Skip to main content

Tag: Bloggen

Over bloggen en kroketten

Je zou denken dat schrijvers van boeken notoire bloggers zijn, maar niets is minder waar. Een ruime meerderheid van onze auteurs komt er niet aan toe, regelmatig artikelen schrijven voor fora, nieuwsbrieven of blogs. Doodzonde.

Als uitgever juich ik bloggen natuurlijk toe. Niets is overtuigender voor een potentiële lezer dan een aantrekkelijke tekst van de auteur van een boek. Dat smaakt naar meer, en voor je het weet heeft hij op de bestelknop gedrukt. En dat is wat we allemaal willen, toch?

Als ik er met auteurs over spreek, merk ik dat ze ook wel snappen dat bloggen werkt. Ze willen wel, maar ze kunnen niet. Te druk, zeggen ze meestal met spijt in hun stem. Toch geloof ik daar niets van. Niemand is te druk om een uur per week te bloggen, wat niet alleen lezers kan opleveren, maar bijvoorbeeld ook klanten voor je advies- of trainingspraktijk. Als je je artikel verstuurt via je eigen nieuwsbrief, je website, LinkedIn en er aandacht voor vraagt via sociale media, bereik je zo enkele duizenden mensen. Goedkoper wordt reclame niet.

Nee, ik denk dat het ergens anders aan ligt: perfectionisme. De meeste schrijvers van boeken hebben de neiging om een tekst zo perfect mogelijk te formuleren. Goede argumenten, overtuigende feiten, aantrekkelijke voorbeelden. Voor zover dat al niet in hun natuur zat, groeide die behoefte aan perfectionisme wel tijdens het schrijven van het boek.

Als je avonden, dagen, weken en zelfs maanden met veel liefde aan een boek hebt gewerkt, elk woord zorgvuldig afwegend, dan voelt het schrijven van een blog plotseling als goedkope seks. Je voelt niet de passie die je voelde tijdens het schrijven van je boek. Dat kun je toch niet maken, zo’n vluchtige tekst?

Maar dat kan dus wel. Een korte tekst in de vorm van een blog of een nieuwsbriefartikel is namelijk geen boek. Een boek, dat is een zevengangenmaaltijd met passende wijnen. Een artikel is een ongezond tussendoortje voor het stillen van de lekkere trek. Wijlen Johannes van Dam, de vermaarde Amsterdamse restaurantcriticus, sabelde middelmatige restaurants genadeloos neer, maar was tegelijkertijd gek op kroketten. Hij schreef er zelfs een boek over. En zo hoort het ook, voor elk moment is er een passend gerecht, en een passende tekst. Het ene moment een bedachtzaam boek, en het andere moment een spontaan artikel.

Dus maak je nou zo niet druk over je schrijfstijl of het bedenken van briljante argumenten, maar trakteer de lezer gewoon op een leuk of interessant artikel. Vertel wat je deze week hebt meegemaakt of beschrijf je ergernis over een domme uitspraak. Zie je blog dus als een kroket: het is niet erg als hij een beetje te vet is, zolang hij maar lekker is.

Haal de deadline van je boek met een schrijfkalender

Laat het halen van de deadline van je manuscript niet over aan het toeval en ga gestructureerd aan de slag met een schrijfkalender. Het klinkt schools (en dat is het ook) maar het is onzettend effectief. Je houdt overzicht en voor je het weet heb je je doel bereikt: je boek is af. 

Het is zomer en je hebt weken de tijd om in alle rust aan je nieuwe boek te werken. Je hebt een originele invalshoek bedacht en zelfs een gedetailleerde inhoudsopgave opgesteld. Fluitje van een cent, denk je optimistisch. Maar dan is het september en ben je nog niet eens op de helft. Wat ging er mis?

Grote kans dat je geen goede inschatting hebt gemaakt van je productiviteit. Het is niet erg dat je tempo laag ligt, maar het was prettig geweest als je dat tempo van tevoren goed had ingeschat. Dan had je geweten hoe snel het zou gaan. Gelukkig zijn er enkele manieren om een betrouwbare planning te maken. Zet de volgende drie stappen: ontdek je schrijftempo (makkelijk), stel een schrijfkalender op (moeilijk) en houd je aan je plan (tja).

Ontdek je schrijftempo

In een avond heb je ontdekt hoeveel tekst je kunt schrijven. Sluit je op met koffie of thee en schrijf een blog, een deel uit je boek of een artikel: kortom, het soort tekst dat je voor je boek nodig hebt. Reken vervolgens uit hoeveel tijd je nodig had voor bijvoorbeeld vijfhonderd woorden. Dat resultaat is natuurlijk volstrekt onbetrouwbaar, maar nu heb je in elk geval houvast en dat is beter dan niets – hoe vaker je deze oefening herhaalt, hoe betrouwbaarder de uitkomst wordt.

Natuurlijk houdt deze rekensom geen rekening met de research die je boek vergt, maar in het ideale geval heb je alle research voor je boek gedaan voordat je ging schrijven. (Hoe heb je anders een betrouwbare structuur kunnen opstellen?)

