Skip to main content

Tag: boek

Dienst 2

Phasellus vel rutrum mi. Praesent eget enim metus. Cras vel orci mollis, consectetur nisi vitae, ultrices nisi. Vestibulum vel auctor ante, sed efficitur lacus. Quisque malesuada posuere ex, sed feugiat augue venenatis vel. Duis maximus, nisi ut interdum tristique, erat nulla tempus eros, eu tincidunt lacus neque malesuada tortor. Fusce rutrum ac turpis eu viverra. Maecenas quis lacinia orci. Nulla fringilla nisl vitae urna luctus, at aliquam ex fermentum. Nunc sit amet luctus leo.

Donec ornare urna lorem, at vestibulum nibh auctor et. Sed ultrices tincidunt pharetra. Vivamus faucibus libero a metus iaculis faucibus. In id porta neque. Sed vitae ipsum nisl. Integer rutrum urna ac accumsan efficitur. Quisque neque tellus, viverra egestas odio hendrerit, elementum eleifend est. Donec faucibus nisl eu quam laoreet efficitur. Donec mattis sem a dui tempus dapibus. Curabitur quis consequat diam. Etiam feugiat aliquam ullamcorper. Quisque nunc mi, lacinia ac malesuada sed, tincidunt eget mauris. Mauris placerat volutpat facilisis. Sed in magna eu leo porttitor mattis non eget ex.

Dienst 1

Masterclass

Waarom schrijf je geen boek?

Vind iedereen dat je een boek moet gaan schrijven? Stop dan met het bedenken van excuses en kom in actie.

Weet je niet waar je moet beginnen? Meld je dan aan voor de masterclass van uitgever Geerhard Bolte op vrijdag 17 januari 2025. Geerhard heeft jarenlange ervaring met het uitgeven van non-fictieboeken en is de auteur van Waarom schrijf je geen boek? 

Tijdens de masterclass leer je in één dag alles wat je moet weten om een vliegende start te maken:

• Hoe bedenk je een originele invalshoek?
• Hoe stel je de structuur op van je boek?
• Hoe schrijf je een aantrekkelijk boekvoorstel?
• Hoe vind je een uitgever voor je boek?
• Hoe zet je jezelf op de kaart met je boek?

Programma

 

09.00 – 09.30
  • Ontvangst

09.30 – 12.00
  • Hoe werkt de Nederlandse boekenmarkt?
  • Wat doet een uitgeverij?
  • Is het tijd voor een boek?
  • Uitgeven of uitgegeven worden?
  • Het businessmodel achter het boek
  • Waarom uitgevers geen manuscripten willen maar een goed idee

12.00 – 13.00
  • Lunch

13.00 – 16.00
  • Een vliegende start met een goede flaptekst
  • Tobben met je titel
  • Een goede structuur is het halve werk
  • Iedereen heeft stijl

16.00 – 18.00
  • Plenaire nabespreking en borrel

De masterclass vindt plaats op vrijdag 17 januari 2025. De prijs van de masterclass bedraagt 299 euro inclusief btw. Je kunt je gratis afmelden tot 4 weken voor het evenement.

De masterclass is inclusief een uitgebreide lunch, een exemplaar van Waarom schrijf je geen boek? en desgewenst een telefonische nabespreking met Geerhard Bolte. Het boek ontvang je enkele dagen na je aanmelding. 

Lees verder

Waarom je tweede boek gaat mislukken (en wat je ertegen kunt doen)

Kun je ervoor zorgen dat je tweede boek net zo’n succes wordt als je eerste boek? Als je de volgende denkfout niet maakt, kun je de Vloek van de Tweede voorkomen. 

In de klassieke muziek heerst de Vloek van de Negende. Volgens de mythe sterven componisten rond het schrijven van hun negende symfonie. De mythe is gebaseerd op het feit dat een opvallend groot aantal beroemde componisten, waaronder Ludwig van Beethoven, Anton Bruckner, Franz Schubert en Gustav Mahler overleden voordat ze een tiende konden schrijven. 

