Skip to main content

Tag: managementboek

Schrijf alles aan elkaar

Van alle schrijftrucs vind ik deze de beste: praat alle onderwerpen in je boek aan elkaar.

In fictie is het niet zelden de opzet van de schrijver om jou als lezer op een dwaalspoor te zetten. Dit doet hij met name door het verband tussen bijvoorbeeld personen en gebeurtenissen zo lang mogelijk geheim te houden. Soms vertelt een nieuw hoofdstuk een heel nieuw verhaal, dat geen enkele relatie lijkt te hebben met het vorige. Je gaat daar niet over klagen als lezer, want het zoeken van die verbanden is een deel van de intellectuele uitdaging tijdens het lezen van een roman.

In sommige non-fictieboeken word je als lezer ook op een dwaalspoor gezet, maar waarschijnlijk is dat niet de bedoeling van de auteur geweest. De zoektocht naar het verband tussen teksten heeft ook geen meerwaarde voor jou als lezer, het is alleen maar vervelend. Als je net een paragraaf hebt gelezen over het stemgedrag van ouderen, dan wil je graag begrijpen waarom het in de volgende paragraaf plotseling over het afschaffen van stemcomputers gaat. Huh? Voor je het weet dwalen je gedachten af, leg je het boek weg en begin je aan een nieuwe Netflix-serie.

Van doolhof naar glijbaan

Je boek begint met een inhoudsopgave, een staccato opsomming van alle losse onderdelen van je boek. Zorg ervoor dat de rest van je boek geen opsomming is maar een lopend verhaal. Zonder jouw verbindende toelichtingen is je boek slechts een woordenboek. Je mag nooit denken, dat snapt mijn lezer wel: tenzij jouw lezer paranormaal begaafd is, heeft hij geen idee wat jij bedoelt. Als je het niet opschrijft, staat het er niet.

Het is gelukkig helemaal niet moeilijk om alles aan elkaar te schrijven. Elke keer dat je een nieuw onderwerp introduceert, of dat nou in de vorm van een woord, een zin, een alinea, een paragraaf of een hoofdstuk is, hoef je alleen maar uit te leggen wat de relatie is tot de rest van het boek, en voilà, zo heb je van een doolhof een aantrekkelijke glijbaan gemaakt.

Drie soorten lijm

Mijn favoriete lijmmiddel waarmee je tekst aan elkaar kunt schrijven is de topische zin. Dit is een kernzin waarmee je de essentie van een alinea of paragraaf omschrijft. Deze zin kun je ook gebruiken om een link te leggen met de vorige (of volgende) alinea of paragraaf. De eerste zin van deze alinea is hier een voorbeeld van: ik leg uit wat het onderwerp is van deze alinea, en verwijs met de woorden ‘lijmmiddel’ en ‘aan elkaar kunt schrijven’ naar de vorige alinea.

Mijn op een na favoriete lijmmiddel is het verbindingswoord. Dat is een woord waarmee je een link kunt leggen met de vorige of volgende zin, alinea of paragraaf. Denk aan woorden als ‘maar’, ‘en’, ‘of’, ‘daarnaast’, ‘zoals’ enzovoort.

Voor de derde plaats nomineer ik ten slotte de tussenkop. Met een tussenkop, zoals ‘Drie soorten lijm’, of een hoofdstuktitel, kun je het verband tussen teksten subtiel toelichten.

Gebruik een voorbeeld als je wilt dat lezers je begrijpen

Wil je zeker weten dat je lezer begrijpt wat je bedoelt? Gebruik dan een voorbeeld.  

Als je wilt uitleggen wat de middelpuntvliedende kracht is aan de hand van een natuurkundige omschrijving, dan heeft je lezer een probleem als hij geen verstand heeft van natuurkunde. Er zijn gelukkig twee trucs die je kunt toepassen om te voorkomen dat hij jouw boek gefrustreerd dichtslaat.

De eerste oplossing is om jouw natuurkundige verklaring begrijpelijk uit te leggen zonder moeilijke woorden te gebruiken. Dat is per definitie een goed idee, maar er is nog een oplossing: geef een voorbeeld, zoals dat van een klein meisje dat in de draaimolen op een kermis het gevoel heeft uit haar stoel te worden geslingerd.

Ik vind dat veel auteurs van non-fictieboeken nogal krenterig zijn met voorbeelden. Ze vinden ze waarschijnlijk niet nodig omdat ze zelf prima snappen wat ze bedoelen, maar ze vergeten dat hun lezers niet meer weten dan er op papier staat. Zo ontstaat tussen schrijver en lezer een klassiek relatieconflict: ‘Je snapt toch wel wat ik bedoel?’, roept de schrijver. ‘Nou nee, ik kan toch geen gedachten lezen!’, reageert de lezer. Voor je ruzie krijgt met de lezer kun je maar beter bedenken welke analogie hem kan helpen om je te begrijpen.

Het is niet makkelijk om een goed voorbeeld te bedenken. Het moet een simpel voorbeeld zijn dat je boodschap goed ‘voor beeldt’, en dat is op zich al een opgave. Maar om de lezer te overtuigen moet het aan meer voorwaarden voldoen. Zo vind ik een voorbeeld extra aantrekkelijk als het mensen bevat. Een kind in een draaimolen spreekt volgens mij meer tot de verbeelding dan de was die door de centrifuge van een wasmachine wordt rondgeslingerd. En dat kind moet ook iets beleven; zo laat ik het geen ‘druk’ ervaren, maar geef ik het kind ‘het gevoel dat het uit zijn stoel wordt geslingerd’; in het ideale geval is een voorbeeld een verhaal op zich. Het belangrijkste is echter dat het voorbeeld herkenbaar is voor de lezer, en wie heeft er nou nooit in een draaimolen op de kermis gezeten.

Niet per definitie beter, maar wel heel aantrekkelijk is een waargebeurd voorbeeld, bij voorkeur voorzien van naam en rugnummer. Wil je de eenzaamheid van een manager verbeelden, tobbend over het ontslag van een frauderende medewerker? Beschrijf dan hoe anderen dezelfde eenzaamheid ervaren. Dat kun je doen door een waargebeurde, persoonlijke ervaring te delen, maar je kunt een ervaring ook uit je duim zuigen. Beschrijf dan hoe Ronald Koeman met gefronste wenkbrauwen op zijn potlood zit te bijten wanneer hij een opstelling probeert te bedenken voor de volgende interland.

