Wilfred Rubens
Wilfred Rubens is Nederlands bekendste expert op het gebied van e-learning en blended learning.
Wilfred Rubens is Nederlands bekendste expert op het gebied van e-learning en blended learning.
Wil je meer mensen bereiken dan de lezers van de eerste druk van je boek? Deel alles wat je weet dan ook via andere media.
De meeste auteurs die ik ken, zien hun boek als de heilige graal. Ze hebben zich opgeofferd om alles wat ze weten en alles wat ze hebben meegemaakt samen te ballen in een manuscript van vijftigduizend woorden. Als ze de laatste woorden hebben geschreven, kijken ze tevreden naar het beeldscherm en slaken ze een diepe zucht. Het is volbracht. Hun tevredenheid is terecht want het is geen geringe prestatie om een boek te schrijven. Maar die tevredenheid maakt na verloop van tijd plaats voor frustratie, als ze beseffen hoe weinig mensen ze eigenlijk bereiken met hun boek. De auteurs van de meeste non-fictieboeken mogen blij zijn als alle exemplaren van de eerste druk van duizend exemplaren worden verkocht. Dat zijn veel mensen, maar op een bevolking van 17,7 miljoen mensen is het natuurlijk een speldenprik.
Je kunt het je als auteur bijna niet voorstellen (want als auteur lijd je waarschijnlijk aan het vals-consensuseffect: je overschat hoeveel mensen jouw fascinatie voor het boek delen) maar er zijn mensen die zelden een boek lezen. Jongeren haken massaal af en geven de voorkeur aan sociale media waar ze korte teksten kunnen lezen die weinig tijd en energie vergen. Volwassenen lezen nog boeken, maar ook bij nieuwe generaties volwassenen daalt de belangstelling. Het is bedroevend nieuws voor mensen als ik die verknocht zijn aan het boek en aan de auteur die mij met overtuigende feiten en sterke stijlmiddelen masseert tot ik moe maar voldaan ben. Maar het is ook vertekend nieuws, want in werkelijkheid zijn veruit de meeste mensen wel degelijk geïnteresseerd in wat jij te vertellen hebt. Dat zul je wel in een andere vorm moeten aanbieden.
Nu je jouw meesterwerk hebt afgerond, hoeft het niet zo veel moeite meer te kosten om de inhoud op een andere manier te verpakken. Waarom maak je geen workshop, online training, whitepaper, blog, vlog, podcast, seminar, infographic, tijdschriftartikel, studiehandleiding, tentoonstelling, documentaire, gratis downloads, quiz of webinar? En waarom zou je niet zelf actief worden op sociale media? Zo veel moeite kost het niet om op Instagram volgers te informeren. En nee, je hoeft niet per se te kunnen dansen om op TikTok aandacht te trekken.
De kunst is om je boek niet te zien als een doel, maar als een middel. Je doel zou moeten zijn om zo veel mogelijk mensen te bereiken, al die mensen die snakken naar wat jij te vertellen hebt en nu dorstig op jou zitten te wachten.
Wil je beter worden als schrijver? Vraag dan aan je lezers wat ze van je nieuwe teksten vinden. Als je durft.
Kritiek geven is populairder dan ooit. De Nederlander staat erom bekend dat hij geen blad voor de mond neemt. Al in de achttiende eeuw toonde de Franse filosoof en schrijver Voltaire zich jaloers over de Nederlandse directheid: ‘Als ik een land mocht kiezen om in geboren te worden, dan zou ik Nederland kiezen. Hier mag men denken wat men wil en zeggen wat men denkt.’ De oerhollandse directheid raakte ruim twintig jaar geleden in een stroomversnelling door Pim Fortuyn die de uitspraak ‘Ik zeg wat ik denk’ opnieuw muntte. Daarna gingen alle remmen los, en inmiddels voelt iedereen zich vrij om in de stijl van Jacobse en Van Es publiekelijk zijn mening te geven over alles wat hem dwarszit.
