Skip to main content

Tag: Bloggen

Waarschijnlijk ben je te netjes opgevoed

Pas op dat je boek niet lijdt aan het beleefdheidssyndroom: niemand voelt zich aangesproken als je je adviezen te politiek correct formuleert. Val liever met de deur in huis.  

Dit is eigenlijk een oproep aan alle ouders van aanstaande schrijvers: voed je kroost niet te netjes op. Ik snap deze aandrang wel want ik ben zelf vader, dus ik ken het bevredigende gevoel als je kind zijn matrozenpakje schoon weet te houden en met twee woorden spreekt. Toch kan een goede opvoeding contraproductief zijn als je wilt dat je kinderen later in staat zijn om goede schrijvers te worden, want een schrijver moet het lef hebben om vieze handen te maken.

Deze week ontving ik een boekvoorstel van een keurige dame. In haar manuscript roept ze de lezer op ‘in zijn onderlinge communicatie steeds actief te reflecteren op zijn persoonlijke uitdaging om de ruimte te verhullen tussen persoonlijke wensgedachten en andermans belangen’. Ik twijfel er niet aan dat haar adviezen goedbedoeld zijn, en misschien zelfs nuttig, maar in deze vorm is het natuurlijk vooral lulkoek waar je niemand mee overtuigt. Wat zij eigenlijk bedoelt, is dat je niet altijd je zin moet proberen te krijgen. Zeg dat dan.

Veel non-fictieboeken lijden aan het beleefdheidssyndroom: de auteur doet zijn best om zo veel mogelijk mensen aan te spreken en niemand voor het hoofd te stoten. Het resultaat is dat niemand zich aangesproken voelt. Lijdt jouw boek aan het beleefdheidssyndroom? Dan gaan we samen even oefenen om te zeggen wat je bedoelt. Niet door zinnen te vereenvoudigen maar door deze bewust zo ingewikkeld mogelijk te verwoorden. Je kunt punten scoren met grammaticafouten, vage termen, langdradige zinnen en het gebruik van jargon. Bonuspunten krijg je voor afkortingen en onduidelijke interpunctie. Ik zal een voorbeeld geven:

Opgave: de kraan lekt

Antwoord: de waterproductie lijkt af te wijken van de voorziene uitvoer; mogelijkerwijs t.g.v. een ontregeling in het leidingnetwerk

Geweldig, je scoort punten op elk gebied! Het hele lek is naar de achtergrond verdreven en niemand is er nog verantwoordelijk voor. De lekkage in de opgave was moeiteloos te repareren met een kraanleertje van 15 cent maar dankzij jouw inzet is er nu een commissie nodig om onderzoek te doen naar de kwaliteit en de veiligheid van de watervoorziening in heel Nederland.

Dit was natuurlijk een eenvoudige opgave. Nu wordt het serieus: lukt het je om de betekenis en de vorm van de volgende zin zo te verdraaien dat niemand meer begrijpt wat je bedoelt?

Opgave: zeg wat je bedoelt

Veel succes ermee, ik ben benieuwd naar de resultaten. De winnaar ontvangt een pakket met enkele van de helderste boeken uit ons fonds.

Ik weet heel veel dus ik schrijf een boek waarin ik alles vertel wat ik weet

Spoiler alert: jouw lezer is helemaal niet geïnteresseerd in alles wat jij weet. Hij wil van jou alleen een kunstje leren.
 
Toen mijn kinderen klein waren, ging ik regelmatig met ze naar het circus. Ons huis grenst aan een grasveld in een park waar vroeger nog regelmatig een circus neerstreek. Olifanten en leeuwen wekten ons dan ‘s ochtends. Er waren soms kleine circussen waar een paar echtparen alle rollen op zich nam. De Flying Padrinos traden op als acrobaten, om na een kort intermezzo van de clown te verschijnen als Mr. en Mrs. Dostrovina, de dompteurs van vijf lieftallige ezels. Ze hadden snel andere kleding aangetrokken en zich opnieuw geschminkt. De twee echtparen deden alles wat ze konden om hun publiek een uur te vermaken.
Ik zie auteurs hetzelfde doen: ze vertellen alles wat ze weten, aangevuld met alles wat ze erover hebben gelezen en gehoord. Dat is natuurlijk de bedoeling, maar alleen als de informatie aansluit bij de invalshoek van het boek, en dat is vaak niet het geval. Auteurs slaan vaak veel zijpaden in om uitzichten te laten zien die ze zelf heel mooi vinden, maar die weinig of niets met het onderwerp van het boek te maken hebben.
In gesprekken met auteurs merk ik dat al die uitweidingen goedbedoeld zijn. Je hebt jarenlange ervaring als consultant en je wilt nu eindelijk eens alles delen over samenwerken in de publieke sector wat je weet. Je kunt je niet voorstellen dat een ander dat niet allemaal zou willen weten. Het lucht ook enorm op om alles op te schrijven. Maar terwijl jij leegloopt, ontstaat een encyclopedie van kennis, ervaring en persoonlijke passies en frustraties waar de lezer amper doorheen komt.
Het is pijnlijk maar waar: jouw lezer is niet geïnteresseerd in jou en evenmin in alles wat jij weet. Hij heeft jouw boek gekocht omdat hem was beloofd dat hij in het boek een kunstje zou leren: hoe hij beter kan samenwerken met ambtenaren en politici. Het stond zo aantrekkelijk op de omslag van het boek: ‘Werkoverleg, vergaderingen, onderhandelingen: voortaan weet jij hoe je ze kunt overtuigen.’ Aha, dacht de lezer, dat is precies wat ik wil: ambtenaren overtuigen. Maar hij kwam bedrogen uit, want de auteur had de helft van het boek gereserveerd voor een langdradige en persoonlijke analyse van alles wat er in zijn ogen mis is met de publieke sector.
Wil je anderen leren hoe je vijf ezels synchroon laat lopen, buigen en springen? Schrijf dan een boek, want dat is een vaardigheid waarmee je andere dompteurs misschien een groot plezier doet. Maar laten we dan afspreken dat je niet schrijft over de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van clowns, en ook geen woord rept over het overheidsbeleid met betrekking tot circussen. Kun je het niet laten? Begin dan een dagboek.