Het maakt me niet uit hoe groot je voorbeelden zijn, of ze nou bestaan uit woorden, bijzinnen of uitgebreide anekdotes. Als ze er maar zijn, hoe meer hoe liever.

Waardeloos schrijfadvies: negen tips om vlug te vergeten

Als je mensen vertelt dat je een non-fictieboek gaat schrijven, dan regent het direct goede adviezen. Omdat iedereen kan schrijven, denkt iedereen er verstand van te hebben, ook al heeft men nooit meer dan een opstel geschreven. Zou Max Verstappen ook adviezen krijgen van alle mensen die een rijbewijs hebben?

Neem het schrijfadvies met een brede glimlach in ontvangst en bewaar alle letters zorgvuldig, je weet maar nooit in welk hoofdstuk ze nog eens van pas komen. 

Sluit jezelf op

Natuurlijk zal je voor het schrijven van je manuscript veel tijd moeten doorbrengen achter een toetsenbord, maar het is uiteindelijk belangrijker dat je wat te vertellen hebt. Ga op onderzoek uit, ga praten met experts en ervaringsdeskundigen.

Je hebt talent of je hebt het niet

Niet iedereen kan wereldkampioen schaken worden, maar iedereen die bereid is om zich te verdiepen in het schaakspel en veel oefent, is in staat een goede schaker te worden. Hetzelfde geldt voor schrijven: misschien heb je niet de potentie om een Nobelprijs voor de literatuur te winnen, maar een goed boek moet lukken. Bedenk dat het in veel landen heel normaal is om een schrijfopleiding te volgen voordat je boeken gaat schrijven.

Kies de stijl die bij je past

Mmm, dit klinkt als een advies dat ik zelf ook wel eens geef. Maar bij nader inzien vind ik het toch niet zo’n goed advies. Misschien past het heel goed bij jou om belerend, vaag, langdradig en afstandelijk te schrijven, maar dat is voor je lezer natuurlijk niet zo aantrekkelijk. Kies dan toch maar liever de stijl die past bij je lezer.

Focus op je boek, de marketing komt later wel

Wat denk je, zouden een autofabrikant of een theaterproducent zich pas na het afronden van hun product gaan richten op de marketing? Nee, natuurlijk niet. Als je als auteur wacht tot je boek in de winkel ligt, heb je kostbare tijd verloren. In de maanden dat je bezig was met de research of het schrijven, had je tegelijkertijd je netwerk kunnen informeren en uitbreiden.

Even doorzetten, geef niet op

Je vertelt iedereen dat je een boek gaat schrijven en iedereen vindt het een geweldig idee. Je gaat enthousiast aan de slag, maar langzaam maar zeker groeit je weerzin tegen het manuscript. Wil je stoppen maar ben je bang voor gezichtsverlies? Doe jezelf een plezier, en delete die map met al je research en de pogingen om de volgende bestseller te schrijven. De meeste mensen hebben al een boek.

Zorg dat je in de stemming bent voordat je gaat schrijven

Schrijven is onmiskenbaar een creatieve bezigheid die niet meevalt als je geen zin hebt. Zelf heb ik ervaren dat het echter helpt om gewoon aan de slag te gaan, waarna je meestal vanzelf in de stemming komt. Ik sluit me dan ook aan bij de stelling van de Amerikaanse schrijver Peter De Vries: ‘Ik schrijf als ik inspiratie heb, en ik zorg ervoor dat ik iedere ochtend om negen uur inspiratie heb.’

Deel je werk pas als het perfect is

Geen enkele voetballer, tennisser of zwemmer probeert beter te worden in zijn eentje. Veruit de meeste mensen die ergens goed in willen worden, zoeken hulp van een coach, een trainer of een docent. Zoek daarom hulp als je een goede schrijver wil worden en sta open voor kritiek.

Goed werk kost tijd

Ik heb meer dan eens een boek uitgegeven dat binnen een week was geschreven. Het record staat op naam van twee co-auteurs die zich een weekend opsloten met twee laptops en zo een beknopt maar uitstekend boek schreven. Ben je in staat om even goed als snel te schrijven en mis je de biologische drift om je lezer lastig te vallen met overbodige uitweidingen? Schaam je niet, schrijf een beetje door en rond je manuscript snel af.

Volg je gevoel

Mijn gevoel zegt dat het tijd is om op vakantie te gaan naar een zonnig land, een plekje in de schaduw op te zoeken en met een glas witte wijn binnen handbereik een romannetje te gaan lezen. Mijn verstand zegt dat het tijd is om mijn blog af te maken. Wil je een boek schrijven? Zorg dan voor een plan.

Je hoeft je niet te schamen voor je boek

Je bent natuurlijk trots op je boek, maar durf je het ook te verkopen? De meeste auteurs vinden dat een brug te ver gaan en laten het over aan hun uitgeverij en de boekhandel. Zonde, want als auteur laat je zo veel kansen liggen om lezers te vinden.

Schaamte is natuurlijk een geweldige uitvinding. Schaamte voorkomt dat we ongewassen naar het werk gaan en een voorbijganger de kop inslaan als hij zijn neus ophaalt. Zoiets doe je niet, je schaamt je al bij de gedachte. Schaamte is de flitspaal van ons geweten. Als we de neiging hebben om de spelregels te overtreden, deinzen we al terug bij de gedachte dat we een bekeuring krijgen van de moraalpolitie. Helaas zijn we ook opgezadeld met zinloze spelregels, zoals de spelregel dat je als auteur je eigen boek niet verkoopt. Dat is beneden je stand en slecht voor je imago – dat is in elk geval de indruk die ik krijg als ik met auteurs spreek over hun schroom om hun eigen boek actief aan de man te brengen. Vreemd, want er is toch niets mis met het aanbevelen van je boek als auteur?

Er zijn drie manieren waarop je als auteur een unieke kans hebt om je doelgroep over te halen je boek aan te schaffen.