Kritiek ontvangen is vreemd genoeg minder populair dan ooit. Je zou verwachten dat onze hernieuwde loslippigheid gepaard gaat met frisse belangstelling voor andermans mening, maar niets is minder waar. De criticus koestert zijn mening zoals het kind dat een nieuwe voetbal voor zijn verjaardag heeft gekregen. Het is de mooiste bal van de wereld en hij wil niet dat zijn vriendjes eraan komen. Het probleem is dan wel dat hij alleen moet spelen, en dat is natuurlijk niet leuk als je wilt voetballen.
Als je gaat bloggen of zelfs een boek gaat schrijven, dan heb je de vrijheid om je mening te geven. Je wordt gesteund door de grondwet: ‘Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren.’ Je kunt zorgeloos leeglopen en zolang iemand bereid is om de drukpers aan te zetten, kan iedereen lezen wat je te vertellen hebt – als je tenminste iets schrijft waar anderen in geïnteresseerd zijn. Dit leidt tot een vervelende paradox: als je je kritiek wilt delen met andersdenkenden, dan moet je hun kritiek accepteren om erachter te komen of jouw feiten, argumenten en schrijfstijl overtuigend zijn. Als je hun kritiek niet accepteert, dan zul je alleen mensen aanspreken die het al met je eens zijn.
Er zijn weinig wetmatigheden in het boekenvak, maar één ervan is dat de meeste succesvolle auteurs niet alleen principieel zijn maar ook openstaan voor de mening van anderen. Ze laten hun artikelen, manuscripten, blogs en speeches lezen door anderen en zijn nieuwsgierig naar hun reactie. Ze weten dat je alleen samen kunt spelen als je bereid bent om je speelgoed te delen.
André van Straten is creativiteitsexpert. Met ruim dertig jaar ervaring in de creatieve sector ontwikkelt hij creativiteitsworkshops en geeft hij lezingen voor overheid en bedrijfsleven.
Een ijzersterke openingszin is niet alleen belangrijk voor een roman, maar ook voor een non-fictieboek. Het is je belofte aan de lezer dat je boek de moeite waard is.
Ken ik jou niet ergens van? Dit is ongeveer het niveau van de gemiddelde openingszin in een non-fictieboek. Doodzonde, want zo’n triviale zin nodigt de lezer niet echt uit om kennis te maken met jouw boek. Als je slim bent, val je met de deur in huis en open je je boek met een verrassende zin die je lezer belooft dat het de moeite waard is om verder te lezen. Wat de eerste zin ook is – uitdagend, vreemd, grappig, intelligent of triest – hij moet de lezer raken.
In de wereldliteratuur zijn veel openingszinnen die klassiekers zijn geworden:
A Tale of Two Cities, Charles Dickens
‘It was the best of times, it was the worst of times, it was the age of wisdom, it was the age of foolishness, it was the epoch of belief, it was the epoch of incredulity, it was the season of Light, it was the season of Darkness, it was the spring of hope, it was the winter of despair.’
Nineteen Eighty-Four, George Orwell
‘It was a bright cold day in April, and the clocks were striking thirteen.’
The Catcher in the Rye, J. D. Salinger
‘If you really want to hear about it, the first thing you’ll probably want to know is where I was born, and what my lousy childhood was like, and how my parents were occupied and all before they had me, and all that David Copperfield kind of crap, but I don’t feel like going into it, if you want to know the truth.’
Die Leiden des jungen Werthers, Johann Wolfgang von Goethe
‘Wie froh bin ich, dass ich weg bin! Bester Freund, was ist das Herz des Menschen!’
L’Étranger, Albert Camus
‘Aujourd’hui, maman est morte. Ou peut-être hier, je ne sais pas.’
Anna Karenina, Leo Tolstoy
‘Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze.’
Kijk, dat zijn pas binnenkomers. Deze boeken eindigen niet met een cliffhanger, ze beginnen met een cliffhanger. Je wilt direct verder lezen.
