Skip to main content

Tag: Bloggen

Mag Sarah jouw socials schrijven?

Wat zou George Orwell hebben gevonden van AI-bots die je teksten voor sociale media schrijven? ‘Het enige verlangen dat eruit spreekt is het spekken van de eigen bankrekening.’

Ik las deze week dat een start-up zijn teksten op sociale media laat schrijven door Sarah. Sarah is geen mens maar een AI-bot, ontwikkeld door Typetone. Geestelijk vader Sjoerd de Kreij van dit techbedrijf verwoordde de voordelen van zijn chatbot als volgt in de Volkskrant: ‘Sarah ontzorgt als een medewerker voor de prijs van een stagiair.’ Als ik weer zo’n bericht over kunstmatige intelligentie lees waarin het einde der tijden wordt aangekondigd, dan denk ik altijd: wat moet ik daar nou weer van denken. Gelukkig dacht ik direct aan George Orwell, aan wie je het formuleren van een mening altijd zorgeloos kon overlaten. 

Als Orwell nog had geleefd, dan had hij over dit nieuws ongetwijfeld een even kritisch als welluidend essay geschreven. Je kunt je zijn reactie moeiteloos voorstellen omdat hij veel over taal en schrijven heeft geschreven, bijvoorbeeld in zijn essay Why I write uit 1946. Het betoog in dit essay geeft volgens mij voldoende aanknopingspunten om Orwells reactie te bedenken op het inzetten van AI voor je sociale media. 

Orwell beschrijft vier motieven die volgens hem alle schrijvers inspireren: 

Puur egoïsme

Hiermee bedoelt Orwell de wens om slim over te komen, overgeleverd te worden aan de toekomst, en invloed en erkenning te krijgen. Op het eerste gezicht scoort de ondernemer die Sarah inzet hoog op de egoïsmeschaal. Je kunt goede sier maken met teksten die Sarah voor je heeft geschreven. Orwell zou zich echter afvragen hoe houdbaar deze status is. Het is namelijk Sarah die de teksten schrijft, met de inhoud heeft de creditcardhouder die het abonnement op Sarah betaalt niets te maken. Het doet me denken aan marathonloper Rosie Ruiz die tijdens de Boston Marathon in 1980 werd uitgeroepen tot winnaar van de vrouwen. Later bleek dat ze het grootste deel met de metro had gereisd. 

Esthetische geestdrift 

Dit motief gaat over de waardering voor de schoonheid van woorden en de drang om ervaringen en beelden op een esthetisch bevredigende manier te creëren. Hier zou Orwell weinig mooie woorden aan vuil maken, daarvoor zijn de teksten van AI-chatbots nog te onaantrekkelijk. Zowel Sarah als haar opdrachtgever lijken weinig waarde te hechten aan esthetiek. 

De historische prikkel

In de visie van Orwell heb je als schrijver de wens om met je teksten de feiten vast te leggen, de waarheid te vinden en te bewaren. AI-systemen zijn natuurlijk heel deskundig in het vinden van feiten, maar ze vinden niet zelden de verkeerde en ze zijn nog niet betrapt op het vinden van nieuwe, niet eerder ontdekte feiten. Ook door een historische prikkel lijken Sarah en haar gebruikers niet te worden gemotiveerd. Ze zijn niet op zoek naar de waarheid, maar naar klanten. 

Politieke doeleinden

Hieronder verstaat Orwell het verlangen om de wereld te veranderen naar een ideaalbeeld, het streven om ideeën en meningen een bepaalde richting op te sturen. Dit verlangen lijken alle Sarah’s te ontberen: ze zijn juist politiek correct en conformeren zich daarmee aan het wereldbeeld dat de minste kritiek oplevert in een samenleving. Het enige verlangen dat eruit spreekt is het spekken van de eigen bankrekening. Het creëren van een mooiere wereld, de belangrijkste motivatie van socialist Orwell, heeft geen prioriteit.

Ik denk dat ik het wel eens ben met Orwell: Sarah en haar opdrachtgevers worden niet gedreven door idealistische motieven, maar louter door economische motieven. Juist daarom juich ik de inzet voor ‘sociale’ media niet toe; dat zijn in mijn ogen toch teksten die een menselijke hand vereisen om sociaal te kunnen zijn. Net als boeken, zou Orwell zeggen, die in tegenstelling tot Sarah nooit opschepte over zijn werk, maar daarentegen hard oordeelde over zijn literaire nalatenschap: ‘Als ik het werk dat ik geschreven heb doorkijk, zie ik dat ik onveranderlijk levenloze boeken heb geschreven, waar het ontbrak aan politieke gerichtheid, daar heb ik me laten verleiden tot fraaie zinswendingen, passages zonder inhoud, decoratieve adjectieven en in het algemeen onzin.’ Aldus Orwell, de auteur van meesterwerken als Down and out in London and ParisAnimal Farm en 1984. Zou Sarah op een dag ook zo kritisch terugkijken op haar prestaties? 

PS De vertaling uit de laatste alinea is uit de essaybundel Waarom ik schrijf van De Arbeiderspers uit 2020, vertaald door Olaf Brenninkmeijer, Lore Coutinho, Martin Schouten en Arie Storm. 

Delete of niet

Kill your darlings is wreed en onnodig. Je mag je favoriete teksten en ideeën gewoon bewaren, op een dag ben je blij dat je ze niet hebt vermoord. 

Ik ben een digitale hamsteraar. Fysieke spullen die ik niet meer nodig heb, gooi ik zorgeloos weg, maar van digitale informatie kan ik geen afstand nemen. En waarom zou ik ook. Alles wat ik ooit heb geschreven, neemt in de cloud amper een schapenwolkje in beslag. 

Ik bewaar niet alleen kant-en-klare teksten, ik bewaar ook alle letters die van mijn bureau vallen als ik aan het schrijven ben. Want als ik schrijf, ben ik de hele tijd aan het schrappen. Veel tekst verdwijnt dan voor eeuwig met een druk op de delete-knop, maar al het literaire zaagsel waarvan ik denk dat het nog eens van pas kan komen bewaar ik, want je weet maar nooit. 

Volgens mij doe je jezelf en je lezer om twee redenen een groot plezier met het bewaren van ongebruikte teksten. De eerste reden is ongetwijfeld de belangrijkste: door overtollige teksten te schrappen, bespaar je de lezer veel tijd en ergernis. Hij hoeft zich in jouw boek niet door dicht struikgewas te worstelen dat jij hebt laten groeien. Met je digitale kapmes kun je de weg voor hem effenen en er zo voor zorgen dat je lezer snel en comfortabel zijn eindbestemming bereikt. Ik weet het, het is soms pijnlijk om belangrijke feiten of indrukwekkende cases te schrappen, maar als ze geen functie hebben in je boek moet je streng zijn: weg ermee. De Amerikaanse hoogleraar Edgar Dale ontdekte dat we slechts 10 procent onthouden van wat we lezen. Je kunt er dus maar beter voor zorgen dat je tekst zo min mogelijk ruis bevat, zodat je lezer onthoudt wat er volgens jou echt toe doet. 