Stel een schrijfkalender op

De ideale schrijfkalender staat niet in je (digitale) agenda, maar is niet meer dan een A4’tje aan de muur. Een eenvoudig schema of een ander soort overzicht waarmee je in een oogopslag kunt zien hoe ver je bent. Hoe stel je zo’n kalender op?

De kunst is om eerlijk te zijn en te bedenken hoeveel tijd je in werkelijkheid hebt. Houd rekening met werk, je partner, je kinderen, trompetspelende buren, je wekelijkse yogaklas en de stapavond met je vrienden.

Reken hierbij niet in dagen, maar in dagdelen van 2,5 uur. In die tijd zou je een afgerond deel tekst moeten kunnen afronden, bijvoorbeeld een hele paragraaf van een hoofdstuk. Het spreekt voor zich dat je hier bij het opstellen van de inhoudsopgave al rekening mee hebt gehouden.

Met de structuur in de ene hand en de uitkomst van je schrijftempo-oefening kun je nu uitrekenen hoeveel dagdelen, dagen, weken en maanden het schrijven van je boek nu gaat kosten. Een kind kan de was doen. Verwerk het resultaat nu op een grafische manier zodanig dat jij je er door gestimuleerd voelt. Maak een rommelig schemaatje met een potlood, of leef je uit met Excel. Alles mag.

Houd je aan je plan

Nu komt het aan op discipline, het doorzettingsvermogen om ook echt te gaan schrijven als het in de agenda staat. Je hebt het journaal gekeken, en tot Jeroen Pauw of Eva Jinek beginnen heb je de tijd om weer een paragraaf te schrijven. Een hele dag de tijd? Nog beter: laat de hond uit en ga direct aan de slag. Neem een pauze tussen de middag en schrijf de volgende paragraaf.

Zelf schrijf ik gemiddeld duizend woorden per dag. Ik heb ontdekt dat het absoluut geen zin heeft om te proberen mijn tempo te verhogen: het lukt me gewoon niet. Ik ken mensen die langzamer schrijven, en ik ken mensen die sneller schrijven. Het maakt niet uit, het is altijd goed, wat je tempo ook is. De kunst is alleen om te blijven schrijven en je planning serieus te nemen. Langzaam schrijven is niet erg, maar niet schrijven – dat is pas erg.

Hoe schrijf je een aantrekkelijk persbericht over een boek?

Als auteur of uitgever van een boek wil je aandacht voor je boek in de media, of het nou om een blog of DWDD gaat. Sterker nog: je hebt free publicity hard nodig want traditionele reclame is te duur voor het promoten van boeken. Gelukkig zijn journalisten en bloggers geïnteresseerd in boeken omdat ze vaak over actuele thema’s gaan waar hun lezers, luisteraars en kijkers in geïnteresseerd zijn. Toch gaat het vaak mis. De meeste persberichten belanden ongelezen in de prullenbak. Hoe kun je dit voorkomen?

Ik begon mijn loopbaan als financieel-economisch journalist en werd al vlug bestookt met persberichten. Ze waren meestal onbruikbaar. Het was vaak platte reclame, chaotisch gestructureerd en boordevol jargon. Niet zelden moest ik zoeken naar het nieuws, dat zat ergens achteraan verstopt, en als journalist heb je haast en echt geen zin om verstoppertje te spelen. Ik hoor nog regelmatig dat de kwaliteit van persberichten amper is toegenomen en dat de ergernis verder is gegroeid omdat het aantal persberichten dat op een redactie binnenkomt is geëxplodeerd.

Een goed persbericht is een eerste vereiste om überhaupt een kans te maken. Gelukkig is het helemaal niet moeilijk, er zijn eigenlijk maar vijf spelregels waar je je aan moet houden:

Regel een: kies een originele boodschap waar een journalist iets mee kan. Het feit dat er een nieuw boek is, is géén nieuws. De journalist heeft al een boek. Wat staat er in het boek dat interessant is voor de lezers, luisteraars en kijkers die je via de journalist wilt bereiken? Heb je niets origineels te melden, val hem dan niet lastig.

Regel twee: geef deze belangrijkste boodschap een prominente plek. Verwerk ’m in de kop boven het bericht en in de openingszinnen. De journalist moet binnen enkele seconden kunnen beoordelen of het iets voor zijn publiek is.

Regel drie: onderbouw je verhaal met goede argumenten en overtuigende feiten. Is je boodschap dat vertrouwen de bepalende factor is voor samenwerking, kleed dat dan aan met cases en/of citaten van relevante mensen.

Regel vier: zorg dat de tekst stilistisch gezien aantrekkelijk is geschreven. Voorkom in elk geval dikdoenerij, jargon en moeilijke woorden.

Regel vijf: zorg dat de journalist alle betrokkenen makkelijk kan bereiken. Voeg de namen, telefoonnummers en e-mailadressen van alle betrokkenen toe, zoals de auteur, pr-medewerker en die van andere mensen die in het persbericht staan.