Er is natuurlijk geen recept voor het schrijven van de perfecte binnenkomer. Maar ik denk dat er wel een paar randvoorwaarden en trucs zijn. De eerste randvoorwaarde is dat je kiest voor een stijl en/of een inhoudelijke boodschap die de lezer direct wakker schudt. In de openingszin van Nineteen Eighty-Four slaat de klok dertien keer. Dertien keer, wat is daar aan de hand? De tweede randvoorwaarde is dat je goed weet waar je manuscript over gaat. Het is namelijk aantrekkelijk als de centrale thema’s van je boek zich weerspiegelen in je openingszin, zoals in die van Anna Karenina, waarin de woordkeuze en de kerngedachte een voorbode vormen voor het leed dat volgt.
Lukt het niet om de ideale openingszin te bedenken? Dan zijn er gelukkig trucs om toch aantrekkelijk te beginnen. Tip een: ga in je manuscript op zoek naar zinnen die je mogelijk naar voren kunt schuiven. Tip twee: een aantrekkelijke openingsalinea is een mooi alternatief voor een openingszin. In zijn boek Goede moedbeschrijft auteur Tim Hofman hoe hij de dag voor de befaamde uitzending van Boos over vermeend seksueel grensoverschrijdend gedrag en machtsmisbruik rondom The Voice of Holland in het toilet staat en niet kan plassen. Een even menselijke als begrijpelijke situatie die een prachtig symbolisch beeld vormt als opening voor het boek. Tip drie: gebruik een citaat. Hoe tweedehands zo’n zin ook is, als hij werkt, heb je je doel toch bereikt. Tip vier: begin met een onverwacht feit. Als je een non-fictieboek hebt geschreven, dan zal het ongetwijfeld data bevatten die hiervoor geschikt zijn. Tip vijf: spreek de lezer rechtstreeks aan. Als je een boek schrijft over angststoornissen zou je kunnen schrijven: ‘Hoe zou jouw leven eruitzien als je ‘s ochtends je bed niet uit durft te komen omdat…’ Tip zes: stel een intrigerende vraag. Een boek over mantelzorg zou kunnen beginnen met de zin: ‘Heeft iedereen recht op mantelzorg van familie en vrienden, of moet de overheid daarvoor zorgen?’ Tip zeven: gebruik een metafoor. Een boek over ons DNA zou kunnen beginnen met de zin: ‘DNA is de barcodesticker van het leven, een microscopisch kleine streepjescode die de geheimen van onze afkomst, onze gezondheid en ons potentieel bevat.’
En dan ga ik nu snel een nieuwe openingszin voor mijn eigen boek Waarom schrijf je geen boek? bedenken. Die begint met zo’n nietszeggende flutzin dat het een wonder is dat er mensen zijn die het boek ooit hebben uitgelezen. Ik beloof dat de volgende druk met meer vuurwerk begint.
Trek je niets aan van het advies om meer spreektaal te gebruiken als je een non-fictieboek schrijft. Het werkt averechts. Een pleidooi voor schrijftaal (met een vleugje spreektaal).
Veel schrijfcoaches en marketingadviseurs roepen enthousiast dat spreektaal een geschreven tekst veel aantrekkelijker maakt: ‘Schrijf in spreektaal en win klanten’, ‘ Grijp de lezer met informeel taalgebruik’, ‘Schrijf zoals je praat, want schrijven is niet meer dan praten met een scherm ertussen.’ Wat een onzin. Wie schrijftaal achteloos wegzet als een oubollige en onleesbare stijl en spreektaal aanprijst als de ideale communicatievorm voor geschreven teksten maakt een denkfout.
Wat is spreektaal eigenlijk? Het eerste kenmerk van spreektaal is volgens mij de spontane, rommelige structuur van je verhaal. Je let amper op de volgorde van de woorden in je zinnen, en evenmin op de volgorde van je zinnen. Je springt van de hak op de tak en je valt regelmatig in herhaling. Het tweede kenmerk is het gebruik van non-verbale communicatie: de intonatie van je stem, de mimiek van je gezicht en de bewegingen van je armen dragen bij aan de betekenis van je verhaal. Het derde kenmerk is het bewuste gebruik van woorden die je gesprekspartner begrijpt. Het vierde kenmerk is de continue wisselwerking tussen jou en de luisteraar: je valt elkaar in de rede en je vult elkaar aan.
