Skip to main content

Tag: blog

De bestsellerlijst manipuleren door je eigen boek in te kopen. Is dat eerlijk?

Het is een publiek geheim dat boeken net als liedjes soms in grote aantallen door uitgeverijen en auteurs worden ingekocht om hoger in een hitlijst te komen. Een even twijfelachtig als onuitroeibaar fenomeen.

Hoewel de boekenbranche veel ouder is, liggen de wortels van het manipuleren van hitlijsten in de muziekwereld. In de beginjaren van de popmuziek waren er veel studenten rond Hilversum die riant leefden van het inkopen van singles. In opdracht van popmuzikanten, muziekproducers en zelfs gespecialiseerde promotiebureaus reisden ze door het land met een zak geld en een lijst met muziekwinkels. In elke winkel kochten ze een paar exemplaren, en voilà, een week later stond het nummer bovenin de lijst.

Inmiddels wordt de toon gezet door het aantal downloads van een nummer, maar zelfs die aantallen zijn gebleken niet veilig te zijn. In 2014 liet het Varaprogramma Rambam zien hoe makkelijk het was om de hitlijst te manipuleren door eigenhandig een liedje de hitlijsten in te slingeren. De Top 40 wordt inmiddels noodgedwongen samengesteld op basis van verschillende bronnen: het aantal keren dat een nummer wordt uitgezonden op de radio, gegevens van streamingplatforms en ‘buzz’ op sociale media. Zo zegt de Stichting Nederlandse Top 40 ervoor te zorgen dat de lijst een weerslag is van de populariteit van muziekgebruikers, en niet van louter commercieel belanghebbenden. Het is een publiek geheim dat in de boekenbranche bestsellerlijsten worden gemanipuleerd, al gebeurt het op een kleinere schaal.

Waarom manipuleren niet werkt bij romans…

Het manipuleren van bestsellerlijsten gebeurt naar mijn weten amper tot niet in de belangrijkste genres, zoals die van de romans, omdat de kans op substantiële winst met een actie beperkt is. Daar zijn twee redenen voor.

De eerste reden is dat je nooit weet of het vliegwiel wel voor extra verkoop zal zorgen, terwijl de investeringen fors zijn. De belangrijkste bestsellerlijst is de Bestseller 60 van de Stichting CPNB, die zich baseert op verkopen via meer dan 1.500 verkooppunten. Als je bij alle verkooppunten 5 exemplaren koopt, kost dat bij een gemiddelde verkoopprijs van 17,28 euro liefst 129.600 euro, een forse investering.

De tweede reden is dat auteurs anders dan muzikanten niet kunnen profiteren van extra inkomsten naast de winkelverkopen. Als een muzikant zich in de top van de hitlijsten weet te kopen, trekt dat niet alleen de aandacht van muziekliefhebbers, maar ook van mensen die artiesten boeken voor met name optredens. Een paar boekingen kunnen al genoeg zijn om de investering te compenseren. Madonna pakte het in 2012 nog slimmer aan bij de release van haar nieuwe album MDNA. Ze kocht zelf 185.000 exemplaren in, die de bezoekers van haar nieuwe concerttour vervolgens als onderdeel van het ticket gedwongen moesten afnemen. Met het nieuwe album kwam Madonna met stip op 1, om een week later overigens te kelderen met 88 procent. Niet erg, zal Madonna hebben gedacht, haar opzet was al dubbel en dwars geslaagd. Een vergelijkbare constructie is echter ondenkbaar voor Nederlandse auteurs als Esther Verhoef, Ilja Leonard Pfeiffer, A.F.Th. van der Heijden of Arnon Grunberg. Zij kunnen een gemanipuleerde positie niet uitbuiten met een concert, hoe populair ze ook zijn.

Toch worden bestsellerlijsten wel degelijk gemanipuleerd, maar slechts in een beperkt aantal genres, waaronder die van de managementboeken – en laat dat nou net mijn niche zijn.

… maar wel bij managementboeken

Auteurs en uitgeverijen van managementboeken kopen wel boeken in, omdat het om de hiervoor beschreven redenen wél loont. Er worden vergeleken met romans maar weinig managementboeken verkocht, waardoor de investering beperkt is: door het inkopen van enkele duizenden of slechts honderden boeken sta je al op 1. Daarnaast zorgt een droompositie op een bestsellerlijst wel voor neveninkomsten. Een coach, een consultant of een trainer met een boek in de top tien profiteert zakelijk van zijn positie in de bestsellerlijst omdat hij er extra klanten mee krijgt die onder de indruk zijn van zijn succes.

