ontwerpen van de cover en het opmaken van de tekst. Neem geen genoegen met een vormgever die in het dagelijks leven kleding ontwerpt maar met iemand die ervaring heeft in het boekenvak. De vormgeving van een boek heeft een eigen ‘taal’ en je hebt niets aan iemand die die taal niet spreekt en de trends niet kent. Schakel eventueel ook een gespecialiseerde illustrator in als je cartoons, grafieken of infographics nodig hebt. Wat kost een grafisch vormgever? Je kunt een uurprijs afspreken, maar voor het ontwerpen van een cover wordt vaak een klusprijs gerekend, vanaf 500 euro. Reken voor het opmaken van het binnenwerk van een boek minimaal op een paar dagen werk. Houd ook rekening met de tijd die nodig is om correcties te verwerken. 

Drukker

De vijfde expert die je nodig hebt, is een drukker als je kiest voor drukwerk in plaats van printing on demand, waarbij je boek pas wordt gemaakt als het wordt besteld. Je kunt rechtstreeks zakendoen met een drukker, maar je kunt ook kiezen voor een drukwerkcoördinator, die weer zakendoet met (veelal) buitenlandse drukkerijen. Een boek lijkt een simpel product, maar er zijn waarschijnlijk meer mogelijkheden dan je denkt. Overleg met een drukker of drukwerkcoördinator om na te gaan wat past bij jouw boek. De kosten voor de inzet van een drukwerkcoördinator zitten verwerkt in de prijs die hij rekent voor het drukwerk. Vergelijk enkele offertes en kies indien mogelijk voor de professional die je het beste advies heeft gegeven. 

Verkoper

De zesde expert die je nodig hebt, is een verkoper (of distributiepartner) die ervoor zorgt dat jouw boek in de boekhandel terechtkomt. Dat is een probleem, want als jij of je verkoper geen contracten hebben met boekwinkels, laat staan met ketens, is het moeilijk tot onmogelijk om je boek er op de plank te krijgen. Je kunt er natuurlijk voor kiezen om je boek alleen online aan te bieden, bijvoorbeeld via Brave New Books, dan is je boek direct beschikbaar bij marktleider bol.com. De kosten voor een verkoper (of een distributiepartner) zijn moeilijk in te schatten, omdat ze heel afhankelijk zijn van wat hij precies voor je gaat doen. 

Marketing- en promotiedeskundige

De zevende expert die je nodig hebt, is een marketing- en promotiedeskundige; iemand die je boek via (sociale) media op de kaart gaat zetten. Veruit de meeste mensen die hun boek zelf uitgeven, zijn van plan om dit zelf te doen, maar het is mijn ervaring dat de meeste auteurs na de publicatie van hun boek weinig tijd of energie meer hebben om hun boek te promoten. Verdenk je jezelf ervan dat dit wel eens zou kunnen gebeuren? Schakel dan iemand in die het voor je doet. Waarschijnlijk heb je zelfs meerdere mensen nodig: iemand die ervaring heeft met de (traditionele) media en iemand die ervaring heeft met sociale media. Hoeveel ben je kwijt aan een ervaren promotiemedewerker? Maak afspraken over het aantal uren dat iemand gedurende enkele weken of maanden aan je boek mag werken, en houd rekening met de kosten voor bijvoorbeeld online adverteren.

Je voelt de bui al hangen: selfpublishing kost veel tijd en geld. Maar als je het professioneel aanpakt, dan heb je ook wat: een maximale kans op succes. 

Zo schrijf je een blog dat niemand leest

Gaan jouw blogs elke keer viral en ben je te veel tijd kwijt met het reageren op comments? Profiteer dan van deze tips en schrijf een blog dat niemand leest. 

Lezers zijn opvallend unaniem in hun kritiek op blogs. Uit onderzoeken blijkt dat alle lezers allergisch zijn voor dezelfde vijf zaken. Als je gaat bloggen, is het dus een koud kunstje om daar rekening mee te houden. Doe precies wat lezers haten en iedereen laat je blogs links liggen. 

Tip 1. Maak zo veel mogelijk reclame

Bloggers die louter reclame maken op LinkedIn staan in elk onderzoek bovenaan de ergernis-top-tien. Lezers hebben gegarandeerd een hekel aan je teksten als je het medium alleen gebruikt om aandacht te vragen voor je producten of diensten. Ze vinden het namelijk vervelend als je alleen wat komt halen en niets brengen. Houd je ondanks je inspanningen toch lezers over, stuur ze dan reclame in persoonlijke berichten. Dat zal ze leren.

Tip 2. Kies voor lelijke vormgeving

Online lezers mijden teksten met een lelijke vormgeving. Het gaat dan niet zozeer om de stijl van een website, maar om de chaos rond je tekst. Plaats daarom knipperende banners, opvallende afbeeldingen en schreeuwerige video’s bij je teksten om de concentratie van lezers te verstoren. Het is vervelend, maar er zijn nog steeds mensen die geïnteresseerd zijn in wat jij te vertellen hebt. 

Tip 3. Schrijf onpersoonlijk

Veel lezers gruwen van bloggers die kille, onpersoonlijke teksten schrijven. Ze missen persoonlijke meningen en ervaringen. Lezers vinden dat een blog meer moet lijken op een dagboek van een levend mens dan op een jaarverslag van een verzekeringsmaatschappij. Wil je minder aandacht, schrijf dan structureel over onderwerpen zonder uit te leggen wat jij ervan vindt. Tip: laat je teksten schrijven door AI, die zijn van nature zo onpersoonlijk dat ze zelden emotie oproepen. 