Schrijven met deze vier kenmerken werkt echter niet in een non-fictieboek: rommelige zinnen en rommelige alinea’s zijn vermoeiend om te lezen, non-verbale communicatie is niet mogelijk, makkelijke woorden zijn niet voorbehouden aan spreektaal en van een directe wisselwerking tussen schrijver en lezer kan natuurlijk geen sprake zijn in een boek.
Gezonde friet
De denkfout die spreektaalfans maken is dat zij gesproken taal louter identificeren met begrijpelijk taalgebruik. Dat is even kortzichtig als friet als gezond aanprijzen omdat het calorierijk voedsel is. Dat is friet natuurlijk ook, maar het heeft ook enkele belangrijke nadelen in een gezond dieet.
Ik ben een schrijftaalfan en ik vind laagdrempelig taalgebruik ook aantrekkelijk. Maar ik heb tegelijkertijd een hekel aan rommelige zinnen en alinea’s. Daarom zou ik niemand aanraden om te schrijven zoals hij spreekt. Integendeel: doe je lezer een plezier en kies voor schrijftaal.
Wat is schrijftaal? Het eerste kenmerk is een goed georganiseerde en daardoor begrijpelijke structuur. Het tweede kenmerk is een eenduidige betekenis, zodat er bij de lezer geen twijfel kan zijn over die betekenis; per slot van rekening kan hij niet even aan de schrijver vragen wat er wordt bedoeld. Het derde kenmerk is het gebruik van taal die de doelgroep begrijpt: bestaat de doelgroep uit vakgenoten, dan kun je complex jargon gebruiken; is je doelgroep breed, dan moet je moeilijke taal vermijden. Goede schrijftaal bevat daarmee aspecten van spreektaal, en meer niet.
Is echte spreektaal daarmee onbruikbaar in een non-fictieboek? Natuurlijk niet. Het kan een effectief stijlmiddel zijn, net als tal van andere stijlmiddelen. Als je wilt beschrijven hoe iemand spreekt, dan is het letterlijk beschrijven van zijn of haar spreektaal heel effectief. Ook kan een rommelige spreektaalzin hier en daar verfrissend werken in een verder keurig schrijftaalboek. Maar volgens mij werkt spreektaal in een non-fictieboek alleen als je het met mate doet.
Het is misschien wel de beste manier om een boek te schrijven, en in elk geval de leukste: schrijf je boek stap-voor-stap door de tekst van je non-fictieboek bij elkaar te bloggen.
Het valt veel auteurs zwaar om een boek te schrijven. De meeste mensen die aan een boek beginnen, maken het nooit af. Dat is ook begrijpelijk. Als je in het dagelijks leven gewend bent aan het schrijven van korte mails en berichten op sociale media, dan is een boek van vijftigduizend woorden plotseling een grote opgave. Een bericht is niet meer dan een wandeling naar de supermarkt maar een boek is een marathon. Er is echter een middenweg: begin met het schrijven van blogs en combineer die uiteindelijk tot een boek. De voordelen van deze aanpak zijn groot.
Het eerste voordeel is dat je ervaring kunt opdoen met schrijven. Je oefent op een laagdrempelige manier met structuur en stijl. Het is niet zo erg als een blog zo nu en dan gammel in elkaar steekt of saaier is dan je graag wilt; het is maar een blog. De lezers van blogs zijn wel gewend dat ze niet altijd diepgravend, origineel of grappig zijn.
Het tweede voordeel is dat je het werk uitsmeert over een lange periode. Je voelt niet meer de stress om elke dag of elke week duizenden woorden tekst te produceren. Als het lukt om elke week een blog van vijfhonderd woorden te schrijven, dan mag je jezelf complimenteren: goed bezig. Na twee jaar heb je dan het equivalent van een gemiddeld non-fictieboek bij elkaar geblogd.