Je lezer is je boek is zo vergeten

Je zit maanden op je manuscript te ploeteren, maar je lezer is je boek zo vergeten. Hoe kun je ervoor zorgen dat je lezer onthoudt wat je hebt geschreven?

De Amerikaanse vrouw Jill Price is gediagnosticeerd met hyperthymesia, een zeldzame aandoening die ze dankt aan het feit dat ze vrijwel alles in haar leven tot in detail herinnert. Ze weet precies wat ze op 17 januari 1993 voor ontbijt at, welke liedjes er die ochtend op de radio te horen waren en wat ze voor kleding droeg. Ze is een van de weinige mensen ter wereld met een vrijwel absoluut geheugen, wat niet benijdenswaardig is aangezien ze zich niet alleen de leuke dingen feilloos herinnert, maar ook de vervelende dingen – met dezelfde pijnlijke emoties die daarbij horen. Zelf ben ik nooit getest, maar ik kijk ook wel uit, want ik vrees dat het resultaat niets is om trots op te zijn. En ik vrees dat dat voor de meeste mensen geldt, dus ook voor de lezers van je boek, die al je spitsvondigheden en geniale tips al zijn vergeten voordat ze je boek dichtklappen.

Een geheugen als een zeef

Er is door taalwetenschappers en psychologen veel onderzoek gedaan naar de zogenaamde retentie van informatie en de resultaten zijn pijnlijk voor alle auteurs die maandenlang hebben zitten te ploeteren om hun kennis en ervaring te delen. De Amerikaanse hoogleraar psychologie Jeffrey D. Karpicke onderzocht in 2017 het effect van tijd op het onthouden van informatie uit educatieve teksten. Na een week waren de deelnemers aan zijn onderzoek de helft van alle informatie vergeten. Collega-psycholoog Heather Sheridan kwam overigens op exact dezelfde belabberde resultaten toen ze respondenten fictie liet lezen. En helemaal confronterend zijn de cijfers als je mensen drie maanden na het lezen van een informatieve tekst test, dan kan men nog maar een kwart van de informatie reproduceren. Het is niet anders: jouw lezers hebben een geheugen als een zeef. Maar nu je weet dat je lezers een slecht geheugen hebben, kun je er hier natuurlijk rekening mee houden tijdens het schrijven van een boek. Het advies van taalwetenschappers komt neer op twee tips.

1. Jouw docent Nederlands had gelijk

Wil je dat je lezers onthouden wat je boodschap is? Zorg er dan in de eerste plaats voor dat je verhaal focus heeft en dat het goed is gestructureerd. Dat klinkt eenvoudig, maar het betekent dat je alles wat er niet toe doet uit je boek moet schrappen. Zijn alle delen, hoofdstukken, paragrafen en alinea’s logisch opgebouwd? Het is pijnlijk, maar de docent Nederlands had gewoon gelijk: een begrijpelijke tekst heeft een boomstructuur en het is jouw taak om je manuscript tijdens het schrijven continu te snoeien.

2. Houd je lezer wakker

Zorg in de tweede plaats voor betrokkenheid van de lezer. Jij zit als schrijver ’s ochtends met verse koffie rechtop in een bureaustoel. Jouw lezer hangt ’s avonds met een glas wijn op zijn luie bank en twijfelt of hij het hoofdstuk uit zal lezen of naar bed zal gaan. Je zult hem wakker moeten houden door hem actief na te laten denken: kun je vragen stellen of oefeningen geven? Herkenbare en uitdagende voorbeelden en afbeeldingen kunnen ook helpen.

Snel, snel, voordat iemand er met je boekidee vandoor gaat

Heb je een goed boekidee als auteur? Laat het dan niet verstoffen, want voordat je het weet publiceert iemand een boek over hetzelfde onderwerp.

Een goede journalist gaat te laat naar bed en verslaapt zich elke dag, maar als hij nieuws heeft, dan zorgt hij ervoor dat hij op tijd is. Komt er rook uit het dak van het Paleis op de Dam? Biedt een ambtenaar een kopie aan van de Miljoenennota op de tweede dinsdag in september? Heeft Gordon zich verslikt? Wat er ook gebeurt, hij moet het nieuws direct delen, want anders is het geen nieuws meer. Ik kan het weten, want ik ben journalist geweest. Het is meer dan eens gebeurd dat ik een briljant idee had bedacht en het te lang liet sudderen. Trots op mijn vondst bekeek ik het onderwerp van alle kanten, om vervolgens uitgebreid te gaan praten met deskundigen om het verhaal te onderbouwen. Maar nog voordat ik een woord op papier had gezet, verscheen hetzelfde verhaal in een concurrerend medium.

De factor tijd is niet alleen voor journalisten belangrijk. Als schrijver van een non-fictieboek moet je er ook rekening mee houden. Voor je het weet, publiceert iemand anders een boek met een vergelijkbaar idee. Jouw idee! Je hebt helaas geen alleenrecht op een onderwerp, maar je kunt wel de eerste zijn. 

Beteuterd

Een nieuwe auteur klopte afgelopen najaar aan bij onze uitgeverij met een volstrekt origineel idee voor een boek over communiceren. Ik was enthousiast, want hij wilde gaan schrijven over een onderwerp waar al lange tijd niemand meer over had geschreven. De inkt van de overeenkomst was nog niet droog of een andere uitgeverij presenteerde trots een boek over vrijwel hetzelfde onderwerp, van een andere professional met dezelfde expertise als onze auteur. Beteuterd keken we naar het boek, uiteraard vastbesloten om een nog beter boek te gaan maken.

Hetzelfde gebeurt gelukkig ook. Een paar jaar geleden publiceerden we een boek over overtuigen, en kort daarna verscheen een vergelijkbaar boek bij een andere uitgeverij dat natuurlijk veel minder aandacht kreeg dan onze titel.

Tijdgeest

Ik denk niet dat andere auteurs jouw ideeën pikken doordat ze via morfische resonantie kennis vergaren in een collectief geheugen. Ik denk dat er een eenvoudigere verklaring is voor het verschijnsel dat verschillende mensen op verschillende plekken op hetzelfde moment op hetzelfde idee komen. We leven in hetzelfde land, doen hetzelfde werk en we volgen dezelfde media. Jouw idee om een boek te schrijven over de wereldwijde afvalberg is dan ook een afgeleide van de tijdgeest.