Een mooie gelegenheid doet zich voor wanneer je boek verschijnt. Dat is een uitgelezen moment om je achterban te mobiliseren: buren, vrienden, familie, collega’s en andere zakenrelaties. Dit zijn ‘hot prospects’ die nieuwsgierig zijn naar je boek en best bereid zijn om ervoor te betalen, alles wat ze nodig hebben is een duwtje van jou. Wie het groots aan wil pakken, organiseert nog voordat hij gaat schrijven een crowdfundingscampagne ‘om de publicatie mogelijk te maken’, in de wetenschap dat iedereen in jouw netwerk je graag helpt. Als je dit te groots vindt, kun je bijvoorbeeld ook met nieuwsbrieven je netwerk op de hoogte brengen en houden, en regelmatig vragen om je boek te bestellen.

Een bijzondere categorie bestaat uit zakelijke relaties die geïnteresseerd kunnen zijn in grotere aantallen boeken. Dit kunnen partijen zijn met wie je in het verleden hebt samengewerkt, maar ook bedrijven en organisaties die gezien de aard van hun werk een relatie hebben met het onderwerp van je boek. Je boek kan relevant zijn voor hun medewerkers of voor hun klanten; ze kunnen het weggeven als relatiegeschenk of als een verkoop bevorderende premium. Ja maar, denk je nu, dat hoort toch niet, als een encyclopedieënverkoper de deuren langs om mijn boeken te slijten? Voor de ontvanger van jouw aanbod is het echter helemaal niet vreemd dat hij via LinkedIn een bericht van jou ontvangt over je boek. Jouw persoonlijke betrokkenheid als auteur is juist een pré.

Een ander kansrijk moment is bij lezingen, congressen en andere gelegenheden waar je een presentatie geeft voor grote aantallen mensen. Misschien kun je de organisatoren overhalen om je boek aan te schaffen en uit te delen aan de genodigden? Zijn ze bereid een flyer over je boek in hun goodie bag te stoppen? Ik ken auteurs die niet eens komen als hun boek niet wordt afgenomen. En word je (nog) niet uitgenodigd voor evenementen? Organiseer er dan zelf een, dan weet je zeker dat de aanwezigen je boek ontvangen.

Eigenlijk is het een veeg teken als jij je boek niet wilt verkopen. Is er iets mis mee: staan er taalfouten in, is het achterhaald, sta je niet meer achter de boodschap? Is er niets mis met je boek, ga er dan voor. Zeker als de lezers potentiële klanten zijn van je dagelijks werk als consultant, coach of trainer. Twee tientjes maar, wie maakt me los?

Wat lees ik nou in die boek?

Het is echt dát boek, en niet die boek. Maar je hoort het steeds vaker. Die huis, die land, die boek. Maakt het wat uit?

Als je er goed op let, hoor en lees je het overal: steeds meer mensen kiezen lukraak tussen de woorden die of dat. Veruit het populairst is het gebruik van het voornaamwoord die, dat dat lijkt te verdringen. Het begon me enkele maanden geleden op te vallen doordat Rob de Wijk in de onvolprezen podcast Boekestein en De Wijk regelmatig dezelfde taalfout maakte, bijvoorbeeld:

‘Rusland die de stellingen weer heeft aangevallen…’

Ik heb het Rob de Wijk direct vergeven. In het grote geheel der dingen, en zeker in de context van de internationale betrekkingen tussen Rusland en Oekraïne, is het verkeerde gebruik van voornaamwoorden een mineure overtreding. Maar vervolgens viel het me ook elders op. Beschrijvingen van films op Netflix, advertenties voor knakworsten, ochtendshows van radio-dj’s: overal struikelde ik plotseling over die huis, die land en die boek.

De basisregel is eigenlijk heel eenvoudig. Even de tanden op elkaar: naar enkelvoudige het-woorden en verkleinwoorden verwijs je met dat, en naar enkelvoudige de-woorden en meervoudige woorden verwijs je met die:

het boek: dat boek

het omslagje: dat omslagje

de omslag: die omslag

de boeken: die boeken

In deze voorbeelden staat het voornaamwoord direct voor het woord waar je naar wilt verwijzen en dat gaat meestal goed. Het gaat vaak mis als het voornaamwoord later in de zin volgt: 

‘Ik had het huis vorig jaar al bezocht maar toen ik er vorige week naar op zoek was, kon ik die niet meer vinden.’

Hier gaat het mis omdat de spreker zijn belangstelling voor het oorspronkelijke woord waar hij naar verwijst in de loop van zijn verhaal is verloren. Hij kijkt in zijn woordenboek en pakt vlug het woord die. Mooi woord, niets mis mee, laat ik die maar gebruiken. 

Afgezakte broek

Elke keer als ik een verkeerde verwijzing lees of hoor ben ik in tweestrijd: hoe erg is het eigenlijk? Ik ervaar dezelfde conflicterende emoties als ik een tiener met een afgezakte broek zie rondlopen.

De behoudende vader in mij maakt zich zorgen als hij een puber ziet rondlopen met een afgezakte broek: als dat joch zich maar niet zo kleedt als hij gaat solliciteren. Zo maak ik mij ook zorgen over het nonchalante gebruik van spellings- en grammaticaregels. Als we een goede beheersing van de taal niet serieus nemen, blijft de laaggeletterdheid groeien, en die is al schrikbarend hoog, met alle gevolgen van dien. En als we niet allemaal dezelfde regels gebruiken, creëren we op termijn subculturen in de taal. Dat klinkt eigentijds, maar het onvermijdelijke gevolg is dat er ook afstand ontstaat tussen de groepen die de verschillende subculturen gebruiken.

De vrijgevochten betaman in mij kan een afgezakte broek wel waarderen, zo’n ontspannen kledingkeuze. Zo denk ik ook bij het gebruik van die boek: ach, taal is een levend fenomeen die zich steeds ontwikkelt en een reflectie is van de stemming in de cultuur waarin de taal wordt gebruikt. Een boek blijft een boek, ook als je het die boek noemt. Iedereen snapt nog steeds wat je bedoelt.

Maar goed, voorlopig houden we ons als uitgeverij maar aan de spelregels.

Geerhard Bolte is uitgever van Uitgeverij Haystack en auteur van Zo schrijf je een goed managementboek. Heb je een vraag of een voorstel voor een boek? Stuur hem een mail of maak contact via LinkedIn. Wil je zijn blog elke week automatisch ontvangen in je mailbox? Schrijf je hier in!

