Maak je boek persoonlijk
Mensen houden van mensen. Zelfs als ze niet van andere mensen houden, dan houden ze wel van zichzelf. Wil je dat mensen zich kunnen inleven in je teksten, maak ze dan persoonlijk. Maar hoe doe je dat? Drie stilistische trucs.
Truc 1: betrek de lezer bij je verhaal
Als auteur van een managementboek ontkom je er niet aan om abstracte objecten of processen te beschrijven. In een boek over samenwerking wil je bijvoorbeeld verschillende vormen beschrijven. Dat kun je abstract beschrijven:
‘In de praktijk heeft een samenwerking tussen organisaties diverse namen, bijvoorbeeld een projectorganisatie, een regieorganisatie, een kernorganisatie, een werkorganisatie…’
Maar je kunt de lezer er ook bij betrekken:
‘In de praktijk heeft een tussenorganisatie diverse namen. Misschien ben je zelf betrokken bij een projectorganisatie, een regieorganisatie, een kernorganisatie, een werkorganisatie…’
Deze truc kun je altijd en overal toepassen. Ik heb het in deze tekst ook gedaan, lees ‘m er maar op na: ‘wil je dat mensen’, ‘hoe doe je dat?’, ‘als auteur ontkom je er niet aan om’, ‘kun je abstract beschrijven’, ‘je kunt de lezer ook’, enzovoort. De overtreffende trap van deze truc vereist dat je de lezer niet alleen aanspreekt, maar hem ook een functie geeft. In de volgende drie stappen maak ik een abstracte functie steeds persoonlijker:
‘Voor managers is dagelijks contact met medewerkers essentieel.’
‘Als je manager bent, is dagelijks contact met je medewerkers essentieel.’
‘Als je bijvoorbeeld salesmanager bent, is dagelijks contact met je team essentieel.’
Natuurlijk is niet elke lezer salesmanager, maar als je in de loop van je boek steeds nieuwe concrete beroepen en situaties bedenkt, komt de lezer vast een keer aan bod. En in elk geval verlevendig je de tekst, van abstract naar persoonlijk. Dat waardeert elke lezer.
Truc 2: stop echte mensen in je boek
Een alternatieve manier om een tekst persoonlijker te maken is om menselijke bronnen aan te halen:
‘Volgens hoogleraar Ingeborg Mårtensdotter van de Universiteit van Stockholm is de makkelijkste manier om een tekst persoonlijker te maken om menselijke bronnen aan te halen.’
Een variant op deze tweede truc is het beschrijven van realistische of denkbeeldige cases. Zowel het citeren van bronnen als het schrijven van cases is tijdrovend, maar meer dan de moeite waard voor het verlevendigen van je teksten – nog afgezien van het feit dat het de betrouwbaarheid van je tekst kan vergroten.
Truc 3. Stop jezelf in je boek
Hier wordt het gevaarlijk. Niets is irritanter dan een boek lezen waarin de auteur zichzelf als een wethouder Hekking continu op de voorgrond dringt. Maar jezelf wegcijferen vind ik ook geen optie. De kunst is om duidelijk te maken dat je boek is geschreven door een levend mens, zonder dat het boek continu over jou gaat.
Een non-fictieboek biedt drie mogelijkheden om je als auteur te laten zien. Een plek waar je dit ongeremd kunt doen, is in het voorwoord. De tweede manier is om hier en daar op persoonlijke titel een feit of mening te verkondigen: ‘Volgens mij word je nat als je door de regen loopt’. De derde manier is door persoonlijke ervaringen te delen, bijvoorbeeld in de vorm van losse kaders.
Als auteur hoor je een rol te hebben in je boek, maar de kunst is om voorzichtig te doseren. Twijfel je, vraag dan aan meelezers hoe ze je aanwezigheid hebben ervaren.
Geerhard Bolte is uitgever van Uitgeverij Haystack en auteur van Waarom schrijf je geen boek?
Ben je bezig met het schrijven van een non-fictieboek en wil je weten wat er allemaal komt kijken bij het publiceren van je eigen boek? Meld je dan aan voor de masterclass Het geheim van een succesvol non-fictieboek.
Heb je een voorstel voor een boek? Stuur hem een mail of maak contact via LinkedIn. Wil je zijn blog elke week automatisch ontvangen in je mailbox? Schrijf je hier in.