Tip 4. Presenteer oninteressante inhoud

De belangrijkste reden dat mensen blogs lezen, is omdat ze wat nieuws te weten willen komen. Als er niets te halen valt, zijn ze zo vertrokken. Om precies te zijn: binnen enkele seconden. De gemiddelde internetgebruiker heeft nog maar een aandachtsboog van acht seconden. Op LinkedIn hebben lezers nog minder geduld: ze scrollen binnen twee tot drie seconden verder als er niets te halen is in jouw tekst. Denk dus niet na over de nieuwswaarde van je boodschap of de interesse van je doelgroep, en open elke bijdrage zo saai mogelijk. 

Tip 5. Schrijf zo slecht mogelijk

Lezers zijn zo weg als een tekst niet aantrekkelijk is geschreven. Wil je lezers wegpesten, schrijf dan langdradig, gebruik moeilijke woorden en verpak ze in rommelige zinnen. Presenteer alle informatie zo ongestructureerd mogelijk waardoor het moeilijk is voor de lezer om de boodschap te vinden. Gebruik bij voorkeur formele taal, waardoor je tekst afstandelijk overkomt. Succes gegarandeerd. 

Hier heb je je boek terug

In een boekwinkel worden boeken niet alleen verkocht, ze worden er ook teruggestuurd naar de uitgever. Dan heten ze retouren, de nachtmerrie van elke boekenliefhebber. 

De term boekhandel roept bij de meeste mensen een romantisch beeld op van spannende verhalen, knisperend papier en verse drukinkt. Dat beeld is te danken aan het woord ‘boek’ in boekhandel. Er zit er echter nog een in verstopt: ‘handel’. Over de handel in boeken gaat het zelden tussen uitgever en auteur, want het gesprek beperkt zich meestal tot de inhoud van het boek, maar de realiteit is natuurlijk dat er boeken moeten worden verkocht voordat ze kunnen worden gelezen. Dat gaat niet vanzelf, en zelfs als het vanzelf gaat kan het nog misgaan omdat onverkochte boeken retour kunnen worden gestuurd. 

Een boek verschilt niet van een fiets, een pot pindakaas of een brilmontuur in de zin dat het altijd onder voorwaarden wordt verkocht aan de detailhandel. Een van die voorwaarden betreft het recht om het boek retour te zenden als het binnen een bepaalde periode niet wordt verkocht. Als uitgeverij hebben wij contracten met alle boekhandels, en tegenwoordig is het niet ongebruikelijk dat zij het recht hebben om een boek retour te zenden. 

Gelukkig ontvangen wij weinig boeken retour. Maar soms gebeurt het toch, niet zelden als er bij ons en de boekhandel hoge verwachtingen zijn van een titel, die vervolgens ruim wordt ingekocht. Als de verkoop dan toch tegenvalt, worden veel exemplaren retour gestuurd. Die retour gezonden exemplaren kunnen veelal niet meer in de voorraad worden opgenomen omdat ze vies zijn geworden na enkele maanden in een winkel op een stapel te hebben gelegen. Deze boeken nemen we bijvoorbeeld op in onze handvoorraad, om weg te geven aan journalisten. Of ze worden vernietigd; een droevig einde voor boeken die het eigenlijk verdienden om gelezen te worden. Gelukkig worden ze dan wel hergebruikt voor de productie van papierpulp en eindigen ze op een dag weer als boeken. Of toiletpapier. 

Het fenomeen retouren heeft ook voor de auteur soms een pijnlijk neveneffect: het kan ertoe leiden dat er in een jaar een negatief aantal boeken van een titel is verkocht: in het eerste jaar van de publicatie is bijvoorbeeld een groot aantal exemplaren verkocht, maar in het tweede jaar worden er meer exemplaren retour gezonden dan verkocht. 

Het is een verdrietig verhaal, het vroegtijdige einde van ongewenste boeken. Is het idee onverdraaglijk? Laat je dan inspireren door een van de kunstenaars die boeken hergebruiken, zoals de Spaanse kunstenares Malena Valcárcel, en zorg ervoor dat je die boeken te pakken krijgt voordat ze in de versnipperaar belanden. 

Van schrijver naar spreker in twee stappen

Heb je een non-fictieboek geschreven? Zo krijg je niet alleen lezers maar ook luisteraars. 

De meeste auteurs van non-fictieboeken die ik ken dromen erover om op een dag op een podium te staan. Ze hebben dan wel een boek geschreven, maar het ging hen in de eerste plaats om het delen van hun kennis, niet om het spelen met taal. De dominee in hen is sterker dan de schrijver. Maar van de droom om voor volle zalen hun passie te delen, komt helaas weinig terecht. Slechts nu en dan lukt het een auteur om een carrière als spreker op te bouwen. Aan de ene kant is dat begrijpelijk, want er zijn natuurlijk weinig gelegenheden waarvoor men sprekers nodig heeft. Aan de andere kant is het jammer omdat er bij die gelegenheden anderen wel zijn uitgenodigd, en jij niet. Wat kun je daaraan doen? 

Van onze succesvolle schrijver-sprekers zou je kunnen denken dat ze hun succes louter aan hun x-factor te danken hebben, aan een natuurlijk talent om een zaal te kunnen betoveren. Ik denk spontaan aan auteurs zoals Jan-Joost Kroon, Timo Hans, Marinda Hall, Sayma Kuipers, Hans van der Loo, Remy Gieling en Job van den Berg of Frank Schurink. Maar ik weet als uitgever uit de eerste hand dat ze er allemaal keihard voor hebben gewerkt. Dit is wat ze doen.

Alles moet op de schop

In de eerste plaats nemen de succesvolle sprekers hun presentatie heel serieus. Ze beseffen dat spreken in het openbaar wat anders is dan het oplezen van een samenvatting van hun boek. Een lezing is theater. Je hebt een andere tekst nodig en een gelikte presentatie. 

Voor die tekst dient je boek misschien als basis, maar eigenlijk moet je helemaal opnieuw beginnen. Spontaan een verhaal vertellen omdat je per slot van rekening een heel boek over het onderwerp hebt geschreven, is vragen om problemen. Ik heb meerdere keren meegemaakt dat auteurs uit de losse pols een verhaal vertelden, en dat liep niet goed af. De inhoud van je script, je schrijfstijl: alles moet op de schop. 