Ik heb een goed boek geschreven

Iedereen die je boek in handen krijgt, heeft een mening. Moet je je daar altijd wat van aantrekken?

De mening is de afgelopen jaren bezig met een onstuitbare opmars. Je herkent de mening direct: ze heeft altijd gelijk en ze is altijd een beetje boos. Het valt niet mee om de mening te overtuigen van het tegendeel want ze heeft zich ontwikkeld tot een linguïstisch perpetuum mobile dat geen feiten meer nodig heeft om zich te voeden.

Het is waarschijnlijk geen toeval dat de opmars van de mening gelijk opgaat met die van de individualisering. De mening zet haar fiets midden op de stoep en het maakt haar niet uit dat er niemand meer door kan. Haar narcistische karakter doet me denken aan een anekdote uit het boek Meter per seconde van de Deense auteur Stine Pilgaard. De hoofdpersoon rijdt met een vriendin over de snelweg. De vriendin neemt een afslag en de hoofdpersoon vraagt verbaasd waarom ze haar richtingaanwijzer niet aanzet. Het gaat niemand wat aan waar ik heenga, zegt de vriendin.

In jouw boek heb jij jouw mening natuurlijk liefdevol onderbouwd met sprankelende argumenten en indrukwekkende feiten. Niettemin merk ik regelmatig dat auteurs zoals jij schrikken als ze geconfronteerd worden met de vluchtige meningen van anderen. Ze gaan direct twijfelen als iemand zegt dat de cover niet aantrekkelijk is, ook al kan deze persoon nog geen paasei schilderen. Ze willen meteen een nieuwe titel als een voorbijganger zegt dat hij de huidige titel niet begrijpt, ook al heeft deze persoon zijn laatste boek tijdens de middelbare school voor de lijst gelezen. Ze maken zich grote zorgen over de kwaliteit van hun boek als een lezer het niet meer dan twee sterren waard vindt, ook al staan er drie spelfouten in de reactie.

Voor je gemoedsrust is het belangrijk dat je als auteur in dit soort situaties direct contact opneemt met de mental coach van je uitgeverij. Hij kan je kalmeren en ervan overtuigen dat er niets aan de hand is. Je hebt een doorwrocht verhaal geschreven en je hebt je omringd met professionals die de kwaliteit van je boek hebben bewaakt. Haal diep adem, ontspan je spieren en maan jezelf tot kalmte met een rustgevend mantra: ‘Ik heb een goed boek geschreven. Ik heb een goed boek geschreven. Ik heb een goed boek geschreven.’

Heb jij al een sensibiliteitslezer?

Er kwam een golf van kritiek nadat het werk van Roald Dahl op aanwijzing van sensibiliteitslezers gekortwiekt zou zijn door de uitgeverij. Later bleek het aantal aanpassingen beperkt, maar de toon was gezet. Jammer, want het inzetten van sensibiliteitslezers is even gebruikelijk als waardevol. 

Alle auteurs zijn stronteigenwijs. Geloof in je eigen visie is natuurlijk ook een cruciale eigenschap als schrijver van een non-fictieboek aangezien je bereid moet zijn om op de zeepkist te klimmen en de lezer te vertellen hoe het zit. Een beetje nuance is leuk, maar te veel nuance kan een verhaal verwarren. Zo zit het en niet anders, dat is het mantra van de auteur als hij ’s ochtends in de spiegel kijkt, zijn nagels manicuurt en aan het typen slaat. 

Maar als het manuscript af is, dan breekt vroeg of laat het moment aan dat het boek wordt gelezen. Dat is een fase die door veel auteurs over het hoofd wordt gezien en daarom zijn er uitgeverijen en redacteuren uitgevonden. Redacteuren zijn eigenlijk betaalde lezers. Ze proberen zich in te leven in de lezer en kijken bijvoorbeeld kritisch of het betoog van de lezer goed is onderbouwd en leuk om te lezen. In een latere fase wordt een manuscript nog een keer taalkundig gecorrigeerd door een aparte corrector en in de laatste fase (als het boek al is opgemaakt) door een professionele meelezer. Zo is je boek bij een goede uitgeverij al drie keer gelezen. 

Als je het over je hart kunt verkrijgen, dan is het aan te raden om je manuscript al voordat het bij de uitgeverij belandt te laten lezen door ‘meelezers’. Vraag nooit je partner en je beste vriend, maar je ex en een humeurige buurman. Je hebt niets aan complimenten, wat je nu nodig hebt is pijnlijk commentaar over denkfouten, taalfouten, ontbrekende bronnen en feiten. En ja, ook commentaar op achterhaalde denkbeelden die je misschien niet met verkeerde bedoelingen hebt verwoord, maar die beledigend kunnen zijn voor je lezers. 

Ik raad auteurs altijd aan om drie meelezers te kiezen en ze verschillende taken te geven. Als je dat niet doet, dan krijg je mogelijk meer advies dan je lief is. Bovendien bespaar je je meelezers veel tijd. Schakel bijvoorbeeld iemand in die thuis is op jouw vakgebied en vraag hem om te letten op de helderheid van het betoog en op de feiten. Schakel een ervaren lezer in om te letten op de aantrekkelijkheid van je taal. De derde persoon zou de gemiddelde, ondeskundige lezer kunnen zijn die je gewoon vraagt wat hij van het boek vindt. 

Wil je je niets aantrekken van het commentaar van je drie onbezoldigde meelezers en drie professionele meelezers van de uitgeverij? Geen probleem! Je hebt toch maar mooi zes lezers gehad. 

Vijf manieren om ChatGPT te gebruiken als co-auteur

Kunstmatige intelligentie is nog altijd vrij dom, maar als je het zelf slim aanpakt kun je er als auteur veel profijt van hebben. Vijf manieren om ChatGPT te gebruiken als co-auteur van je boek.

Kunstmatig intelligente chatbots als ChatGPT zijn nog lang niet in staat om je non-fictieboek helemaal voor je te schrijven, daarvoor zijn ze nog niet slim genoeg, maar de technologie is niettemin indrukwekkend en kan je op allerlei manieren ondersteunen tijdens het schrijven van je boek. Dit zijn vijf toepassingen die nu al werken.