Aan een collectieve ideeëneruptie kun je weinig doen, maar je kunt wel het verschil maken door je idee niet te laten verstoffen. Heb je een goed idee voor een boek? Ga er dan direct mee aan de slag: snel, snel, voordat iemand er met je idee vandoor gaat. Bedenk een titel, schrijf een flaptekst, werk aan een structuur en schrijf een eerste hoofdstuk. Heb je het gevoel dat het wat kan worden? Klop dan direct aan bij een uitgeverij. Hopelijk ben je net op tijd.

Heb je een goed idee voor een boek op het gebied van management, psychologie of maatschappij? Wil je er vrijblijvend met een uitgever over praten? Pitch je idee dan bij onze uitgever, Geerhard Bolte. Hij heeft altijd tijd voor goede ideeën, maar in elk geval op dinsdagavond. 

Schrijf alles aan elkaar

Van alle schrijftrucs vind ik deze de beste: praat alle onderwerpen in je boek aan elkaar.

In fictie is het niet zelden de opzet van de schrijver om jou als lezer op een dwaalspoor te zetten. Dit doet hij met name door het verband tussen bijvoorbeeld personen en gebeurtenissen zo lang mogelijk geheim te houden. Soms vertelt een nieuw hoofdstuk een heel nieuw verhaal, dat geen enkele relatie lijkt te hebben met het vorige. Je gaat daar niet over klagen als lezer, want het zoeken van die verbanden is een deel van de intellectuele uitdaging tijdens het lezen van een roman.

In sommige non-fictieboeken word je als lezer ook op een dwaalspoor gezet, maar waarschijnlijk is dat niet de bedoeling van de auteur geweest. De zoektocht naar het verband tussen teksten heeft ook geen meerwaarde voor jou als lezer, het is alleen maar vervelend. Als je net een paragraaf hebt gelezen over het stemgedrag van ouderen, dan wil je graag begrijpen waarom het in de volgende paragraaf plotseling over het afschaffen van stemcomputers gaat. Huh? Voor je het weet dwalen je gedachten af, leg je het boek weg en begin je aan een nieuwe Netflix-serie.

Van doolhof naar glijbaan

Je boek begint met een inhoudsopgave, een staccato opsomming van alle losse onderdelen van je boek. Zorg ervoor dat de rest van je boek geen opsomming is maar een lopend verhaal. Zonder jouw verbindende toelichtingen is je boek slechts een woordenboek. Je mag nooit denken, dat snapt mijn lezer wel: tenzij jouw lezer paranormaal begaafd is, heeft hij geen idee wat jij bedoelt. Als je het niet opschrijft, staat het er niet.

Het is gelukkig helemaal niet moeilijk om alles aan elkaar te schrijven. Elke keer dat je een nieuw onderwerp introduceert, of dat nou in de vorm van een woord, een zin, een alinea, een paragraaf of een hoofdstuk is, hoef je alleen maar uit te leggen wat de relatie is tot de rest van het boek, en voilà, zo heb je van een doolhof een aantrekkelijke glijbaan gemaakt.

Drie soorten lijm

Mijn favoriete lijmmiddel waarmee je tekst aan elkaar kunt schrijven is de topische zin. Dit is een kernzin waarmee je de essentie van een alinea of paragraaf omschrijft. Deze zin kun je ook gebruiken om een link te leggen met de vorige (of volgende) alinea of paragraaf. De eerste zin van deze alinea is hier een voorbeeld van: ik leg uit wat het onderwerp is van deze alinea, en verwijs met de woorden ‘lijmmiddel’ en ‘aan elkaar kunt schrijven’ naar de vorige alinea.

Mijn op een na favoriete lijmmiddel is het verbindingswoord. Dat is een woord waarmee je een link kunt leggen met de vorige of volgende zin, alinea of paragraaf. Denk aan woorden als ‘maar’, ‘en’, ‘of’, ‘daarnaast’, ‘zoals’ enzovoort.

Voor de derde plaats nomineer ik ten slotte de tussenkop. Met een tussenkop, zoals ‘Drie soorten lijm’, of een hoofdstuktitel, kun je het verband tussen teksten subtiel toelichten.

Gebruik een voorbeeld als je wilt dat lezers je begrijpen

Wil je zeker weten dat je lezer begrijpt wat je bedoelt? Gebruik dan een voorbeeld.  

Als je wilt uitleggen wat de middelpuntvliedende kracht is aan de hand van een natuurkundige omschrijving, dan heeft je lezer een probleem als hij geen verstand heeft van natuurkunde. Er zijn gelukkig twee trucs die je kunt toepassen om te voorkomen dat hij jouw boek gefrustreerd dichtslaat.

De eerste oplossing is om jouw natuurkundige verklaring begrijpelijk uit te leggen zonder moeilijke woorden te gebruiken. Dat is per definitie een goed idee, maar er is nog een oplossing: geef een voorbeeld, zoals dat van een klein meisje dat in de draaimolen op een kermis het gevoel heeft uit haar stoel te worden geslingerd.

Ik vind dat veel auteurs van non-fictieboeken nogal krenterig zijn met voorbeelden. Ze vinden ze waarschijnlijk niet nodig omdat ze zelf prima snappen wat ze bedoelen, maar ze vergeten dat hun lezers niet meer weten dan er op papier staat. Zo ontstaat tussen schrijver en lezer een klassiek relatieconflict: ‘Je snapt toch wel wat ik bedoel?’, roept de schrijver. ‘Nou nee, ik kan toch geen gedachten lezen!’, reageert de lezer. Voor je ruzie krijgt met de lezer kun je maar beter bedenken welke analogie hem kan helpen om je te begrijpen.