Niet versturen

De tweede reden dat een persbericht weinig effect heeft is omdat het vaak ongevraagd wordt verstuurd. Binnen onze uitgeverij versturen we nooit zomaar persberichten naar de journalisten, bloggers en andere relaties in ons adressenbestand. Onze pr-medewerkers vragen zich eerst af voor wie het boek en de boodschap interessant is. Vervolgens leggen ze contact met de betreffende journalisten, via sociale media of e-mail, maar in de meeste gevallen gewoon via de telefoon. ‘Hoi Margot, volgens mij heb ik wat interessants voor jou!’ De meeste journalisten kennen we al jaren, en we weten dan ook goed waarin ze geïnteresseerd zijn. Pas als een journalist zegt dat hij geïnteresseerd is, sturen we meer informatie over het boek: een persbericht en een preview van het boek, en desgewenst het hele boek. En de journalisten waarvan we denken dat ze niet geïnteresseerd zijn, vallen we dus niet lastig.

Een journalist is ook maar een mens. Ondanks zijn nieuwsbehoefte wil hij niet misbruikt worden voor de promotie van een boek. En zijn belangrijkste behoefte is die aan oprechte, persoonlijke contacten met andere mensen. Als je dus aandacht zoekt voor je boek, geef dan aandacht aan de journalisten die je wilt benaderen. Lees eens enkele artikelen en stuur een persoonlijk bericht: ‘Ik las een interessant artikel van jou over onderhandelen. Ik heb daar net een boek over geschreven, mag ik je daar even over bellen?’ Zo’n persoonlijke aanpak is heel tijdrovend, maar heel effectief. En een persbericht is in dat licht dus maar bijzaak.

Geerhard Bolte is uitgever van Uitgeverij Haystack, gespecialiseerd in originele en toegankelijke managementboeken. Daarnaast is hij uitgever van selfpublishinguitgeverij Dialoog. Geerhard schrijft regelmatig over het schrijven van (management)boeken. Hebt u een vraag of een voorstel voor een boek? Stuur hem een mail of maak contact via LinkedIn.

Wordt het een studieboek of een leesboek?

Heb je al bedacht hoe je al je kennis en ervaring gaat presenteren in je nieuwe managementboek? Doe je het als dominee of als verhalenverteller?

Als je door je oogharen naar een opengeslagen boek kijkt, dan krijg je direct een indruk van het karakter van de auteur. Zie je allemaal losse, genummerde tekstblokken met veel cursieve, vetgedrukte en onderstreepte woorden? Dan heb je te maken met een dominee die leunend over de kansel, priemend met zijn wijsvinger duidelijk maakt hoe de wereld in elkaar zit. Of het nou een managementboek, een reisgids of een kookboek is: je hebt een studieboek in handen. Zie je vooral tekst, dan heb je te maken met een verhalenverteller die op een frisse avond bij een knapperend vuur zijn gasten wil verwarmen met een meeslepend verhaal. De verhalenverteller weidt steeds uit, maar uiteindelijk leiden alle verhaallijnen naar een goede afloop, waarvan je een dag later de diepere betekenis beseft. In dit geval heb je een leesboek in handen. De vraag is dan ook: wat voor soort boek wil jij schrijven?

Papieren leger

Een studieboek is niet beter dan een leesboek, en een leesboek is niet beter dan een studieboek. Zo denk ik niet dat de informatie in het ene boek beter beklijft dan in het andere. Volgens mij kun je aardrijkskunde, wiskunde of Frans zowel uit een studieboek als uit een leesboek leren. Wat beter werkt, heeft volgens mij veel met de houding van de lezer te maken. Letterlijk.

Hoe zit jouw lezer erbij als hij jouw boek openslaat? Zit hij in de universiteitsbibliotheek met een thermoskan thee, een markeerstift en een aantekenboek, klaar om jouw kennis op te zuigen? Verwacht je dat hij jouw teksten in gedachten hardop uitspreekt, in de hoop dat hij ze straks letterlijk kan citeren? Zo ja, dan is de vorm van een studieboek goed gekozen: een strak geregisseerd boek waarin je jouw feiten en meningen als de soldaten van jouw eigen papieren leger hebt opgesteld. Maar deze aanpak werkt volgens mij niet als je lezer ’s avonds in zijn luie stoel zit, met zijn hond slapend aan zijn voeten, een pijp bungelend in een hoek van zijn mond, half luisterend naar het vioolconcert van Sibelius. Bij zo’n leeshouding is een leesboek geschikter.

Hongerig

Als je een managementboek gaat schrijven, en waarom zou je dat niet doen, dan zal het eindresultaat volgens mij altijd een mix van beide stijlen zijn. Je wilt je lezer nu eenmaal niet alleen vermaken, maar ook informeren. Je wilt smeuïge anekdotes afwisselen met saaie feiten.

