Skip to main content

Tag: training

Wanneer is je boek af?

Wanneer moet je stoppen met schrijven als je bezig bent met een non-fictieboek? Hoeveel woorden moet je schrijven? Hoe uitgebreid moet je uitleg zijn? Hoeveel voorbeelden moet je geven? De gulden snede helpt. 

De meeste schrijvers houden zich in en zetten na zo’n vijftig- tot honderdduizend woorden hun laatste punt. Maar er zijn schrijvers die dan pas net zijn opgewarmd. De Amerikaanse schrijver Mark Leach heeft de twijfelachtige status als de auteur van het dikste boek ter wereld. Zijn magnum opus heet Marienbad My Love. Die titel is trouwens de ingekorte versie, de formele titel telt zevenduizend woorden. Het gehele boek telt 17,8 miljoen woorden. Het boek gaat over een filmmaker die een apocalyptische science-fictionfilm produceert om daarmee het einde der tijden te voorspellen en te bespoedigen. Ik heb het niet gelezen, maar er komen blijkbaar ufo’s, buitenaardse wezens en overheidscomplotten aan te pas – die je natuurlijk hard nodig hebt als je zo’n dikke pil wilt schrijven. Het zou je 991 uur kosten om het boek te lezen. 

Dat het korter kan, is bewezen met het tragische verhaal dat slechts zes woorden telt: ‘For sale. Baby shoes. Never worn’. Het wordt toegeschreven aan schrijver Ernest Hemingway, die er een weddenschap mee won, maar hij speelde vals, want versies ervan circuleerden al tientallen jaren. 

Wat wordt het, 17,8 miljoen woorden of zes woorden? Hoe weet je wanneer je manuscript af is? Hoe weet je wanneer een paragraaf of een hoofdstuk is afgerond? 

Grabbelton

Ik spreek regelmatig auteurs die vergevorderd zijn met het manuscript van hun non-fictieboek en plotseling nerveus worden: hebben ze alles verteld wat ze moeten vertellen? Ze zijn keurig begonnen met een scherpe invalshoek en een doortimmerde structuur, maar al schrijvende ontdekken ze steeds meer informatie. Ze graven in hun eigen geheugen en in de grabbelton die internet heeft, en zo dijen hun manuscript en hun ambitie steeds verder uit. Ze worden geconfronteerd met de paradox van kennis: hoe meer je weet, hoe meer je beseft hoe weinig je weet. Dat is vervelend, maar het is straks nog vervelender voor de lezer die terechtkomt in een ondoordringbaar woud waarin hij geheid gaat verdwalen. 

Er is helaas geen simpele manier om de grenzen van je boek te bepalen. Integendeel: kennis is nu eenmaal van nature verbonden met andere kennis. Als je schrijft over slaap struikel je vroeg of laat over het onderwerp stress, want stress kan slaap verstoren. Dat leidt je vervolgens naar hormonen zoals cortisol, die een grote rol spelen bij zowel stress als slaap. Hormonen brengen je bij de biologische klok, die weer gekoppeld is aan licht en onze moderne levensstijl. Die levensstijl leidt naar technologie, zoals smartphones, die ons slaappatroon beïnvloeden. En voor je het weet, schrijf je over sociale media, kunstmatige intelligentie en politieke polarisatie. Nog even doorschrijven en er komen ufo’s en buitenaardse wezens aan te pas.

Je hebt geen keuze: als je jezelf en je lezer wilt beschermen, dan zul je zelf piketpaaltjes moeten slaan. Maar waar zet je ze dan?

Gulden snede

Misschien dat de gulden snede je kan helpen. Dat is een wiskundige verhouding die vaak wordt beschouwd als esthetisch perfect. De waarde komt voort uit een wiskundig raadsel: hoe kun je een lijn zo verdelen dat de verhouding tussen de twee delen dezelfde is als tussen de gehele lijn en het langste deel? De uitkomst is afgerond 1,6. Je kunt deze verhouding overal in de natuur zien. De lengte van het onderste kootje van een vinger verhoudt zich met dezelfde waarde tot de twee bovenste. In het hart van een zonnebloem zijn 21 spiralen linksom te zien, en 34 rechtsom; opnieuw volgens dezelfde verhouding. Google het maar, de voorbeelden zijn indrukwekkend. 

