Moet jij je schamen voor hij?
Sommige schrijvers schamen zich dat ze het verwijswoord ‘hij’ zo vaak gebruiken. Omdat ze niet willen discrimineren, schrijven ze aan het einde van hun voorwoord dat de lezer overal ‘zij’ mag lezen waar nu ‘hij’ staat. Een taalkundige blunder of een emanciperende daad?
Op het eerste gezicht is de spelregel eenvoudig. Naar een vrouwelijk zelfstandig naamwoord verwijs je met het verwijswoord ‘zij’, naar een onzijdig zelfstandig naamwoord verwijs je met het verwijswoord ‘het’ en naar een mannelijk zelfstandig naamwoord verwijs je met het verwijswoord ‘hij’. Daar hoef je je niet voor te schamen, het woordgeslacht bepaalt gewoon welk verwijswoord je moet gebruiken. Je hoeft dus niet bang te zijn dat je op een dag vast komt te zitten in een lift met iemand die je met een pen bedreigt en eist dat je geen discriminerende taal meer gebruikt. Hoezo, je houdt je gewoon aan de regels. Toch?
De Nederlandse dichter en taalkundige Willem Bilderdijk omschreef de regels en gewoonten rond het woordgeslacht als een ‘duistere materie’. Goed verwoord, want er is weinig logisch en begrijpelijk aan. En al helemaal niets emancipatoir. Of woorden mannelijk en vrouwelijk zijn, is in de loop van duizenden jaren deels op een natuurlijke manier ontstaan, maar vooral bepaald door de taalpolitie. Het begon met Aristoteles, aan wie we het onderscheid tussen mannelijk, vrouwelijk en onzijdig te danken hebben. Hij beschreef ook welke woorden dat dan moesten zijn en daarmee ontketende hij een discussie die tot op de dag van vandaag voortduurt.
In elke taal en in elke tijd bedachten agenten van de taalpolitie nieuwe regels voor het woordgeslacht. Vrouwen kwamen er meestal bekaaid vanaf. Zo werd de zon naar verluid mannelijk, omdat het de bron is van het licht. De maan werd vrouwelijk, omdat zij het licht slechts van de zon ontvangt. Bomen werden mannelijk, omdat ze hoog en fors zijn, en heesters en kruiden vrouwelijk, omdat ze fijner en kleiner zijn, aldus de Utrechtse taalkundige Willem Gerard Brill. De Duitse taalkundige en sprookjesverzamelaar Jacob Grimm schreef dat actieve woorden mannelijk zijn, en passieve vrouwelijk, alsof het om een natuurkundige wetmatigheid ging.
Als uitgever van managementboeken kan ik bevestigen dat het wemelt van de mannelijke naamwoorden in onze boeken, en dus ook van de mannelijke verwijswoorden. We houden ons aan de taalregels, want we moeten ons nu eenmaal ergens aan vasthouden. Maar daarmee weerspiegelen onze boeken eeuwenoude maatschappelijke denkbeelden. Taalkundig zijn al die mannelijke verwijzingen naar mannelijke naamwoorden misschien correct, maar moreel gezien zijn ze discutabel. Misschien is een excuus in een voorwoord zo stom nog niet.
Geerhard Bolte is uitgever van Uitgeverij Haystack en auteur van Waarom schrijf je geen boek?
Ben je bezig met het schrijven van een non-fictieboek en wil je weten wat er allemaal komt kijken bij het publiceren van je eigen boek? Meld je dan aan voor de masterclass Het geheim van een succesvol non-fictieboek.
Heb je een voorstel voor een boek? Stuur hem een mail of maak contact via LinkedIn. Wil je zijn blog elke week automatisch ontvangen in je mailbox? Schrijf je hier in.