Gebeurt het vaak? Ja, het gebeurt vaak. Ik zie met enige regelmaat dat er managementboeken scoren waarvan ik mij niet kan voorstellen dat het succes gebaseerd is op authentieke verkopen aan nieuwsgierige lezers. Zeker als de auteur een jonge debutant is met een bescheiden netwerk, met een boek over een niet-populair niche-onderwerp, is het vreemd als zijn boek met stip op 1 belandt. Als dat boek een paar weken later weer is verdwenen, om nooit meer terug te komen, weet ik het zeker: ergens in het land staat weer een zolder vol met boeken.

Gebeurt het ook bij ons? Ja, het gebeurt ook bij onze uitgeverij. Ik juich het niet toe, en wij faciliteren het ook niet, maar zo nu en dan kiest een auteur van ons ervoor om een groot aantal van zijn eigen boeken in te kopen. De auteurs die dit doen, hebben er zelden spijt van. De mens is ijdel, en het ziet er toch leuk uit als je boek staat te schitteren op het hoogste podium. Daarnaast verdienen ze de investering fluitend terug omdat de positie van het boek hun reputatie versterkt en ze zo meer omzet kunnen realiseren. Verkopen ze met het manipuleren van een ranglijst ook op langere termijn meer exemplaren? Nee, zo werkt het niet. Ik maakte nog niet mee dat de eigen inkoop de langetermijnverkoop substantieel bevorderde. Voor het succes van een boek zijn nu eenmaal meer factoren van belang.

Is het erg? Op korte termijn is het natuurlijk winstgevend voor de auteur, de uitgeverij en de branche. Maar op lange termijn vind ik het schadelijk voor de meeste partijen. Ik heb liever dat de reputatie van onze uitgeverij wordt bepaald door de kwaliteit van onze boeken en niet door gehaaide marketingacties. Het is nog pijnlijker voor de boekhandel en voor de lezer. Ondanks de omzet die het oplevert, is het frustrerend voor de boekhandel omdat zij noodgedwongen een ranglijst moeten tonen die geen betrouwbare weergave is van de belangstelling van lezers. De eigen inkoop door auteurs stoppen, is moeilijk tot onmogelijk, omdat een boekhandel aan een bestelling niet kan zien of deze nep is: zijn de driehonderd exemplaren bestemd voor de zolder of voor een congres? Het ergst is de eigen inkoop natuurlijk voor de lezer, die geen houvast heeft aan een gemanipuleerde ranglijst.

Alternatieven waar je beter van slaapt

Ik raad niemand aan om zijn eigen boek in te kopen, vooral omdat er aantrekkelijke alternatieven zijn voor hetzelfde geld. Stel dat het inkopen van je eigen boek twintigduizend euro kost. Wat kun je daarmee doen om meer boeken te verkopen? Tip een: neem voor dat geld tijd vrij om een beter boek te schrijven. Tip twee: neem een goede uitgeverij in de arm die je adviseert bij het schrijven en de promotie van je boek. Tip drie: investeer tijd en geld in de promotie van je boek, bijvoorbeeld met blogs, gratis presentaties en desnoods reclame. Ik durf te wedden dat dezelfde investering zo meer oplevert, waaronder in elk geval een betere nachtrust, voor jezelf, de uitgeverij, de boekverkoper en de lezer.

Het schrijven van een managementboek kost maar een kwartier

Laat je niet wijsmaken dat je geen tijd hebt voor het schrijven van een boek. Meer dan een kwartier per dag heb je niet nodig.

Hoeveel woorden moet een managementboek tellen? Het mag natuurlijk niet zo licht zijn dat het uit je hand waait, maar ook niet te zwaar om vast te houden. Een paperback, anderhalve centimeter, dat lijkt me precies goed. Daarvoor moet je ongeveer 36.500 woorden schrijven. En wat een toeval, daarvoor moet je precies honderd woorden per dag schrijven om het boek binnen een jaar af te ronden.

De voorgaande tekst telt precies honderd woorden, de hoeveelheid die je elke dag moet schrijven. Zeg nou zelf: dat stelt toch niets voor? Dat kost je niet meer dan een kwartier, tijdens het ontbijt, die saaie Zoommeeting of een commercial break op tv.

Er is één catch: het schrijven van honderd woorden in een kwartier lukt alleen als je vooraf weet wat je moet gaan schrijven. Je hebt dus een gedetailleerd plan nodig van je boek, een inhoudsopgave die niet alleen op hoofdstukniveau en op paragraafniveau is uitgewerkt, maar een of twee niveaus dieper. Daarmee maak je van je boek een invuloefening.

Het uitwerken van zo’n plan kost veel tijd, die ik natuurlijk niet in de voorgaande berekening heb meegenomen, dan was mijn betoog in het water gevallen. Maar het is een investering die zichzelf terugverdient omdat je vanavond doelgericht kunt gaan schrijven aan het eerste argument van paragraaf 3.4 en geen tijd verspilt. 