Veel kunstenaars hebben de gulden snede dankbaar toegepast, zoals Leonardo da Vinci, die het onder andere gebruikte in zijn beroemde tekening De Vitruviusman, waarin hij de proporties van het menselijk lichaam vastlegde. En jij zou dat ook kunnen doen. Gebruik de gulden snede bijvoorbeeld als filter om te beslissen hoeveel informatie echt cruciaal is. Vraag jezelf af: wat is het ‘lange stuk’ dat de kern raakt? En wat is het ‘korte stuk’ dat meer ter aanvulling dient, maar niet per se nodig is? In een hoofdstuk van tien pagina’s zou je zes pagina’s kunnen gebruiken om een concept helder te maken en vier pagina’s besteden aan praktijkvoorbeelden. En als je boek tien hoofdstukken telt, zou je de eerste vijf hoofdstukken kunnen gebruiken voor de argumenten en je conclusie presenteren in het zesde hoofdstuk. 

Je bevindt je als schrijver in goed gezelschap. James Joyce heeft de structuur van zijn beroemde roman Ulysses deels gebaseerd op de gulden snede. De verdeling van het boek in hoofdstukken en belangrijke gebeurtenissen volgen het patroon van de gulden snede, waarbij de climax van het verhaal (Leopold Blooms ontmoeting met Stephen Dedalus) bijvoorbeeld op 62 procent van de tekst plaatsvindt. Om ervoor te zorgen dat bepaalde gebeurtenissen op de juiste pagina zouden plaatsvinden, schreef Joyce extra teksten tijdens de opmaak van het boek. 

Ik zou de rekenmachine er niet bij pakken als ik aan het schrijven was, maar zelf denk ik weleens aan de gulden snede om mezelf eraan te herinneren dat verhoudingen ertoe doen, zowel qua vorm als inhoud.

Tussenkop over 18 kilometer

Van alle manieren om je lezer de weg te wijzen in je non-fictieboek is de tussenkop de opvallendste. Waarom werkt een tussenkop zo goed en welke soorten kun je inzetten?

De meeste mensen willen graag weten wat ze kunnen verwachten. Daarom doen ze elke dag hetzelfde werk, kijken ze naar dezelfde televisieprogramma’s en reizen ze elke zomer naar dezelfde camping. Ze voelen geen enkele aandrang om op Antarctica onderzoek te doen naar microalgen, een eigen escape-room te ontwerpen of een pop-up restaurant te beginnen in Delfzijl. Dat noemen sommigen saai, maar de Amerikaans-Canadese psycholoog Albert Bandura zou dat slim hebben genoemd. In de jaren zeventig maakte hij furore met experimenten waarmee hij aantoonde dat mensen meer zin hebben in taken als ze weten wat hen te wachten staat. Bandura slaagde er bijvoorbeeld in om mensen met een slangenfobie zover te krijgen dat ze een slang aanraakten, louter door ze stap voor stap voor te bereiden op wat hen te wachten stond. 

Mensen houden van voorspelbaarheid en structuur, en daar kun je als schrijver van een non-fictieboek dankbaar gebruik van maken. Een slimme manier is het inzetten van tussenkoppen in je tekst.

Plaatsnaambord

Een goed boek heeft natuurlijk al een structuur. Je betoogt bijvoorbeeld in een hoofdstuk dat wielrenners gevaarlijke verkeersdeelnemers zijn. Om dat aan te tonen wil je drie argumenten gebruiken. Iedere lezer snapt zo’n structuur, maar toch helpt het als je die duidelijk maakt. Dat kun je op een inhoudelijke manier doen, bijvoorbeeld door de structuur letterlijk aan te kondigen: ‘Wielrenners zijn levensgevaarlijke verkeersdeelnemers. Om dat aan te tonen gebruik ik drie argumenten. Het eerste argument is…’ Je kunt de structuur ook op een meer visuele manier duidelijk maken. Zo zou je de drie argumenten bijvoorbeeld in een opsomming kunnen plaatsen. Een andere visuele truc is het gebruik van tussenkoppen. 

De charme van een tussenkop is dat hij uit tekst bestaat, maar toch opvalt omdat hij net als een plaatsnaambord in het verkeer een bijzondere plek heeft: boven de tekst, veelal in een opvallend lettertype. 

De traditionele tussenkop verwoordt braaf waar de tekst over gaat. Boven de paragraaf waarin je beschrijft dat veel wielrenners geen fietsbel hebben omdat een gewicht van 26 gram het verschil kan betekenen tussen winnen en verliezen, kun je dan bijvoorbeeld kiezen voor een informatieve tussenkop als ‘Argument 1’ of ‘Fietsbel’. Heel saai, maar heel helder. 

Reclamebord

Een tussenkop kan echter meer zijn dan een verkeersbord dat lezers de weg wijst in een tekst. Een tussenkop kan mensen ook uitnodigen om verder te lezen. 