De wortels van de mythe liggen in de negende symfonie van Beethoven. Zijn negende was revolutionair. Hij experimenteerde met koren en solisten, met de lengte en complexiteit van delen en nieuwe, emotionele melodieën. De finale van het werk is de veel bejubelde ‘Ode an die Freude’, waarin een koor het gelijknamige gedicht van Friedrich Schiller zingt, met een boodschap van universele broederschap en vreugde. De symfonie was een sensatie, de enige die het niet doorhad was Beethoven zelf. Tijdens de eerste uitvoering in 1824, precies tweehonderd jaar geleden, was de componist al volledig doof. Na het laatste deel bleef Beethoven met zijn rug naar het publiek staan omdat hij het applaus niet kon horen. Pas nadat een van de solisten hem omdraaide, zag hij het ovationele applaus van het Weense publiek. Na het succes van de negende ging het bergafwaarts met de gezondheid van Beethoven, voor een tiende symfonie kwam hij niet verder dan wat schetsen. Drie jaar na de vervolmaking van zijn meesterwerk overleed hij, waarmee de vloek was geboren.

Er is natuurlijk geen kosmische wet die bepaalt dat je overlijdt zodra je een specifiek aantal symfonieën, brieven of boeken hebt geschreven. Maar een vloek is volgens mij niet vergezocht, integendeel, volgens mij is er zelfs een Vloek van de Tweede. De vloek komt meestal uit als auteurs korte tijd na hun eerste publicatie een nieuw boek schrijven, ervan overtuigd dat het succes van hun eerste vooral te danken te danken was aan hun talent. Meestal komen ze bedrogen uit en beseffen ze vroeg of laat dat ze een one hit wonder zijn. Dat wil jij natuurlijk niet, dus wat kun je doen om ervoor te zorgen dat je tweede boek ook een hit wordt? Natuurlijk gelden voor alle boeken dezelfde succesfactoren; elk boek moet een originele invalshoek, een aantrekkelijke titel en een goede cover hebben. Maar volgens mij is er een denkfout die er vaak toe leidt dat een tweede boek niet aanslaat. 

‘De lust is eraf’

Je eerste non-fictieboek is vaak de optelsom van jaren in het veld. Je hebt als adviseur jarenlang ervaren hoe het eraan toegaat op de werkvloer en in de bestuurskamer; intussen heb je je ergernissen en oplossingen aangescherpt door er met talloze mensen over te praten. Op een dag beschrijf je alles wat je hebt bedacht in een manuscript. Zo’n manuscript is dan een sterk geconcentreerd en explosief mengsel van goed doordachte ideeën, opschreven met het vuur van een revolutionair voor wie de beoogde verandering een kwestie is van leven en dood. Als je boek verschijnt, raakt jouw emotionele betoog een gevoelige snaar bij lezers die jouw ideeën herkennen. De denkfout bij het schrijven van een tweede boek, is dat zo’n nieuw boek geen nieuwe ideeën of heilig vuur nodig heeft. Dat heeft het natuurlijk wel. Als je als advocaat een boek hebt geschreven over echtscheidingen, is er niets op tegen om na enige tijd nog een boek over dit onderwerp te schrijven. Maar heb je wel een nieuwe invalhoek? Heb je je ideeën voldoende laten rijpen? Heb je voldoende nieuwe anekdotes? 

Een tweede boek is moeilijk, in de woorden van Harry Mulisch: ‘Na het eerste boek ben je geen maagd meer. Je weet wat er moet gebeuren, maar de lust is er af.’ Als je hetzelfde succes wilt behalen, moet je in je tweede boek evenveel investeren als in je eerste boek. En het moeilijkste is ongetwijfeld om dat met evenveel liefde te doen.

Jouw schrijfstijl is uniek

Jouw schrijfstijl blijkt zo uniek als je vingerafdruk. Dat is niet alleen goed nieuws. 

Het belangrijkste literaire nieuws kwam deze week uit onverwachte hoek. Het Nederlands Forensisch Instituut publiceerde een persbericht waarin het verslag deed van een bijzondere rechtszaak waarin onderzoek van het instituut een hoofdrol speelde. 

Een boekhouder wordt dood gevonden met een strop om zijn nek, maar de politie betwijfelt of het zelfmoord is. Het slachtoffer zou de daad hebben gepleegd nadat hij een groot bedrag heeft overgemaakt, en deze overboeking hebben verklaard in een e-mail. Achteraf blijkt dat de ontvanger van het geld de moordenaar is van de boekhouder. Het bewijs wordt geleverd door onderzoekers van het instituut die onderzoek doen naar de tekst in de e-mail. De stijl zou onmiskenbaar van de dader zijn. 

Het onderzoek werd uitgevoerd door informatici en linguïsten. Tijdens hun onderzoek gingen ze niet zozeer op zoek naar woorden die bij een specifiek onderwerp passen, maar juist naar alledaagse, veelgebruikte woorden: voorzetsels, lidwoorden en persoonlijke voornaamwoorden, zoals dus, je, het, een, is en zijn. Volgens de onderzoekers gebruiken we die allemaal op een andere manier, en in verschillende mate. We doen het bovendien onbewust, en het is dus lastig om andermans stijl te imiteren. Daarnaast letten de taalkundigen van het NFI op bijzonderheden, bijvoorbeeld op het gebruik van uitroeptekens, verhaspelde gezegdes en taalfouten.