Met een goed plan op zak vind je elke dag tijd om aan je boek te werken. Ik durf te wedden dat je je manuscript binnen een jaar afrondt. Allemaal dankzij een kwartier schrijven per dag, dat kun jij toch ook?

Beter goed gejat dan slecht verzonnen

Door een foutje bij het Centraal Boekhuis ontvingen we de afgelopen maanden honderden brochures van andere uitgeverijen. Die waren vast bedoeld voor de boekhandel, maar blijkbaar had iemand per ongeluk een vinkje bij ons adres geplaatst. Deze week hebben we alle brochures doorgebladerd, op zoek naar goede ideeën.

We begonnen met gezonde tegenzin toen we de stapels op tafel zagen liggen: zo veel brochures, zo veel boeken, om moedeloos van te worden: we hadden even de neiging om maar te stoppen met het uitgeven van boeken; wie zit er te wachten op nóg een boek over projectmanagement, personal finance of ICT?

Gelukkig ontstonden er al vlug ideeën nadat we door de brochures begonnen te bladeren. Dat kan beter, riepen we regelmatig en er ontstond al scheurend en tekenend een brainstorm over onderwerpen, covers, fonts, brochures, huisstijlen en papiersoorten. Aan het eind van de dag hadden we voldoende plannen om een heel jaar te vullen, en dat komt goed uit, want er komt toevallig net een nieuw jaar aan.

Dus mede namens mijn collega’s wil ik alle uitgeverijen van Nederland graag hartelijk bedanken voor hun bijdrage aan de toekomst van Uitgeverij Haystack. Onder het motto ‘beter goed gejat dan slecht verzonnen’ hebben we dankbaar gebruik gemaakt van jullie creativiteit. Ook profiteren van deze stapel? Vanaf vandaag gratis af te halen op ons kantoor.

Echte auteurs huilen niet

Wees niet verbaasd als je tijdens het schrijven van je boek emotioneel in de knoop raakt. Die emoties waren er waarschijnlijk al voordat je je boek ging schrijven.

Elk jaar krijg ik wel een of twee auteurs huilend aan de telefoon. En een handvol anderen vertelt vroeg of laat dat het schrijven ze zwaar valt. In het begin van mijn carrière als uitgever dacht ik even dat hun mededeelzaamheid aan mijn begripvolle houding en mijn vermogen om zonder oordelen te luisteren te danken was. Ik begreep echter van mijn partner en mijn kinderen dat dit niet voor de hand lag. Er moest dus een andere oorzaak zijn, en inmiddels ben ik er wel achter wat die is.

De reden dat veel auteurs door een emotioneel dal gaan als ze een boek schrijven, is gewoon omdat ze een boek gaan schrijven tijdens een life event, zoals een scheiding, het verlies van een dierbare, een ontslag of een andere persoonlijke crisis. Je zou denken, op zo’n moment moet je niet beginnen aan het schrijven van een boek, wat natuurlijk veel tijd en energie kost, maar blijkbaar spoort zo’n crisis mensen aan om hun bucket list om te keren. De een gaat parachutespringen, de ander gaat een managementboek schrijven.

Sommige auteurs beginnen bewust aan een boek op een moment dat ze emotioneel in de knoop zitten. Ze denken afleiding te vinden in het schrijven, maar al vlug stromen de tranen als inkt door hun pen. Het schrijven leidt ze niet af, maar leidt ze regelrecht naar de voordeur van hun trauma. In de stilte van de werkkamer mengen de woorden op hun beeldscherm zich al vlug met de gedachten aan hun angsten en dromen.

Andere auteurs beseffen niet eens dat er een relatie is tussen hun boek en de gebeurtenis die hun leven beheerst. Ze denken dat ze een boek zijn gaan schrijven omdat het nu eenmaal ‘tijd was’ om al hun kennis en ervaring op een rij te gaan zetten. En dat gaat maandenlang goed, tot hun emoties onverwacht over de regels van hun manuscript struikelen en recht in hun gezicht vallen.

Ik vrees dat ik weinig tips heb voor de auteurs die mij bellen met een snik in de stem. Ik probeer te luisteren en adviseer ze om de tijd te nemen. Niet te veel, want dat schopt de hele planning in de war. En in elk geval raad ik ze aan om door te gaan, want van de auteurs die doorzetten heb ik geleerd dat de publicatie van het boek uiteindelijk een louterende ervaring is. Hoe groot het verdriet ook was, het boek zal terugkijkend altijd een lichtpuntje zijn.

Doe de Kleine Managementboek Auteurs Test

Twijfel je of het wat voor je is, het schrijven van een managementboek? Doe dan nu de Kleine Managementboek Auteurs Test en je weet binnen vijf minuten of je het in je hebt.

