Ron van Wieringen
Hans Gort, Arnold Pouls en Ron van Wieringen ontwikkelden De Happy Sprint Machine met de ambitie om de slaagkans van projecten substantieel te verbeteren. Als partner van Twycis brengen ze hun aanpak elke dag in de praktijk.
Hans Gort, Arnold Pouls en Ron van Wieringen ontwikkelden De Happy Sprint Machine met de ambitie om de slaagkans van projecten substantieel te verbeteren. Als partner van Twycis brengen ze hun aanpak elke dag in de praktijk.
Hans Gort, Arnold Pouls en Ron van Wieringen ontwikkelden De Happy Sprint Machine met de ambitie om de slaagkans van projecten substantieel te verbeteren. Als partner van Twycis brengen ze hun aanpak elke dag in de praktijk.
Hans Gort, Arnold Pouls en Ron van Wieringen ontwikkelden De Happy Sprint Machine met de ambitie om de slaagkans van projecten substantieel te verbeteren. Als partner van Twycis brengen ze hun aanpak elke dag in de praktijk.
Dit is de eerste review van het nieuwe album The Tortured Poets Department. We zullen de komende dagen en weken regelmatig updates plaatsen.
Door Hans van der Loo en Merel Hoekstra
Authentiek, kwetsbaar, eigenwijs en ook humorvol, The Tortured Poets Department, het nieuwe album van Taylor Swift, laat zich luisteren als een draaikolk aan emoties. Het is een persoonlijk breakup-album (eigenlijk haar eerste in vele jaren sinds het nummer ‘All too Well’) dat bol staat van hartzeer en ellende, verpakt in goed in het gehoor liggende melodieën. Waarbij ondanks alle donkere wolken ook luchtige zonnestralen doorschijnen.
Fenomenale productiviteit
Maar eerst nog iets anders: we willen het hebben over Taylors fenomenale productiviteit. Die productiviteit vormt een van haar voornaamste handelsmerken die haar naar grote hoogten heeft gebracht. Nauwelijks anderhalf jaar na haar vorige album Midnights ligt er al een nieuw album met maar liefst 31 tracks (16 tracks werden om middernacht uitgebracht, twee uur later volgden nog 15 andere) op de plank. Als je dan bedenkt dat ze in de tussentijd ook nog eens drie uur muziek aan opnieuw opgenomen albums (Speak Now en 1989) met bonustracks heeft gemaakt en (bijna) dagelijks op het podium van haar megasuccesvolle Eras Tour stond, dan weet je met wat voor een ongelofelijke powervrouw we hier te maken hebben. Nu draait het natuurlijk niet om kwantiteit. Maar ook met de kwaliteit van het nieuwe, wederom door Jack Antonoff en Aaron Dessner geproduceerde album, zit het helemaal snor. Sterker nog, het album is zowel muzikaal als tekstueel een meesterwerk. Het zoveelste. Het is Taylor Swift op haar best: authentiek en kwetsbaar met her en der gevoelens van humor en zelfrelativering. Daarbij past overigens wel de waarschuwing dat er geen regelrechte knallers op het album staan waarop luidkeels kan worden meegezongen en energiek gedanst. Het is eerder een luisteralbum in de lijn van haar albums Folklore en Evermore, gelardeerd met een vleug ‘Midnight-Light’.
Over wie gaan de nummers?
Maar nu naar de nummers zelf. Dan moeten we het natuurlijk eerst hebben over de vraag: over wie gaan de liedjes? In een gedicht met de titel ‘The Summary’ zegt Taylor dat de slinger van het ene uiterste naar het andere zwaait als het om het leven gaat waarbij ze uiteindelijk duidelijk maakt dat de ene mislukte liefde plaats maakt voor de andere. ‘Geliefden spenderen jaren aan het ontkennen van het noodlot / Wrok die sterrenstelsels wegrot die we creëerden / Probeerden te wensen op kometen, probeerden de glans te dimmen / Probeerden om zijn planeet te draaien / Sommige sterren staan nooit op één lijn’. Dit voor wat betreft haar algemene kijk op het leven en de liefde die op dit album op meerdere plekken doorklinkt. Maar welke namen kunnen we specifiek noemen? De verwachting was dat nogal wat songs in de richting van een afrekening met Joe Alwyn (met wie ze zes jaar lang een relatie had) zouden uitlopen. Welnu, dat lijkt mee te vallen. Joe kan rustig slapen; hij komt er vrij ongeschonden vanaf. Dat geldt in mindere mate voor de zanger van popgroep The 1975, die er in een aantal nummers – waaronder ‘But Daddy I Love Him’ – hard van langs krijgt.