De tweede reden om ongebruikte teksten te archiveren is dat de informatie die je hebt verwijderd en bewaard later nog van pas kan komen. Je bevindt je in goed gezelschap, recyclen is populair. Als koks bieten gebruiken, gooien ze de restjes niet meer weg, maar maken ze er een puree van. Als Taylor Swift een album maakt, bewaart ze ongebruikte songs voor later. Ze noemt deze songs haar vault tracks. Modeontwerpers grijpen continu terug op oude trends. Ook schrijvers hergebruiken oude teksten en ideeën. Thrillerschrijver Stephen King beschrijft in zijn onvolprezen boek On writing hoe hij oude ideeën, scenes, personages en verhaallijnen hergebruikt. In het boek adviseert King schrijvers om een ​​‘ideeënboek’ bij te houden. Hij vindt het zelfs waardevol om ideeën niet direct te gebruiken, maar ze te laten rijpen. Kom er later op terug, schrijft King, en kijk of je er nog steeds enthousiast over bent.

Hoe begin ik een zin?

Het is helemaal niet makkelijk, een zin schrijven. Waar moet je beginnen?

Waar gaan we dit jaar naartoe op vakantie? Wordt het Frankrijk, Uruguay, Finland, Italië, Canada, Nieuw-Zeeland, de Ardennen, Spanje, Bali, Limburg, Griekenland, Portugal, Peru, Marokko, Texel, Kenia, Noorwegen, Thailand, Japan, IJsland, Vietnam, Oostenrijk, Zeeland, de Verenigde Staten, Zuid-Afrika, Sri Lanka, Botswana of Egypte? En wordt het een cultuurvakantie, een wandelvakantie, een zeilvakantie, een fietsvakantie, een culinaire vakantie, een cursusvakantie, een kanovakantie, een luiervakantie, een fotografiereis, een wellnessvakantie, een stedentrip, een wintersportvakantie, een kampeervakantie, een yogaretraite, een paardenvakantie, een survivalvakantie, een duikvakantie, een safarivakantie of een cruisevakantie? 

Het aantal keuzes dat je elke dag moet maken, is duizelingwekkend. Uit onderzoek van hoogleraar psychologie Ap Dijksterhuis uit 2015, blijkt dat Nederlanders ongeveer 22.000 keuzes per dag maken. Dijksterhuis en zijn onderzoekers lieten hiervoor 150 mensen gedurende twee weken een dagboek bijhouden waarin ze alle keuzes opschreven die ze maakten. Het aantal van 22.000 verbaast me niet. Ik krijg al kortsluiting als ik in de supermarkt rijst moet kiezen: Albert Heijn verkoopt 231 soorten rijst van 46 merken. En dan te bedenken dat geen van de respondenten bezig was met het schrijven van een boek. Het aantal keuzes stijgt namelijk exponentieel als je voor een beeldscherm plaatsneemt en aan een zin begint. 

In de (dikke) Van Dale staan ongeveer 250.000 woorden. De grammatica van het Nederlands dicteert dat zinnen over het algemeen beginnen met een onderwerp of een bijwoordelijke bepaling, maar in principe zou elk woord uit de Van Dale als eerste woord van een zin kunnen fungeren. En het aantal woordcombinaties is helemaal onvoorstelbaar. Ik kwam op een schatting van een 1 met 194 nullen. 

En daar zit je dan, met je letters en cijfers, punten en komma’s. Waar moet je beginnen? 

Geen idee

George Miller, een veelgeprezen psycholoog die zich vrijwel zijn hele carrière heeft beziggehouden met taal was heel cynisch over onze kennis over het mechanisme van de denkende mens: ‘We weten niet waarom we zeggen wat we zeggen. We weten niet waarom we begrijpen wat we horen.’ Aan wetenschappers als Miller heb je dus niets, en ik vrees dat ik zelf ook niet weet hoe je de juiste woorden kunt kiezen om de zin te schrijven die zegt wat jij wilt zeggen. Ik zit hier te schrijven en ik verbaas me over de woorden die op mijn beeldscherm verschijnen. Ik zie mijn vingers over het toetsenbord bewegen, maar ze lijken een eigen wil te hebben. Ze schrijven niet wat ik bedenk, ze bedenken zelf wat ik schrijf. 

Wat ik wel weet, is wat mij helpt om dit raadselachtige proces op gang te brengen: ik begin gewoon met schrijven. Al is het onzin, het is in elk geval een zin. Zwalkend door het woordenboek van mijn geheugen vind ik vroeg of laat een ritme en lukt het om de juiste woorden te kiezen en de verkeerde te schrappen. Voordat je denkt dat ik maar wat aanrommel: deze aanpak wordt ook wel freewriting genoemd. Het is een techniek (familie van brainstorming) die je helpt om je gedachten ongeremd op papier te zetten zonder jezelf te censureren. Probeer het eens, in het slechtste geval levert het niets op, maar heb je toch wat geschreven. 

Stijlvol schrijven, met je gulp dicht

Wil je aantrekkelijker schrijven? Begin dan met het omarmen van saaie taalconventies. Het is niet anders. 

Mijn collega’s en ik hebben regelmatig iets te klagen over de schrijfstijl van een auteur. Dan krijgen we vaak de vraag hoe het beter kan. Met zo’n vraag staan wij natuurlijk direct met onze mond vol tanden, want een antwoord is niet makkelijk te geven. Er zijn ontzettend veel factoren die een rol spelen. Om maar een voorbeeld te geven: zelfs de situatie waarin de lezer je boek leest, speelt een rol bij de beleving van jouw schrijfstijl. Het is net als met die fles wijn die op vakantie in Italië heerlijk smaakte, maar thuis lelijk tegenviel. 

Maar laat ik geen smoezen bedenken en gewoon een antwoord proberen te geven op de vraag. Om misverstanden te voorkomen: ik beschrijf hier de kenmerken van een tekst die als stijlvol wordt ervaren. Dat is wat anders dan streven naar een tekst met een persoonlijke stijl. Aantrekkelijk schrijven begint in mijn ogen met stijlvol schrijven, en een persoonlijke stijl is iets dat je na verloop van tijd, bewust of onbewust, ontwikkelt. Vergelijk het maar met kleding: ik probeer te beschrijven hoe je je zo kunt kleden dat andere mensen dat als aantrekkelijk ervaren; smart casual bijvoorbeeld. Stijlvolle kleding en stijlvolle teksten zijn in mijn ogen zo gekozen dat ze sociaal geaccepteerd zijn en daarmee de communicatie bevorderen – en daar was het je toch om te doen?

1. Geen inhoud zonder stijl

Sommige mensen kunnen niet anders dan aantrekkelijk schrijven. Ze schudden moeiteloos de ene na de andere aantrekkelijke zin uit hun mouw. Voor gewone mensen zoals ik is het schrijven van een aantrekkelijke tekst gewoon hard werken. Schaam je niet als je uren zit te puzzelen om een aantrekkelijke alinea te schrijven. Je doet exact hetzelfde als professionals als Ilja Leonard Pfeijffer, Claudia de Breij en Sacha Bronwasser. 

In mijn ogen is er in de taal een asymmetrische relatie tussen inhoud en vorm. Vorm kan prima zonder inhoud, zoals gedichten laten zien, maar inhoud kan niet zonder vorm. Denk daarom niet alleen na over de inhoud van je boek, maar ook en bovenal over de stijl. 

2. Schrijf zonder opsmuk

Gebruik geen overbodige woorden of ingewikkelde zinnen. Schrijf zo eenvoudig mogelijk. Vaktermen, moeilijke woorden en ingewikkelde zinsconstructies zijn soms nodig, maar gebruik ze alleen als ze functioneel zijn en besteed dan extra aandacht aan je formulering. 