Honderdduizenden Nederlanders zijn van plan om ooit een boek te schrijven, weinig mensen doen het echt. Ben jij zo’n twijfelaar? Wil je een managementboek schrijven maar weet je niet of je het in je hebt? Beantwoord dan de volgende negen vragen, en je weet het antwoord:


Heb je een origineel idee voor je boek?

Elk boek begint met een originele invalshoek waardoor de lezer denkt: hee, zo had ik het nog niet bekeken.


Heb je tijd om het boek te schrijven?

Weinig tijd, geen probleem. Dan duurt het gewoon een paar jaar langer tot je boek af is.

Heb je voldoende stof tot schrijven?

Een boek schrijven valt niet mee zonder kennis of ervaring. Maar draai je al even mee en luisteren andere mensen aandachtig als jij wat zegt, dan zit je goed.


Houd je van lezen?

Schrijven doe je nu eenmaal met woorden, en hoe meer (management)boeken je hebt gelezen, des te makkelijker is het om zelf een boek te schrijven.


Kun je aantrekkelijk schrijven?

Hoe meer je schrijft, hoe beter je wordt. Twijfel je over je capaciteiten? Laat je artikelen, blogs of rapporten eens beoordelen door je ex, een ontevreden klant of een lastige collega.


Kun je gestructureerd werken?

Een goed manuscript is even geordend als de sokkenla van Marie Kondo. Weet je zeker dat de lezer (en jij zelf) niet zal verdwalen in jouw boek?


Kun je tegen kritiek?

Het lukt auteurs zelden om 192 pagina’s geniaal te zijn. Sta je open voor suggesties voor verbeteringen, zowel qua inhoud als vorm?


Ben je bereid in het boek te investeren?

Het schrijven en publiceren van een boek is een life event: het vergt evenveel tijd en geld als een nieuwe relatie, een nieuw huis of een nieuwe baan.


Heb je zin in de promotie?

Vergeet het schrijven, het echte werk komt pas als het boek is verschenen: ben je dan bereid en in staat om jezelf op de kaart te zetten en het boek actief te promoten?


Als je ja hebt geantwoord op al deze vragen, dan heb je geen excuus meer en is het hoog tijd dat je in actie komt. De mensen om je heen zullen je dankbaar zijn. Jarenlang heb je lopen roepen dat je een boek gaat schrijven, en eindelijk voeg je de daad bij het woord.

Als je nee hebt geantwoord op een of meerdere vragen, dan kun je twee dingen doen. Je kunt besluiten om te stoppen met je plan om een boek te schrijven, of hulp zoeken. En nee, in mijn ogen is het helemaal geen schande om het plan overboord te gooien en je tijd anders te besteden. Er zijn talloze andere manieren om je verhaal te delen. Maar als je gemotiveerd bent om een boek te schrijven en maar enkele vaardigheden mist, dan zou ik je willen aanraden om op zoek te gaan naar de mensen die je kunnen helpen om ze te leren. Volg een cursus of laat je helpen door een uitgeverij.

Kom op, je kunt het.

Bedenk eens een woord

Bedenk eens een woord

Door je eigen woorden te bedenken voor je boek, scherp je je eigen gedachten aan en snapt je lezer beter wat je bedoelt.

Soms schieten bestaande woorden tekort om precies uit te leggen wat je bedoelt. Stel, je schrijft een boek over leiderschap en je wilt uitleggen dat veel managers te schijterig zijn om moeilijke beslissingen te nemen. Dan kun je natuurlijk schrijven dat je ze schijterig vindt, maar ja, dat klinkt zo, schijterig. Je pakt de Dikke Van Dale erbij, en het Groot Synoniemenwoordenboek, maar je kunt de ideale omschrijving niet vinden. Dan is er nog een oplossing: bedenk gewoon je eigen woord. Knopenlopers, achterbankbukkers, simpelkijkers, lafpakken?

Het bedenken van zo’n woord is niet alleen leuk voor de lezer, die nu hopelijk beter begrijpt wat jij bedoelt, maar het is ook een goede oefening voor jezelf. Je dwingt jezelf om na te denken over wat je precies bedoelt. Schijterig, bang, terughoudend, ongeïnteresseerd: wat wil je eigenlijk zeggen over managers?

Belastinghalers

Auteur Klaas Mulder bedacht voor zijn nieuwe boek Foutje moet kunnen, dat deze week bij onze uitgeverij verschijnt, allerlei nieuwe woorden. Ze zijn niet alleen informatief: er zit veel emotie in zijn boek, en de woorden drukken goed uit wat zijn gevoel is bij zijn kritische visie op de rol van de overheid. Zo schrijft hij over de trias belastica (de drie partijen die rond de schatkist dansen), kwasitatieve uitspraken (die een beetje onderbouwd zijn) en belastinghalers (professionals die het geld van de belastingbetaler uitgeven).