Er is veel dat pleit voor het studieboek: ik spreek veel lezers die hongerig op zoek zijn naar kennis en jouw boek aandachtig gaan lezen, met een pen in de aanslag om teksten te onderstrepen en de kantlijnen te vullen met aantekeningen. Maar ik zou er toch voor willen pleiten om de wijzer door te laten slaan naar het leesboek. En de reden is niet alleen de houding van de lezer, maar ook het belang van een coherent en herkenbaar verhaal dat niet alleen zijn hoofd maar ook zijn hart aanspreekt. Wetenschappers ontdekten zelfs dat een goed verhaal niet alleen de lades van je geheugen vult, maar je hersenen op veel meer manieren stimuleert.

Het is jouw boek, dus je mag zelf kiezen. Wordt het een encyclopedie of een thriller? Het is allebei goed en staat je vrij om beide stijlen te mixen, als je je er maar bewust van bent wat het eindresultaat is van je inspanningen.

Een oplosmiddel voor de grootste schrijfvlek

Wil je een uniek boek schrijven? Bestudeer dan de publicaties van al je concurrenten. Jouw boek is namelijk pas uniek als het anders is, niet omdat je het zelf uniek vindt.

Een paar weken geleden ontving ik een keurig manuscript van een auteur die duidelijk verstand van zaken had. Ik reageerde met een mail waarin ik mijn zorgen uitsprak over de originaliteit van zijn managementboek. Wat was zijn unieke invalshoek? Dat was tegen het zere been: de auteur meldde mij dat hij geen vergelijkbaar boek kende. Ik was verbaasd, want ik had moeiteloos meerdere boeken over hetzelfde onderwerp gevonden.

Zo’n reactie krijg ik vaker als uitgever: veel auteurs kunnen zich niet voorstellen dat lezers hun boek niet uniek vinden, terwijl er toch vergelijkbare boeken zijn uitgegeven. Sterker nog, ik denk dat ze vaak geen helder beeld hebben van de keuzestress van de moderne lezer. 

Oogkleppen 

Stel je eens zo’n lezer voor, die bijvoorbeeld op zoek gaat naar een boek over leiderschap, het onderwerp waar jij een boek over aan het schrijven bent. Die lezer gaat naar managementboek.nl en selecteert daar de rubriek Leiderschap. Dan kan hij kiezen uit (niet schrikken) 1.572 titels. Doe het eens, en lees er enkele titels, ondertitels en flapteksten. Het kan natuurlijk aan mij liggen, maar bij veel boeken zie ik niet wat er uniek aan is.

Wil je voorkomen dat lezers hun keuze moeten baseren op de kleur van de omslag? Wil je dat ze bewust voor jou kiezen? Dan moet je ervoor zorgen dat lezers weten wat er uniek is aan je boek.

Bestudeer alle concurrerende titels

Ik weet het, het is heel confronterend om je te verdiepen in boeken over hetzelfde onderwerp. Toch moet je ze allemaal bestuderen. Hoe kom je er anders achter of jouw boek in de ogen van je lezers uniek is, of dertien in een dozijn?

Zie je in andere boeken vooral verschillen met jouw manuscript? Dan ben je op de goede weg. Zie je vooral overeenkomsten? Dan is je boek nog niet goed genoeg. Het is overigens mijn ervaring dat de meeste manuscripten dan zelden weggegooid moeten worden. Waarschijnlijk heb je wel degelijk een originele kijk op de zaak, maar is deze nog niet (duidelijk genoeg) in het manuscript verwerkt.

Waar gaat je hart sneller van kloppen?

Voor jou als schrijver gelden dezelfde wetmatigheden als voor elke leverancier van producten of diensten, of ze nou boekhoudsoftware, shampoo of auto’s leveren. Een nieuwe auto moet ook anders zijn. Andere vormen, een andere aandrijving, gericht op een andere doelgroep, een andere prijs. Want als de auto niet anders is, dan is hij hetzelfde. En dan is de kans klein dat hij eruit springt als een consument op zoek gaat naar een andere auto. 

Samen met een auteur lukt het ons bijna altijd om ervoor te zorgen dat een gewoon boek een uniek boek wordt. De eerste stap is de concurrentie-analyse en de tweede stap is een goed gesprek over jouw motivatie als professional: waar gaat je hart sneller van kloppen? Waar heb je veel ervaring mee opgedaan? Wat irriteert jou het meest tijdens je werk? Wat zijn de zorgen van jouw klanten? Vroeg of laat leiden deze twee stappen tot het unieke karakter van het boek. Dan hoef je het alleen nog te schrijven.

Miljonair met het schrijven van een paperback

Praten over geld is taboe onder auteurs. Je schrijft voor de eer, je doet het toch niet voor het geld? Maar elke auteur die ik ken, vraagt zich vroeg of laat af wat een boek oplevert. Ik snap de vraag: als je maanden gaat werken aan het schrijven van een non-fictieboek, dan wil je wel dat het wat oplevert. Zeker voor zelfstandigen is het een belangrijke vraag. Dan heb ik goed nieuws: een boek schrijven is misschien wel de meest lucratieve klus die je ooit hebt gedaan.