3. Maak geen taalfouten

Je kunt nog zo eigentijds gekleed zijn, als je gulp openstaat, loop je toch voor gek. Hetzelfde gebeurt door spelfouten, verkeerde interpunctie en typo’s: jij en je boodschap worden niet of minder serieus genomen. Je mails en manuscripten moeten zo gepolijst zijn dat de lezer moeiteloos over de tekst glijdt. 

4. Componeer kraakheldere zinnen

Een traditionele zin begint met een onderwerp, daarna volgt de persoonsvorm en ten slotte de rest van de zin: de auteur schrijft een boek. Het is prima om bij de compositie van een zin af te wijken van dit soort regels, maar doe dat alleen bewust, spaarzaam en met een helder doel. Wil je alleen spreektaal gebruiken? Zoek dan luisteraars in het café en laat het schrijven voor lezers over aan anderen. 

5. Ruim je boek op 

Niet alleen zinnen, maar elk onderdeel van je tekst moet kraakhelder gestructureerd zijn; ook alinea’s, paragrafen en hoofdstukken. Heeft elk onderdeel een helder onderwerp? Zijn alle onderdelen logisch met elkaar verbonden; is het wellicht nodig om overgangen te gebruiken om van de ene gedachte naar de andere te gaan? Met een logische en herkenbare structuur voorkom je dat de lezer verdwaalt tijdens het lezen, en dat je zelf verdwaalt tijdens het schrijven. 

6. Schrijf levendig en actief

Houd je aan conventies die bewezen effectief zijn, maar voorkom dat je tekst stoffig wordt. Gebruik voldoende eigentijdse woorden, originele zinsconstructies en varieer bijvoorbeeld met je zinslengte. Zoek woorden en zinsconstructies met aantrekkelijke klanken en ritmes. Lees je tekst eens hardop om dit te controleren. 

7. Schrijf (een beetje) beeldend 

Beeldende taal kan je tekst interessanter en begrijpelijker maken. Vergelijk een economische formule met een recept (‘de ingrediënten van deze formule heeft iedereen in huis’) en een dwarse medewerker met een puber (‘je vraagt je na elke deadline af waarom hij zijn huiswerk niet af heeft’). Ook hiervoor geldt echter dat matigheid het effect bevordert: te veel beeldspraak is even ongezond als te veel friet. 

Volgens mij heeft de Nederlander een hekel aan braaf. Schrijven zonder taalfouten? Braaf. Je zinnen zorgvuldig componeren? Schools. Ik snap het wel, maar volgens mij is de angst om als saai te worden gezien (door je te houden aan taalconventies) een denkfout. Door taal te gebruiken die iedereen begrijpt, schep je juist een band met de lezer, die je vervolgens kunt gebruiken om je ideeën over te brengen. Daar is niets saais aan. Wil je opvallen? Schrijf je tekst dan als een little black dress, dan vallen je oorbellen beter op.

Tien tips voor een perfecte first date met een uitgever

Je wilt een geweldig idee voor een boek naar een uitgeverij mailen. Hoe zorg je ervoor dat die mail ook wordt gelezen?

Ik ontvang bijna elke dag een mail met een boekvoorstel of een manuscript. Van een deel van deze mails open ik niet eens de bijlage. Wat had ik anders kunnen doen na het lezen van de volgende tekst:

eind jaren 90 heb ik tijdens mijn universitaire studies, het begrip( mede door behulp van mijn oom die toen een adviesbureau had) marketing volledig beschreven en gedefinieerd, met onwaaarschijnlijke felicitaties van de jury. Mijn promotor porde me aan hiervan een boek te maken maar spijtig genoeg nooit gedaan

nu, heb ik het werk (om legio redenen) volledig herschreven en geactualiseerd en vervolledigd nav gewijzigde maatschappelijke omstandigheden

het is een totaalwerk geworden, kan ik uit de grond van mijn hart zeggen

bent u geinteresseerd? 

Ik heb de auteur vriendelijk geantwoord dat de begeleidende mail onvoldoende vertrouwen gaf om het manuscript te lezen. Helaas is deze mail geen unicum. Een op de tien mails van geïnteresseerde auteurs is even onleesbaar als de voorgaande tekst, drie bevatten veel fouten, drie zijn acceptabel en drie zijn goed (maar zelden foutloos). Mijn collega’s en ik kunnen ons daar erg over verbazen. Zouden deze auteurs ook naar een eerste date gaan zonder aandacht te besteden aan hun uiterlijk? Steken ze dan ongevraagd een sigaret op, peuteren ze omstandig in hun neus en willen ze meteen kussen?

De woorden maken het verschil

Waarom besteden mensen zo weinig aandacht aan de taal van een persoonlijk bericht? Nota bene een bericht waarmee ze aandacht vragen voor een boek aan een uitgever?

Eeuwen geleden besteedden de meeste schrijvers amper aandacht aan de schrijfwijze van hun teksten, omdat er nu eenmaal nog geen overeenstemming was over een ‘juiste’ schrijfwijze. William Shakespeare trok zich weinig aan van spellings- en grammaticaregels, om de eenvoudige reden dat die er amper waren in een tijd dat nog maar weinig mensen konden lezen en schrijven. Inmiddels is echter van elk woord bekend hoe het geschreven moet worden en voor elke zin is er een formule die voorschrijft in welke volgorde de woorden gepresenteerd moeten worden.

Er zijn natuurlijk autonomen die deze conventies als ‘regels’ ervaren en dus als autoritair. Ik zie dat anders. De standaardisering van taal is volgens mij gewoon een weergave van wat wij collectief mooi en effectief vinden. De autonomen gedragen zich in mijn ogen als pubers die met hun ogen rollen als je ze wijst op het ontbreken van interpunctie in hun WhatsApp-berichten. Toch denk ik niet dat de slordig mailende auteur tot de categorie anti-autoritaire cultuurbarbaren behoort; ik denk wel dat hij een belangrijke denkfout met deze groep deelt. De autonoom, de puber en de auteur denken alle drie dat een boodschap alleen om de inhoud draait, en dat de vorm er niet toe doet.

Het tegendeel is waar: de vorm van de taal is volgens mij zelfs belangrijker dan de inhoud. De liefde waar de zanger naar verlangt is steeds dezelfde, maar het zijn de woorden die het verschil maken. Hetzelfde geldt voor de perverse begeerte van de seriemoordenaar in de thriller, het verdriet van de nabestaande in de afscheidsspeech en de behoefte om gehoord te worden in de mail van een auteur. De liefde, de begeerte en het verdriet zijn niet uniek, maar de woorden bepalen hoe de boodschap overkomt. Zijn ze opgediend als een berg doorgekookte stamppot, druipend in het vet, of zijn ze zorgvuldig bereid en met gevoel voor compositie, kleur, ruimte en structuur opgemaakt op een schoon bord?

Tien tips voor je eerste date

Je mail aan de redacteur of de uitgever van een uitgeverij is je eerste date, en als je mail niet aantrekkelijk is, dan wordt die afspraak geheid een speeddate die korter duurt dan je lief is. Als je mail echter heel aantrekkelijk is, dan heb je juist een streepje voor en maakt je boekidee misschien meer kans dan het verdient. Het kan niet misgaan als je de volgende tien tips toepast:

  1. Gebruik een aanhef, bij voorkeur met de naam van de persoon die je mailt.
  2. Leg uit waarom je juist deze uitgeverij benadert.
  3. Stuur je mail dus niet naar vijf uitgeverijen tegelijk (zichtbaar in het CC-veld).
  4. Vermijd oubollig, ambtelijk taalgebruik. Schrijf creatief en aantrekkelijk.
  5. Prijs niet alleen je boek aan, maar ook jezelf.
  6. Begin niet met het stellen van eisen, stel je bescheiden en geïnteresseerd op.
  7. Voeg je contactgegevens toe.
  8. Stuur bij voorkeur een boekvoorstel, een flaptekst en (een deel van het) manuscript mee.
  9. Laat je mail een nacht rusten en controleer ‘m een dag later nog een keer.
  10. Maak geen taalfouten in spelling, grammatica of interpunctie. 