Zoals we van Taylor kunnen verwachten, klinken de liedjes op The Tortured Poets Department alsof ze regelrecht uit haar dagboek komen. Ze gaat hier zelfs nog iets verder in dan op haar vorige albums. Ze windt er geen doekjes om met een zin als ‘Hij zei dat als de seks half zo goed zou zijn als het gesprek / Ze al snel kinderwagens zouden duwen / Maar al snel was het voorbij’ (‘The Manuscript’).
Een eerste indruk van de songs
‘Fortnight’ – Het album opent met ‘Fortnight’, de eerste single en een nummer waaraan Post Malone heeft meegewerkt. Die houdt zich overigens op de achtergrond in deze als een voortzetting van Midnights klinkende song. Het is een luchtig en makkelijk gehoor liggend nummer dat eerder op zichzelf lijkt te staan dan dat het een voorbode is van de emotioneel explosieve songs die later volgen. Opmerkelijk: een zacht gebrom op de achtergrond dempt Swifts duistere en tegelijkertijd grappige tekst (‘I was a functioning alcoholic ’til nobody noticed my new aesthetic’) terwijl Post Malone met een aantal zoete vocalen in het betoverende ritme duikt.
‘The Tortured Poets Department’ – In dit liedje, vernoemd naar het album, vraagt Taylor zich af wie haar toenmalige geliefde ooit beter zou kennen dan zijzelf. Ze vergelijkt haar relatie met Patti Smith en Dylan Thomas en zingt dan, dat dit niet het Chelsea Hotel is (waar Patti Smith een tijdje woonde) en vervolgens dat zij en haar voormalige geliefde ‘moderne idioten’ zijn. Ook leuk: in dit nummer zingt Taylor dat ze vindt dat Charlie Puth een grotere artiest zou moeten zijn. Charlie Puth heeft zich op het moment van schrijven hier nog niet over uitgelaten maar dit zal snel genoeg gebeuren.
‘My Boy Only Breaks His Favorite Toys’ – Het nummer met deze geweldige titel, al zeggen we het zelf, is een aangrijpend anthem dat de complexiteit van liefde en verlies verkent met behulp van het motief en de metafoor van kapot speelgoed. Het derde nummer ‘My Boy Only Breaks His Favourite Toys’ klinkt als een vrolijke meezinger maar verkent de emotionele chaos van een turbulente relatie met een partner die een voorliefde heeft voor het uit elkaar halen van poppen en het slopen van zandkastelen. ‘I felt more when we played pretend / Than with all the Kens / ‘Cause he took me out of my box (Oh-oh oh-oh) / Stole my tortured heart (Oh-oh oh-oh) / Left all these broken parts (Oh-oh) / Told me I’m better off (Oh-oh) / But I’m not (Oh-oh)’.
‘Down Bad’ – Dit is het favoriete nummer van Hans op dit moment. In dit en een paar andere songs op dit album beschrijft Taylor hoe een liefde die voorbestemd leek om te slagen in werkelijkheid toch niet het perfecte sprookje bleek te zijn. In het gekweld klinkend nummer past producer Antonoff dezelfde truc toe die ook al werkte op Midnights: een golvende groove waarover een vervormd elektronisch stemeffect wordt gelegd om de sfeer van hartzeer te accentueren. Prachtige teksten waarin de pijn doorklinkt: ‘Did you really beam me up? / In a cloud of sparkling dust / Just to do experiments on / Tell me I was the chosen one / Showed me that this world is bigger than us / Then sent me back where I came from / For a moment I knew cosmic love / Now I’m down bad crying at the gym / Everything comes out teenage petulance / ‘Fuck it if I can’t have him’ / ‘I might just die it would make no difference’ / Down bad waking up in blood’. Een mooie overlap is de tekst: ‘How dare you think it’s romantic / Leaving me safe and stranded?’ met de tekst uit het nummer ‘New Romantic’ van 1989 ‘Neem alsjeblieft mijn hand en neem me mee dansen en laat me gestrand achter / het is zo romantisch’.