Het bijzondere van dit nieuws is niet alleen dat de experts van het instituut er met veel kennis van taal (en een flinke dosis kunstmatige intelligentie) in slaagden een moordenaar aan te wijzen. De onderzoeksresultaten vormen ook nieuw en overtuigend bewijs dat elke schrijver een eigen stijl heeft. Jij, ik, iedereen. Dat is goed nieuws, onze stijl is blijkbaar even uniek als onze vingerafdruk. Maar het is volgens mij ook slecht nieuws, en niet alleen als je een misdaad in andermans schoenen wilt schuiven. 

Als jouw schrijfstijl uniek is, is het dus per definitie moeilijk tot onmogelijk om jezelf een andere stijl aan te meten. Je kunt dus niet zomaar besluiten om in de stijl van Jan Brokken, Simone van der Vlugt of Jos Burgers te gaan schrijven. En dat jouw stijl uniek is en deze onbewust toepast, betekent ook dat het lastig is om je eigen stijl te verbeteren. Als je wilt kunnen schrijven zoals Janine Jansen viool kan spelen, dan moet je erop rekenen dat je daarvoor wel een paar uur moet oefenen. Of een paar duizend. Dat is frustrerend als je haast hebt, maar het houdt je van de straat. En dat is mooi, want dan heb je ook geen tijd voor snode plannen.

Ode aan de witregel

De witregel is het stiefkind van onze taal. Een ode aan een stijlmiddel waarmee je iets kunt maken van niets. 

Wij moderne mensen zijn in het dagelijks leven niet zo bezig met niets. Iets, dat is pas waardevol. Een auto, een huis, een elektrische fiets, een iPhone: iets is wat we willen. Niets, wat heb je daar nou aan. Tot we niets missen, dan realiseren we pas dat iets er niet is. Je neemt het ononderbroken uitzicht boven de polder voor lief, tot er een windmolen verschijnt waardoor er ineens iets is in plaats van niets. 
Onze ambivalente houding met niets zie je terug in de taal. We zijn heel druk met letters en leestekens, maar we hebben weinig aandacht voor de ruimte eromheen. Dat is jammer, want zonder die ruimte was onze tekst niet meer dan een inktvlek. Per slot van rekening was de David ook maar een stuk steen tot Michelangelo begon te bikken en ruimte creëerde waar er eerst alleen marmer was. 
Schrijvers hebben allemaal voorkeuren voor fonts en lettertypes, maar ze veranderen bijvoorbeeld zelden iets aan de marges die Word voor hun documenten heeft ingesteld. Aan die ruimte zijn ze gewend, waarom zou je daarmee gaan experimenteren. Een groep dichters deed dat wel, in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Deze dichters braken met traditionele vormen en structuren en onderzochten wat een ander gebruik van witruimte deed met hun poëzie. Een van de eerste was de Amerikaanse dichter E.E. Cummings. Hij had lak aan regels voor spelling en typografie, en de lay-out van zijn gedichten was revolutionair; een inspiratie voor de Nederlandse vijftigers. 
De ruimte rond letters, woorden, zinnen en alinea’s is meer dan lege ruimte. Deels heeft die ruimte een praktische functie, denk bijvoorbeeld aan de spatie. Je kunt het je amper voorstellen, maar tot de zevende of achtste eeuw werden woorden allemaal aan elkaar geschreven. Ergens op de Britse eilanden kwam een monnik op het lumineuze idee om woorden van elkaar te scheiden met spaties. Binnen een paar eeuwen deed iedereen het. 
De ruimte tussen woorden kan ook een inhoudelijke betekenis hebben. De belangrijkste functie is het benadrukken van de structuur van je verhaal. De woorden in deze tekst heb ik niet alleen afgebroken met spaties, komma’s en punten, maar ook door na enkele zinnen te beginnen op een nieuwe regel; ik heb alinea’s gemaakt van zinnen. Als lezer sta je daar niet bij stil, maar onbewust snap je de boodschap van die nieuwe alinea: er volgt nieuwe informatie. Je kunt ook een radicale overgang creëren door een nieuwe paragraaf of een nieuw hoofdstuk te beginnen, voorzien van een tussenkop. Maar er is nog een tussenvorm: de witregel, waarmee je het ritme van de tekst subtiel doorbreekt en zo een overgang naar een volgend onderwerp vormt. Je lezer houdt zijn adem even in, wat zou er nu komen?