Vraag me alles wat je wilt weten

Wie een non-fictieboek wil schrijven en hulp zoekt, kan nu ook gebruikmaken van onze chatbot Haystacks Boekensteun. Nutteloos of handig? 

Auteurs hebben verschillende motieven om een boek te schrijven. De een doet het omdat hij al zijn hele leven de druk voelt om aan de hoge verwachtingen van zijn dominante vader te voldoen. De ander doet het omdat hij het hartgrondig oneens is met de heersende ideeën op zijn vakgebied. Een volgende schrijft een boek omdat hij zichzelf graag op de kaart wil zetten als deskundige. Maar er is een ding dat ze gemeen hebben: om hun kennis te delen hebben ze allemaal gekozen voor een boek. Waarom een boek? Een medium dat meer dan vijfhonderd jaar geleden is uitgevonden en dat milieu-onvriendelijk is bovendien. Waarom geen video, website of online cursus?

Dat dacht ik ook, als auteur van een boek over het schrijven van een boek. Ik ben daarom gaan experimenteren met ChatGPT en heb een app gebouwd waarmee auteurs mijn kennis kunnen raadplegen. De chatbot heet Haystacks Boekensteun en kan nu door iedereen met een abonnement op ChatGPT Plus gebruikt worden. Je kunt deze chatbot alles vragen wat je wilt weten over het schrijven van een non-fictieboek. De antwoorden worden gebaseerd op de blogs en boeken die ik over dit onderwerp heb geschreven.

Ik ben natuurlijk benieuwd of de chatbot werkt en bevalt, maar ik vermoed dat er weinig belangstelling voor zal zijn. Kennis in boekvorm is namelijk niet alleen aantrekkelijk omdat hij zo draagbaar is en overal gelezen kan worden. Hij is ook aantrekkelijk door de vorm waarin hij is gegoten. Kennis, dat zijn de koolhydraten van een boek, maar een goed boek is een compleet vijfsterrendiner.

Ik ben gek op boeken, altijd geweest. Bij elk boek dat ik open, heb ik het gevoel dat ik aankom in een vreemd land. Alles is er anders: de mensen, de huizen, de natuur, de geuren van het eten. Of het nou een roman is of een managementboek, je voelt je even als Alice in Wonderland. Met woorden wordt een wereld gecreëerd waarin alles nieuw is. De avonturen in de roman en de adviezen in het managementboek zijn soms niet eens zo bijzonder, maar omdat je ze in een ongebruikelijke context ervaart, beleef je ze intenser. De adviezen die ik geef met mijn chatbot zijn, tja, gewoon adviezen.

De literaire kwaliteiten van mijn teksten zijn al twijfelachtig, maar die chatbot van mij, dat is echt een saaie lul. Als je hem drie tips vraagt voor het structureren van een hoofdstuk, dan komt hij met klinische adviezen waar zelfs een belastingambtenaar niet opgewonden van wordt: ‘Geerhard Bolte benadrukt het belang van een heldere focus om de lezer geboeid te houden en de structuur overzichtelijk te houden.’

Dus als je dringend verlegen zit om tips over het structureren van een hoofdstuk, dan raad ik je aan om mijn digitale alter ego te raadplegen. Hij staat 24/7 voor je klaar. Maar als je tijd hebt, dan beveel ik liever mijn boek aan. Of kom volgende week naar onze masterclass over het schrijven en publiceren van een boek. Veel gezelliger.

Kun je lezen wat hier staat?

Volgens mijn collega’s heb ik een onleesbaar handschrift. Ik kan ze geen ongelijk geven. Vergeleken met hun elegante handschrift is dat van mij een post-apocalyptisch landschap vol dorre bomen. Ik probeer mijn leven nu te beteren.
 
Als kind had ik jarenlang een keurig handschrift. Dat ging langzaam achteruit toen ik op de middelbare school jarenlang gedwongen werd om formules en werkwoordsvervoegingen te schrijven. Ik beleefde alleen plezier aan het vullen van de Rijam-agenda en het schrijven van spiekbriefjes.
Het ging definitief mis met mijn handschrift op de School voor de Journalistiek. Daar leerde ik mezelf een soort steno aan om de mensen die ik interviewde bij te kunnen houden. Ik liet onbelangrijke woorden weg en kortte lange woorden in, zodat ik zo weinig mogelijk tijd en inkt verspilde. Het resultaat was een uniek fonetisch geheimschrift. Als ik niet te lang wachtte met lezen, dan kon ik zelf ontcijferen wat ik had geschreven. In de jaren dat ik carrière maakte als journalist bleef er weinig over van het klassieke Latijnse alfabet dat mij op de lagere school met zo veel geduld was aangeleerd.
De opkomst van de computer was de genadeslag voor mijn handschrift. Naarmate het makkelijker en gebruikelijker werd om teksten te typen en te delen, schreef ik uiteindelijk alleen nog gedachtenkronkels en boodschappenbriefjes. Wat op dit continent in duizenden jaren met liefde was geperfectioneerd door schrijvers, kopiisten en klerken, wist ik binnen enkele jaren teniet te doen. Tot ik spijt kreeg.
 
Ik was nu afhankelijk van machines
 
Zo nu en dan was het toch nodig om te schrijven, voor het maken van aantekeningen tijdens een overleg of voor het schrijven van een verjaardagskaart. Dat lukte niet meer: de leesbaarheid van mijn zelfverzonnen spijkerschrift was te ver achteruitgegaan. Ik kon mij mondeling nog verstaanbaar maken, maar verder was traditioneel communiceren onmogelijk geworden. Ik was nu afhankelijk van machines. Het was tijd om in actie te komen.
Ik haastte mij naar de winkel voor pen en papier. Online zocht ik naar voorbeelden van geschreven letters en leerde opnieuw hoe je die aan elkaar kunt schrijven, met de juiste hellinghoek (tussen de 35 en 52 graden) en zonder uitschieters. En nu ben ik dus aan het oefenen. Ik neem meer tijd voor het maken van aantekeningen en schrijf voorzichtig eens een kaart. Het resultaat is nog amper toonbaar, maar ik kan mijn eigen teksten inmiddels weer lezen.
Ik ben niet alleen. Ik ontdekte online een subcultuur van gefrustreerde lotgenoten die allemaal hun best doen om opnieuw te leren schrijven. Het is geruststellend om te weten dat ik niet de enige ben die moeite heeft met het schrijven van zijn eigen naam. Ik voel mij ook gestimuleerd door wetenschappers die mij op het hart drukken dat schrijven goed is voor de ontwikkeling van je hersenen. Een tekst die je met de hand schrijft, onthoud je volgens de Amerikaanse psychologen Pam Mueller en Daniel Oppenheimer beter dan een tekst die je typt: ‘De pen is machtiger dan het toetsenbord.’
Ik denk niet dat ik ooit nog de fijne motoriek ontwikkel die nodig is om een handschrift te krijgen waarmee ik indruk kan maken op grafologen (‘geeft blijk van standvastig karakter’), maar het is mijn stille hoop dat ik op een dag weer in staat ben om een brief te schrijven waarmee de ontvanger niet spontaan naar de apotheek loopt.