Mulder bedacht ook verschillende begrippen en afkortingen. Zo zet hij vraagtekens bij VOSMA (voor ons soort mensen acceptabel: keuzes van publieke beslissers die voor henzelf acceptabel zijn) en NULAB (Niet Uit te Leggen Aan Burgers: oplossingen die fataal zijn voor het vertrouwen in de politiek).

Geldgummer

Journalist en kunstenaar Frank Scheers heeft het bedenken van woorden zelfs tot een kunst verheven: hij doet aan Wordpaintisme. Hij noemt dit een nieuwe abstracte kunstvorm, waarbij niet de verf het schilderij abstract maakt, maar de woordkeuze. Scheers wil de kijkers laten nadenken over nieuwe woorden en zinnen en hen een eigen invulling laten bedenken, zoals kunst in feite werkt. Frank heeft de afgelopen jaren naar eigen zeggen meer dan duizend woorden bedacht, zoals darmetiquetteservetje, geldgummer, plintheffer, tafeltoerist en talloze anderen.

Ik ga het in elk geval wat vaker proberen, mijn eigen woorden bedenken. En ik ben benieuwd naar jullie persoonlijke woorden.

De magie van een pond papier

Niets straalt zoveel autoriteit uit als een boek. Je eigen managementboek is dan ook onmisbaar als je als dienstverlener een klant wilt overtuigen van je kwaliteiten.

Als consultant, trainer of manager heb je een lelijke handicap als je je diensten probeert te slijten: niemand kan aan je blauwe ogen zien of je goed bent in je vak. Je kunt niets laten zien; je bent een bakker zonder brood, een kapper zonder schaar. De gladste keukenverkoper heeft het nog makkelijker: je telt je vingers na als je zijn hand schudt, maar omdat hij jouw droomkeuken in de showroom kan laten zien, vertrouw je er toch op dat het goed gaat komen. Dat voordeel heb je niet als adviseur: je bent volledig afhankelijk van je vlotte babbel en positieve aanbevelingen. Tenminste, dat denken de meeste mensen. Er is echter een beproefde manier om aan te tonen hoe goed je bent: schrijf een boek.

Knikkende knieën

Zodra mensen iemand ontmoeten die autoriteit uitstraalt, krijgen ze knikkende knieën. Hun argwaan verdwijnt als sneeuw voor de zon. Autoriteit kun je op allerlei manieren bereiken, bijvoorbeeld door het dragen van de juiste kleding. Bij de meeste mensen heeft een (mantel)pak of een witte doktersjas een drogerend effect op hun beoordelingsvermogen. Ze kunnen plotseling niet meer kritisch nadenken en knikken ja op elke vraag. Kleding werkt, maar het effect haalt het niet bij dat van een boek.

Als je bij de kennismaking met een klant je eigen managementboek kunt overhandigen, dan kun je zorgeloos in kilt of lederhosen verschijnen, je klant heeft alleen nog oog voor jouw boek. In een oogopslag verander je van een overbetaalde consultant in een respectabele deskundige die zo genereus is geweest om tijd vrij te maken.

Podium

Overdreven? Geenszins. Ik heb nog geen auteur ontmoet wiens managementboek niet dit magische effect had op zijn klanten. En het effect is in mijn ogen ook verdiend. Het is namelijk vrijwel onmogelijk om een manuscript van vijftigduizend woorden te schrijven dat louter onzin bevat; bij het schrijven van je boek word je gedwongen om alles wat je weet kritisch te herkauwen en ontstaan er als vanzelf nieuwe ideeën, zelfs als je er niet naar op zoek zou zijn. Er zijn natuurlijk kwaliteitsverschillen, maar de prestatie blijft indrukwekkend. Net als de hardloper die als laatste binnenkomt bij de marathon belandt niet elke schrijver op het podium, maar hij heeft evenveel meters afgelegd als de nummer één.

Ongelooflijk. Dit is het persbericht dat elke journalist wil lezen

Over elk boek dat we als uitgeverij publiceren, sturen we een persbericht naar de media. Voor de auteurs is dat een veelbelovend moment: nu gaat het gebeuren! Maar meestal gebeurt er niets. De hoogtijdagen van het persbericht zijn voorbij.

Het persbericht heeft voor auteurs nog altijd een magische klank. De beknopte en aantrekkelijke beschrijving van hun boek moet de deuren openen naar het grote publiek. Op redacties door het hele land zullen nieuwsgierige journalisten de mail met het persbericht met bevende handen openen en er tijdens de redactievergadering over vechten: wie schrijft dit verhaal, wie mag de auteur als eerste interviewen? Wordt het de opening van de krant, de radio-uitzending of het journaal?