Bij het schrijven van een boek denk je bij de inkomsten waarschijnlijk vooral aan de royalty’s, het percentage van de verkoopprijs dat je krijgt dankzij de verkoop van een boek. Een paar euro per boek moet mogelijk zijn, en als er duizend exemplaren van je boek worden verkocht, dan heb je toch tweeduizend euro verdiend. Dat is op het eerste gezicht veel geld, maar niet als je het afzet tegen de tijd die je in het schrijven van het boek hebt gestoken. Als je twee maanden fulltime aan een boek werkt, dan heb je 6,25 euro per uur verdiend, dat is nog minder dan het minimumjeugdloon. Tot zover het slechte nieuws.

Het goede nieuws is dat er andere inkomstenbronnen zijn. Ik ken veel auteurs die een veelvoud van het bedrag aan royalty’s hebben verdiend met hun boek over projectmanagement of de psychologie van het overtuigen, in sommige gevallen miljoenen.

Goud waard

 Vergeet die royalty’s. De echte opbrengst van het schrijven van een boek is de kennis die je ermee opdoet. Je kunt het schrijven van een non-fictieboek best vergelijken met het volgen van een pittige studie, denk hbo, universiteit, een MBA. En in vergelijking met studenten lees je waarschijnlijk méér artikelen en méér boeken, spreek je méér vakgenoten, analyseer je méér cases en put je waarschijnlijk uit jarenlange ervaring. Misschien leg jij de lat zo hoog, dat de gemiddelde student zijn hoofd niet eens zou stoten aan die lat, laat staan dat hij eroverheen zou kunnen springen.

Al die kennis, samengebald in een paperback die misschien maar 160 pagina’s telt, is goud waard.

Klantenbinder

Als je boek verschijnt, gebeurt er namelijk iets magisch. Al die uren die je hebt geïnvesteerd in de research en in het schrijven van je boek, verandert plotseling in belangstelling van klanten. Die metamorfose van jouw kennis vindt plaats omdat jouw expertise in de ogen van jouw klanten plotseling tastbaar is geworden.

Voordat je boek verscheen, was je natuurlijk ook al goed in wat je deed. Maar een klant kan nu eenmaal niet aan jouw blauwe ogen zien hoe goed jij bent. Of je nou arbeidspsycholoog, socialemedia-adviseur of hr-manager bent, je kwaliteiten zijn even onzichtbaar als de nieuwe kleren van de keizer. Misschien heb je ze aan, misschien niet. Maar met een boek in de hand zie je er plotseling een stuk betrouwbaarder uit. Het vertrouwen dat een boek oplevert voor auteurs, kun je niet overschatten. Als auteur kun je potentiële klanten makkelijker overtuigen om eens kennis met je te maken. En eenmaal in gesprek wordt het makkelijker om klanten ervan te overtuigen dat ze een handtekening moeten zetten onder de offerte.

Een boek kan bovendien klanten aantrekken die voorheen onbereikbaar waren. De meeste professionals leven in een klein wereldje, omsloten door de grenzen van hun bedrijf, hun bedrijfstak en hun expertise. Omdat je boek overal zichtbaar is, boor je ook contacten aan in andere werelden. Als coach help je misschien alleen jongeren met autisme, maar dankzij je boek raken volwassenen met andere psychische problemen ook geïnteresseerd.

Ten slotte kun je ook inkomstenbronnen aanboren die met een boek onder de arm veel makkelijker zijn. Denk bijvoorbeeld aan het geven van lezingen. De meeste experts die ik ken komen niet voor minder dan duizend euro opdraven.

Miljoenen

Ik ken meerdere auteurs van wie hun carrière in een stroomversnelling is geraakt dankzij hun boek. Ooit hebben ze de tijd en de moeite genomen om een onderwerp helemaal binnenstebuiten te keren. Dagenlang, wekenlang, soms maandenlang hebben ze hun best gedaan om hun ideeën aan te scherpen en ze zo op te schrijven dat iedereen ze zou begrijpen. Die tijd was welbesteed, want sinds het boek groeide de belangstelling van klanten snel. Als je hun omzet sinds de publicatie zou optellen, dan hebben sommigen miljoenen verdiend dankzij hun paperback. Dus kom op, even doorbijten.

Kan een robot je volgende boek schrijven?

Zou het niet handig zijn als een robot jouw boek zou schrijven? Je hoeft alleen af te rekenen met je creditcard en na een druk op de knop kun je goede sier maken met een geniaal boek over de toekomst van de arbeidsmarkt, het fokken van teckels of de gevolgen van de Amerikaanse burgeroorlog voor het populisme.