Het derde voordeel is dat je je spontaniteit behoudt. Als je een boek gaat schrijven, dan bedenk je een structuur, die hopelijk origineel en aantrekkelijk is. Maar vervolgens is de neiging groot om je braaf aan die opzet te houden. Dat is ook de bedoeling, maar je kunt erin doorslaan: je laat nieuwe ideeën, actuele ontwikkelingen en spontane invallen links liggen omdat ze nu eenmaal niet in de oorspronkelijke opzet van je boek passen. Als je gaat bloggen, is spontaniteit juist je drijfveer. Je schrijft elke keer over dat wat je op dat moment boeit. Dat kan een belangrijk onderwerp zijn dat je als professional al jarenlang boeit, maar het kan ook een actuele ontwikkeling zijn waar je je ontzettend over opwindt.
Het vierde voordeel is dat je al bloggend waarschijnlijk veel feedback krijgt van lezers. Hun reactie op de inhoud en de stijl van je blogs kun je gebruiken om je nieuwe teksten te verbeteren en zo een betere schrijver te worden.
Het vijfde voordeel is je zichtbaarheid. Als je aan je boek was gaan schrijven had niemand van je gehoord tot de boekpresentatie. Nu ben je elk blog in beeld bij iedereen die geïnteresseerd is in het onderwerp waar je over schrijft. En inderdaad, die zichtbaarheid ontstaat pas na verloop van tijd, maar als je volhoudt en braaf met grote regelmaat blijft schrijven, dan zul je zien dat het aantal lezers langzaam maar zeker toeneemt.
Mijn laatste boek over het schrijven van een non-fictieboek (Waarom schrijf je geen boek?) is op dezelfde manier tot stand gekomen. De helft van het boek bestaat uit blogs die ik eerder heb gepubliceerd. Deze blogs heb ik waar nodig herschreven en gecombineerd met nieuwe teksten. Dat laatste is een van de nadelen van je boek bij elkaar bloggen: na een, twee of drie jaar bloggen heb je nog geen kant-en-klaar boek. Waarschijnlijk heb je bewust blogs geschreven over onderwerpen die in je boek horen, maar veel blogs zullen helemaal niet bruikbaar zijn. En de blogs die wel bruikbaar zijn, zul je alsnog grondig moeten kneden, pureren, uitrollen, indikken en mengen om er aantrekkelijke hoofdstukken van te maken. Maar dan ligt er hopelijk een boek dat de moeite waard is, en waarvoor direct belangstelling is, om te beginnen van je volgers. Ze hebben veel van je blogs al gelezen, maar nu willen ze natuurlijk ook je boek. Want ja, een boek, dat blijft toch iets magisch.
Nicoline Hermans is arbeids- en organisatiepsycholoog en gespecialiseerd in assessments. Ze heeft jarenlange ervaring met het afnemen van assessments en het coachen van mensen die goed voorbereid aan hun assessment willen beginnen. Ze is oprichter en eigenaar van ‘Assessmentcoaching Nederland’ dat sinds 2011 mensen helpt met individuele coaching en workshops.
Het schrijven van een non-fictieboek is een eenzame bezigheid. Je bent gemotiveerd, want je schrijft over een onderwerp dat je fascineert, misschien heb je er zelfs je beroep van gemaakt, maar naarmate je boek vordert, vraag je jezelf regelmatig af of je op de juiste weg bent. Zal je stijl worden gewaardeerd door de lezer, heb je alle feiten en argumenten helder gestructureerd, zijn je cases interessant? Als je hulp nodig hebt bij het schrijven van je boek, kun je ervoor kiezen om je te laten begeleiden door een coach.
Een ervaren redacteur weet aan welke eisen een non-fictieboek moet voldoen. Hij kan je helpen met de invalshoek van het boek, de structuur en de stijl. Zeker zo belangrijk is zijn morele steun. Hij weet hoeveel werk het is, het schrijven van een boek. Hij houdt je scherp en hij stimuleert je om verder te gaan als je vastloopt.