‘Deze kerstvakantie begin ik met mijn boek’

Twee weken kerstvakantie? Precies genoeg tijd om je nieuwe boek in de steigers te zetten. Een 12-dagenkalender om het nieuwe jaar met een goed plan te beginnen.
 
Ik weet hoe het gaat, je begint je vakantie met het voornemen om de zolder op te ruimen, maar uiteindelijk komt er niets van terecht. Deze kerstvakantie wordt alles anders. Je was toch van plan om na te gaan denken over het schrijven van je boek? Komt dat even goed uit. Ik heb een stappenplan voor je opgesteld om het in de twaalf dagen na kerst voor elkaar te krijgen.
Steek deze vakantie elke dag vier uur in je plan, en je houdt zelfs tijd over voor het opruimen van de zolder.
 
Woensdag 27 december
De kerstdagen waren vast zwaar en daarom beginnen we deze eerste dag rustig. Het doel is om in de stemming te komen door een aantal boeken uit je boekenkast te selecteren over jouw favoriete onderwerp. Heb je niet alle boeken paraat die je zou willen raadplegen, ga dan online en zoek ze bijvoorbeeld in een online boekwinkel. Schrijf op wat je aanspreekt in deze boeken, en wat je mist.
 
Donderdag 28 december
Genoeg vakantie gehad, nu is het tijd om aan het werk te gaan. Vandaag ga je bedenken waar je boek over gaat. De kunst is om niet alleen een onderwerp te bedenken, maar ook een scherpe invalshoek. Bijvoorbeeld: leiderschap is een onderwerp, leidinggeven als een generaal is een invalshoek. Vraag je daarbij af of je invalshoek herkenbaar is voor lezers, origineel en actueel. En, of hij bij jou past. Weet je zeker dat dit het unieke verhaal is waar je een jaar aan wilt werken, waarmee je jarenlang wilt identificeren? Schrijf desnoods pagina’s vol met varianten en maak een top drie.
 
Vrijdag 29 december
Na het kiezen van je favoriete invalshoek schrijf je vandaag in maximaal 200 woorden de eerste versie van de flaptekst van je boek. Beschrijf voor een denkbeeldige doelgroep van potentiële lezers waar je boek over gaat en waarom ze juist dit boek zouden moeten lezen. Laat je inspireren door de flapteksten van andere boeken, en wees kritisch. Zou jij dit boek willen lezen? Zou jij er 25 euro voor over hebben? Tip: stop niet alles wat je wilt vertellen in de flaptekst, deze flaptekst is slechts bedoeld om mensen over te halen om het boek te kopen en te gaan lezen. De flaptekst is een reclametekst.
 
Zaterdag 30 december
Op basis van de flaptekst van gisteren stel je vandaag een inhoudsopgave op. Kies een structuur die past bij het boek en verdeel je boek in bijvoorbeeld tien hoofdstukken. Blijf net zo lang puzzelen tot je zeker weet dat alles aan bod komt wat je in dit stadium kunt bedenken. Soms is het handig om in dit stadium al enkele paragrafen per hoofdstuk te bedenken.
 
Zondag 31 december
Op deze laatste dag van het jaar maak je een lijst met alles wat je nog moet leren om er een goed boek van te maken. Welke artikelen, boeken en studies moet je gaan lezen? Wie moet je gaan spreken, van hoogleraren tot ervaringsdeskundigen? Moet je enquêtes uitvoeren? De historische context bestuderen? Reizen? Casestudies verzamelen? Bereid je voor alsof je je magnum opus gaat schrijven, voor minder doe je het niet.
 
Maandag 1 januari
Vandaag is de dag. Je gaat jezelf voor het blok zetten door iedereen te vertellen dat je een boek gaat schrijven. Je gaat ze toch een gelukkig nieuwjaar wensen, dus delen dat je bent begonnen met je boek gaat in een moeite door. Zijn ze geïnteresseerd? Vertel ze alles wat je de afgelopen dagen hebt bedacht. En ja, doe dit niet alleen telefonisch met familie en vrienden, maar deel je plan ook via sociale media. Schreeuw het van de daken: je gaat een boek schrijven.
 
Dinsdag 2 januari
Er is geen weg terug, je boek moet er komen. Maar je staat er niet alleen voor: vandaag ga je de hulptroepen bedenken die je door dit jaar heen gaan slepen. Wie had gisteren direct waardevol advies? Wie vertrouw je? Wie heeft kennis van zaken? Wie heeft een fijn pennetje? Leg vandaag contact met vijf mensen die je zouden kunnen helpen en vraag ze of ze je de komende periode willen helpen. Leg je niet voor te lang vast: je bent nog in een pril stadium en je wilt straks misschien de vrijheid om anderen in je team te kiezen, zoals professionele redacteuren en uitgevers.
 
Woensdag 3 januari
Vandaag maak je een werkschema voor de publicatie van je boek. Een vuistregel voor de indeling: reken op 10 procent voor het detailleren van de structuur, 20 procent voor de research, 40 procent voor het schrijven en 30 procent voor het herschrijven.
Voor het berekenen van je schrijfsnelheid kun je afgaan op je ervaring met het schrijven van bijvoorbeeld blogs of rapporten. Ga vervolgens na wanneer je tijd hebt om te schrijven. Ga je een werkdag opofferen? ’s Avonds schrijven? Alleen tijdens de vakanties? Na wat puzzelwerk moet je uit kunnen rekenen wanneer je een manuscript van bijvoorbeeld 40.000 woorden af zou kunnen hebben.
 
Donderdag 4 januari
Een boek is meer dan inhoud, het is ook vorm. Het is geen kunst om een boek te schrijven, maar wel om een boek te schrijven dat mensen met plezier lezen. Vandaag ga je op een rij zetten welke schrijfstijl jou aanspreekt. Pak de boeken die je eerder hebt geselecteerd om na te denken over de inhoud van je boek er nog eens bij. Zijn dit ook de boeken die je met plezier hebt gelezen? Welke andere boeken of auteurs ken je wiens schrijfstijl je aanspreekt? Welke stijl past bij jou? Zorg dat er aan het eind van de dag twee stapels boeken op je bureau liggen: een stapel boeken met een indrukwekkende inhoud en een stapel goed geschreven boeken.
 
Vrijdag 5 januari
Vandaag voeg je een belangrijk hoofdstuk toe aan je plan: de promotie. Het promoten van een boek is iets dat veel auteurs bij voorkeur tot het laatst uitstellen, en niet zelden overslaan. Jij bent je gelukkig bewust van het belang van promotie. Daarom bedenk je vandaag wat je voor en tijdens het schrijven van het boek al kunt doen om zo veel mogelijk geïnteresseerde lezers te verzamelen. Elke week een blog schrijven? Elke week praten met mensen in je netwerk? Een crowdfundingscampagne organiseren? Lezingen gaan geven? Een nieuwsbrief versturen?
 
Zaterdag 6 januari
Dit is een dag voor zelfreflectie. Je hebt je nu al beter voorbereid dan de meeste mensen die een boek willen gaan schrijven. De meeste mensen pakken direct hun laptop erbij en beginnen gewoon met schrijven, net zo lang tot ze verdwalen in een donker bos vol doodlopende hoofdstukken en kromme zinnen. Jij hebt een plan. Kijk in de spiegel en vraag jezelf af of je het echt wilt doen. Praat met je partner, met je kinderen, bel je collega’s, je manager: is het oké als jij dit jaar even andere prioriteiten hebt?
 