De meeste automobilisten zijn bewust op weg naar een doel. Ze rijden bijvoorbeeld naar Deventer, want daar moeten ze een racefiets ophalen. Dan is het handig als de weg naar Deventer staat aangegeven. De kans is klein dat automobilisten zich onderweg laten verleiden om naar Maastricht te rijden omdat de Limburgers zulke originele naamborden hebben ontworpen. Lezers in een boek zijn echter wel makkelijk afgeleid. De hond wil wandelen, de kinderen willen Monopoly spelen en het gras wil gemaaid worden. Dan helpt het als er een tussenkop staat die zo aantrekkelijk is dat de lezer het niet kan laten om verder te lezen. Een effectieve tussenkop lijkt dan ook meer op een reclamebord dan op een naambord. Boven de paragraaf over het fietsbelargument zou je daarom ook kunnen kiezen voor de tussenkop ‘Een fietsbel is te zwaar’ of nog spannender: ‘Wielrenners rijden je dood voor 26 gram’. 

Tussenkoppen zijn door hun functie niet alleen handig voor lezers, maar ook voor jou als schrijver. Door koppen consequent te gebruiken voor hoofdstukken, paragrafen en subparagrafen dwing je jezelf ook om gestructureerd te denken en te schrijven. Reken op extra werk, want het is niet makkelijk om goede tussenkoppen te bedenken. Ik heb wel een tip. Ben je net begonnen met een tekst? Gebruik dan brave, informatieve tussenkoppen, zoals ‘Fietsbel’. Bewaar het bedenken van een spannende tussenkop tot een later moment, als je de tijd hebt om erover te piekeren. 

Met één druk op de knop afrekenen met kritiek op je manuscript

Wie een boek schrijft, moet rekenen op kritiek. Die komt meestal in de vorm van een Word-document met wijzigingen van meelezers of een redacteur. Hoe kom je aan die wijzigingen, en hoe kom je er vanaf?

Ik heb een haat-liefde-verhouding met Word sinds het moment dat ik het programma ging gebruiken. De reden was al dubieus: ik deed het omdat iedereen het deed. En dat is eigenlijk nog steeds zo. De tekstverwerker heeft te veel mogelijkheden, die ik nooit kan vinden als ik ze dringend nodig heb. Dat ligt vast niet alleen aan mij, want iedereen die ik over Word spreek, gaat met zijn ogen rollen. Dat gebeurt bijvoorbeeld als ik auteurs uitleg hoe de redactiefunctie werkt, het onmisbare maar onbegrepen gereedschap dat ook bekend staat als Wijzigingen bijhouden

Het is even doorbijten, maar als je eenmaal weet hoe het werkt, doe je jezelf en iedereen die met je samenwerkt een groot plezier. Ik leg hier niet uit waar je alle knoppen kunt vinden, want dat verschilt per versie. Ik beperk me tot drie functies die veel schrijvers nog niet kennen.

Bloederig slagveld 

Als je Wijzigingen bijhouden aanzet en veranderingen aanbrengt in een tekst, dan verandert je scherm in een bloederig slagveld van rode teksten, strepen en opmerkingen. Zo kan ik niet werken. Als ik een manuscript redigeer, dan wil ik dat de tekst er even rustgevend uitziet als een geploegde akker.  Daar hebben de Wordnerds iets op bedacht. Ga daarvoor op zoek naar de knop Alle markeringen. Als je daarop drukt, krijg je een dropdownmenu te zien waarin je bijvoorbeeld Geen markeringen kunt kiezen. En plotseling is je scherm weer opgeruimd, terwijl de wijzigingen nog steeds worden bijgehouden op de achtergrond. 

Wie deed wat?

Ik ontvang regelmatig een manuscript waaraan door meerdere mensen is gesleuteld. Op het eerste gezicht is het onmogelijk om de chaotische lijnen en teksten te ontrafelen. Er is gelukkig een manier om te achterhalen wie wat heeft uitgespookt. Daarvoor moet je op zoek gaan naar de knop Opties voor markeringen, dat een menu oplevert met een paar submenu’s. Daarin kun je er bijvoorbeeld voor kiezen om alleen Opmerkingen te zien, of alleen wijzigingen die met de opmaak te maken hebben. Ook kun je daar in een van de submenu’s de wijzigingen van specifieke mensen (Revisoren) selecteren.

Luchtverkeersleiders

Voor de voorgaande twee opties verdienen de jongens en meiden van Microsoft een compliment, maar helaas verpesten ze het met de mogelijkheden om wijzigingen in een document op een aantrekkelijke manier goed te keuren of af te wijzen. 

Voor het beoordelen van wijzigingen moet je werken in een scherm waarin niet alleen het manuscript (waarschijnlijk boordevol rood onderstreepte woorden) zichtbaar is, maar ook twee kolommen waarin de wijzigingen staan. Een manuscript waar veel aan is veranderd, levert dan een beeldscherm op waarop alleen een luchtverkeersleider zijn weg kan vinden. Je hebt dan twee mogelijkheden om de wijzigingen te beoordelen. De eerste mogelijkheid is om er een loep bij te pakken en alle wijzigingen een voor een te bestuderen. De tweede mogelijkheid is om een deel van de wijzigingen tijdelijk uit te zetten (via Opties voor markeringen) en bijvoorbeeld eerst alleen de opmerkingen te bestuderen, en pas daarna andere soorten wijzigingen. 