Het is niet makkelijk om een goed voorbeeld te bedenken. Het moet een simpel voorbeeld zijn dat je boodschap goed ‘voor beeldt’, en dat is op zich al een opgave. Maar om de lezer te overtuigen moet het aan meer voorwaarden voldoen. Zo vind ik een voorbeeld extra aantrekkelijk als het mensen bevat. Een kind in een draaimolen spreekt volgens mij meer tot de verbeelding dan de was die door de centrifuge van een wasmachine wordt rondgeslingerd. En dat kind moet ook iets beleven; zo laat ik het geen ‘druk’ ervaren, maar geef ik het kind ‘het gevoel dat het uit zijn stoel wordt geslingerd’; in het ideale geval is een voorbeeld een verhaal op zich. Het belangrijkste is echter dat het voorbeeld herkenbaar is voor de lezer, en wie heeft er nou nooit in een draaimolen op de kermis gezeten.

Niet per definitie beter, maar wel heel aantrekkelijk is een waargebeurd voorbeeld, bij voorkeur voorzien van naam en rugnummer. Wil je de eenzaamheid van een manager verbeelden, tobbend over het ontslag van een frauderende medewerker? Beschrijf dan hoe anderen dezelfde eenzaamheid ervaren. Dat kun je doen door een waargebeurde, persoonlijke ervaring te delen, maar je kunt een ervaring ook uit je duim zuigen. Beschrijf dan hoe Ronald Koeman met gefronste wenkbrauwen op zijn potlood zit te bijten wanneer hij een opstelling probeert te bedenken voor de volgende interland.

Het maakt me niet uit hoe groot je voorbeelden zijn, of ze nou bestaan uit woorden, bijzinnen of uitgebreide anekdotes. Als ze er maar zijn, hoe meer hoe liever.

Waardeloos schrijfadvies: negen tips om vlug te vergeten

Als je mensen vertelt dat je een non-fictieboek gaat schrijven, dan regent het direct goede adviezen. Omdat iedereen kan schrijven, denkt iedereen er verstand van te hebben, ook al heeft men nooit meer dan een opstel geschreven. Zou Max Verstappen ook adviezen krijgen van alle mensen die een rijbewijs hebben?

Neem het schrijfadvies met een brede glimlach in ontvangst en bewaar alle letters zorgvuldig, je weet maar nooit in welk hoofdstuk ze nog eens van pas komen. 

Sluit jezelf op

Natuurlijk zal je voor het schrijven van je manuscript veel tijd moeten doorbrengen achter een toetsenbord, maar het is uiteindelijk belangrijker dat je wat te vertellen hebt. Ga op onderzoek uit, ga praten met experts en ervaringsdeskundigen.

Je hebt talent of je hebt het niet

Niet iedereen kan wereldkampioen schaken worden, maar iedereen die bereid is om zich te verdiepen in het schaakspel en veel oefent, is in staat een goede schaker te worden. Hetzelfde geldt voor schrijven: misschien heb je niet de potentie om een Nobelprijs voor de literatuur te winnen, maar een goed boek moet lukken. Bedenk dat het in veel landen heel normaal is om een schrijfopleiding te volgen voordat je boeken gaat schrijven.

Kies de stijl die bij je past

Mmm, dit klinkt als een advies dat ik zelf ook wel eens geef. Maar bij nader inzien vind ik het toch niet zo’n goed advies. Misschien past het heel goed bij jou om belerend, vaag, langdradig en afstandelijk te schrijven, maar dat is voor je lezer natuurlijk niet zo aantrekkelijk. Kies dan toch maar liever de stijl die past bij je lezer.

Focus op je boek, de marketing komt later wel

Wat denk je, zouden een autofabrikant of een theaterproducent zich pas na het afronden van hun product gaan richten op de marketing? Nee, natuurlijk niet. Als je als auteur wacht tot je boek in de winkel ligt, heb je kostbare tijd verloren. In de maanden dat je bezig was met de research of het schrijven, had je tegelijkertijd je netwerk kunnen informeren en uitbreiden.

Even doorzetten, geef niet op

Je vertelt iedereen dat je een boek gaat schrijven en iedereen vindt het een geweldig idee. Je gaat enthousiast aan de slag, maar langzaam maar zeker groeit je weerzin tegen het manuscript. Wil je stoppen maar ben je bang voor gezichtsverlies? Doe jezelf een plezier, en delete die map met al je research en de pogingen om de volgende bestseller te schrijven. De meeste mensen hebben al een boek.

Zorg dat je in de stemming bent voordat je gaat schrijven

Schrijven is onmiskenbaar een creatieve bezigheid die niet meevalt als je geen zin hebt. Zelf heb ik ervaren dat het echter helpt om gewoon aan de slag te gaan, waarna je meestal vanzelf in de stemming komt. Ik sluit me dan ook aan bij de stelling van de Amerikaanse schrijver Peter De Vries: ‘Ik schrijf als ik inspiratie heb, en ik zorg ervoor dat ik iedere ochtend om negen uur inspiratie heb.’

Deel je werk pas als het perfect is

Geen enkele voetballer, tennisser of zwemmer probeert beter te worden in zijn eentje. Veruit de meeste mensen die ergens goed in willen worden, zoeken hulp van een coach, een trainer of een docent. Zoek daarom hulp als je een goede schrijver wil worden en sta open voor kritiek.

Goed werk kost tijd

Ik heb meer dan eens een boek uitgegeven dat binnen een week was geschreven. Het record staat op naam van twee co-auteurs die zich een weekend opsloten met twee laptops en zo een beknopt maar uitstekend boek schreven. Ben je in staat om even goed als snel te schrijven en mis je de biologische drift om je lezer lastig te vallen met overbodige uitweidingen? Schaam je niet, schrijf een beetje door en rond je manuscript snel af.

Volg je gevoel

Mijn gevoel zegt dat het tijd is om op vakantie te gaan naar een zonnig land, een plekje in de schaduw op te zoeken en met een glas witte wijn binnen handbereik een romannetje te gaan lezen. Mijn verstand zegt dat het tijd is om mijn blog af te maken. Wil je een boek schrijven? Zorg dan voor een plan.

Je hoeft je niet te schamen voor je boek

Je bent natuurlijk trots op je boek, maar durf je het ook te verkopen? De meeste auteurs vinden dat een brug te ver gaan en laten het over aan hun uitgeverij en de boekhandel. Zonde, want als auteur laat je zo veel kansen liggen om lezers te vinden.