Voor de presentatie heb je vrijwel niets aan je boek. Jouw lichaamstaal, jouw interactie met het publiek: dat heeft allemaal niets te maken met schrijven. De succesvolste sprekers steken hier net als ervaren cabaretiers veel tijd in. Ze denken na over hun toon, lichaamstaal, intonatie, tempo en het gebruik van visuele hulpmiddelen. Ze kijken eindeloos naar de presentaties van anderen op YouTube, bezoeken presentaties van anderen en schakelen niet zelden experts in, zoals gespecialiseerde presentatietrainers of mensen met ervaring in het theater. 

Kun je presenteren dan leren? Ik ben geen expert, maar ik heb wel gezien dat sprekers heel veel beter werden dankzij hun onderzoek, goed advies en veel ervaring. 

Nodig jezelf uit

In de tweede plaats investeren de succesvolle sprekers die ik ken veel tijd in hun persoonlijke marketing. Ze weten welke doelgroep ze willen bereiken en ze zorgen ervoor dat ze bij die doelgroep in beeld komen. In hun profiel kun je lezen dat ze presentaties geven. Op YouTube staan een paar presentaties online. Van bezoekers lees je overal aanbevelingen. Op sociale media posten ze met grote regelmaat over hun beschikbaarheid als spreker. Hoe zijn ze zover gekomen?

De meeste sprekers beginnen niet op het podium van een landelijk congres voor een volle zaal. De meesten beginnen voor een publiek van collega’s en vrienden, dat geen stuiver heeft betaald, en dat dan ook geen stuiver oplevert. Ze organiseren een presentatie in een goedkoop zaaltje, een online webinar voor vijf klanten of een ontbijtpresentatie voor collega’s in de kantine. Dat klinkt amateuristisch, maar wat elke presentatie hen oplevert, is ervaring en een opname waar ze vervolgens actief reclame mee kunnen maken. Elke succesvolle spreker is een ambitieuze spreker die niet afwacht tot hij wordt uitgenodigd, hij nodigt zichzelf wel uit. 

Red je manuscript van de Vergeten Boeken Club

Ben je ooit begonnen aan een non-fictieboek maar heb je het nooit afgemaakt? Red je manuscript en begin opnieuw. 

Geef maar toe: ergens op je computer staat een manuscript. Je bent ver gekomen, maar nooit ver genoeg om de laatste punt te zetten en het naar een uitgeverij te sturen. Of je hebt die laatste punt wel gezet en het zelfs naar een uitgeverij gestuurd, maar het is afgewezen. Hoe je schrijfavontuur ook is geëindigd, uiteindelijk heb je het opgegeven. Je manuscript hoort nu bij de Vergeten Boeken Club, een onbekend maar talrijk gezelschap waar manuscripten van alle leeftijden en gezindten hun tijd doden met Scrabble, galgje en andere woordspelletjes. Ze vermaken zich wel, maar geen enkel manuscript is trots op zijn lidmaatschap. Elk manuscript wil namelijk het liefst een boek worden en in de armen van een nieuwsgierige lezer belanden. En daarvoor heeft hij jou nodig, zijn schepper. Het is jouw taak om je manuscript te redden. Doe het, en je zult zien dat jullie er allebei beter van worden. 

Als je de tekst opnieuw leest, misschien jaren nadat je deze hebt geschreven, zie je plotseling wat ermee mis is. Het is net alsof je met een frisse blik naar je ex kijkt. Je ziet de slechte eigenschappen, maar ook de goede. Aan de kwaliteiten van je ex kun je niets meer veranderen, maar wel aan die van je boek. Je kunt de slechte eigenschappen met één druk op de knop verwijderen. En vervolgens kun je net zo veel goede eigenschappen toevoegen als je maar wilt. Voor je het weet is het manuscript dat je nooit meer wilde zien weer even aantrekkelijk als op de eerste dag dat je het idee ervoor bedacht. 

Niet alleen je boek wordt er beter van, ook jij. Door te sleutelen aan de inhoud, de stijl en de structuur van je boek, sleutel je ook aan de inhoud, de stijl en de structuur van je eigen gedachten. Let maar op: plotseling bedenk je slimme argumenten, grappige feiten en oplossingen waar je eerst niet op kon komen. Je boek wordt slimmer, jij wordt slimmer en de lezer wordt slimmer; er zijn alleen winnaars. 

Terwijl je door het document scrollt, vraag je jezelf af waarom het anderen wel is gelukt, en jou niet? Het pijnlijke antwoord is waarschijnlijk dat je dacht dat het makkelijker zou zijn. De Duitse schrijver Thomas Mann waarschuwde al: ‘Een schrijver is iemand voor wie schrijven moeilijker is dan voor anderen.’ De amateur-schrijver denkt dat hij faalt omdat hij na een dag niet meer dan een paar honderd woorden heeft geschreven. De schrijver kijkt trots naar zijn beeldscherm en neemt zich voor om die paar honderd woorden morgen eens grondig te herschrijven. 

Het is veel werk, maar hoeveel werk er ook op je wacht, geef niet op. Red je boek en red jezelf. 

Ben jij geloofwaardig als auteur?

Als lezers niet geloven dat jij verstand hebt van het onderwerp waar je over hebt geschreven, dan is het tijd om te werken aan je personal branding. 