Schrijver en uitgever Geerhard Bolte of een de redacteuren in zijn team kunnen je als schrijfcoach helpen met het schrijven van je boek. Ze hebben ieder jarenlange ervaring met het schrijven en redigeren van boeken en het begeleiden van auteurs.
Schrijfcoaching is maatwerk want elke auteur en elk boek is anders. In overleg met Geerhard Bolte ga je na wie je het beste kan helpen. Na een kennismaking met je potentiële coach, en groen licht, maak je afspraken over het vervolg. Meestal is er wekelijks contact over de voortgang, en leest en beoordeelt je coach alle teksten die je schrijft.
Ja, je coach kent de uitgeefwereld goed en kan je helpen met het nemen van de juiste beslissingen. Zo zal hij je helpen om een boekvoorstel te schrijven als je een uitgeverij wilt benaderen, en hij kan je uitleggen hoe je het zelf uitgeven van je boek kunt organiseren.
De ene coach heeft een bescheiden rol en de andere coach is intensief betrokken bij een auteur en een boek. De investering kan dan ook enorm uiteenlopen, van enkele uren per maand tot enkele uren per week.
Ben je geïnteresseerd? Neem dan contact op met Geerhard Bolte van Haystack. Hij legt je graag uit welke mogelijkheden er zijn om je te helpen met je boek.
Het is zover, je hebt het eerste deel van je manuscript geschreven. Misschien heb je zelfs al de laatste punt gezet. Maar nu slaat de twijfel toe: is het echt af? Is het goed genoeg om het al naar een uitgeverij te sturen? Wat kan er beter?
Je twijfel is terecht. Het is moeilijk, zo niet onmogelijk om je eigen werk kritisch te beoordelen. En het lukt weinig auteurs om zonder enige redactie een puntgaaf manuscript te schrijven. Laat je teksten daarom kritisch lezen door een professional. Met onze manuscriptbeoordeling krijg je een eerlijk oordeel over de kwaliteit van je non-fictieboek, voorzien van concrete adviezen voor het verbeteren van je tekst.
Je manuscript wordt beoordeeld door schrijver en uitgever Geerhard Bolte van Haystack, of een van zijn gespecialiseerde redacteuren. Geerhard en zijn team hebben jarenlange ervaring met het analyseren van manuscripten en weten precies waar ze op moeten letten.
Na het lezen van (het eerste deel van) je manuscript schrijven ze een leesverslag waarin ze letten op alle belangrijke kenmerken van een goed boek, denk aan invalshoek, onderbouwing, structuur en stijl. Op basis van dit leesverlag en de mondelinge nabespreking heb je voldoende informatie om verder te gaan met je boek, of je boek zo te redigeren dat je kansen op succes aanzienlijk groter worden.
Een manuscriptbeoordeling heeft een starttarief van 435 euro en per woord rekenen we 4 cent exclusief btw. De beoordeling van een boek van 50.000 woorden kost dan 2.435 euro inclusief intakegesprek, leesverslag en nabespreking. De opdracht wordt in twee fasen gefactureerd: de eerste helft vooraf en de tweede helft na de evaluatie.
Het lezen en beoordelen van een manuscript kost veel tijd. We moeten het manuscript gedetaileerd lezen en vervolgens een verslag schrijven. Gemiddeld lukt het om het verslag binnen twee weken na het ontvangen van het manuscript te sturen.
Als je na de manuscriptbeoordeling behoefte hebt aan meer begeleiding, kunnen we dat op verschillende manieren bieden. Je kunt kiezen voor schrijfcoaching, waarbij je tijdens het schrijven of herschrijven van je boek actief wordt begeleid. Ook kun je kiezen voor een volledige eindredactie, waarbij je manuscript door een professionele redacteur wordt geredigeerd.
Hoe kan ik me aanmelden?
Ben je geïnteresseerd? Neem dan contact op met Geerhard Bolte van Haystack. Hij legt je graag uit welke mogelijkheden er zijn om je te helpen met je boek.