Kijk, daar heb je ‘m. Ik moet eerlijk toegeven dat ik deze witregel wat geforceerd heb geplaatst, maar er is natuurlijk ook echt sprake van een overgang. Voorafgaand aan deze witregel heb ik het onderwerp ruimte geïntroduceerd, en heb ik langzaam maar zeker de functie van ruimte in de (geschreven) taal geïntroduceerd. Na deze witregel, gaat het alleen nog over de witregel zelf. Bijvoorbeeld over mijn zorg dat de witregel vaak klakkeloos wordt ingezet. 
Sommige auteurs plaatsen in de manuscripten die wij ontvangen een witregel na elke alinea, wat dubbelop en dus onnodig is. Ik snap wel dat mensen het doen, en tegenwoordig vaker dan ooit. Dit komt door de populariteit van digitale teksten, die zijn opgemaakt volgens de regels van de HyperText Markup Language ofwel HTML. In HTML wordt automatisch een (bescheiden) witruimte geplaatst tussen elke alinea; blader maar eens door willekeurige online teksten, ze hebben het bijna allemaal. Het ontwerp en de ontwikkeling van deze taal was grotendeels het werk van de Brit Tim Berners-Lee, ook wel gezien als de uitvinder van het World Wide Web, en de kans is dus groot dat hij deze witruimte heeft bedacht, mogelijk omdat hij bang was dat teksten op een beeldscherm anders moeilijk leesbaar zouden zijn. Inmiddels zijn teksten op beeldschermen echter even scherp als op papier, dus voor de leesbaarheid heb je eigenlijk geen witregel meer nodig. 
Maar ik denk dat er nog een reden is waarom schrijvers zo vaak witregels plaatsen: ze hebben tijdens het schrijven moeite met het doorzien van de structuur van hun eigen tekst, en plaatsen daarom na elke alinea een witregel om het onderscheid makkelijker te maken. Dat is begrijpelijk, maar niet de oplossing voor het probleem. Elke alinea moet inhoudelijk een eiland op zichzelf zijn. Als de inhoud van alinea’s rommelig is, dan helpt een witregel ook niet. Dan is hij niet meer dan gebakken lucht, een visuele truc om structuur te suggereren die er eigenlijk niet is. 
Schrijf je een boek? Ga dan eens experimenteren met de witregel. Als een alchemist maak je op magische wijze iets van niets. Gebruik ‘m spaarzaam, maar laat ‘m niet links liggen, dat heeft hij niet verdiend. 

Ron van Wieringen 

Hans Gort, Arnold Pouls en Ron van Wieringen ontwikkelden De Happy Sprint Machine met de ambitie om de slaagkans van projecten substantieel te verbeteren. Als partner van Twycis brengen ze hun aanpak elke dag in de praktijk.

Arnold Pouls 

Hans Gort, Arnold Pouls en Ron van Wieringen ontwikkelden De Happy Sprint Machine met de ambitie om de slaagkans van projecten substantieel te verbeteren. Als partner van Twycis brengen ze hun aanpak elke dag in de praktijk.

Hans Gort

Hans Gort, Arnold Pouls en Ron van Wieringen ontwikkelden De Happy Sprint Machine met de ambitie om de slaagkans van projecten substantieel te verbeteren. Als partner van Twycis brengen ze hun aanpak elke dag in de praktijk.

The Tortured Poets Department: ‘een groeibriljant met een draaikolk aan emoties’

Dit is de eerste review van het nieuwe album The Tortured Poets Department. We zullen de komende dagen en weken regelmatig updates plaatsen. 

Door Hans van der Loo en Merel Hoekstra

Authentiek, kwetsbaar, eigenwijs en ook humorvol, The Tortured Poets Department, het nieuwe album van Taylor Swift, laat zich luisteren als een draaikolk aan emoties. Het is een persoonlijk breakup-album (eigenlijk haar eerste in vele jaren sinds het nummer ‘All too Well’) dat bol staat van hartzeer en ellende, verpakt in goed in het gehoor liggende melodieën. Waarbij ondanks alle donkere wolken ook luchtige zonnestralen doorschijnen. 