Niemand belt zijn accountant als hij hulp zoekt voor psychische problemen. En niemand klopt aan bij zijn psycholoog als hij zijn boekhouding wil laten doen. We zijn eraan gewend geraakt dat er voor elk product en voor elke dienst die we nodig hebben een specialist beschikbaar is. Het liefst gaan we naar de beste, en daarom gaan we niet eten in een restaurant voordat we online de reviews hebben gecontroleerd. De meeste ondernemingen zijn zich ervan bewust dat het belangrijk is om de juiste uitstraling te hebben. Ze doen aan branding door te sleutelen aan het beeld dat klanten van hen krijgen. Grote ondernemingen geven er miljoenen aan uit, maar ook zzp’ers om de hoek werken aan hun imago, al is het maar door op hun busje met plakletters te schrijven dat ze timmerman zijn. Er zijn echter nog steeds mensen die weinig aandacht besteden aan hun imago: de schrijvers van non-fictieboeken. 

Freek Vonk

Als je een non-fictieboek leest over stress, dan verwacht je dat de auteur verstand van zaken heeft. Je bent niet bereid om eerst het boek te kopen en te lezen, om vervolgens te kunnen beoordelen of de expertise naar wens was. Je wilt het weten voordat je op de koopknop klikt of naar de kassa loopt. Daarvoor is het nodig dat je op basis van het profiel van de auteur en andere voorkennis een inschatting kunt maken van zijn deskundigheid. Bij de meeste auteurs zit het wel snor. Als je een gepromoveerd bioloog bent, gespecialiseerd in reptielen, dan zal niemand twijfelen aan je deskundigheid als je een boek schrijft over slangen. Met de personal branding van Freek Vonk zit het dus wel snor. Maar er zijn veel auteurs voor wie het onderwerp van hun boek niet naadloos aansluit op hun dagelijks werk. Die auteurs hebben last van een brand gap, en dat is een probleem. 

Wat veel voorkomt, is dat mensen een passie ontwikkelen voor een onderwerp, ondanks het feit dat ze er niet voor hebben gestudeerd en nooit in het vakgebied hebben gewerkt. Ze zijn wiskundeleraar en schrijven een boek over stress. Of ze zijn automatiseringsdeskundige en schrijven een kookboek. De discrepantie tussen hun dagelijks werk en hun expertise is feitelijk niet relevant, want een hobbyist kan in principe meer verstand van zaken hebben dan een hoogleraar. Maar de kans is groot dat het moeilijk verkoopt omdat lezers gewoon niet geloven dat de auteur de beloofde kennis en ervaring heeft. 

‘Ik ken niemand als Sophie’

Ik praat er weleens over met auteurs, en het is altijd een moeilijk gesprek. Een auteur die veel verstand heeft van de Franse revolutie kan zich niet voorstellen dat anderen hem wantrouwen. Ja maar, zie ik hem denken, ik heb er toch een boek over geschreven, dat is toch voldoende bewijs? Helaas, dat is het niet. 

Gelukkig zijn er een paar manieren om geloofwaardiger over te komen. De eerste manier is door de boel te belazeren. Je koopt een witte jas, hangt een stethoscoop om en iedereen gelooft dat je een arts bent – tot de operatie wat bloederiger verloopt dan verwacht. Ik zie weleens dat een auteur zich presenteert als manager, terwijl hij nog nooit leiding heeft gegeven. 

De tweede manier is door je expertise te bewijzen. Dat lijkt moeilijk, maar dat is het niet. In je profieltekst heb je bijvoorbeeld de mogelijkheid om je deskundigheid te onderbouwen: ‘Sophie heeft zich vijftien jaar verdiept in de invloed van schrijver en filosoof Jean-Jacques Rousseau op de Franse revolutie.’ Wat daarbij helpt, is de waardering van anderen; aanbevelingen zijn goud waard: ‘Sophie trekt altijd volle zalen met haar presentaties over Rousseau.’ Of, nog beter: ‘Ik ken niemand die zo overtuigend en enthousiast kan vertellen over de Franse revolutie als Sophie.’ Nog beter is het natuurlijk als je je expertise niet alleen aantrekkelijk verwoordt in de profieltekst, maar ook daarbuiten, bijvoorbeeld door actief over je deskundigheid te spreken en te schrijven door bijvoorbeeld blogs te schrijven en presentaties te geven. Het is veel werk, maar de moeite waard als je het vertrouwen van je lezers wilt winnen.

Maak een bestseller van je boek op z’n Amerikaans

Valt een televisiecommercial buiten je budget als auteur van een non-fictieboek? Gooi het dan over een andere boeg en kies dan op z’n Amerikaans voor persoonlijk contact met je lezers via grassroots campaigning. 

Amerikaanse burgers gaan dit jaar voor de presidentsverkiezingen weer langs de deuren in hun woonplaats om mensen te motiveren om te gaan stemmen, bij voorkeur op hun favoriete partij. Ze worden canvassersgenoemd. Zo heb je ook phone bankers: zij doen hetzelfde voor hun idolen, maar dan via de telefoon. Canvassing en phone banking zijn voorbeelden van grassroots campaigning: een vorm van kleinschalige en persoonlijke promotie die in de Amerikaanse politiek al sinds het begin van de vorige eeuw als onmisbaar wordt gezien, ondanks het feit dat het meeste campagnegeld wordt besteed aan commercials en andere vormen van massacommunicatie. 

Volgens mij kunnen wij als uitgevers en auteurs van non-fictieboeken nog wel wat leren van deze aanpak. Graswortelpromotie, dat klinkt voor geen meter, maar het principe is interessant. Hoe ziet boekpromotie eruit als je dat in graswortelstijl doet?

De populairste marketingmethoden die van oudsher worden ingezet voor het promoten van boeken zijn reclame, boekhandel- en mediapromotie. Deze drie zijn gebaseerd op het uitgangspunt dat je doelgroep moeilijk te bereiken is en dat het daarom makkelijker is om iedereen te benaderen. Spray and pray marketing, noemen Amerikanen dit. Deze aanpak werkt minder dan ooit, met name omdat er inmiddels te veel verschillende media zijn. Dat maakt de aanpak praktisch onhaalbaar en financieel onbetaalbaar. De uitgeverij die in elke krant een advertentie plaatst, op elk sociaal medium adverteert en op elke radio- en tv-zender een commercial uitzendt, is dertig dagen na het ontvangen van de facturen failliet. 