Je wilt graag een boek schrijven, maar je hebt niet de tijd of de ambitie om er maandenlang aan te werken. Er is een oplossing: laat je boek schrijven door een ghostwriter. Niemand heeft het erover, maar heel veel non-fictieboeken worden geschreven door iemand anders dan de auteur.
Maar is het dan nog wel mijn boek, vraag je je misschien af? Maak je geen zorgen. Een goede ghostwriter kruipt in jouw huid. Hij baseert de inhoud van het boek op gesprekken met jou. En hij kiest een stijl die goed bij jou past. Zo doet de ghostwriter het meeste werk, maar het is echt jouw verhaal, jouw boek.
Een van de ghostwriters is schrijver en uitgever Geerhard Bolte, die al meer dan tien boeken heeft geschreven voor andere auteurs. Daarnaast heeft hij een team van professionele redacteuren en journalisten die ieder meerdere boeken in opdracht hebben geschreven.
Tijdens een intakegesprek met Geerhard Bolte overleg je over je wensen voor het boek: wat wordt de omvang van het boek? Welke stijl heb je in gedachten? Wanneer moet het boek af zijn? Op basis hiervan ontvang je een voorstel voor een of meerdere ghostwriters. Als je eenmaal een ghostwriter hebt gekozen, maak je met hem of haar afspraken over interviews en de planning van het project.
Gemiddeld kost het schrijven van een boek een ervaren ghostwriter 2 tot 4 maanden.
Nee. Je mag ervan uitgaan dat zo’n boek uitstekend is geschreven, maar dat wil niet zeggen dat zo’n boek dan ook af is. Elke uitgeverij die belangstelling heeft voor je manuscript zal het boek kritisch beoordelen en eventueel voorzien van vragen en opmerkingen. Uiteraard staan onze ghostwriters dan voor je klaar om het manuscript te redigeren op basis van deze aanwijzingen. Ook moet elk manuscript uiteindelijk door een taalkundige worden gecorrigeerd. Dit gebeurt meestal door de uitgeverij die je boek uitgeeft, maar als je je boek zelf wilt uitgeven, dan kunnen we de correctie ook voor je laten verzorgen. We beschikken over een team van ervaren correctoren.
Reken voor het schrijven van een boek op een bedrag tussen de tienduizend en vijftigduizend euro. De prijs is met name afhankelijk van de complexiteit van de inhoud, de stijl, de benodigde research, de omvang van het boek en de beschikbare tijd.
Ben je geïnteresseerd? Neem dan contact op met Geerhard Bolte van Haystack. Hij legt je graag uit welke mogelijkheden er zijn om je te helpen.
Donec ornare urna lorem, at vestibulum nibh auctor et. Sed ultrices tincidunt pharetra. Vivamus faucibus libero a metus iaculis faucibus. In id porta neque. Sed vitae ipsum nisl. Integer rutrum urna ac accumsan efficitur. Quisque neque tellus, viverra egestas odio hendrerit, elementum eleifend est. Donec faucibus nisl eu quam laoreet efficitur. Donec mattis sem a dui tempus dapibus. Curabitur quis consequat diam. Etiam feugiat aliquam ullamcorper. Quisque nunc mi, lacinia ac malesuada sed, tincidunt eget mauris. Mauris placerat volutpat facilisis. Sed in magna eu leo porttitor mattis non eget ex.
Maecenas mi dolor, commodo a nulla euismod, sollicitudin mollis turpis. Class aptent taciti sociosqu ad litora torquent per conubia nostra, per inceptos himenaeos. Praesent ac odio ullamcorper, porta ligula dignissim, consequat nisl. Nulla facilisi. Donec pulvinar, est tempus bibendum viverra, felis neque tincidunt urna, eu pretium augue enim nec risus. Mauris auctor dolor purus, vel ultricies nunc lobortis nec. Nulla vitae sagittis sapien. Etiam ac pharetra erat. Vestibulum luctus laoreet arcu. Vivamus sit amet orci a nisl tristique molestie sit amet quis nulla. Morbi non pulvinar quam.