Helaas, die tijd is voorbij. Volgens mij bereik je nog eerder een journalist als je het persbericht opvouwt en het als een papieren vliegtuigje uit het raam gooit. Het persbericht heeft meer status dan ooit, doordat we ons allemaal zo bewust zijn geworden van het belang van marketing en communicatie, maar het heeft ook minder effect dan ooit, hoe aantrekkelijk het ook is geschreven, hoe sexy de kop boven het persbericht ook is.

Een schoenendoos per dag

Ik begon mijn carrière vijfendertig jaar geleden als financieel-economisch journalist bij kranten en tijdschriften. Ik herinner me hoe op de redactie van een landelijke krant elke ochtend de post werd afgeleverd. Het was toen op de redactie binnenland niet meer dan een schoenendoos vol brieven per dag, en als jongste bediende had ik de dankbare taak om de krenten eruit te pikken. Dat was niet zo moeilijk: je zocht gewoon naar de belangrijkste en de gekste persberichten, en die klus was binnen een kwartier wel geklaard. Die tijd is voorbij.

Ik ben eens gaan rondvragen. Alleen al op de boekenredactie van de Volkskrant komen er elke dag tot honderd persberichten binnen. De voltallige redactie ontvangt dan waarschijnlijk een veelvoud daarvan. Bij de redactie van BNR komen elke dag al vlug driehonderd persberichten binnen, en de redacteur die ze voor mij zit te tellen, moet erkennen dat ze lang niet allemaal worden bekeken. Het zijn er gewoon te veel. De vierkoppige redactie van het populaire radioprogramma Spijkers met Koppen heeft hetzelfde probleem. Daar komen elke dag een kleine honderd persberichten binnen. Deze worden vluchtig doorgenomen, maar veel berichten belanden ongelezen in de digitale prullenbak.

Fruit verkopen bij McDonalds

Als je bedenkt dat de informatiestroom richting journalisten de afgelopen decennia explosief is gestegen, vooral door de opkomst van internet en sociale media, dan kun je je voorstellen dat het persbericht slechts een marginale rol speelt in de keuze van journalisten om voor het ene, of voor het andere onderwerp te kiezen.

En dan heb ik het nog niet over het feit dat voor het gros van de media, met name de algemene media, het zoveelste managementboek over projectmanagement volstrekt oninteressant is. Je kunt nog beter fruit gaan verkopen voor de ingang van McDonalds.

Wat werkt wel?

De ontwikkelingen die het persbericht de nek hebben omgedraaid, bieden tegelijkertijd de oplossing voor iedere auteur die zijn boek onder de aandacht wil brengen. Sociale media bieden geweldige kansen. Ga maar na: je hebt als auteur waarschijnlijk al vlug vijfhonderd contacten via LinkedIn, Facebook, Twitter en Instagram. Als je erin slaagt om die vijfhonderd mensen te mobiliseren en hen ertoe aan te zetten om jouw nieuws te delen met de vijfhonderd mensen in hun netwerk, dan bereik je 250.000 mensen.

Dus vertrouw niet blindelings op dat persbericht, en steek je energie in het enthousiasmeren van je eigen achterban, dat is veel effectiever. Stel vragen tijdens de research, deel je ervaringen tijdens het schrijven, betrek je netwerk bij de keuze voor de cover van je boek, maak een video tijdens de unboxing van het eerste exemplaar van je boek. Nieuws, dat maak je tegenwoordig zelf, daar kan geen persbericht tegenop.

Jij mag ook een boek schrijven. Maar eerst je bord leegeten

Er verschijnen niet te veel boeken, er zijn slechts te weinig uitgevers. Auteurs staan te springen om hun boek te publiceren, maar ze kunnen slechts met moeite een uitgever vinden. Een gat in de markt.

Je hoort Marco Borsato nooit klagen dat hobbyzangers op zaterdagavond met hun vrienden karaoke gaan zingen op zijn nieuwe hit. Het maakt hem niet uit dat al deze Marco’s vals zingen en de tekst niet kennen, want het staat zijn succes niet in de weg. Integendeel: er wordt gezongen op zijn toptienhits, dus profiteert hij er louter van.

Je hoort de Britse kunstenaar Banksy ook nooit klagen dat er in huiskamers en op zolders zo veel wordt geschilderd, geboetseerd en getimmerd. Het lijkt hem eerder te hebben geïnspireerd om zelf geen elitaire kunst te produceren en techniek in te ruilen voor visie, wat nu eenmaal moeilijker te kopiëren is. 