Als je een politieke biografie hebt geschreven, is het dus onhaalbaar om iedereen aan te spreken, in de hoop dat je zo ook geïnteresseerde lezers bereikt. Wat beter werkt, is je rechtstreeks richten op de liefhebbers van politieke biografieën. Daarom is de Amerikaanse grassrootsaanpak zo interessant, want het sleutelwoord daarvan is ‘persoonlijk’. De Democraten en Republikeinen gaan langs de deuren, bellen partijgenoten, organiseren discussieavonden en sturen handgeschreven briefjes. 

De afgelopen jaren heb ik verschillende auteurs begeleid die veel succes hebben gehad met grassroots-achtige methoden. Dit is hoe zij het hebben aangepakt. 

Help me

Crowdfunding wordt nog maar weinig gebruikt door auteurs. Veel mensen zien het als bedelen, terwijl de kracht van crowdfunding niet zozeer het inzamelen van geld is, maar de mogelijkheid om je doelgroep in zijn hart te raken. Met crowdfunding benader je mensen niet als consumenten, maar als geïnteresseerde mensen. Een crowdfundingscampagne wordt gezien als een noodoproep van de auteur, en die oproep draagt verder dan de klinische pay-off van een platte advertentie. Help mij, zeg je tegen de burger aan de andere kant van het beeldscherm, en als die burger geïnteresseerd is in jouw politieke biografie, dan zegt hij geen nee. Integendeel, dan trekt hij direct zijn portemonnee en stuurt de link van jouw campagne door naar een vriend die geïnteresseerd is in hetzelfde genre. 

Van de zeven crowdfundingscampagnes die we de afgelopen jaren hebben georganiseerd, waren er zes direct heel succesvol. De boeken maakten na de publicatie een vliegende start omdat ze begonnen met de steun van een groot aantal ambassadeurs die het boek in de beginfase hadden aangeschaft.

Ga zelf naar de berg

Volgens de overlevering stond de profeet Mohammed voor een berg en riep dat de berg naar hem toe moest komen. Toen de berg niet bewoog, besloot hij zelf naar de berg te gaan. De moraal van dit verhaal: als de lezer niet naar jou komt, dan moet jij naar de lezer. En dat is precies wat een van onze auteurs deed die de ambitie had om zijn nieuwe managementmethode in heel Nederland op de kaart te zetten. Hij huurde elke week voor een appel en een ei een eenvoudige ruimte in de bibliotheek van een dorp of stad. Voor 25 euro per persoon vertelde hij dan zijn verhaal, soms voor niet meer dan vijf mensen. Dat leidde maandenlang nergens toe, tot er zo nu en dan via een bezoeker een uitnodiging kwam om hetzelfde verhaal voor tweehonderd mensen tijdens een event te vertellen. Een paar jaar later had de auteur een bloeiende praktijk als spreker en trainer. 

Profiteer van het homophilyprincipe

Mensen hebben de neiging om sociale banden te vormen met anderen die op hen lijken in termen van demografische kenmerken, houdingen, interesses en overtuigingen. Wetenschappers noemen dit het homophilyprincipe. Het is natuurlijk nergens makkelijker om gelijkgestemden te vinden dan online, met name via sociale media. En als je eenmaal gelijkgestemden hebt gevonden, dan wordt het plotseling veel makkelijker om er nog veel meer te bereiken. 

De Zweedse klimaatactiviste Greta Thunberg begon in augustus 2018 in haar eentje te staken voor het klimaat voor het Zweedse parlement. Via sociale media deelde ze haar boodschap en al binnen enkele maanden (!) was haar solo-protest uitgegroeid tot een wereldwijde beweging. Er zijn ook spectaculaire voorbeelden uit de literaire wereld. De Amerikaanse auteur Andy Weir begon zijn boek The Martian als een serie blogs op zijn website. Door feedback van lezers op online forums en sociale media verbeterde hij zijn verhaal. Op verzoek van fans publiceerde hij het boek uiteindelijk als een e-boek op Amazon voor slechts 99 cent. De populariteit explodeerde dankzij mond-tot-mondreclame, wat uiteindelijk leidde tot een traditionele boekdeal en zelfs een succesvolle verfilming. 

Veel auteurs houden wel van gras, maar vooral om op te liggen. Dat is niet genoeg als je kiest voor graswortelpromotie. Ik ken tientallen auteurs die elke dag bezig zijn met het onderhouden van hun relaties. Ze schrijven berichten en blogs, en ze maken video’s en podcasts. Ze reageren op elke reactie en nemen elke vraag of opmerking serieus. Dat vereist enorm veel discipline, en hetzelfde geloof dat ook de Amerikaanse canvassers hebben: de overtuiging dat persoonlijk contact waardevoller is dan een zakelijk contact. 

Herhaling, de truc waarmee niemand jouw boek vergeet

Wil je dat lezers zich de informatie uit jouw non-fictieboek morgen nog herinneren? Vijf trucs om informatie op een aantrekkelijke manier te herhalen. 

Bijna honderdvijftig jaar geleden ontdekte Herman Ebbinghaus, een Duitse psycholoog en geheugenonderzoeker, dat wij mensen 90 procent van wat we leren binnen enkele uren alweer vergeten zijn. De informatie is niet allemaal weg, maar we kunnen deze niet reproduceren. Ebbinghaus had hiervoor een test ontwikkeld. Hij liet mensen nonsenswoorden als ‘grak’ of ‘blyk’ memoriseren en vroeg hen later of ze deze nog konden reproduceren. Kort na de test lukte het nog wel om de nodige woorden op te noemen, maar na verloop van tijd bleken de meeste woorden verdwenen te zijn. Sinds de eerste experimenten van Ebbinghaus zijn er veel nieuwe onderzoeken gedaan, maar met dezelfde resultaten: de meeste dingen vergeten we snel. 