‘So Long London’ – Op het album Lover had Taylor het over haar ‘London Boy’ die niemand anders kon zijn dan Joe Alwyn. Het vijfde, doorgaans meest kwetsbare nummer op haar albums, is een pulserende up-tempo ballade waarin met weemoed wordt teruggekeken op wat ze in de genoemde stad noodgedwongen heeft achtergelaten. De verklaring voor de breuk: ‘En je zegt dat ik het schip verliet maar ik ging ermee ten onder / Mijn stervende greep met witte knokkels hield je stille wrok stevig vast / En mijn vrienden zeiden dat het niet juist is om bang te zijn / Elke dag een oude liefdesaffaire elke ademhaling voelt als de zeldzaamste lucht / Als je niet zeker weet of hij daar wil zijn’. Voorgaande zinnen geven ons een inkijkje in hoe Taylors vrienden naar de relatie tussen Alwyn en Swift keken en kan ook een verklaring zijn waarom Taylors vrienden op 19 april 2023 massaal Alwyn ontvolgden op Instagram. De zin ‘Je zwoer dat je van me hield maar waar waren de aanwijzingen? / Ik stierf op het altaar wachtend op het bewijs’ sluit aan bij een thema waar Taylor vaker over zingt in dit album en lijkt een inkijkje te geven in een potentieel huwelijk dat wellicht in de lucht heeft gehangen voordat de relatie tussen Swift en Alwyn op de klippen liep vorig jaar. In het nummer geeft ze Joe Alwyn nog een flinke trap na met de zin: ‘I’m pissed off you let me give you all that youth for free’. Dit nummer is een van Merels favorieten: ‘Ik houd enorm van de manier waarop Taylor haar ballads opbouwt en dit is opnieuw een parel.’
‘Florida!!!’ – Het in samenwerking met Florence + the Machine tot stand gekomen ‘Florida!!!’ is wellicht het grappigste (en het minst emotionele) nummer van het album. Het gaat over de plek die ontsnapping aan zorgen en verdriet biedt: ‘I need to forget so take me to Florida / I’ve got some regrets I’ll bury them in Florida / Tell me I’m despicable say it’s unforgivable / At least the dolls are beautiful fuck me up Florida / I need to forget so take me to Florida’.
‘I Can Do It With a Broken Heart’ – Dit nummer gaat zeker een van de meest besproken nummers worden. Het gaat over de momenten tijdens de Eras Tour toen ze zich op een emotioneel dieptepunt bevond waar ze zich doorheen moest slaan. ‘Cause I’m a real tough kid’ zingt ze ‘I can handle my shit / They said “Babe you gotta fake it till you make it” and I did / Lights camera bitch smile / Even when you wanna die / He said he’d love me all his life / But that life was too short’. Verder zingt ze: ‘I’m so depressed I act like it’s my birthday every day / I’m so obsessed with him but he avoids me like the plague / I cry a lot but I am so productive it’s an art / You know you’re good when you can even do it with a broken heart’.
De komende dagen verschijnen regelmatig updates op deze site met reviews van andere songs van haar nieuwe album.
Wat zou George Orwell hebben gevonden van AI-bots die je teksten voor sociale media schrijven? ‘Het enige verlangen dat eruit spreekt is het spekken van de eigen bankrekening.’