Een non-fictieboek schrijven is monnikenwerk. Alleen al met research en schrijven ben je minimaal een paar maanden full-time bezig, met een beetje pech jarenlang. In het ideale geval steek je daarbij veel op over het onderwerp van je boek en beleef je plezier aan het schrijven, maar het kost hoe dan ook veel tijd. In de vrije tijd die je ervoor moet opofferen kun je ook een beginnerscursus Italiaans doen, je huis schilderen of quality time doorbrengen met je partner. Ga je nu twijfelen over je beslissing om een boek te gaan schrijven? Dan heb ik goed nieuws voor je, je kunt het allebei krijgen: een geniaal boek met jouw naam erop én vrije tijd. Laat je boek met behulp van kunstmatige intelligentie schrijven door een robot en red intussen je relatie.

Er zijn experts die voorspellen dat 90 procent van alle online informatie tegen 2026 kunstmatig is. Ook boeken, en met name non-fictieboeken, zullen volgens sommigen op een dag geschreven worden door computers. Dit soort voorspellingen hebben we natuurlijk vaker gehoord. Futurologen en autofabrikanten beloven al jarenlang dat we binnenkort rijden in zelfsturende auto’s, maar inmiddels neemt zelfs de auto-industrie deze voorspelling met een korrel zout. Zal dat ook gebeuren met de voorspelling dat we het schrijven van praktische teksten straks aan computers overlaten? Ik denk het niet. De ontwikkelingen van schrijvende software gaan razendsnel en de kwaliteit van teksten is al adembenemend goed. Soms.

Oempa Loempa

Eigenlijk zijn we al lang gewend aan informatie die is gegenereerd met behulp van artificial intelligence (AI). Als je via Google informatie zoekt, gebruik je soms maar enkele vage zoekwoorden. Vervolgens vind je het heel gewoon dat de resultaten precies beschrijven wat je zoekt. Daarvoor gebruikt Google een ontzettend complex algoritme dat ook wordt gevoed door kunstmatige intelligentie. De resultaten zijn soms spectaculair. Voor je nieuwe managementboek zoek je informatie over de organisatiecultuur in vrijwilligersorganisaties, en je krijgt onverwacht een reuze-interessant artikel voorgeschoteld over de inzet van Oekraïense burgers in de strijd tegen agressor Rusland. Er komt geen Oempa Loempa aan te pas bij Google, alle informatie wordt door geavanceerde software bij elkaar gesprokkeld. En dan is het maar een kleine stap van het presenteren van artikelen naar het schrijven van artikelen.

Hoe het allemaal precies werkt? Ik heb geen idee. Ik kan stoer uitleggen dat de gangbare AI-tools gebruikmaken van OpenAI’s deep-learning AI writing model, met de opwindende roepnaam Generative Pre-trained Transformer 3 (GPT-3), maar die omschrijving geeft mij evenveel inzicht in de werking van het model als de naam van mijn hond mij geeft in de fysiologie van een hondachtige. Wel begrijp ik dat AI-systemen ontelbare nieuwsartikelen, blogs, boeken, encyclopedieën en andere teksten herkauwen voor het genereren van nieuwe informatie, bijvoorbeeld voor het schrijven van een blog of een boek. En dat doen ze niet alleen snel (‘klik’), maar ook verrassend goed.

Een dikke voldoende

Ik heb de afgelopen weken geëxperimenteerd met enkele populaire AI-systemen die worden aangeboden door websites als Writesonic, Jasper, Article Forge en Ink. Ze gebruiken verschillende technologieën maar wat ze gemeen hebben is hun belabberde gebruikersvriendelijkheid. Het is belangrijk dat je in de voorgeschreven velden de juiste woorden invoert omdat je keuze in hoge mate de kwaliteit van de uiteindelijke tekst bepaalt, maar geen enkele site legt goed uit wat waar ingevoerd moet worden en welke sleutelwoorden werken, en welke niet. Als je als gebruiker echter doorzet en een beetje oefent met het verschil in resultaat bij verschillende zoektermen, dan ontdek je langzaam maar zeker de potentie van deze systemen.

Als ik als uitgever het gemiddelde niveau van alle AI-teksten die ik heb geproduceerd een rapportcijfer zou moeten geven, dan zou dat hooguit een drie zijn. Maar dat is een gemiddelde: er zaten belabberde teksten tussen, maar ik heb ook AI-teksten gelezen die ik een dikke voldoende zou willen geven. Ik heb bij enkele experimenten hetzelfde onderwerp gekozen: de voordelen van planten op kantoor. Dit is een voorbeeld van de eerste ongewijzigde alinea van een (ook verder) belabberd artikel:

Studies hebben aangetoond dat passieve interactie met planten mensen helpt te ontspannen en stress te verminderen. Afgezien van mooi zijn, hebben planten ook fysiologische voordelen die mensen helpen omgaan met mentale vermoeidheid en bloeddruk. Bovendien heeft tuinieren sociale voordelen. Wanneer mensen quality time met hun planten doorbrengen, hebben ze meer kans om met andere mensen te communiceren. Dit zorgt voor een gezondere en gelukkiger samenleving.