Ebbinghaus ontdekte nog een belangrijke wetmatigheid: woorden of beelden die we vaker zien, onthouden we veel makkelijker. Herhaling is de belangrijkste truc om informatie succesvol te kunnen reproduceren. Deze wetenschap is natuurlijk van groot belang als je wilt dat lezers zich de informatie in jouw boek kunnen herinneren nadat ze het hebben gelezen. Maar hoe herhaal je informatie in een tekst, zonder dat het irritant wordt voor jezelf of voor de lezer? Van alle adviezen die neurowetenschappers en psychologen sinds Ebbinghaus hebben bedacht, zijn dit mijn favoriete tips. 

Tip 1: smeer het uit, of in vaktermen: gebruik spaced repetition. Als je wilt dat lezers van je boek Ebbinghaus en zijn twee belangrijkste ontdekkingen blijvend herinneren, herhaal die informatie dan niet drie keer in hoofdstuk 1, maar doe dat verspreid over je boek. Bedenk excuses om nog een keer over Ebbinghaus te beginnen in de hoofdstukken 4, 7 en 11.

Tip 2: varieer de inhoudelijke stijl van je herhalingen. Vertel in hoofdstuk 4 een grappige anekdote over de mens Ebbinghaus. Beschrijf in hoofdstuk 7 hoe een andere wetenschapper het onderzoek van Ebbinghaus herhaalde en in hoofdstuk 11 een van zijn experimenten.

Tip 3: gebruik samenvattingen. Heb je een praktisch non-fictieboek geschreven, of het nou een kookboek is of een managementboek, vat dan aan het einde van een hoofdstuk de belangrijkste informatie samen, al dan niet in de vorm van tips.

Tip 4: dwing je lezer om over de informatie na te denken. De psychologen Jeffrey D. Karpicke en Henry L. Roediger noemen dit het testing effect. Dit kun je natuurlijk doen door aan het einde van een hoofdstuk op een schoolse manier vragen te stellen aan de lezer, maar er zijn originelere manieren. Je kunt in een boek over persoonlijke ontwikkeling bijvoorbeeld (denkbeeldige) cases beschrijven die eindigen met een dilemma. Daarop kun je de lezer vragen om zelf een oplossing te bedenken. 

Tip 5: leg verbanden met kennis die je als bekend mag veronderstellen. Als je in een boek over de geschiedenis van de diplomatie in Nederland het principe van wederkerigheid wilt uitleggen, dan kun je dat doen door een bekend voorbeeld te beschrijven. Beschrijf dan hoe de Amerikaanse regering onder Trump in 2018 importtarieven op staal en aluminium invoerde, waarop Nederland en de Europese Unie vergelijkbare maatregelen namen. Ook effectief is om het principe van wederkerigheid in de diplomatie te vergelijken met hetzelfde principe in een andere context, zoals het privéleven van de lezer. Beschrijf bijvoorbeeld hoe wederkerigheid onder vrienden werkt: als een vriend je helpt bij het verhuizen, voel je je waarschijnlijk verplicht hen ook te helpen wanneer ze verhuizen. 

Zo schrijf je een boek voor lezers die geen boeken lezen 

Wil je meer mensen bereiken dan de lezers van de eerste druk van je boek? Deel alles wat je weet dan ook via andere media. 

De meeste auteurs die ik ken, zien hun boek als de heilige graal. Ze hebben zich opgeofferd om alles wat ze weten en alles wat ze hebben meegemaakt samen te ballen in een manuscript van vijftigduizend woorden. Als ze de laatste woorden hebben geschreven, kijken ze tevreden naar het beeldscherm en slaken ze een diepe zucht. Het is volbracht. Hun tevredenheid is terecht want het is geen geringe prestatie om een boek te schrijven. Maar die tevredenheid maakt na verloop van tijd plaats voor frustratie, als ze beseffen hoe weinig mensen ze eigenlijk bereiken met hun boek. De auteurs van de meeste non-fictieboeken mogen blij zijn als alle exemplaren van de eerste druk van duizend exemplaren worden verkocht. Dat zijn veel mensen, maar op een bevolking van 17,7 miljoen mensen is het natuurlijk een speldenprik. 

Je kunt het je als auteur bijna niet voorstellen (want als auteur lijd je waarschijnlijk aan het vals-consensuseffect: je overschat hoeveel mensen jouw fascinatie voor het boek delen) maar er zijn mensen die zelden een boek lezen. Jongeren haken massaal af en geven de voorkeur aan sociale media waar ze korte teksten kunnen lezen die weinig tijd en energie vergen. Volwassenen lezen nog boeken, maar ook bij nieuwe generaties volwassenen daalt de belangstelling. Het is bedroevend nieuws voor mensen als ik die verknocht zijn aan het boek en aan de auteur die mij met overtuigende feiten en sterke stijlmiddelen masseert tot ik moe maar voldaan ben. Maar het is ook vertekend nieuws, want in werkelijkheid zijn veruit de meeste mensen wel degelijk geïnteresseerd in wat jij te vertellen hebt. Dat zul je wel in een andere vorm moeten aanbieden.

Nu je jouw meesterwerk hebt afgerond, hoeft het niet zo veel moeite meer te kosten om de inhoud op een andere manier te verpakken. Waarom maak je geen workshop, online training, whitepaper, blog, vlog, podcast, seminar, infographic, tijdschriftartikel, studiehandleiding, tentoonstelling, documentaire, gratis downloads, quiz of webinar? En waarom zou je niet zelf actief worden op sociale media? Zo veel moeite kost het niet om op Instagram volgers te informeren. En nee, je hoeft niet per se te kunnen dansen om op TikTok aandacht te trekken. 