Schaamte is natuurlijk een geweldige uitvinding. Schaamte voorkomt dat we ongewassen naar het werk gaan en een voorbijganger de kop inslaan als hij zijn neus ophaalt. Zoiets doe je niet, je schaamt je al bij de gedachte. Schaamte is de flitspaal van ons geweten. Als we de neiging hebben om de spelregels te overtreden, deinzen we al terug bij de gedachte dat we een bekeuring krijgen van de moraalpolitie. Helaas zijn we ook opgezadeld met zinloze spelregels, zoals de spelregel dat je als auteur je eigen boek niet verkoopt. Dat is beneden je stand en slecht voor je imago – dat is in elk geval de indruk die ik krijg als ik met auteurs spreek over hun schroom om hun eigen boek actief aan de man te brengen. Vreemd, want er is toch niets mis met het aanbevelen van je boek als auteur?

Er zijn drie manieren waarop je als auteur een unieke kans hebt om je doelgroep over te halen je boek aan te schaffen.

Een mooie gelegenheid doet zich voor wanneer je boek verschijnt. Dat is een uitgelezen moment om je achterban te mobiliseren: buren, vrienden, familie, collega’s en andere zakenrelaties. Dit zijn ‘hot prospects’ die nieuwsgierig zijn naar je boek en best bereid zijn om ervoor te betalen, alles wat ze nodig hebben is een duwtje van jou. Wie het groots aan wil pakken, organiseert nog voordat hij gaat schrijven een crowdfundingscampagne ‘om de publicatie mogelijk te maken’, in de wetenschap dat iedereen in jouw netwerk je graag helpt. Als je dit te groots vindt, kun je bijvoorbeeld ook met nieuwsbrieven je netwerk op de hoogte brengen en houden, en regelmatig vragen om je boek te bestellen.

Een bijzondere categorie bestaat uit zakelijke relaties die geïnteresseerd kunnen zijn in grotere aantallen boeken. Dit kunnen partijen zijn met wie je in het verleden hebt samengewerkt, maar ook bedrijven en organisaties die gezien de aard van hun werk een relatie hebben met het onderwerp van je boek. Je boek kan relevant zijn voor hun medewerkers of voor hun klanten; ze kunnen het weggeven als relatiegeschenk of als een verkoop bevorderende premium. Ja maar, denk je nu, dat hoort toch niet, als een encyclopedieënverkoper de deuren langs om mijn boeken te slijten? Voor de ontvanger van jouw aanbod is het echter helemaal niet vreemd dat hij via LinkedIn een bericht van jou ontvangt over je boek. Jouw persoonlijke betrokkenheid als auteur is juist een pré.

Een ander kansrijk moment is bij lezingen, congressen en andere gelegenheden waar je een presentatie geeft voor grote aantallen mensen. Misschien kun je de organisatoren overhalen om je boek aan te schaffen en uit te delen aan de genodigden? Zijn ze bereid een flyer over je boek in hun goodie bag te stoppen? Ik ken auteurs die niet eens komen als hun boek niet wordt afgenomen. En word je (nog) niet uitgenodigd voor evenementen? Organiseer er dan zelf een, dan weet je zeker dat de aanwezigen je boek ontvangen.

Eigenlijk is het een veeg teken als jij je boek niet wilt verkopen. Is er iets mis mee: staan er taalfouten in, is het achterhaald, sta je niet meer achter de boodschap? Is er niets mis met je boek, ga er dan voor. Zeker als de lezers potentiële klanten zijn van je dagelijks werk als consultant, coach of trainer. Twee tientjes maar, wie maakt me los?

Wat lees ik nou in die boek?

Het is echt dát boek, en niet die boek. Maar je hoort het steeds vaker. Die huis, die land, die boek. Maakt het wat uit?

Als je er goed op let, hoor en lees je het overal: steeds meer mensen kiezen lukraak tussen de woorden die of dat. Veruit het populairst is het gebruik van het voornaamwoord die, dat dat lijkt te verdringen. Het begon me enkele maanden geleden op te vallen doordat Rob de Wijk in de onvolprezen podcast Boekestein en De Wijk regelmatig dezelfde taalfout maakte, bijvoorbeeld:

‘Rusland die de stellingen weer heeft aangevallen…’

Ik heb het Rob de Wijk direct vergeven. In het grote geheel der dingen, en zeker in de context van de internationale betrekkingen tussen Rusland en Oekraïne, is het verkeerde gebruik van voornaamwoorden een mineure overtreding. Maar vervolgens viel het me ook elders op. Beschrijvingen van films op Netflix, advertenties voor knakworsten, ochtendshows van radio-dj’s: overal struikelde ik plotseling over die huis, die land en die boek.

De basisregel is eigenlijk heel eenvoudig. Even de tanden op elkaar: naar enkelvoudige het-woorden en verkleinwoorden verwijs je met dat, en naar enkelvoudige de-woorden en meervoudige woorden verwijs je met die:

het boek: dat boek

het omslagje: dat omslagje

de omslag: die omslag

de boeken: die boeken

In deze voorbeelden staat het voornaamwoord direct voor het woord waar je naar wilt verwijzen en dat gaat meestal goed. Het gaat vaak mis als het voornaamwoord later in de zin volgt: 

‘Ik had het huis vorig jaar al bezocht maar toen ik er vorige week naar op zoek was, kon ik die niet meer vinden.’

Hier gaat het mis omdat de spreker zijn belangstelling voor het oorspronkelijke woord waar hij naar verwijst in de loop van zijn verhaal is verloren. Hij kijkt in zijn woordenboek en pakt vlug het woord die. Mooi woord, niets mis mee, laat ik die maar gebruiken. 

Afgezakte broek

Elke keer als ik een verkeerde verwijzing lees of hoor ben ik in tweestrijd: hoe erg is het eigenlijk? Ik ervaar dezelfde conflicterende emoties als ik een tiener met een afgezakte broek zie rondlopen.

De behoudende vader in mij maakt zich zorgen als hij een puber ziet rondlopen met een afgezakte broek: als dat joch zich maar niet zo kleedt als hij gaat solliciteren. Zo maak ik mij ook zorgen over het nonchalante gebruik van spellings- en grammaticaregels. Als we een goede beheersing van de taal niet serieus nemen, blijft de laaggeletterdheid groeien, en die is al schrikbarend hoog, met alle gevolgen van dien. En als we niet allemaal dezelfde regels gebruiken, creëren we op termijn subculturen in de taal. Dat klinkt eigentijds, maar het onvermijdelijke gevolg is dat er ook afstand ontstaat tussen de groepen die de verschillende subculturen gebruiken.