Zondag 7 januari
Natuurlijk is het oké, dus vandaag ga je weer aan de slag. En nee, niet met schrijven, maar met alles nog een keer op een rij zetten. Blader alle boeken nog eens door, sleutel nog eens aan de flaptekst en aan de inhoudsopgave. Denk na over de benodigde research, het team dat je nodig hebt en de promotie.  Controleer je werkschema. Morgen begint je eerste werkdag, de eerste dag dat je daadwerkelijk gaat beginnen.
 
Ik hoop dat dit stappenplan je helpt om een begin te maken. Kun je nog wel wat hulp gebruiken? Meld je dan aan voor onze masterclass over het schrijven van een non-fictieboek op 19 januari. Je leert niet alleen nog veel meer over alle voorbereidingen voor het schrijven van je boek, maar ook over de boekenmarkt en de uitgeefwereld.

Dit kun je als auteur voortaan door ChatGPT laten doen

Langzaam krijgen wij bij onze uitgeverij wat handigheid in het werken met AI. Dit zijn vijf concrete toepassingen die je als auteur van een non-fictieboek kunt inzetten.
 
Ik voel me soms overweldigd als ik zie wat er nu al mogelijk is dankzij kunstmatige intelligentie. En elke dag worden er nieuwe toepassingen bedacht die het leven wat makkelijker maken. De kwaliteit van stemmen in een podcast verbeteren? Een kwestie van een druk op een knop. Een video ondertitelen? Klik.
We experimenteren zelf actief met allerlei toepassingen, met name voor de redactie en vormgeving van onze boeken. Er is veel wat (nog) niet werkt, maar er zijn ook enkele toepassingen waarmee we al goede ervaringen hebben. Dit zijn er vijf die je als auteur van een non-fictieboek vandaag al zou kunnen inzetten. Ik gebruik ChatGPT Plus en waar nodig betaalde abonnementen voor specifieke toepassingen.
 
1 • Interviews uitwerken

Ik ben mijn carrière begonnen als journalist en ik kan me nog heel goed herinneren hoeveel tijd en energie het kostte om een interview uit te werken. Dat kan nu veel sneller. Upload je audio-opname naar bijvoorbeeld Happy Scribe en binnen een paar minuten heb je een uitgewerkt transcript van je gesprek, waarbij de stemmen van verschillende sprekers keurig zijn verdeeld. Dan heb je echter nog een onbruikbare tekst vol spreektaal. Vraag ChatGPT daarom vervolgens om deze spreektaal om te zetten naar schrijftaal. Dit is de prompt die ik gebruik:

Schrijf de volgende tekst om van spreektaal naar schrijftaal, in de eerste persoon enkelvoud. Sla niets over en maak het niet te formeel.
 
Het resultaat is niet perfect, maar je hebt ontzettend veel tijd bespaard en je kunt je nu richten op stijl en inhoud.
 
2 • Correctie
 
Het corrigeren van een boek is monnikenwerk dat we vooralsnog alleen toevertrouwen aan professionele correctoren. We hebben wel geëxperimenteerd met AI-systemen, maar deze misten nog te veel fouten (en ze zien fouten die er niet zijn). Niettemin, correctie door AI is inmiddels wel goed genoeg voor het corrigeren van minder belangrijke teksten, zoals dit blog (zeker als je het combineert met de controlefunctie van Word). Dit is de prompt die ik gebruik:
 
Corrigeer de tekst zorgvuldig op spelling, interpunctie en grammatica. Hanteer Nederlandse spellingsregels. Gecorrigeerde woorden vet maken (teksten die niet veranderd zijn nooit vet maken). Bedenk geen nieuwe teksten. Stel alleen correcties voor als er daadwerkelijke fouten aanwezig zijn. Als de tekst al correct is, bevestig dit dan zonder onnodige wijzigingen voor te stellen.
 
Als auteur mag je ervan uitgaan dat je manuscript nog door een corrector wordt nagekeken. Maar het is prettig voor iedereen als je tekst zo foutloos mogelijk naar de uitgeverij stuurt. Pas op, ChatGPT is een bemoeial. Het heeft de irritante eigenschap, zeker bij het corrigeren van langere teksten, om zelf dingen te gaan verzinnen. Lees je tekst kritisch na om na te gaan of er geen nieuwe teksten zijn geschreven (ik houd me aanbevolen voor een prompt waarmee dit wordt voorkomen).
 
3 • Samenvatting hoofdstuk
 
ChatGPT kan verbluffend snel een goede samenvatting maken van een tekst. Het is handig voor het samenvatten van boeken die je niet helemaal wilt lezen, maar ook voor het samenvatten van een hoofdstuk. Zo’n samenvatting wordt vaak in boeken gebruikt aan het einde van een hoofdstuk. In de prompt kun je specifieke wensen meegeven:
 
Maak een samenvatting van 250 woorden van dit hoofdstuk. Maak ook een samenvatting in een zin van maximaal 20 woorden. Bedenk daarnaast drie relevante hashtags.
 
Controleer de samenvatting kritisch, bedenk ook dat je in de samenvatting misschien een belangrijk detail wilt vermelden dat nu ontbreekt.
 
4 • Klankbord
 
Als uitgeverij proberen wij auteurs actief te helpen tijdens het schrijven van hun boek. Met een auteur die vastloopt in een lastig hoofdstuk brainstormen we met alle plezier over een oplossing. We zijn echter niet altijd beschikbaar, ’s nachts en in het weekend zijn onze auteurs aan hun lot overgeleverd. Gelukkig kun je dag en nacht kletsen met ChatGPT, wat verrassend effectief kan zijn bij schrijversproblemen:
 
Ik heb last van writers block bij het schrijven van een nieuw hoofdstuk. Kun je tips geven om het hoofdstuk op een aantrekkelijke manier te openen?

[upload paragraaf] Wat vind je van deze tekst? Is hij te formeel?

[upload hoofdstuk] Ontbreken er argumenten in dit betoog?

[upload hoofdstuk] Deze tekst is bedoeld voor een breed publiek van zzp’ers en ondernemers. Sluit mijn schrijfstijl aan bij deze doelgroep?
 
5 • Literatuurlijst
 
Laat de term APA-regels vallen, en redacteuren, corrector en vormgevers verstoppen zich snel in kasten en achter gordijnen. De stijlregels voor het ordenen en vormgeven van een literatuurlijst zijn echter belangrijk en we ontkomen er niet aan om ze te gebruiken. Maar deze vervelende klus laten we inmiddels doen door ChatGPT:
 
Herschrijf deze literatuurlijst volgens de APA-regels.
 
Deze prompt levert een prachtige lijst op, maar laat je niet misleiden door het vele werk dat ChatGPT in enkele seconden heeft verricht: er kunnen fouten in staat en je zult alles kritisch moeten controleren. 

Wat wil je zelf met je boek bereiken?

De meeste auteurs van een non-fictieboek hebben goed nagedacht over hun boek, maar niet over zichzelf.

Sommige boekvoorstellen die ik ontvang, zien er keurig uit. De auteurs van deze voorstellen hebben goed nagedacht over de invalshoek en de structuur van hun boek. Soms hebben ze zelfs een synopsis geschreven waaruit blijkt dat ze heel goed weten waar hun boek precies over gaat. Het gebeurt echter zelden dat ik als uitgever een goede persoonlijke beschrijving van de auteur ontvang. De ene keer is het een droge opsomming van iemands carrière die even aantrekkelijk is als de lijst met ingrediënten op een levensmiddelenetiket, maar met louter ingrediënten weet ik nog niet hoe de inhoud smaakt. De andere keer is het een lyrisch reclameverhaal dat evenmin overtuigt. Een gemiste kans.