Denk eens met me mee

ChatGPT is een dagboek dat niet alleen luistert maar ook praat. Daarom kun je het gebruiken om je ideeën te toetsen. Op welke manier kun je mensen motiveren om hun werk te doen? Door ze beter te betalen, complimenten te geven? Net als tijdens een gesprek met levende mensen helpt het om door te vragen: heb je nog meer ideeën? Hoe zou een politicus hier tegenaan kijken? Wat zou een tegenstander hiervan vinden?

Vraag 

Op welke manier kun je mensen motiveren om hun werk te doen?

Antwoord

Er zijn verschillende manieren om mensen te motiveren om hun werk te doen. Hier zijn enkele suggesties: 

1 Erkenning en waardering: mensen willen weten dat hun werk wordt gewaardeerd. Door regelmatig positieve feedback en erkenning te geven, zullen werknemers gemotiveerd worden om hun werk voort te zetten.

2 Beloningen en incentives: het aanbieden van beloningen en incentives kan mensen motiveren om hun werk beter te doen. Dit kan variëren van een bonus of verhoogd salaris tot extra vakantiedagen of andere voordelen.

3 Duidelijke doelen en verwachtingen: het hebben van duidelijke doelen en verwachtingen kan mensen motiveren om zich op hun werk te concentreren. Dit kan onder meer inhouden dat de werknemer begrijpt welke doelen hij of zij moet bereiken en welke maatstaven er worden gebruikt om succes te meten. 

4 Professionele ontwikkeling en groei: het bieden van mogelijkheden voor professionele ontwikkeling en groei kan mensen motiveren om hun werk beter te doen. Dit kan variëren van training en opleiding tot mogelijkheden voor loopbaanontwikkeling en carrièremogelijkheden.

5 Een prettige werkomgeving: mensen werken graag in een prettige werkomgeving. Door een omgeving te creëren die aangenaam en ondersteunend is, zullen werknemers gemotiveerder zijn om hun werk te doen. Dit kan onder meer inhouden dat de werkplek goed verlicht is, goed geventileerd wordt en ergonomisch is ingericht.

6 Autonomie en flexibiliteit: het geven van autonomie en flexibiliteit aan werknemers kan hen motiveren om hun werk te doen. Dit kan onder meer inhouden dat werknemers meer vrijheid hebben om hun eigen werk te plannen en uit te voeren, en dat er flexibele werktijden mogelijk zijn.

Het is belangrijk om te beseffen dat elke werknemer uniek is en dat wat voor de ene persoon werkt, niet noodzakelijkerwijs voor de andere werkt. Door open te staan voor feedback en de individuele behoeften van werknemers te begrijpen, kunt u de beste motivatieaanpak voor uw team vinden.

Weet jij hoe het zit?

Als je wilt weten hoeveel mensen het afgelopen jaar een burn-out hebben opgelopen, kun je beter Google gebruiken omdat je dan niet alleen snel de informatie vindt, maar ook de bijbehorende bron, bijvoorbeeld het CBS. Maar in bepaalde gevallen is ChatGPT handiger. Het blinkt bijvoorbeeld uit in het beantwoorden van vage vragen. Een week geleden was ik op zoek naar de denktanks die Finland na de val van het ijzeren gordijn oprichtte om na te denken over de toekomst van het land. Via Google vond ik niets, waarschijnlijk gebruikte ik de verkeerde zoekwoorden. ChatGPT vond de informatie in een handomdraai.

Vraag 

After the collaps of the Soviet Union the Finnish government installed groups of people who discussed the future of the country and its economy. What is the history of these groups? 

Antwoord

After the collapse of the Soviet Union in the early 1990s, Finland faced a new geopolitical situation, as its largest trading partner and neighbor had disappeared. To address this situation, the Finnish government initiated a series of efforts to plan for the future of the country and its economy.

One of the key initiatives was the establishment of a series of “future workshops” or “futures groups” (tulevaisuustyöryhmät in Finnish) in various fields, which were tasked with exploring different scenarios for the future of Finland and making recommendations for policy changes. These groups were composed of experts from various fields, including academia, business, government, and civil society.

The first future workshop was established in 1991, and over the next few years, several more were set up to cover topics such as the economy, environment, social policy, and regional development. The work of these groups was based on the idea of participatory democracy, which emphasized the importance of involving citizens in decision-making processes.

The results of the future workshops were presented to the government in the form of reports, which were then used to inform policy-making. Some of the most significant policy changes that resulted from the future workshops included the creation of the Finnish Innovation Fund (Sitra), the adoption of a national sustainable development strategy, and the introduction of new policies to promote regional development.

Overall, the Finnish future workshops represented a unique approach to policy-making, which emphasized the importance of long-term thinking and participatory democracy. While the specific recommendations of the workshops have varied in their impact, the process itself has been widely recognized as an innovative and effective way of engaging citizens in the democratic process.

Zet het eens voor me op een rij

ChatGPT blinkt uit in het structureren van informatie. Welke argumenten pleiten voor het op tijd komen voor een afspraak? Ze verschijnen prompt op je scherm. Vraag om een inhoudsopgave voor een boek over de gevolgen van klimaatverandering voor de economie, en ChatGPT typt moeiteloos een overzicht.

Vraag

Welke argumenten pleiten voor het op tijd komen voor een afspraak?

Antwoord

Er zijn verschillende argumenten die pleiten voor het op tijd komen voor een afspraak:

Het getuigt van respect: door op tijd te komen laat je zien dat je de persoon of personen met wie je hebt afgesproken respecteert en waardeert. Je laat zien dat je hun tijd en planning serieus neemt.

 Het voorkomt stress en chaos: wanneer je op tijd komt, heb je voldoende tijd om je voor te bereiden en rustig naar de afspraak te gaan. Dit voorkomt stress en chaos, omdat je niet hoeft te haasten of te rennen om op tijd te komen.

Het is professioneel: in professionele situaties, zoals zakelijke vergaderingen of sollicitatiegesprekken, wordt er van je verwacht dat je op tijd komt. Het laat zien dat je professioneel bent en dat je de afspraak serieus neemt. 