De kunst is om je boek niet te zien als een doel, maar als een middel. Je doel zou moeten zijn om zo veel mogelijk mensen te bereiken, al die mensen die snakken naar wat jij te vertellen hebt en nu dorstig op jou zitten te wachten. 

Kom je met mijn nieuwe voetbal spelen?

Wil je beter worden als schrijver? Vraag dan aan je lezers wat ze van je nieuwe teksten vinden. Als je durft.

Kritiek geven is populairder dan ooit. De Nederlander staat erom bekend dat hij geen blad voor de mond neemt. Al in de achttiende eeuw toonde de Franse filosoof en schrijver Voltaire zich jaloers over de Nederlandse directheid: ‘Als ik een land mocht kiezen om in geboren te worden, dan zou ik Nederland kiezen. Hier mag men denken wat men wil en zeggen wat men denkt.’ De oerhollandse directheid raakte ruim twintig jaar geleden in een stroomversnelling door Pim Fortuyn die de uitspraak ‘Ik zeg wat ik denk’ opnieuw muntte. Daarna gingen alle remmen los, en inmiddels voelt iedereen zich vrij om in de stijl van Jacobse en Van Es publiekelijk zijn mening te geven over alles wat hem dwarszit. 

Kritiek ontvangen is vreemd genoeg minder populair dan ooit. Je zou verwachten dat onze hernieuwde loslippigheid gepaard gaat met frisse belangstelling voor andermans mening, maar niets is minder waar. De criticus koestert zijn mening zoals het kind dat een nieuwe voetbal voor zijn verjaardag heeft gekregen. Het is de mooiste bal van de wereld en hij wil niet dat zijn vriendjes eraan komen. Het probleem is dan wel dat hij alleen moet spelen, en dat is natuurlijk niet leuk als je wilt voetballen. 

Als je gaat bloggen of zelfs een boek gaat schrijven, dan heb je de vrijheid om je mening te geven. Je wordt gesteund door de grondwet: ‘Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren.’ Je kunt zorgeloos leeglopen en zolang iemand bereid is om de drukpers aan te zetten, kan iedereen lezen wat je te vertellen hebt – als je tenminste iets schrijft waar anderen in geïnteresseerd zijn. Dit leidt tot een vervelende paradox: als je je kritiek wilt delen met andersdenkenden, dan moet je hun kritiek accepteren om erachter te komen of jouw feiten, argumenten en schrijfstijl overtuigend zijn. Als je hun kritiek niet accepteert, dan zul je alleen mensen aanspreken die het al met je eens zijn. 

Er zijn weinig wetmatigheden in het boekenvak, maar één ervan is dat de meeste succesvolle auteurs niet alleen principieel zijn maar ook openstaan voor de mening van anderen. Ze laten hun artikelen, manuscripten, blogs en speeches lezen door anderen en zijn nieuwsgierig naar hun reactie. Ze weten dat je alleen samen kunt spelen als je bereid bent om je speelgoed te delen. 

‘Ken ik jou niet ergens van?’

Een ijzersterke openingszin is niet alleen belangrijk voor een roman, maar ook voor een non-fictieboek. Het is je belofte aan de lezer dat je boek de moeite waard is. 

Ken ik jou niet ergens van? Dit is ongeveer het niveau van de gemiddelde openingszin in een non-fictieboek. Doodzonde, want zo’n triviale zin nodigt de lezer niet echt uit om kennis te maken met jouw boek. Als je slim bent, val je met de deur in huis en open je je boek met een verrassende zin die je lezer belooft dat het de moeite waard is om verder te lezen. Wat de eerste zin ook is – uitdagend, vreemd, grappig, intelligent of triest – hij moet de lezer raken. 

In de wereldliteratuur zijn veel openingszinnen die klassiekers zijn geworden: 

A Tale of Two Cities, Charles Dickens
‘It was the best of times, it was the worst of times, it was the age of wisdom, it was the age of foolishness, it was the epoch of belief, it was the epoch of incredulity, it was the season of Light, it was the season of Darkness, it was the spring of hope, it was the winter of despair.’

Nineteen Eighty-Four, George Orwell 
‘It was a bright cold day in April, and the clocks were striking thirteen.’

The Catcher in the Rye, J. D. Salinger
‘If you really want to hear about it, the first thing you’ll probably want to know is where I was born, and what my lousy childhood was like, and how my parents were occupied and all before they had me, and all that David Copperfield kind of crap, but I don’t feel like going into it, if you want to know the truth.’

Die Leiden des jungen Werthers, Johann Wolfgang von Goethe
‘Wie froh bin ich, dass ich weg bin! Bester Freund, was ist das Herz des Menschen!’

L’Étranger, Albert Camus
‘Aujourd’hui, maman est morte. Ou peut-être hier, je ne sais pas.’

Anna Karenina, Leo Tolstoy
‘Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze.’

Kijk, dat zijn pas binnenkomers. Deze boeken eindigen niet met een cliffhanger, ze beginnen met een cliffhanger. Je wilt direct verder lezen. 

Geen recept

Er is natuurlijk geen recept voor het schrijven van de perfecte binnenkomer. Maar ik denk dat er wel een paar randvoorwaarden en trucs zijn. De eerste randvoorwaarde is dat je kiest voor een stijl en/of een inhoudelijke boodschap die de lezer direct wakker schudt. In de openingszin van Nineteen Eighty-Four slaat de klok dertien keer. Dertien keer, wat is daar aan de hand? De tweede randvoorwaarde is dat je goed weet waar je manuscript over gaat. Het is namelijk aantrekkelijk als de centrale thema’s van je boek zich weerspiegelen in je openingszin, zoals in die van Anna Karenina, waarin de woordkeuze en de kerngedachte een voorbode vormen voor het leed dat volgt. 