De vrijgevochten betaman in mij kan een afgezakte broek wel waarderen, zo’n ontspannen kledingkeuze. Zo denk ik ook bij het gebruik van die boek: ach, taal is een levend fenomeen die zich steeds ontwikkelt en een reflectie is van de stemming in de cultuur waarin de taal wordt gebruikt. Een boek blijft een boek, ook als je het die boek noemt. Iedereen snapt nog steeds wat je bedoelt.

Maar goed, voorlopig houden we ons als uitgeverij maar aan de spelregels.

Geerhard Bolte is uitgever van Uitgeverij Haystack en auteur van Zo schrijf je een goed managementboek. Heb je een vraag of een voorstel voor een boek? Stuur hem een mail of maak contact via LinkedIn. Wil je zijn blog elke week automatisch ontvangen in je mailbox? Schrijf je hier in!

Ik heb een goed boek geschreven

Iedereen die je boek in handen krijgt, heeft een mening. Moet je je daar altijd wat van aantrekken?

De mening is de afgelopen jaren bezig met een onstuitbare opmars. Je herkent de mening direct: ze heeft altijd gelijk en ze is altijd een beetje boos. Het valt niet mee om de mening te overtuigen van het tegendeel want ze heeft zich ontwikkeld tot een linguïstisch perpetuum mobile dat geen feiten meer nodig heeft om zich te voeden.

Het is waarschijnlijk geen toeval dat de opmars van de mening gelijk opgaat met die van de individualisering. De mening zet haar fiets midden op de stoep en het maakt haar niet uit dat er niemand meer door kan. Haar narcistische karakter doet me denken aan een anekdote uit het boek Meter per seconde van de Deense auteur Stine Pilgaard. De hoofdpersoon rijdt met een vriendin over de snelweg. De vriendin neemt een afslag en de hoofdpersoon vraagt verbaasd waarom ze haar richtingaanwijzer niet aanzet. Het gaat niemand wat aan waar ik heenga, zegt de vriendin.

In jouw boek heb jij jouw mening natuurlijk liefdevol onderbouwd met sprankelende argumenten en indrukwekkende feiten. Niettemin merk ik regelmatig dat auteurs zoals jij schrikken als ze geconfronteerd worden met de vluchtige meningen van anderen. Ze gaan direct twijfelen als iemand zegt dat de cover niet aantrekkelijk is, ook al kan deze persoon nog geen paasei schilderen. Ze willen meteen een nieuwe titel als een voorbijganger zegt dat hij de huidige titel niet begrijpt, ook al heeft deze persoon zijn laatste boek tijdens de middelbare school voor de lijst gelezen. Ze maken zich grote zorgen over de kwaliteit van hun boek als een lezer het niet meer dan twee sterren waard vindt, ook al staan er drie spelfouten in de reactie.

Voor je gemoedsrust is het belangrijk dat je als auteur in dit soort situaties direct contact opneemt met de mental coach van je uitgeverij. Hij kan je kalmeren en ervan overtuigen dat er niets aan de hand is. Je hebt een doorwrocht verhaal geschreven en je hebt je omringd met professionals die de kwaliteit van je boek hebben bewaakt. Haal diep adem, ontspan je spieren en maan jezelf tot kalmte met een rustgevend mantra: ‘Ik heb een goed boek geschreven. Ik heb een goed boek geschreven. Ik heb een goed boek geschreven.’

Heb jij al een sensibiliteitslezer?

Er kwam een golf van kritiek nadat het werk van Roald Dahl op aanwijzing van sensibiliteitslezers gekortwiekt zou zijn door de uitgeverij. Later bleek het aantal aanpassingen beperkt, maar de toon was gezet. Jammer, want het inzetten van sensibiliteitslezers is even gebruikelijk als waardevol. 

Alle auteurs zijn stronteigenwijs. Geloof in je eigen visie is natuurlijk ook een cruciale eigenschap als schrijver van een non-fictieboek aangezien je bereid moet zijn om op de zeepkist te klimmen en de lezer te vertellen hoe het zit. Een beetje nuance is leuk, maar te veel nuance kan een verhaal verwarren. Zo zit het en niet anders, dat is het mantra van de auteur als hij ‘s ochtends in de spiegel kijkt, zijn nagels manicuurt en aan het typen slaat. 

Maar als het manuscript af is, dan breekt vroeg of laat het moment aan dat het boek wordt gelezen. Dat is een fase die door veel auteurs over het hoofd wordt gezien en daarom zijn er uitgeverijen en redacteuren uitgevonden. Redacteuren zijn eigenlijk betaalde lezers. Ze proberen zich in te leven in de lezer en kijken bijvoorbeeld kritisch of het betoog van de lezer goed is onderbouwd en leuk om te lezen. In een latere fase wordt een manuscript nog een keer taalkundig gecorrigeerd door een aparte corrector en in de laatste fase (als het boek al is opgemaakt) door een professionele meelezer. Zo is je boek bij een goede uitgeverij al drie keer gelezen. 

Als je het over je hart kunt verkrijgen, dan is het aan te raden om je manuscript al voordat het bij de uitgeverij belandt te laten lezen door ‘meelezers’. Vraag nooit je partner en je beste vriend, maar je ex en een humeurige buurman. Je hebt niets aan complimenten, wat je nu nodig hebt is pijnlijk commentaar over denkfouten, taalfouten, ontbrekende bronnen en feiten. En ja, ook commentaar op achterhaalde denkbeelden die je misschien niet met verkeerde bedoelingen hebt verwoord, maar die beledigend kunnen zijn voor je lezers. 

Ik raad auteurs altijd aan om drie meelezers te kiezen en ze verschillende taken te geven. Als je dat niet doet, dan krijg je mogelijk meer advies dan je lief is. Bovendien bespaar je je meelezers veel tijd. Schakel bijvoorbeeld iemand in die thuis is op jouw vakgebied en vraag hem om te letten op de helderheid van het betoog en op de feiten. Schakel een ervaren lezer in om te letten op de aantrekkelijkheid van je taal. De derde persoon zou de gemiddelde, ondeskundige lezer kunnen zijn die je gewoon vraagt wat hij van het boek vindt. 