Het voorkomt ongemakkelijke situaties: als je te laat komt, kan dit zorgen voor ongemakkelijke situaties en kan het de afspraak verstoren. Je kunt anderen bijvoorbeeld laten wachten of hun planning in de war brengen.

Het toont betrouwbaarheid: door op tijd te komen, laat je zien dat je betrouwbaar bent en dat je je afspraken nakomt. Dit kan het opbouwen van relaties en vertrouwen vergemakkelijken.

Het is een kwestie van etiquette: op tijd komen is een kwestie van goede etiquette en wordt als sociaal wenselijk gedrag beschouwd. Het is een teken van beleefdheid en respect voor anderen.

Hoe zal ik het zeggen?

Tijdens het schrijven van een tekst lukt het soms niet om de juiste woorden te vinden. Wil je een nieuwe paragraaf beginnen, maar weet je niet hoe? Wil je een een ingewikkeld proces beschrijven, maar weet je niet hoe je dat zo toegankelijk mogelijk kunt doen? Vraag het aan ChatGPT, je persoonlijke schrijfcoach: ik wil een nieuwe paragraaf beginnen in een non-fictieboek, maar ik kan geen originele stijl bedenken. Heb jij een tip?

Vraag

Ik wil een nieuwe paragraaf beginnen in een non-fictieboek, maar ik kan geen originele stijl bedenken. Heb jij een tip?

Antwoord

Natuurlijk, hier zijn een paar ideeën voor het beginnen van een nieuwe paragraaf in een non-fictieboek:

1 Begin met een anekdote of persoonlijk verhaal dat relevant is voor het onderwerp dat wordt behandeld in het boek. Dit kan de lezer helpen om zichzelf te identificeren met de onderwerpen die in het boek worden besproken.

2 Introduceer een nieuw onderwerp met een citaat van een expert op dat gebied. Dit kan de geloofwaardigheid van het boek vergroten en de aandacht van de lezer trekken.

3 Gebruik een retorische vraag om de lezer aan het denken te zetten over het onderwerp dat in de paragraaf wordt besproken. Dit kan de nieuwsgierigheid van de lezer wekken en hen aanmoedigen om verder te lezen.

4 Begin met een korte samenvatting van wat er tot nu toe is besproken in het boek en introduceer vervolgens het nieuwe onderwerp dat in de paragraaf wordt besproken.

5 Gebruik beeldspraak of een metafoor om de lezer te helpen het onderwerp dat wordt besproken te visualiseren en te begrijpen.

Hopelijk helpen deze tips je om een originele stijl te vinden voor het beginnen van een nieuwe paragraaf in je non-fictieboek! 

Zou je deze tekst voor me willen schrijven?

Voor het schrijven van lange teksten zou ik ChatGPT niet willen gebruiken maar voor korte teksten met een helder onderwerp is het heel bruikbaar. Kun je in maximaal 150 woorden de moord op de gebroeders de Witt in 1672 beschrijven? Wat zijn de belangrijkste vakbonden van Nederland en in hoeverre neemt hun populariteit onder werknemers af? Waarom worden voetbaltrainers ontslagen als een team slecht presteert en voetballers van dat team niet?

Vraag

Wat zijn de belangrijkste vakbonden van Nederland en in hoeverre neemt hun populariteit onder werknemers af?

Antwoord

Er zijn verschillende belangrijke vakbonden in Nederland, waaronder FNV (Federatie Nederlandse Vakbeweging), CNV (Christelijk Nationaal Vakverbond) en VCP (Vakcentrale voor Professionals). 

Wat betreft de populariteit van vakbonden onder werknemers, zijn er enkele trends zichtbaar. Uit onderzoek blijkt dat het percentage werknemers dat lid is van een vakbond al jarenlang gestaag afneemt. In 2020 was slechts 15,9% van alle werkenden lid van een vakbond, vergeleken met 17,1% in 2010. Ook is het aantal stakingen de afgelopen jaren afgenomen.

Er zijn verschillende factoren die bijdragen aan deze afname van populariteit. Een daarvan is dat de arbeidsmarkt steeds meer gefragmenteerd raakt, waardoor het moeilijker wordt om collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) af te sluiten die voor alle werknemers gelden. Daarnaast zijn er ook steeds meer zzp’ers en flexwerkers die niet in aanmerking komen voor lidmaatschap van een vakbond. 

Een andere factor is dat jongere generaties werknemers vaak minder bekend zijn met de rol en de waarde van vakbonden. Zij hechten meer waarde aan persoonlijke ontwikkeling en flexibiliteit dan aan collectieve belangenbehartiging.

Hoewel de populariteit van vakbonden afneemt, blijven ze een belangrijke rol spelen in het beschermen van de rechten en belangen van werknemers. Ze onderhandelen bijvoorbeeld over cao’s en arbeidsvoorwaarden en bieden juridische bijstand bij geschillen met werkgevers. 

ChatGPT ziet er dankzij zijn indrukwekkende antwoorden en nerdy user interface uit als een dokter in een witte jas, maar pas op, deze dokter ontpopt zich soms als een charlatan. Online zijn hilarische voorbeelden te vinden van verkeerde antwoorden. Het helpt om ChatGPT te vragen naar de bronnen van gepresenteerde feiten en regelmatig te vragen of hij het zeker weet. En je (eigen) gezond verstand te gebruiken.

Jouw lezer is een held

Maak je geen illusies: in een non-fictieboek heb je als auteur maar een bijrol. Een aantrekkelijk boek draait om de lezer, de lezer is de held.

Elk klassiek verhaal is gebaseerd op een eenvoudige formule: de held heeft een probleem, hij ontmoet een gids met een plan die hem stimuleert om in actie te komen en na wat vallen en opstaan overwint de held.

In het sprookje Assepoester doet een lieftallig meisje het vuile werk voor haar gemene stiefmoeder en stiefzussen. Een fee schiet haar te hulp waardoor ze de kans krijgt om kennis te maken met de prins die op zoek is naar het meisje van zijn dromen. Elke Hollywoodfilm volgt hetzelfde scenario, neem Titanic: Rose is de heldin die door haar moeder gestimuleerd wordt om te trouwen met de zelfgenoegzame staalmagnaat Cal om zo haar financiële toekomst veilig te stellen. Ze ontmoet de arme maar aantrekkelijke kunstenaar Jack die haar redt van een leeg bestaan als socialite.