Maar als het om boeken gaat, loopt iedereen te hoop tegen de populariteit van het medium.

Eerst je bord leegeten

Steeds meer mensen schrijven een boek, en ik hoor regelmatig dat dat nou maar eens moet stoppen. Deze zomer lieten grote uitgeverijen weten dat ze het niet meer aankonden: ze hadden een manuscriptenstop ingelast. Tussen de regels door hoorde ik de uitgevers zeggen: jij mag ook een boek schrijven, maar eerst moet je je bord leegeten. Eerst een slechte jeugd, dan naar het gymnasium, dan Nederlands studeren, dan publiceren in literaire tijdschriften, en dan zullen we nog wel eens zien.

Vrij land

Gelukkig wonen we in een vrij land. Iedereen die de behoefte voelt om zijn successen als sportvisser, zijn ervaringen als gokverslaafde of zijn kijk op projectmanagement te delen, mag dat. Ik heb niet het gevoel dat ze er iemand mee dwarszitten. Topauteurs niet, want ondanks het enorme aanbod zijn hun boeken zo te vinden dankzij alle boekbesprekingen en online zoekmogelijkheden. En ook de uitgevers niet, want dankzij het enorme aanbod zouden hun kansen juist moeten stijgen. 

Te weinig uitgevers

Als je het mij vraagt, zijn er niet te veel schrijvers, maar te weinig uitgevers. Mensen staan te springen om hun boek te publiceren, maar ze kunnen slechts met moeite een uitgeverij vinden. Als uitgever van managementboeken krijg ik zelfs romans, kookboeken en poëzie aangeboden. Waarom kunnen de auteurs van deze boeken nergens terecht? Wie slim is, begint een uitgeverij en omarmt al die boekvluchtelingen.

Het stille leed van de boekenredacteur

Daar zit hij dan, de redacteur, in een stoffig hoekje van de uitgeverij. Niemand brengt hem een kopje koffie, niemand waardeert zijn inzet. Tijd voor een ode aan de eenzame held van het boek.

Als je goed kijkt, pik je hem er zo uit op straat, in de file en in de trein. Je herkent de boekenredacteur moeiteloos aan zijn gebogen schouders en zijn gefronste wenkbrauwen. Die gebogen schouders zijn te wijten aan het gebrek aan waardering. Gezien zijn belang voor het geschreven boek verdient hij louter complimenten, maar als hij zijn vinger opsteekt krijgt hij slechts nieuwe manuscripten toegeworpen. De gefronste wenkbrauwen zijn het gevolg van zijn chronische gepieker over zijn auteurs en hun teksten. Het leven van een redacteur is zwaar, en een bescheiden ode aan zijn rol in de literatuur is op zijn plaats.

Biechtvader en sergeant

Wat doet een redacteur? Zijn takenpakket verschilt per uitgeverij, maar bij ons komt de redacteur in beeld als er een overeenkomst is gesloten met een auteur. De redacteur, bij ons ook bekend als Susan van Ass, heeft vervolgens twee primaire taken: de auteur begeleiden bij het schrijven van zijn boek en het verbeteren van teksten.

In zijn rol van begeleider is de redacteur biechtvader en sergeant ineen. Hij moet de auteur enthousiasmeren als deze in de put zit als gevolg van een echtscheiding, puberende kinderen, stress op het werk of de naderende deadline. De ene keer geeft de redacteur een aai over de bol, de andere keer een draai om de oren.

Op een dag arriveert het manuscript, veelal te laat en twee keer dikker dan verwacht. Dan spuugt de redacteur in zijn handen en begint een race tegen de klok. Om te beginnen beoordeelt de redacteur het manuscript en beschrijft in een leesverslag wat er goed is en wat er beter kan. Als de auteur de adviezen uit het leesverslag in zijn manuscript heeft verwerkt, dan duikt de auteur zelf in het manuscript en zet de puntjes op de i.

Ten slotte stuurt hij het manuscript naar de corrector en kan hij beginnen aan het volgende boek.

Liefdevolle blik

Er zijn veel factoren die een rol spelen bij het succes van een boek, maar een goed verhaal is natuurlijk de belangrijkste. Daarbij is de inzet van de redacteur onmisbaar. Veel boeken zouden nooit zijn verschenen, of op z’n minst onleesbaar zijn als een redacteur er niet met zo veel liefde aan had gewerkt. Kom je dus een redacteur tegen in het wild, denk dan aan zijn zware bestaan en werp hem een liefdevolle blik toe.

Een moord extra levert weinig op

In een thriller levert een extra moord door de seriemoordenaar weinig op. Na een handvol moorden weet de lezer het wel. Voor auteurs van managementboeken geldt hetzelfde: je kunt ook te veel uitweiden.