Wil je je niets aantrekken van het commentaar van je drie onbezoldigde meelezers en drie professionele meelezers van de uitgeverij? Geen probleem! Je hebt toch maar mooi zes lezers gehad. 

Vijf manieren om ChatGPT te gebruiken als co-auteur

Kunstmatige intelligentie is nog altijd vrij dom, maar als je het zelf slim aanpakt kun je er als auteur veel profijt van hebben. Vijf manieren om ChatGPT te gebruiken als co-auteur van je boek.

Kunstmatig intelligente chatbots als ChatGPT zijn nog lang niet in staat om je non-fictieboek helemaal voor je te schrijven, daarvoor zijn ze nog niet slim genoeg, maar de technologie is niettemin indrukwekkend en kan je op allerlei manieren ondersteunen tijdens het schrijven van je boek. Dit zijn vijf toepassingen die nu al werken.

Denk eens met me mee

ChatGPT is een dagboek dat niet alleen luistert maar ook praat. Daarom kun je het gebruiken om je ideeën te toetsen. Op welke manier kun je mensen motiveren om hun werk te doen? Door ze beter te betalen, complimenten te geven? Net als tijdens een gesprek met levende mensen helpt het om door te vragen: heb je nog meer ideeën? Hoe zou een politicus hier tegenaan kijken? Wat zou een tegenstander hiervan vinden?

Vraag 

Op welke manier kun je mensen motiveren om hun werk te doen?

Antwoord

Er zijn verschillende manieren om mensen te motiveren om hun werk te doen. Hier zijn enkele suggesties: 

1 Erkenning en waardering: mensen willen weten dat hun werk wordt gewaardeerd. Door regelmatig positieve feedback en erkenning te geven, zullen werknemers gemotiveerd worden om hun werk voort te zetten.

2 Beloningen en incentives: het aanbieden van beloningen en incentives kan mensen motiveren om hun werk beter te doen. Dit kan variëren van een bonus of verhoogd salaris tot extra vakantiedagen of andere voordelen.

3 Duidelijke doelen en verwachtingen: het hebben van duidelijke doelen en verwachtingen kan mensen motiveren om zich op hun werk te concentreren. Dit kan onder meer inhouden dat de werknemer begrijpt welke doelen hij of zij moet bereiken en welke maatstaven er worden gebruikt om succes te meten. 

4 Professionele ontwikkeling en groei: het bieden van mogelijkheden voor professionele ontwikkeling en groei kan mensen motiveren om hun werk beter te doen. Dit kan variëren van training en opleiding tot mogelijkheden voor loopbaanontwikkeling en carrièremogelijkheden.

5 Een prettige werkomgeving: mensen werken graag in een prettige werkomgeving. Door een omgeving te creëren die aangenaam en ondersteunend is, zullen werknemers gemotiveerder zijn om hun werk te doen. Dit kan onder meer inhouden dat de werkplek goed verlicht is, goed geventileerd wordt en ergonomisch is ingericht.

6 Autonomie en flexibiliteit: het geven van autonomie en flexibiliteit aan werknemers kan hen motiveren om hun werk te doen. Dit kan onder meer inhouden dat werknemers meer vrijheid hebben om hun eigen werk te plannen en uit te voeren, en dat er flexibele werktijden mogelijk zijn.

Het is belangrijk om te beseffen dat elke werknemer uniek is en dat wat voor de ene persoon werkt, niet noodzakelijkerwijs voor de andere werkt. Door open te staan voor feedback en de individuele behoeften van werknemers te begrijpen, kunt u de beste motivatieaanpak voor uw team vinden.

Weet jij hoe het zit?

Als je wilt weten hoeveel mensen het afgelopen jaar een burn-out hebben opgelopen, kun je beter Google gebruiken omdat je dan niet alleen snel de informatie vindt, maar ook de bijbehorende bron, bijvoorbeeld het CBS. Maar in bepaalde gevallen is ChatGPT handiger. Het blinkt bijvoorbeeld uit in het beantwoorden van vage vragen. Een week geleden was ik op zoek naar de denktanks die Finland na de val van het ijzeren gordijn oprichtte om na te denken over de toekomst van het land. Via Google vond ik niets, waarschijnlijk gebruikte ik de verkeerde zoekwoorden. ChatGPT vond de informatie in een handomdraai.

Vraag 

After the collaps of the Soviet Union the Finnish government installed groups of people who discussed the future of the country and its economy. What is the history of these groups? 

Antwoord

After the collapse of the Soviet Union in the early 1990s, Finland faced a new geopolitical situation, as its largest trading partner and neighbor had disappeared. To address this situation, the Finnish government initiated a series of efforts to plan for the future of the country and its economy.

One of the key initiatives was the establishment of a series of “future workshops” or “futures groups” (tulevaisuustyöryhmät in Finnish) in various fields, which were tasked with exploring different scenarios for the future of Finland and making recommendations for policy changes. These groups were composed of experts from various fields, including academia, business, government, and civil society.

The first future workshop was established in 1991, and over the next few years, several more were set up to cover topics such as the economy, environment, social policy, and regional development. The work of these groups was based on the idea of participatory democracy, which emphasized the importance of involving citizens in decision-making processes.

The results of the future workshops were presented to the government in the form of reports, which were then used to inform policy-making. Some of the most significant policy changes that resulted from the future workshops included the creation of the Finnish Innovation Fund (Sitra), the adoption of a national sustainable development strategy, and the introduction of new policies to promote regional development.

Overall, the Finnish future workshops represented a unique approach to policy-making, which emphasized the importance of long-term thinking and participatory democracy. While the specific recommendations of the workshops have varied in their impact, the process itself has been widely recognized as an innovative and effective way of engaging citizens in the democratic process.

Zet het eens voor me op een rij

ChatGPT blinkt uit in het structureren van informatie. Welke argumenten pleiten voor het op tijd komen voor een afspraak? Ze verschijnen prompt op je scherm. Vraag om een inhoudsopgave voor een boek over de gevolgen van klimaatverandering voor de economie, en ChatGPT typt moeiteloos een overzicht.