Fenomenale productiviteit

Maar eerst nog iets anders: we willen het hebben over Taylors fenomenale productiviteit. Die productiviteit vormt een van haar voornaamste handelsmerken die haar naar grote hoogten heeft gebracht. Nauwelijks anderhalf jaar na haar vorige album Midnights ligt er al een nieuw album met maar liefst 31 tracks (16 tracks werden om middernacht uitgebracht, twee uur later volgden nog 15 andere) op de plank. Als je dan bedenkt dat ze in de tussentijd ook nog eens drie uur muziek aan opnieuw opgenomen albums (Speak Now en 1989) met bonustracks heeft gemaakt en (bijna) dagelijks op het podium van haar megasuccesvolle Eras Tour stond, dan weet je met wat voor een ongelofelijke powervrouw we hier te maken hebben. Nu draait het natuurlijk niet om kwantiteit. Maar ook met de kwaliteit van het nieuwe, wederom door Jack Antonoff en Aaron Dessner geproduceerde album, zit het helemaal snor. Sterker nog, het album is zowel muzikaal als tekstueel een meesterwerk. Het zoveelste. Het is Taylor Swift op haar best: authentiek en kwetsbaar met her en der gevoelens van humor en zelfrelativering. Daarbij past overigens wel de waarschuwing dat er geen regelrechte knallers op het album staan waarop luidkeels kan worden meegezongen en energiek gedanst. Het is eerder een luisteralbum in de lijn van haar albums Folklore en Evermore, gelardeerd met een vleug ‘Midnight-Light’.

Over wie gaan de nummers?

Maar nu naar de nummers zelf. Dan moeten we het natuurlijk eerst hebben over de vraag: over wie gaan de liedjes? In een gedicht met de titel ‘The Summary’ zegt Taylor dat de slinger van het ene uiterste naar het andere zwaait als het om het leven gaat waarbij ze uiteindelijk duidelijk maakt dat de ene mislukte liefde plaats maakt voor de andere. ‘Geliefden spenderen jaren aan het ontkennen van het noodlot / Wrok die sterrenstelsels wegrot die we creëerden / Probeerden te wensen op kometen, probeerden de glans te dimmen / Probeerden om zijn planeet te draaien / Sommige sterren staan nooit op één lijn’. Dit voor wat betreft haar algemene kijk op het leven en de liefde die op dit album op meerdere plekken doorklinkt. Maar welke namen kunnen we specifiek noemen? De verwachting was dat nogal wat songs in de richting van een afrekening met Joe Alwyn (met wie ze zes jaar lang een relatie had) zouden uitlopen. Welnu, dat lijkt mee te vallen. Joe kan rustig slapen; hij komt er vrij ongeschonden vanaf. Dat geldt in mindere mate voor de zanger van popgroep The 1975, die er in een aantal nummers – waaronder ‘But Daddy I Love Him’ – hard van langs krijgt.

Zoals we van Taylor kunnen verwachten, klinken de liedjes op The Tortured Poets Department alsof ze regelrecht uit haar dagboek komen. Ze gaat hier zelfs nog iets verder in dan op haar vorige albums. Ze windt er geen doekjes om met een zin als ‘Hij zei dat als de seks half zo goed zou zijn als het gesprek / Ze al snel kinderwagens zouden duwen / Maar al snel was het voorbij’ (‘The Manuscript’).

Een eerste indruk van de songs

‘Fortnight’ – Het album opent met ‘Fortnight’, de eerste single en een nummer waaraan Post Malone heeft meegewerkt. Die houdt zich overigens op de achtergrond in deze als een voortzetting van Midnights klinkende song. Het is een luchtig en makkelijk gehoor liggend nummer dat eerder op zichzelf lijkt te staan dan dat het een voorbode is van de emotioneel explosieve songs die later volgen. Opmerkelijk: een zacht gebrom op de achtergrond dempt Swifts duistere en tegelijkertijd grappige tekst (‘I was a functioning alcoholic ’til nobody noticed my new aesthetic’) terwijl Post Malone met een aantal zoete vocalen in het betoverende ritme duikt.

‘The Tortured Poets Department’ – In dit liedje, vernoemd naar het album, vraagt Taylor zich af wie haar toenmalige geliefde ooit beter zou kennen dan zijzelf. Ze vergelijkt haar relatie met Patti Smith en Dylan Thomas en zingt dan, dat dit niet het Chelsea Hotel is (waar Patti Smith een tijdje woonde) en vervolgens dat zij en haar voormalige geliefde ‘moderne idioten’ zijn. Ook leuk: in dit nummer zingt Taylor dat ze vindt dat Charlie Puth een grotere artiest zou moeten zijn. Charlie Puth heeft zich op het moment van schrijven hier nog niet over uitgelaten maar dit zal snel genoeg gebeuren.