Van zo’n tekst ren ik niet direct naar de bloemist om een ficus aan te schaffen voor onze uitgeverij. Maar hou je vast, een andere website produceerde binnen een fractie van een seconde met vrijwel dezelfde schrijfopdracht de volgende (ongewijzigde) tekst:
 

Productief zijn? Neem een plant

We hebben het allemaal wel eens meegemaakt. Het is 14.00 uur, je hebt het afgelopen uur naar dezelfde spreadsheet zitten staren, en je hersenen zijn officieel tot moes. Je hebt een pauze nodig, maar je kunt je bureau niet verlaten omdat je midden in een project zit en je baas in je nek hijgt. Klinkt dat bekend? Als je moeite hebt om productief te blijven op je werk, is het misschien tijd om te investeren in een plant. Inderdaad, een plant. Hier zijn drie manieren waarop het hebben van planten op de werkplek je productiviteit kan verhogen en je humeur kan verbeteren.

1. Ze zuiveren de lucht

We brengen het grootste deel van onze tijd binnen door, wat betekent dat we voortdurend gerecyclede lucht inademen. Dat is niet bepaald goed voor onze gezondheid. Kamerplanten helpen de lucht te zuiveren door kooldioxide te absorberen en zuurstof terug te geven aan de atmosfeer. Je zult niet alleen gemakkelijker ademen, maar je zult je ook alerter en wakkerder voelen

2. Ze verminderen het stressniveau

Studies hebben aangetoond dat het kijken naar natuurbeelden kan helpen het stressniveau te verlagen en de stemming te verbeteren. Stel je dus eens voor hoeveel beter je je zult voelen als je omringd bent door levende, ademende planten! Met planten op je werkplek creëer je een kalme en serene omgeving, die wonderen kan doen voor je stressniveau en je algehele productiviteit.

3. Ze stimuleren de creativiteit

Als je vastzit aan een project of moeite hebt met het bedenken van nieuwe ideeën, kan een wandeling buiten of wat tijd doorbrengen in de natuur je creativiteit een boost geven. En hoe kun je de natuur beter op je werkplek brengen dan met een paar planten? Zet een pot met kruiden op je bureau voor een instant oppepper of zet grotere planten in gemeenschappelijke ruimtes om samenwerking en brainstormsessies te bevorderen.

Als je een manier zoekt om je productiviteit te verhogen en stress op het werk te verminderen, is het toevoegen van wat planten aan je ruimte een geweldige oplossing. Ze zuiveren niet alleen de lucht, maar creëren ook een rustige omgeving en moedigen creativiteit aan – allemaal essentieel voor een productieve werkstroom. Dus als je je de volgende keer ongemotiveerd of overweldigd voelt op je werk, probeer jezelf dan te omringen met wat groen en kijk hoeveel het helpt!

Moeilijk doen

Ik moet eerlijk toegeven dat ik soms ben geschrokken van de kwaliteit van dit soort teksten: het informatiegehalte, de structuur, de stijl en bovenal het persoonlijke karakter van de tekst was van een hoger niveau dan ik had verwacht. Met dit besef moet ik achteraan sluiten in een lange rij van mensen die al geen twijfels meer hebben en actief gebruikmaken van AI voor het schrijven van teksten. Studenten gebruiken het om hun opdrachten voor school te produceren, wetenschappers om wetenschappelijke artikelen te schrijven en marketeers om reclameteksten te schrijven.

Computers hebben met behulp van kunstmatige intelligentie mensen inmiddels verslagen met schaak, go en zelfs bridge, computers produceren muziek waar al een songfestival voor wordt georganiseerd, ze maken fluitend afbeeldingen waar menig kunstenaar zich niet voor zou schamen en ze praten zelfs met elkaar. Hoewel AI-schrijven nog in de kinderschoenen staat, vind ik het niet denkbeeldig meer dat je als auteur () op een dag met de juiste input ook een volledig non-fictieboek kunt schrijven. Het antwoord op mijn vraag ‘Kan een robot je volgende boek schrijven?’ moet ik dan ook met ja beantwoorden.

Als je me echter vraagt of ik wíl dat een robot mijn volgende artikel, blog of boek schrijf, dan is mijn antwoord nee. Schrijven is moeilijk, maar moeilijk doen geeft veel voldoening en het is in mijn ogen de belangrijkste eigenschap die ons onderscheidt van andere dieren. Het is de reden dat we op de maan hebben gestaan, met blote handen bergen hebben beklommen en de oceaan over zijn geroeid. Ik wil graag wat vrije tijd opofferen om te schrijven, niet omdat het makkelijk is, maar juist omdat het moeilijk is.

De belangrijkste reden waarom lezers je boek (niet) kopen

Hoe is het mogelijk, je schrijft een goed boek en toch vallen de verkopen tegen. Aan welke knop moet je draaien om meer lezers te trekken?