De vraag voor de koelkast luidt: welke rol heb jij als auteur van een non-fictieboek: ben jij Assepoester of de fee, Rose of Jack? Het juiste antwoord is volgens mij dat je als auteur de rol van gids hebt die de lezer redt van de ondergang en helpt bij de overwinning; de lezer is de held. Toch gaan auteurs hiermee de mist in.

Alles over de productie van glazen muiltjes

Sommige auteurs nemen hun rol als gids zo serieus, dat de schijnwerpers vooral op hen staan. In het opsommen van alle adviezen zie ik dan dat de held van het verhaal, de lezer, raakt ondergesneeuwd. Plotseling gaat Assepoester vooral over de fee en krijg je een gedetailleerde beschrijving van het ontwerp van de baljurk, de productie van de glazen muiltjes en de berekening achter de toverformule waarmee je pompoenen en muizen kunt omtoveren in koetsen en paarden. Heel leerzaam, maar daar hoort het sprookje niet over te gaan.

Ik snap het wel, als auteur wil je heel graag helpen en alles delen wat je weet, maar ‘alles’ is vaak niet nodig. Volgens mij is het vaak belangrijker om begrip te tonen voor de lezer en hem te overtuigen van het belang om in actie te komen. Natuurlijk, als gids moet je ook een plan hebben, maar je hoeft niet alles voor te kauwen. De fee in het sprookje zorgde voor schoeisel en vervoer, maar ze liet het veroveren van haar prins aan Assepoester over. Ze had haar natuurlijk ook de Roos van Leary kunnen uitleggen, wat van pas had kunnen komen als de communicatie op de dansvloer ongewild zou zijn gestokt, maar hallo, Assepoester was arm, maar niet dom.

De meeste lezers zijn hoogopgeleid, goed geïnformeerd en hebben volgens mij meer voorkennis dan veel deskundigen veronderstellen. Ik denk dat ze zeker zoveel behoefte hebben aan begrip en motivatie als aan praktische kennis. Rose wist echt wel dat haar verloofde haar niet gelukkig zou maken, maar ze had Jack nodig om de knoop door te hakken. Dat is misschien wel je belangrijkste taak als gids: de held een zetje geven.

Zelf een boek schrijven of een ghostwriter inschakelen?

Een ghostwriter is een prima oplossing als je zelf geen boek wilt schrijven. Maar heb je ‘m echt nodig?

Ik heb alleen goede ervaringen met ghostwriters, maar ik zou niemand zomaar aanraden om het schrijven van een boek uit te besteden. Mijn advies is altijd om het eerst zelf te proberen. En lukt dat niet, dan is er nog een tussenstap: ga op zoek naar een co-auteur. Samen bespaar je veel tijd en kun je elkaar stimuleren om de elfhoofdstukkentocht vol te houden. Wil je dat het boek er komt, maar heb je echt geen talent, tijd of zin? Ga dan op zoek naar een ghostwriter.

Geen talent

Sommige mensen zijn geweldige muzikanten, automonteurs of politici, maar ze kunnen niet schrijven. Het gebeurt niet vaak, maar nu en dan ontvang ik een manuscript waarvan alle woorden in de verkeerde volgorde staan. Als legpuzzel is zo’n manuscript heel geschikt, maar als boek is het onverkoopbaar. Soms is dat jammer, want bladerend door zo’n manuscript heb je toch de indruk dat de auteur interessante ideeën heeft. Zo iemand had eigenlijk een ghostwriter moeten inschakelen.

Geen tijd

Het schrijven van een boek kost veel tijd. Als je die tijd niet hebt, kun je drie dingen doen: de publicatie uitstellen, heel snel en slecht schrijven of een ghostwriter inschakelen. Gesprekken met een ghostwriter kosten natuurlijk ook tijd, maar als je vijf tot tien gesprekken hebt met een ghostwriter en hem voorziet van het juiste leesvoer, dan slaagt een ghostwriter er ongetwijfeld in om jouw verhaal te vertellen.

Geen zin

Geen zin, dat klinkt als een slechte smoes, maar hoe erg is het om niet alles zelf te willen doen? Misschien ben jij best in staat om je auto een grote beurt te geven en je huis te schilderen maar heb je er geen zin in. Zelf besteed ik mijn beperkte vrije tijd ook liever aan andere dingen. Als je een boek wilt publiceren maar je hebt geen zin in het schrijven van een boek, dan zul je dus moeten betalen voor de inzet van een ghostwriter.

Hoe vind je een geschikte ghostwriter? 

Het kiezen van een ghostwriter is een belangrijke beslissing. Als je iemand anders namens jou laat schrijven, dan moet die ghostwriter niet alleen aantrekkelijk kunnen schrijven maar dan moet jij er ook zeker van zijn dat jullie het samen goed kunnen vinden. Je gaat tenslotte uitgebreid met elkaar praten over jouw vakgebied en over jezelf. Dat het klikt is extra belangrijk omdat de klus ongetwijfeld veel geld kost. Reken zeker op vier tot acht weken full-time werk. Van het geld kun je ook een kleine middenklasser kopen. Dus wat heb je liever, een nieuwe auto of een boek waarmee je jezelf op de kaart kunt zetten en je carrière een boost kunt geven?

Sommige schrijvers en journalisten presenteren zich actief als ghostwriter op hun website en zijn dan ook makkelijk te vinden. Maar het is mijn ervaring dat de beste ghostwriters soms helemaal niet bekendmaken dat ze zich laten inhuren voor het schrijven van een boek. Sommigen houden het geheim omdat ze zich er een beetje voor schamen, anderen hebben zo veel werk dat ze niet zitten te wachten op een extra klus.

Het is altijd een goed idee om je zoektocht online te beginnen, maar neem ook eens contact op met mensen die je kunnen doorverwijzen naar ghostwriters, zoals andere schrijvers, journalisten of uitgevers.

Een slimme schrijver draagt een witte jas

Als je overtuigend wilt overkomen als auteur van een non-fictieboek helpt het om jezelf geloofwaardig te presenteren. 