Vraag

Welke argumenten pleiten voor het op tijd komen voor een afspraak?

Antwoord

Er zijn verschillende argumenten die pleiten voor het op tijd komen voor een afspraak:

Het getuigt van respect: door op tijd te komen laat je zien dat je de persoon of personen met wie je hebt afgesproken respecteert en waardeert. Je laat zien dat je hun tijd en planning serieus neemt.

 Het voorkomt stress en chaos: wanneer je op tijd komt, heb je voldoende tijd om je voor te bereiden en rustig naar de afspraak te gaan. Dit voorkomt stress en chaos, omdat je niet hoeft te haasten of te rennen om op tijd te komen.

Het is professioneel: in professionele situaties, zoals zakelijke vergaderingen of sollicitatiegesprekken, wordt er van je verwacht dat je op tijd komt. Het laat zien dat je professioneel bent en dat je de afspraak serieus neemt. 

Het voorkomt ongemakkelijke situaties: als je te laat komt, kan dit zorgen voor ongemakkelijke situaties en kan het de afspraak verstoren. Je kunt anderen bijvoorbeeld laten wachten of hun planning in de war brengen.

Het toont betrouwbaarheid: door op tijd te komen, laat je zien dat je betrouwbaar bent en dat je je afspraken nakomt. Dit kan het opbouwen van relaties en vertrouwen vergemakkelijken.

Het is een kwestie van etiquette: op tijd komen is een kwestie van goede etiquette en wordt als sociaal wenselijk gedrag beschouwd. Het is een teken van beleefdheid en respect voor anderen.

Hoe zal ik het zeggen?

Tijdens het schrijven van een tekst lukt het soms niet om de juiste woorden te vinden. Wil je een nieuwe paragraaf beginnen, maar weet je niet hoe? Wil je een een ingewikkeld proces beschrijven, maar weet je niet hoe je dat zo toegankelijk mogelijk kunt doen? Vraag het aan ChatGPT, je persoonlijke schrijfcoach: ik wil een nieuwe paragraaf beginnen in een non-fictieboek, maar ik kan geen originele stijl bedenken. Heb jij een tip?

Vraag

Ik wil een nieuwe paragraaf beginnen in een non-fictieboek, maar ik kan geen originele stijl bedenken. Heb jij een tip?

Antwoord

Natuurlijk, hier zijn een paar ideeën voor het beginnen van een nieuwe paragraaf in een non-fictieboek:

1 Begin met een anekdote of persoonlijk verhaal dat relevant is voor het onderwerp dat wordt behandeld in het boek. Dit kan de lezer helpen om zichzelf te identificeren met de onderwerpen die in het boek worden besproken.

2 Introduceer een nieuw onderwerp met een citaat van een expert op dat gebied. Dit kan de geloofwaardigheid van het boek vergroten en de aandacht van de lezer trekken.

3 Gebruik een retorische vraag om de lezer aan het denken te zetten over het onderwerp dat in de paragraaf wordt besproken. Dit kan de nieuwsgierigheid van de lezer wekken en hen aanmoedigen om verder te lezen.

4 Begin met een korte samenvatting van wat er tot nu toe is besproken in het boek en introduceer vervolgens het nieuwe onderwerp dat in de paragraaf wordt besproken.

5 Gebruik beeldspraak of een metafoor om de lezer te helpen het onderwerp dat wordt besproken te visualiseren en te begrijpen.

Hopelijk helpen deze tips je om een originele stijl te vinden voor het beginnen van een nieuwe paragraaf in je non-fictieboek! 

Zou je deze tekst voor me willen schrijven?

Voor het schrijven van lange teksten zou ik ChatGPT niet willen gebruiken maar voor korte teksten met een helder onderwerp is het heel bruikbaar. Kun je in maximaal 150 woorden de moord op de gebroeders de Witt in 1672 beschrijven? Wat zijn de belangrijkste vakbonden van Nederland en in hoeverre neemt hun populariteit onder werknemers af? Waarom worden voetbaltrainers ontslagen als een team slecht presteert en voetballers van dat team niet?

Vraag

Wat zijn de belangrijkste vakbonden van Nederland en in hoeverre neemt hun populariteit onder werknemers af?

Antwoord

Er zijn verschillende belangrijke vakbonden in Nederland, waaronder FNV (Federatie Nederlandse Vakbeweging), CNV (Christelijk Nationaal Vakverbond) en VCP (Vakcentrale voor Professionals). 

Wat betreft de populariteit van vakbonden onder werknemers, zijn er enkele trends zichtbaar. Uit onderzoek blijkt dat het percentage werknemers dat lid is van een vakbond al jarenlang gestaag afneemt. In 2020 was slechts 15,9% van alle werkenden lid van een vakbond, vergeleken met 17,1% in 2010. Ook is het aantal stakingen de afgelopen jaren afgenomen.

Er zijn verschillende factoren die bijdragen aan deze afname van populariteit. Een daarvan is dat de arbeidsmarkt steeds meer gefragmenteerd raakt, waardoor het moeilijker wordt om collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) af te sluiten die voor alle werknemers gelden. Daarnaast zijn er ook steeds meer zzp’ers en flexwerkers die niet in aanmerking komen voor lidmaatschap van een vakbond. 

Een andere factor is dat jongere generaties werknemers vaak minder bekend zijn met de rol en de waarde van vakbonden. Zij hechten meer waarde aan persoonlijke ontwikkeling en flexibiliteit dan aan collectieve belangenbehartiging.

Hoewel de populariteit van vakbonden afneemt, blijven ze een belangrijke rol spelen in het beschermen van de rechten en belangen van werknemers. Ze onderhandelen bijvoorbeeld over cao’s en arbeidsvoorwaarden en bieden juridische bijstand bij geschillen met werkgevers. 

ChatGPT ziet er dankzij zijn indrukwekkende antwoorden en nerdy user interface uit als een dokter in een witte jas, maar pas op, deze dokter ontpopt zich soms als een charlatan. Online zijn hilarische voorbeelden te vinden van verkeerde antwoorden. Het helpt om ChatGPT te vragen naar de bronnen van gepresenteerde feiten en regelmatig te vragen of hij het zeker weet. En je (eigen) gezond verstand te gebruiken.