Je had een origineel idee voor een non-fictieboek over de falende politiek in Nederland. Je had zelfs een geniale titel. Vervolgens heb je maandenlang aan je manuscript gesleuteld met de hulp van ervaren professionals, en laten we eerlijk zijn: het is echt een goed boek geworden. Vormgevers hebben vervolgens een prachtige omslag ontworpen en het hele boek stijlvol opgemaakt. De uitgeverij heeft boekhandelaren er succesvol van overtuigd dat ze het in de schappen moeten leggen en als het verschijnt, krijgt je boek direct een paar lovende recensies. En dan wordt het stil.
In het voorjaar krijg je een overzicht met informatie over het verkochte aantal exemplaren. Je schrikt, want je had verwacht dat het er veel meer zouden zijn, zeker in deze tijd van brandende kwesties en polarisatie. Hoe is het dan mogelijk dat de teller blijft steken op 423 lezers? Aan jou kan het niet liggen, en de uitgever heeft ook zijn best gedaan. Er is maar een conclusie mogelijk: het is allemaal de schuld van de lezer.
In plaats van jouw boek te kopen, schafte hij als een kuddedier die bestseller van Pieter Omtzigt aan. En laten we eerlijk zijn, de meeste mensen boeit het niet eens, politiek. Ze kijken liever naar kattenfilmpjes op YouTube, nemen elkaar de maat op sociale media of kijken gedachteloos naar de nieuwste serie op Netflix. Daar heb je dan al die moeite voor gedaan.
Het lucht natuurlijk erg op om iemand anders de schuld te geven, maar de lezer is wel de laatste die je de schuld kunt geven. Hij is even onschuldig als de gedroomde partner die jou niet ziet zitten. Zoals Diana Ross van de Supremes al zong: ‘You can’t hurry love, you’ll just have to wait’. Maar ja, je hebt natuurlijk wel haast, je wilt meer boeken verkopen.
Als uitgever wil ik ook graag boeken verkopen, dus ik ben nog eens gaan spitten in de resultaten van onderzoeken die zijn gedaan naar de redenen waarom mensen een boek kopen. Er rolden veel koopargumenten uit, maar één springt eruit: krijgt de consument een persoonlijke aanbeveling om het boek te kopen. Dit argument is er in twee smaken:

Vind ik de auteur aantrekkelijk?
De populairste reden om een boek te kopen is de bekendheid van de auteur bij de lezer. In dit geval geeft de lezer zichzelf een aanbeveling. De lezer heeft bijvoorbeeld eerder een aantrekkelijk boek gelezen van dezelfde auteur, of hij ‘kent’ hem van tv. Zeker als een boek cadeau wordt gegeven, is de bekendheid van het boek en/of de auteur vaak doorslaggevend.

Vind iemand die ik vertrouw de auteur aantrekkelijk?
Aanbevelingen van mensen die de lezer vertrouwt, zijn bijna even belangrijk als de populariteit van de auteur bij de lezer zelf. Het gaat niet alleen om leestips van familieleden, vrienden en collega’s. Ook het oordeel van deskundigen is heel belangrijk, denk bijvoorbeeld aan vakgenoten, journalisten of ‘gewone lezers’ die recensie over het boek schrijven.

Goed is niet goed genoeg meer
De cijfers verschillen per onderzoek, maar ga er maar vanuit dat aanbevelingen tien keer zo belangrijk zijn als andere factoren, zoals de prijs, de cover of de zichtbaarheid van het boek in de winkel. Het is natuurlijk heel begrijpelijk dat aanbevelingen zo populair zijn in een markt waar zo veel aanbod is. Op de Nederlandse markt waren in 2019 in totaal 178.000 titels beschikbaar. Wat betekent dit voor je inspanningen als schrijver van een non-fictieboek?
De frustratie van de schrijver die zich gepasseerd voelt, doet me erg denken aan die van bakkers, slagers en groenteboeren toen supermarkten hun marktaandeel inpikten met koopgemak en lagere prijzen. De meeste kleine winkeliers verdwenen, maar duizenden overleefden de concurrentiestrijd en doen nog steeds goede zaken. Net als schrijvers moeten zij het hebben van persoonlijke aanbevelingen. Waarom krijgen ze die? Volgens mij is het enige antwoord op deze vraag: kwaliteit.
Kwaliteit is wat uiteindelijk leidt tot bekendheid van auteurs en wat aanbevelingen oplevert van derden. Jouw boek mag geen eenvoudig halfje bruin zijn. Om op te vallen in een markt met een groeiend aanbod en een dalende vraag moet je boek een vers molenbrood zijn, bereid met zuurdesem, zonder toegevoegde E-nummers, met een knapperige mix van zaden en pitten. Goed is niet goed genoeg meer.
Je hebt een goed boek over politiek geschreven, maar heb je wel een scherpe invalshoek gekozen? Heb je stelling genomen? Geef je pijnlijke voorbeelden van wat er misgaat in de politiek? Hoe goed gestructureerd is je betoog? Hoe aantrekkelijk is je schrijfstijl? Met de wetenschap dat de meeste non-fictieboeken worden gelezen door oudere, hoogopgeleide lezers moet je de lat misschien hoger leggen. Zoals schrijver Erwin Wijman zegt: ‘don’t underestimate de lezer’.