‘My Boy Only Breaks His Favorite Toys’ – Het nummer met deze geweldige titel, al zeggen we het zelf, is een aangrijpend anthem dat de complexiteit van liefde en verlies verkent met behulp van het motief en de metafoor van kapot speelgoed. Het derde nummer ‘My Boy Only Breaks His Favourite Toys’ klinkt als een vrolijke meezinger maar verkent de emotionele chaos van een turbulente relatie met een partner die een voorliefde heeft voor het uit elkaar halen van poppen en het slopen van zandkastelen. ‘I felt more when we played pretend / Than with all the Kens / ‘Cause he took me out of my box (Oh-oh oh-oh) / Stole my tortured heart (Oh-oh oh-oh) / Left all these broken parts (Oh-oh) / Told me I’m better off (Oh-oh) / But I’m not (Oh-oh)’.

‘Down Bad’ – Dit is het favoriete nummer van Hans op dit moment. In dit en een paar andere songs op dit album beschrijft Taylor hoe een liefde die voorbestemd leek om te slagen in werkelijkheid toch niet het perfecte sprookje bleek te zijn. In het gekweld klinkend nummer past producer Antonoff dezelfde truc toe die ook al werkte op Midnights: een golvende groove waarover een vervormd elektronisch stemeffect wordt gelegd om de sfeer van hartzeer te accentueren. Prachtige teksten waarin de pijn doorklinkt: ‘Did you really beam me up? / In a cloud of sparkling dust / Just to do experiments on / Tell me I was the chosen one / Showed me that this world is bigger than us / Then sent me back where I came from / For a moment I knew cosmic love / Now I’m down bad crying at the gym / Everything comes out teenage petulance / ‘Fuck it if I can’t have him’ / ‘I might just die it would make no difference’ / Down bad waking up in blood’. Een mooie overlap is de tekst: ‘How dare you think it’s romantic / Leaving me safe and stranded?’ met de tekst uit het nummer ‘New Romantic’ van 1989 ‘Neem alsjeblieft mijn hand en neem me mee dansen en laat me gestrand achter / het is zo romantisch’.

‘So Long London’ – Op het album Lover had Taylor het over haar ‘London Boy’ die niemand anders kon zijn dan Joe Alwyn. Het vijfde, doorgaans meest kwetsbare nummer op haar albums, is een pulserende up-tempo ballade waarin met weemoed wordt teruggekeken op wat ze in de genoemde stad noodgedwongen heeft achtergelaten. De verklaring voor de breuk: ‘En je zegt dat ik het schip verliet maar ik ging ermee ten onder / Mijn stervende greep met witte knokkels hield je stille wrok stevig vast / En mijn vrienden zeiden dat het niet juist is om bang te zijn / Elke dag een oude liefdesaffaire elke ademhaling voelt als de zeldzaamste lucht / Als je niet zeker weet of hij daar wil zijn’. Voorgaande zinnen geven ons een inkijkje in hoe Taylors vrienden naar de relatie tussen Alwyn en Swift keken en kan ook een verklaring zijn waarom Taylors vrienden op 19 april 2023 massaal Alwyn ontvolgden op Instagram. De zin ‘Je zwoer dat je van me hield maar waar waren de aanwijzingen? / Ik stierf op het altaar wachtend op het bewijs’ sluit aan bij een thema waar Taylor vaker over zingt in dit album en lijkt een inkijkje te geven in een potentieel huwelijk dat wellicht in de lucht heeft gehangen voordat de relatie tussen Swift en Alwyn op de klippen liep vorig jaar. In het nummer geeft ze Joe Alwyn nog een flinke trap na met de zin: ‘I’m pissed off you let me give you all that youth for free’. Dit nummer is een van Merels favorieten: ‘Ik houd enorm van de manier waarop Taylor haar ballads opbouwt en dit is opnieuw een parel.’

‘Florida!!!’ – Het in samenwerking met Florence + the Machine tot stand gekomen ‘Florida!!!’ is wellicht het grappigste (en het minst emotionele) nummer van het album. Het gaat over de plek die ontsnapping aan zorgen en verdriet biedt: ‘I need to forget so take me to Florida / I’ve got some regrets I’ll bury them in Florida / Tell me I’m despicable say it’s unforgivable / At least the dolls are beautiful fuck me up Florida / I need to forget so take me to Florida’.