Lukt het niet om de ideale openingszin te bedenken? Dan zijn er gelukkig trucs om toch aantrekkelijk te beginnen. Tip een: ga in je manuscript op zoek naar zinnen die je mogelijk naar voren kunt schuiven. Tip twee: een aantrekkelijke openingsalinea is een mooi alternatief voor een openingszin. In zijn boek Goede moedbeschrijft auteur Tim Hofman hoe hij de dag voor de befaamde uitzending van Boos over vermeend seksueel grensoverschrijdend gedrag en machtsmisbruik rondom The Voice of Holland in het toilet staat en niet kan plassen. Een even menselijke als begrijpelijke situatie die een prachtig symbolisch beeld vormt als opening voor het boek. Tip drie: gebruik een citaat. Hoe tweedehands zo’n zin ook is, als hij werkt, heb je je doel toch bereikt. Tip vier: begin met een onverwacht feit. Als je een non-fictieboek hebt geschreven, dan zal het ongetwijfeld data bevatten die hiervoor geschikt zijn. Tip vijf: spreek de lezer rechtstreeks aan. Als je een boek schrijft over angststoornissen zou je kunnen schrijven: ‘Hoe zou jouw leven eruitzien als je ‘s ochtends je bed niet uit durft te komen omdat…’ Tip zes: stel een intrigerende vraag. Een boek over mantelzorg zou kunnen beginnen met de zin: ‘Heeft iedereen recht op mantelzorg van familie en vrienden, of moet de overheid daarvoor zorgen?’ Tip zeven: gebruik een metafoor. Een boek over ons DNA zou kunnen beginnen met de zin: ‘DNA is de barcodesticker van het leven, een microscopisch kleine streepjescode die de geheimen van onze afkomst, onze gezondheid en ons potentieel bevat.’

En dan ga ik nu snel een nieuwe openingszin voor mijn eigen boek Waarom schrijf je geen boek? bedenken. Die begint met zo’n nietszeggende flutzin dat het een wonder is dat er mensen zijn die het boek ooit hebben uitgelezen. Ik beloof dat de volgende druk met meer vuurwerk begint. 

Gezonde friet en de denkfout van spreektaalfans

Trek je niets aan van het advies om meer spreektaal te gebruiken als je een non-fictieboek schrijft. Het werkt averechts. Een pleidooi voor schrijftaal (met een vleugje spreektaal). 

Veel schrijfcoaches en marketingadviseurs roepen enthousiast dat spreektaal een geschreven tekst veel aantrekkelijker maakt: ‘Schrijf in spreektaal en win klanten’, ‘ Grijp de lezer met informeel taalgebruik’, ‘Schrijf zoals je praat, want schrijven is niet meer dan praten met een scherm ertussen.’ Wat een onzin. Wie schrijftaal achteloos wegzet als een oubollige en onleesbare stijl en spreektaal aanprijst als de ideale communicatievorm voor geschreven teksten maakt een denkfout. 

Wat is spreektaal eigenlijk? Het eerste kenmerk van spreektaal is volgens mij de spontane, rommelige structuur van je verhaal. Je let amper op de volgorde van de woorden in je zinnen, en evenmin op de volgorde van je zinnen. Je springt van de hak op de tak en je valt regelmatig in herhaling. Het tweede kenmerk is het gebruik van non-verbale communicatie: de intonatie van je stem, de mimiek van je gezicht en de bewegingen van je armen dragen bij aan de betekenis van je verhaal. Het derde kenmerk is het bewuste gebruik van woorden die je gesprekspartner begrijpt. Het vierde kenmerk is de continue wisselwerking tussen jou en de luisteraar: je valt elkaar in de rede en je vult elkaar aan. 

Schrijven met deze vier kenmerken werkt echter niet in een non-fictieboek: rommelige zinnen en rommelige alinea’s zijn vermoeiend om te lezen, non-verbale communicatie is niet mogelijk, makkelijke woorden zijn niet voorbehouden aan spreektaal en van een directe wisselwerking tussen schrijver en lezer kan natuurlijk geen sprake zijn in een boek. 

Gezonde friet

De denkfout die spreektaalfans maken is dat zij gesproken taal louter identificeren met begrijpelijk taalgebruik. Dat is even kortzichtig als friet als gezond aanprijzen omdat het calorierijk voedsel is. Dat is friet natuurlijk ook, maar het heeft ook enkele belangrijke nadelen in een gezond dieet. 

Ik ben een schrijftaalfan en ik vind laagdrempelig taalgebruik ook aantrekkelijk. Maar ik heb tegelijkertijd een hekel aan rommelige zinnen en alinea’s. Daarom zou ik niemand aanraden om te schrijven zoals hij spreekt. Integendeel: doe je lezer een plezier en kies voor schrijftaal. 

Wat is schrijftaal? Het eerste kenmerk is een goed georganiseerde en daardoor begrijpelijke structuur. Het tweede kenmerk is een eenduidige betekenis, zodat er bij de lezer geen twijfel kan zijn over die betekenis; per slot van rekening kan hij niet even aan de schrijver vragen wat er wordt bedoeld. Het derde kenmerk is het gebruik van taal die de doelgroep begrijpt: bestaat de doelgroep uit vakgenoten, dan kun je complex jargon gebruiken; is je doelgroep breed, dan moet je moeilijke taal vermijden. Goede schrijftaal bevat daarmee aspecten van spreektaal, en meer niet. 

Is echte spreektaal daarmee onbruikbaar in een non-fictieboek? Natuurlijk niet. Het kan een effectief stijlmiddel zijn, net als tal van andere stijlmiddelen. Als je wilt beschrijven hoe iemand spreekt, dan is het letterlijk beschrijven van zijn of haar spreektaal heel effectief. Ook kan een rommelige spreektaalzin hier en daar verfrissend werken in een verder keurig schrijftaalboek. Maar volgens mij werkt spreektaal in een non-fictieboek alleen als je het met mate doet.