Er zijn drie redenen waarom het slim is om zorgvuldig na te denken over je eigen rol als auteur en de manier waarop je die presenteert. De eerste reden is dat je een uitgeverij moet overtuigen, de tweede reden is dat je de lezer moet overtuigen en de derde reden is dat je jezelf moet overtuigen. Wat willen al deze mensen weten?

Heb je verstand van zaken?

Het eerste wat ik doe tijdens het beoordelen van een manuscript is het lezen van het LinkedIn-profiel van de auteur en eventuele andere online informatie. Ik wil weten of de auteur gezien zijn opleiding en/of werkervaring kennis van zaken heeft. Het gebeurt niet zelden dat de kennis in een boek meer is gebaseerd op zelfvertrouwen dan op betrouwbare bronnen. De mate waarin een boek is geworteld in iemands carrière zegt ook iets over zijn motivatie om (de inhoud van) het boek de komende jaren te promoten. Sommige manuscripten zijn het resultaat van een bevlieging: ik heb meer dan eens meegemaakt dat een auteur na de publicatie zijn belangstelling voor het onderwerp verloor en zelfs binnen een paar maanden een boek ging schrijven over een heel ander onderwerp.

Voor de lezer is jouw achtergrond ook heel relevant. Of je het leuk vindt of niet, voor de lezer is het een plus als jij tussen negen en vijf iets doet dat affiniteit heeft met het onderwerp van een boek. Is het kookboek geschreven door een kok of een hobbykok? Is het psychologieboek geschreven door een psycholoog met jarenlange ervaring als therapeut of door een trainer die het onderwerp leuk vindt? Ook auteurs zonder zichtbare kennis en ervaring kunnen uitstekende boeken schrijven, maar ze hebben de schijn tegen. Alle reden om extra kritisch te kijken naar de manier waarop je je profileert.

Ben je een goede verkoper?

Anders dan veel mensen denken, heeft een uitgeverij beperkte middelen en mogelijkheden om een boek te promoten bij het grote publiek. Je hebt een enthousiaste auteur nodig die bereid en in staat is om zijn boodschap te delen. Ik wil als uitgever daarom niet alleen weten of jij kennis van zaken hebt, maar ook of je jouw kennis graag deelt en een groot netwerk hebt. Een uitgeverij is natuurlijk geïnteresseerd in goede boeken, maar aan goede boeken is eigenlijk geen gebrek. Er is wel een gebrek aan auteurs die in staat zijn om hun boek succesvol op de kaart te zetten. Als je de afgelopen paar jaar via LinkedIn drie bijdragen hebt geschreven en niet meer dan 231 connecties hebt, belandt je manuscript onderaan de stapel. Als je elke week blogt en daarmee duizenden volgers en connecties hebt verzameld, kun je op meer aandacht rekenen.

Wat wil je zelf met je boek? 

Je kunt jezelf nog zo aantrekkelijk profileren voor uitgeverijen en lezers, maar dan ben je er nog niet. Heb je ook nagedacht over wat je zelf met je boek wilt bereiken? Zie je dit boek als de afsluiting van een fase in je leven of is dit de start van een nieuw hoofdstuk? Wil je jezelf op de markt zetten als de nieuwe expert op jouw vakgebied? Schrijf je het boek om je status te onderbouwen? Wil je er nieuwe klanten mee binnenhalen? Wil je in de toekomst les gaan geven, trainen, adviseren of coachen? De keuzes die je maakt over de rol van het boek in jouw leven bepalen ook hoe het boek geschreven, uitgegeven en gepromoot moet worden.

Ik kan helaas geen blauwdruk geven voor het ideale auteursprofiel. Ik vind het vooral belangrijk dat je de voorgaande vragen beantwoordt en dat de tekst aansluit bij jouw karakter. De een lukt dit in twee alinea’s, de ander in twee pagina’s. De een geeft een feitelijke opsomming, de ander maakt er een lopend verhaal van. Het is allemaal goed, als het maar klopt. 

Je boek wel of niet vertalen?

Als je een boek hebt geschreven, droom je vroeg of laat over een vertaling. Hoe groot is de kans op internationaal succes? Is het de moeite waard om er zelf in te investeren?

Zo nu en dan wordt een Nederlandse auteur wereldberoemd. Wijlen Dick Bruna is al jarenlang succesvol in het buitenland, maar 2023 is het jaar van het konijn en daarom is zijn creatie in China populairder dan ooit. Je vindt zijn kleurrijke konijn niet alleen in de boekwinkel en in de speelgoedwinkel: Tommy Hilfiger biedt in China truien aan met ‘Miffy’ erop en Mulberry verkoopt er handtassen mee voor omgerekend 1.500 euro. Daar kan schrijver Herman Koch alleen over dromen, hoewel hij best goede zaken doet. Van zijn roman Het diner zijn naar verluidt al meer dan twee miljoen exemplaren verkocht. Het boek belandde in de boeken top tien van de New York Times. Ook auteurs als Cees Nooteboom, Jan de Hartog, Harry Mulish en Maarten ’t Hart zagen hun boeken binnen en buiten Europa op bestsellerlijsten verschijnen.

Dit zijn helaas de uitzonderingen. Romans van Nederlandse auteurs scoren zelden in het buitenland, en non-fictieboeken bijna nooit – met als grote uitzondering natuurlijk Het achterhuis van Anne Frank. Slechts incidenteel wordt een Nederlandse non-fictietitel in het buitenland een hit. Mindfulnesstherapeut Eline Snel verkocht meer dan een miljoen exemplaren van haar boek Stilzitten als een kikker, en ik denk dat Snel daarmee een unicum is in de recente geschiedenis van het non-fictieboek. Hoe komt dit?

Overspoeld met boeken

Vreemd vind ik het niet dat Nederlandse vertalingen zelden tot nooit aanslaan. In de eerste plaats is in andere landen nu eenmaal geen gebrek aan eigen auteurs. Ook in de Verenigde Staten, Brazilië en Polen worden uitgeverijen overspoeld met manuscripten, en lezers met boeken. In de tweede plaats is de inhoud van een Nederlands non-fictieboek vaak toegespitst op de Nederlandse context. Een Nederlands managementboek beschrijft de Nederlandse organisatiecultuur en Nederlandse voorbeelden. In de derde plaats is het imago van auteurs en boeken uit kleine en onbekende landen gewoon niet zo sexy als dat van bijvoorbeeld Amerikaanse auteurs en boeken. Er worden ongetwijfeld fantastische boeken over management, psychologie of geschiedenis geschreven in de Tsjechische republiek, Gabon en Japan, maar ik denk dat we daar onze neus voor ophalen – zoals de meeste mensen in het buitenland hun neus ophalen voor Nederlandse boeken.

Toch doen?

Incidenteel bieden wij via een literair agent titels aan aan buitenlandse uitgevers, met name binnen Europa. Als er belangstelling is, is het aan de buitenlandse uitgever om het boek te laten vertalen. Het is zelden gebeurd. Ik moet dan ook concluderen dat het vrij zinloos is om je boek te laten vertalen. Er is echter één praktische reden om het wel te doen.