‘I Can Do It With a Broken Heart’ – Dit nummer gaat zeker een van de meest besproken nummers worden. Het gaat over de momenten tijdens de Eras Tour toen ze zich op een emotioneel dieptepunt bevond waar ze zich doorheen moest slaan. ‘Cause I’m a real tough kid’ zingt ze ‘I can handle my shit / They said “Babe you gotta fake it till you make it” and I did / Lights camera bitch smile / Even when you wanna die / He said he’d love me all his life / But that life was too short’. Verder zingt ze: ‘I’m so depressed I act like it’s my birthday every day / I’m so obsessed with him but he avoids me like the plague / I cry a lot but I am so productive it’s an art / You know you’re good when you can even do it with a broken heart’.

De komende dagen verschijnen regelmatig updates op deze site met reviews van andere songs van haar nieuwe album.

Mag Sarah jouw socials schrijven?

Wat zou George Orwell hebben gevonden van AI-bots die je teksten voor sociale media schrijven? ‘Het enige verlangen dat eruit spreekt is het spekken van de eigen bankrekening.’

Ik las deze week dat een start-up zijn teksten op sociale media laat schrijven door Sarah. Sarah is geen mens maar een AI-bot, ontwikkeld door Typetone. Geestelijk vader Sjoerd de Kreij van dit techbedrijf verwoordde de voordelen van zijn chatbot als volgt in de Volkskrant: ‘Sarah ontzorgt als een medewerker voor de prijs van een stagiair.’ Als ik weer zo’n bericht over kunstmatige intelligentie lees waarin het einde der tijden wordt aangekondigd, dan denk ik altijd: wat moet ik daar nou weer van denken. Gelukkig dacht ik direct aan George Orwell, aan wie je het formuleren van een mening altijd zorgeloos kon overlaten. 

Als Orwell nog had geleefd, dan had hij over dit nieuws ongetwijfeld een even kritisch als welluidend essay geschreven. Je kunt je zijn reactie moeiteloos voorstellen omdat hij veel over taal en schrijven heeft geschreven, bijvoorbeeld in zijn essay Why I write uit 1946. Het betoog in dit essay geeft volgens mij voldoende aanknopingspunten om Orwells reactie te bedenken op het inzetten van AI voor je sociale media. 

Orwell beschrijft vier motieven die volgens hem alle schrijvers inspireren: 

Puur egoïsme

Hiermee bedoelt Orwell de wens om slim over te komen, overgeleverd te worden aan de toekomst, en invloed en erkenning te krijgen. Op het eerste gezicht scoort de ondernemer die Sarah inzet hoog op de egoïsmeschaal. Je kunt goede sier maken met teksten die Sarah voor je heeft geschreven. Orwell zou zich echter afvragen hoe houdbaar deze status is. Het is namelijk Sarah die de teksten schrijft, met de inhoud heeft de creditcardhouder die het abonnement op Sarah betaalt niets te maken. Het doet me denken aan marathonloper Rosie Ruiz die tijdens de Boston Marathon in 1980 werd uitgeroepen tot winnaar van de vrouwen. Later bleek dat ze het grootste deel met de metro had gereisd. 

Esthetische geestdrift 

Dit motief gaat over de waardering voor de schoonheid van woorden en de drang om ervaringen en beelden op een esthetisch bevredigende manier te creëren. Hier zou Orwell weinig mooie woorden aan vuil maken, daarvoor zijn de teksten van AI-chatbots nog te onaantrekkelijk. Zowel Sarah als haar opdrachtgever lijken weinig waarde te hechten aan esthetiek. 

De historische prikkel

In de visie van Orwell heb je als schrijver de wens om met je teksten de feiten vast te leggen, de waarheid te vinden en te bewaren. AI-systemen zijn natuurlijk heel deskundig in het vinden van feiten, maar ze vinden niet zelden de verkeerde en ze zijn nog niet betrapt op het vinden van nieuwe, niet eerder ontdekte feiten. Ook door een historische prikkel lijken Sarah en haar gebruikers niet te worden gemotiveerd. Ze zijn niet op zoek naar de waarheid, maar naar klanten. 

Politieke doeleinden

Hieronder verstaat Orwell het verlangen om de wereld te veranderen naar een ideaalbeeld, het streven om ideeën en meningen een bepaalde richting op te sturen. Dit verlangen lijken alle Sarah’s te ontberen: ze zijn juist politiek correct en conformeren zich daarmee aan het wereldbeeld dat de minste kritiek oplevert in een samenleving. Het enige verlangen dat eruit spreekt is het spekken van de eigen bankrekening. Het creëren van een mooiere wereld, de belangrijkste motivatie van socialist Orwell, heeft geen prioriteit.