Vervolgens moet je wijzigingen natuurlijk af- of goedkeuren. Dat kun je wijziging voor wijziging doen, maar het is ook mogelijk om meerdere wijzigingen tegelijkertijd te beoordelen. Selecteer bijvoorbeeld een alinea of een paragraaf, en Accepteer of Weiger de wijzigingen. Het is zelfs mogelijk om met een druk op te knop af te rekenen met alle kritiek op je boek, door alle wijzigingen in het bestand te accepteren of te weigeren. Wat je ook kiest, dat ruimt lekker op. 

Pauline van der Wees

Pauline van der Wees is een gepassioneerde en ervaren uitvaart- en stervensbegeleider. Ze is de auteur van het boek ‘Afscheid zonder spijt’. Haar ervaring en deskundigheid maken dit boek tot een onmisbare, complete gids voor iedereen die zijn toekomstige afscheid bewust en zorgvuldig wil vormgeven en zijn huidige leven onder de loep wil nemen.

Red je manuscript van de Vergeten Boeken Club

Ben je ooit begonnen aan een non-fictieboek maar heb je het nooit afgemaakt? Red je manuscript en begin opnieuw. 

Geef maar toe: ergens op je computer staat een manuscript. Je bent ver gekomen, maar nooit ver genoeg om de laatste punt te zetten en het naar een uitgeverij te sturen. Of je hebt die laatste punt wel gezet en het zelfs naar een uitgeverij gestuurd, maar het is afgewezen. Hoe je schrijfavontuur ook is geëindigd, uiteindelijk heb je het opgegeven. Je manuscript hoort nu bij de Vergeten Boeken Club, een onbekend maar talrijk gezelschap waar manuscripten van alle leeftijden en gezindten hun tijd doden met Scrabble, galgje en andere woordspelletjes. Ze vermaken zich wel, maar geen enkel manuscript is trots op zijn lidmaatschap. Elk manuscript wil namelijk het liefst een boek worden en in de armen van een nieuwsgierige lezer belanden. En daarvoor heeft hij jou nodig, zijn schepper. Het is jouw taak om je manuscript te redden. Doe het, en je zult zien dat jullie er allebei beter van worden. 

Als je de tekst opnieuw leest, misschien jaren nadat je deze hebt geschreven, zie je plotseling wat ermee mis is. Het is net alsof je met een frisse blik naar je ex kijkt. Je ziet de slechte eigenschappen, maar ook de goede. Aan de kwaliteiten van je ex kun je niets meer veranderen, maar wel aan die van je boek. Je kunt de slechte eigenschappen met één druk op de knop verwijderen. En vervolgens kun je net zo veel goede eigenschappen toevoegen als je maar wilt. Voor je het weet is het manuscript dat je nooit meer wilde zien weer even aantrekkelijk als op de eerste dag dat je het idee ervoor bedacht. 

Niet alleen je boek wordt er beter van, ook jij. Door te sleutelen aan de inhoud, de stijl en de structuur van je boek, sleutel je ook aan de inhoud, de stijl en de structuur van je eigen gedachten. Let maar op: plotseling bedenk je slimme argumenten, grappige feiten en oplossingen waar je eerst niet op kon komen. Je boek wordt slimmer, jij wordt slimmer en de lezer wordt slimmer; er zijn alleen winnaars. 

Terwijl je door het document scrollt, vraag je jezelf af waarom het anderen wel is gelukt, en jou niet? Het pijnlijke antwoord is waarschijnlijk dat je dacht dat het makkelijker zou zijn. De Duitse schrijver Thomas Mann waarschuwde al: ‘Een schrijver is iemand voor wie schrijven moeilijker is dan voor anderen.’ De amateur-schrijver denkt dat hij faalt omdat hij na een dag niet meer dan een paar honderd woorden heeft geschreven. De schrijver kijkt trots naar zijn beeldscherm en neemt zich voor om die paar honderd woorden morgen eens grondig te herschrijven. 

Het is veel werk, maar hoeveel werk er ook op je wacht, geef niet op. Red je boek en red jezelf. 

Wilfred Rubens

Wilfred Rubens is Nederlands bekendste expert op het gebied van e-learning en blended learning.

André van Straten

André van Straten is creativiteitsexpert. Met ruim dertig jaar ervaring in de creatieve sector ontwikkelt hij creativiteitsworkshops en geeft hij lezingen voor overheid en bedrijfsleven.