Een boek laten vertalen is een aanrader als je de investering terug kunt verdienen. Een boek laten vertalen (en opmaken en drukken) kost minimaal enkele duizenden euro’s, maar als je dankzij dat boek nieuwe klanten krijgt, kan het toch de moeite waard zijn. Wij hebben meerdere auteurs van wie we een boek hebben laten vertalen, omdat ze zo bij nieuwe klanten interessante opdrachten konden krijgen voor trainingen of advieswerk. Nu er op de werkvloer steeds vaker anderstaligen werken, vragen organisaties aan auteurs of er een vertaalde (lees: Engelstalige) versie is. Met een enkele opdracht hadden ze de hele investering meestal terugverdiend.

Meer dan overtikken

Hoe doe je dat, een boek laten vertalen? Daar kan ik kort over zijn: een succesvolle vertaling begint en eindigt met het inschakelen van een goede vertaler. Vertalen is veel meer dan het overtikken van de woorden in een andere taal. Het kiezen van de juiste woorden vergt veel kennis van de Nederlandse taal en de doeltaal, nog afgezien van affiniteit met het onderwerp van een boek. Je moet ervoor zijn opgeleid, of een heel begaafde schrijver zijn, anders wordt het niks.

En kunstmatige intelligentie dan? De vertalingen van bijvoorbeeld Deepl.com zijn ongelooflijk knap, maar in mijn ogen niet goed genoeg voor een boek waarvan de tekst toch aan hogere eisen moet voldoen dan een willekeurig rapport. Neem de proef maar eens op de som en vertaal een goede tekst met AI naar het Nederlands, en je zult zien dat het resultaat goed is, maar niet perfect.

Doe-het-niet-zelf, is mijn advies. Ik las laatst in een amateuristische vertaling van een consultant: ‘We should not go over one night’s ice’. Dit soort steenkolenengels vinden Nederlandse universiteiten misschien heel acceptabel, maar als uitgever raad ik het onze auteurs af. Het is een postume belediging van John O’Mill, onze onvolprezen dichter van nonsensgedichten en van je lezers.

Iedereen koopt het, maar niet iedereen leest het, rara wat is dat?

Veel mensen die boeken kopen, lezen ze niet. Ze lijden aan tsundoku. Hoe krijg je dat, en is het gevaarlijk?

Ik zal het maar eerlijk toegeven: ik bezit meer boeken dan ik heb gelezen. Ik denk dat ik misschien wel een op de tien boeken die ik ooit heb gekocht, niet heb gelezen of uitgelezen. Daarmee lijd ik zonder twijfel aan tsundoku, de Japanse term voor de neiging om meer boeken te kopen dan je kunt of wilt lezen.

Ik ben niet de enige met deze kwaal. Van de Assyrische koning Assoerbanipal is bekend dat hij ruim 2.500 jaar geleden al een bibliotheek bezat met meer dan 25.000 kleitabletten. Ik weet niet of hij die soms ongelezen in de kast legde, maar de kans lijkt me groot. Van de Amerikaan John Q. Benham is het vrijwel zeker: hij bezit ruim anderhalf miljoen boeken. Een snelle rekensom leert dat hij minstens zeshonderd jaar oud moet worden om ze allemaal te kunnen lezen.

In Nederland is voor zover ik kan vinden nooit onderzoek gedaan naar de mate waarin boeken ongelezen blijven, maar uit Brits onderzoek van Shurgard uit 2015 is bekend dat het gemiddelde Britse gezin toen 158 boeken bezat. Twintig procent daarvan was niet gelezen. Van onderzoek naar het gebruik van e-books uit diezelfde tijd is bekend dat maar liefst veertig procent niet was gelezen.

Het verbaast me niet. Als uitgever spreek ik veel lezers, met name van managementboeken en literatuur. Het zijn niet zelden fervente lezers, en als ik er naar vraag, blijken ze net als ik veel boeken ongelezen te laten. Wat is er mis met ons?

Vijf redenen om een boek (niet) te lezen

Voor het gemak (en uit zelfbescherming) laat ik even buiten beschouwing dat wij boekenliefhebbers zouden kunnen lijden aan een angststoornis die ons ertoe aanzet om dwangmatig boeken te kopen, zoals anderen aan de lopende band sieraden, kleding of prullen van de Action aanschaffen. Dan houd ik vijf redenen over.

De eerste reden is van praktische aard: je koopt een boek, maar je leest alleen wat je nodig hebt. Volgens mij gebeurt dit regelmatig met managementboeken en andere non-fictieboeken: de lezer haalt er een waardevol advies uit, waarmee het boek zijn waarde heeft bewezen. Zelf koop ik regelmatig een boek over taal of management om er ideeën uit te halen voor mijn werk.

De tweede reden is dat boeken tegenvallen. Je koopt een boek met de bedoeling om het te lezen, maar als je erin begint, stelt het teleur. Soms is het slecht geschreven, soms is het saai en soms heb je (die dag) gewoon geen klik met het boek. Ik begon deze zomer aan Luister van Sacha Bronwasser. Een goed boek, maar halverwege heb ik het opgegeven. Het is gewoon niet mijn boek.

De derde reden is een vreemde mix van nieuwsgierigheid en ijdelheid: je vindt dat je wat gelezen moet hebben van James Joyce en je schaft moedig Ulysses of zelfs Finnegans Wake aan. Dan mag je hopen op een driedubbele beenbreuk, want je hebt veel tijd en energie nodig om daar doorheen te komen. Ik heb ze zelf niet uitgelezen, maar ik heb dan ook nooit een been gebroken. Het gebeurt veel goede boeken. Het verdriet van België van Hugo Claus was twintig jaar geleden het meest ongelezen boek in Vlaanderen, bleek uit een enquête van een Belgisch Radio 1-programma. Ironisch genoeg is het ook een van de bestverkochte Vlaamse boeken ooit.

De vierde reden is de belofte die schuilgaat achter het karton van de omslag. Je zou de ongelezen boeken kunnen zien als ongeleefde avonturen. Vergelijk het maar met de voorpret van de vakantie. Je hebt de vakantie al geboekt en de maanden die voorafgaan aan de reis beleef je soms meer plezier dan aan de vakantie zelf. Binnenkort begin ik aan The Road to Wigan Pier van George Orwell, het ligt al wekenlang klaar.

De vijfde reden zou ik willen opdragen aan Willem Elsschot: tussen droom en daad staan wetten en praktische bezwaren in de weg (uit: Het huwelijk). Soms wil je een boek graag lezen, maar het komt er niet van. Het boek begint bovenaan de stapel, maar naarmate de tijd verstrijkt en de pinpas slijt, eindigt het onderaan de stapel, vergeten en ongelezen.

Niet mijn boek

Is het erg dat al die boeken ongelezen blijven? Voor schrijvers is het natuurlijk pijnlijk. Een boek verkopen aan een lezer is voor een schrijver een proces van adoptie, en het is pijnlijk om te beseffen dat je kindje door de adoptieouders wordt verwaarloosd. Voor de Nederlandse boekhandel en uitgeverijen ligt het wat minder genuanceerd. Ik durf het wel aan om namens hen te stellen dat wij er wel mee kunnen leven. Wij zijn alle boekenkopers dankbaar dat ze ons steunen, ook al lezen ze onze boeken niet. Als tien procent van de boekenomzet in Nederland zou wegvallen, zouden veel bedrijven omvallen.

Als schrijver en uitgever heb ik dus een dubbel gevoel bij de wetenschap dat jij boeken koopt en ze ongelezen laat. Ik juich het toe, maar ik hoop dat het mijn boek niet overkomt.