Veruit het indrukwekkendste sociaalwetenschappelijke onderzoek dat ooit is gedaan, is het Milgram-experiment. De Amerikaanse psycholoog Stanley Milgram liet deelnemers vragen stellen aan ‘leerlingen’ om zogenaamd het effect van straf op leren te onderzoeken. Als een leerling een verkeerd antwoord gaf, moest de deelnemer een schok geven in opdracht van de professionele begeleider van het onderzoek, een man in een witte jas. Tweederde van de deelnemers gaf de maximumschok van 450 volt, ondanks het feit dat een leerling het tegen die tijd (via een bandopname) uitschreeuwde van de pijn. Milgram wilde met het onderzoek nagaan in hoeverre mensen bereid waren te gehoorzamen aan wat wordt ervaren als legitiem gezag. De resultaten die in 1963 werden gepubliceerd, schokten de wereld die toen nog amper was bijgekomen van de verschrikkingen in de Tweede Wereldoorlog. Het experiment is vaak herhaald, met dezelfde resultaten.

Het Milgram-experiment is in de eerste plaats belangrijk voor iedereen die een nuchter beeld wil van zijn medemens en zichzelf. Op een praktischer niveau zijn de resultaten ook onmisbaar: mensen hechten veel waarde aan autoriteit. Daar kun je maar beter rekening mee houden als auteur van een non-fictieboek waarmee je lezers wilt informeren en overtuigen van jouw visie op de werkelijkheid. Je wordt als auteur niet meegeseald met het boek. Daarom moet je jezelf geloofwaardig presenteren.

Je presentatie begint al op de flaptekst met een kort profiel. Hoe goed heb je onderbouwd dat jij verstand van zaken hebt? Heb je de juiste studies en werkervaring beschreven? Hoe kom je over op de foto? In het voorwoord van je boek heb je de kans om je kennis en ervaring verder toe te lichten. En in de rest van het boek kun je de lezer ook op allerlei manieren overtuigen van jouw geloofwaardigheid.

In de manuscripten die ik lees, zie ik dat het soms misgaat. De belangrijke reden is dat de lezer weinig of geen informatie krijgt over de auteur. Je leest dan een boek over leiderschap, maar waar heeft die auteur zijn kennis van leiderschap op gebaseerd? Heeft hij zelf leiding gegeven? Heeft hij wetenschappelijk onderzoek gedaan? Een ander, veelvoorkomend probleem is incongruentie: de auteur is opgeleid als tandarts maar schrijft een boek over persoonlijke ontwikkeling. Onbewust vraag je jezelf af waar die tandarts zijn adviezen op baseert. Het kan niet van zijn patiënten zijn geweest, want die waren niet in staat om een woord te zeggen. Een derde en laatste probleem is niet een gebrek aan autoriteit, maar een overdaad aan autoriteit. De begeleiders met hun witte jas in het Milgram-experiment waren niet overtuigend door streng te zijn en hard te praten, maar door zich ontspannen te gedragen en een natuurlijk zelfvertrouwen uit te stralen. Een boek is een intiem pas de deux tussen schrijver en lezer, en het helpt de relatie niet als de een zich arrogant opstelt.

Hoe begin je een boek?

Moet je op de eerste pagina’s van je boek meteen je spierballen laten zien of de lezer subtiel naar binnen lokken; hoe zorg je ervoor dat je lezer zin krijgt om verder te lezen?

Sommige auteurs willen helemaal niet dat je hun boek leest. Ze verdedigen zich tegen de aanval van geïnteresseerde lezers door de toegang tot hun non-fictieboek hermetisch af te grendelen. Hun boeken beginnen met een saai voorwoord, een inleiding vol onbegrijpelijk jargon of een verwarrende introductie waarmee zelfs de meest geïnteresseerde lezer teleurgesteld afdruipt. Als je geen bezoek wilt in jouw literaire vesting, dan is een saaie opening natuurlijk een slimme strategie. Als je juist veel bezoek wilt, dan kun je het beter anders aanpakken en je boek juist heel toegankelijk en aantrekkelijk beginnen. Dit is extra belangrijk omdat de meeste mensen kennismaken met de inhoud van je boek doordat ze bijvoorbeeld op bol.com de preview van je boek lezen. Als die eerste pagina’s van je boek hen niet aanspreken, zijn ze zo vertrokken. Voorgoed.

Ben je fris gewassen en vlot gekleed?

De kennismaking van de lezer met de eerste pagina’s van jouw boek verloopt hetzelfde als je eerste Tinderdate. De lezer heeft de cover gezien en weet wat het onderwerp is van je boek, maar verder weet hij niets. Op basis van de preview besluit de lezer of hij met jou verder wil. Het boeit hem tijdens die eerste date niet of jij boekhouder bent of brandweerman, maar wel of je fris gewassen bent en vlot gekleed; heb je een goed humeur, kun je een geanimeerd gesprek voeren?

Het is volgens mij niet zozeer de inhoud waarmee je een lezer overtuigt. Je kunt een boek beginnen met een meeslepende anekdote, confronterende feiten, een persoonlijke ontboezeming; alles kan, als je de lezer maar duidelijk maakt dat je kennis van zaken hebt, waar je boek over gaat en waarom het relevant is voor de lezer. Veel belangrijker is het introduceren van een sfeer waarin de lezer zich thuisvoelt. Kun jij helder schrijven, is je verhaal goed gestructureerd, neem jij jezelf niet al te serieus, valt er wat te lachen met jou?

Samengeknepen billen

Schrijf de inleidende tekst van je boek niet met samengeknepen billen omdat je bezorgd bent over de reacties van vakgenoten en andere kritische meelezers. Maak je geen zorgen: dit selecte gezelschap leest je boek toch wel uit. De saaie introductie waarmee je dit kleine elitaire gezelschap probeert te imponeren, werpt echter een hoge drempel op voor het brede publiek dat je ook wilt bereiken. Na een toegankelijke en aantrekkelijke opening van je boek willen ze hopelijk verder lezen en een tweede date met jou, waarin je een serieus gesprek kunt gaan voeren over de dingen die er echt toe doen.

Geerhard Bolte is uitgever van Uitgeverij Haystack en auteur van Zo schrijf je een goed managementboek. Heb je een vraag of een voorstel voor een boek? Stuur hem een mail of maak contact via LinkedIn. Wil je zijn blog elke week automatisch ontvangen in je mailbox? Schrijf je hier in!