Ik denk dat ik het wel eens ben met Orwell: Sarah en haar opdrachtgevers worden niet gedreven door idealistische motieven, maar louter door economische motieven. Juist daarom juich ik de inzet voor ‘sociale’ media niet toe; dat zijn in mijn ogen toch teksten die een menselijke hand vereisen om sociaal te kunnen zijn. Net als boeken, zou Orwell zeggen, die in tegenstelling tot Sarah nooit opschepte over zijn werk, maar daarentegen hard oordeelde over zijn literaire nalatenschap: ‘Als ik het werk dat ik geschreven heb doorkijk, zie ik dat ik onveranderlijk levenloze boeken heb geschreven, waar het ontbrak aan politieke gerichtheid, daar heb ik me laten verleiden tot fraaie zinswendingen, passages zonder inhoud, decoratieve adjectieven en in het algemeen onzin.’ Aldus Orwell, de auteur van meesterwerken als Down and out in London and ParisAnimal Farm en 1984. Zou Sarah op een dag ook zo kritisch terugkijken op haar prestaties? 

PS De vertaling uit de laatste alinea is uit de essaybundel Waarom ik schrijf van De Arbeiderspers uit 2020, vertaald door Olaf Brenninkmeijer, Lore Coutinho, Martin Schouten en Arie Storm. 

Delete of niet

Kill your darlings is wreed en onnodig. Je mag je favoriete teksten en ideeën gewoon bewaren, op een dag ben je blij dat je ze niet hebt vermoord. 

Ik ben een digitale hamsteraar. Fysieke spullen die ik niet meer nodig heb, gooi ik zorgeloos weg, maar van digitale informatie kan ik geen afstand nemen. En waarom zou ik ook. Alles wat ik ooit heb geschreven, neemt in de cloud amper een schapenwolkje in beslag. 

Ik bewaar niet alleen kant-en-klare teksten, ik bewaar ook alle letters die van mijn bureau vallen als ik aan het schrijven ben. Want als ik schrijf, ben ik de hele tijd aan het schrappen. Veel tekst verdwijnt dan voor eeuwig met een druk op de delete-knop, maar al het literaire zaagsel waarvan ik denk dat het nog eens van pas kan komen bewaar ik, want je weet maar nooit. 

Volgens mij doe je jezelf en je lezer om twee redenen een groot plezier met het bewaren van ongebruikte teksten. De eerste reden is ongetwijfeld de belangrijkste: door overtollige teksten te schrappen, bespaar je de lezer veel tijd en ergernis. Hij hoeft zich in jouw boek niet door dicht struikgewas te worstelen dat jij hebt laten groeien. Met je digitale kapmes kun je de weg voor hem effenen en er zo voor zorgen dat je lezer snel en comfortabel zijn eindbestemming bereikt. Ik weet het, het is soms pijnlijk om belangrijke feiten of indrukwekkende cases te schrappen, maar als ze geen functie hebben in je boek moet je streng zijn: weg ermee. De Amerikaanse hoogleraar Edgar Dale ontdekte dat we slechts 10 procent onthouden van wat we lezen. Je kunt er dus maar beter voor zorgen dat je tekst zo min mogelijk ruis bevat, zodat je lezer onthoudt wat er volgens jou echt toe doet. 

De tweede reden om ongebruikte teksten te archiveren is dat de informatie die je hebt verwijderd en bewaard later nog van pas kan komen. Je bevindt je in goed gezelschap, recyclen is populair. Als koks bieten gebruiken, gooien ze de restjes niet meer weg, maar maken ze er een puree van. Als Taylor Swift een album maakt, bewaart ze ongebruikte songs voor later. Ze noemt deze songs haar vault tracks. Modeontwerpers grijpen continu terug op oude trends. Ook schrijvers hergebruiken oude teksten en ideeën. Thrillerschrijver Stephen King beschrijft in zijn onvolprezen boek On writing hoe hij oude ideeën, scenes, personages en verhaallijnen hergebruikt. In het boek adviseert King schrijvers om een ​​‘ideeënboek’ bij te houden. Hij vindt het zelfs waardevol om ideeën niet direct te gebruiken, maar ze te laten rijpen. Kom er later op terug, schrijft King, en kijk of je er nog steeds enthousiast over bent.

Bart van der Velpen

Bart van der Velpen is als interim-manager, trainer en spreker gespecialiseerd in het begeleiden van teams en leidinggevenden. Hij helpt ze om teamprestaties te boeken die verder gaan dan de som van de individuele inspanningen.