Weet iemand hoeveel moorden Hannibal Lecter heeft gepleegd als seriemoordenaar? Ik moest het opzoeken, en het viel eigenlijk wel mee. Het is niet het aantal moorden dat mij van Lecter is bijgebleven, maar meer het karakter van de moordenaar, door schrijver Thomas Harris subtiel beschreven en door Anthony Hopkins subtiel gespeeld. Minder is meer.

Voor veel auteurs van managementboeken is niet subtiliteit maar herhaling het populairste stijlmiddel om de lezer te overtuigen. Dat werkt echter niet. Met nog meer argumenten en nog meer voorbeelden bereik je vroeg of laat een grens waarna de lezer afhaakt. Na twintig glazen champagne, een kilo kaviaar en vijf kreeften snakt zelfs de grootste fijnproever naar stamppot.

Taal zonder stropdas

Als herhaling niet werkt, wat dan wel? Het antwoord is taal. Met de juiste woorden kun je even overtuigend zijn als Anthony Hopkins met zijn lichaamstaal. Hopkins had ook een Oscar gekregen als hij in zijn rol maar één mens had opgegeten.

Verspil als auteur geen onnodige tijd aan het opsommen van argumenten, feiten en voorbeelden, en steek die tijd liever in het polijsten van je woorden. En nee, ik heb het hier niet over hoogdravend taalgebruik waarmee je punten kunt scoren bij Scrabble of Wordfeud. In de woorden van Stephen King: ‘Taal hoeft niet altijd een stropdas te dragen of gestrikte schoenen.’ Maar taal moet wel overtuigen, enthousiasmeren en verleiden. En ja, dat kost tijd, maar als we nou afspreken dat je de omvang van je boek halveert, dan hou je voldoende tijd over.

Hoeveel boeken passen er in de top tien?

Voor de meeste mensen is dit een eenvoudig raadsel, maar auteurs hebben er vaak moeite mee. Volgens hen is het antwoord elf.

Als je managementboek binnenkort verschijnt, dan droom je natuurlijk dat je boek in de top tien komt. Want laten we eerlijk zijn, hoe vaak gebeurt het nou dat er zo’n fan-tas-tisch boek over dit onderwerp is verschenen. Als enkele maanden na de publicatie langzaam maar zeker het besef doordringt dat het misschien niet gaat gebeuren, dan kun je het maar moeilijk accepteren. Onbegrijpelijk, denk je stiekem, dat dat niemendalletje over projectmanagement zo goed scoort. En dat flutboek over reorganiseren, dat zal de auteur zelf wel hebben opgekocht.

De frustratie van de debuterende auteur is begrijpelijk. Als je net een half jaar hebt opgeofferd aan het schrijven van een boek, dan is het onverteerbaar dat andere boeken populairder zijn dan dat van jou. Maar helaas passen er maar tien boeken in de top tien.

Niemand wil achteraan bungelen

Voor managementboekauteurs is de ranglijst van online boekhandel managementboek.nl toonaangevend. Auteurs van managementboeken houden nauwlettend bij op welke plek hun boek staat. Iedereen wil in de top tien staan, maar niemand wil achteraan bungelen in de lijst.

De behoefte om te winnen is begrijpelijk, maar je doet jezelf er onnodig pijn mee. Er zijn namelijk maar drie goede redenen waarom boeken in de top tien staan, en die hebben niet per definitie te maken met hun superieure kwaliteit.

Succesvolle boeken zijn vaak nieuwe boeken, waarvan in de eerste periode na de publicatie bovengemiddeld veel exemplaren worden verkocht. Ze belanden dan voor korte tijd in de top tien. Soms staan ze na een half jaar niet eens meer in de top duizend. Succesvolle boeken worden daarnaast vaak in de eerste periode actief gepusht door de auteur en de marketingmensen om hem heen, waardoor een substantieel deel van de markt vlug verzadigd raakt. Ook deze boeken raken na enige tijd in de vergetelheid. Wat overblijft, zijn de echt populaire boeken. Maar let op: dat zijn dus niet per definitie de beste boeken.

Haute couture

Jij hebt natuurlijk wel een goed boek geschreven, maar bedenk dat er maar een beperkte markt is voor haute couture. Als je boek dan ook nog eens over een populair onderwerp gaat, dan moet je bedenken dat er nu eenmaal veel concurrentie is. En als het daarentegen over een niche-onderwerp gaat, dan moet je bedenken dat er maar een beperkt publiek is.

Vergeet die top tien, bedenk liever een alternatieve definitie van succes en trakteer jezelf op champagne als je bijvoorbeeld meer dan vijf positieve recensies hebt ontvangen, als je omzet tien procent is gestegen of als je meer dan drie uitnodigingen hebt ontvangen voor lezingen.