Ik las deze week dat een start-up zijn teksten op sociale media laat schrijven door Sarah. Sarah is geen mens maar een AI-bot, ontwikkeld door Typetone. Geestelijk vader Sjoerd de Kreij van dit techbedrijf verwoordde de voordelen van zijn chatbot als volgt in de Volkskrant: ‘Sarah ontzorgt als een medewerker voor de prijs van een stagiair.’ Als ik weer zo’n bericht over kunstmatige intelligentie lees waarin het einde der tijden wordt aangekondigd, dan denk ik altijd: wat moet ik daar nou weer van denken. Gelukkig dacht ik direct aan George Orwell, aan wie je het formuleren van een mening altijd zorgeloos kon overlaten.
Als Orwell nog had geleefd, dan had hij over dit nieuws ongetwijfeld een even kritisch als welluidend essay geschreven. Je kunt je zijn reactie moeiteloos voorstellen omdat hij veel over taal en schrijven heeft geschreven, bijvoorbeeld in zijn essay Why I write uit 1946. Het betoog in dit essay geeft volgens mij voldoende aanknopingspunten om Orwells reactie te bedenken op het inzetten van AI voor je sociale media.
Orwell beschrijft vier motieven die volgens hem alle schrijvers inspireren:
Puur egoïsme
Hiermee bedoelt Orwell de wens om slim over te komen, overgeleverd te worden aan de toekomst, en invloed en erkenning te krijgen. Op het eerste gezicht scoort de ondernemer die Sarah inzet hoog op de egoïsmeschaal. Je kunt goede sier maken met teksten die Sarah voor je heeft geschreven. Orwell zou zich echter afvragen hoe houdbaar deze status is. Het is namelijk Sarah die de teksten schrijft, met de inhoud heeft de creditcardhouder die het abonnement op Sarah betaalt niets te maken. Het doet me denken aan marathonloper Rosie Ruiz die tijdens de Boston Marathon in 1980 werd uitgeroepen tot winnaar van de vrouwen. Later bleek dat ze het grootste deel met de metro had gereisd.
Esthetische geestdrift
Dit motief gaat over de waardering voor de schoonheid van woorden en de drang om ervaringen en beelden op een esthetisch bevredigende manier te creëren. Hier zou Orwell weinig mooie woorden aan vuil maken, daarvoor zijn de teksten van AI-chatbots nog te onaantrekkelijk. Zowel Sarah als haar opdrachtgever lijken weinig waarde te hechten aan esthetiek.
De historische prikkel
In de visie van Orwell heb je als schrijver de wens om met je teksten de feiten vast te leggen, de waarheid te vinden en te bewaren. AI-systemen zijn natuurlijk heel deskundig in het vinden van feiten, maar ze vinden niet zelden de verkeerde en ze zijn nog niet betrapt op het vinden van nieuwe, niet eerder ontdekte feiten. Ook door een historische prikkel lijken Sarah en haar gebruikers niet te worden gemotiveerd. Ze zijn niet op zoek naar de waarheid, maar naar klanten.
Politieke doeleinden
Hieronder verstaat Orwell het verlangen om de wereld te veranderen naar een ideaalbeeld, het streven om ideeën en meningen een bepaalde richting op te sturen. Dit verlangen lijken alle Sarah’s te ontberen: ze zijn juist politiek correct en conformeren zich daarmee aan het wereldbeeld dat de minste kritiek oplevert in een samenleving. Het enige verlangen dat eruit spreekt is het spekken van de eigen bankrekening. Het creëren van een mooiere wereld, de belangrijkste motivatie van socialist Orwell, heeft geen prioriteit.
Ik denk dat ik het wel eens ben met Orwell: Sarah en haar opdrachtgevers worden niet gedreven door idealistische motieven, maar louter door economische motieven. Juist daarom juich ik de inzet voor ‘sociale’ media niet toe; dat zijn in mijn ogen toch teksten die een menselijke hand vereisen om sociaal te kunnen zijn. Net als boeken, zou Orwell zeggen, die in tegenstelling tot Sarah nooit opschepte over zijn werk, maar daarentegen hard oordeelde over zijn literaire nalatenschap: ‘Als ik het werk dat ik geschreven heb doorkijk, zie ik dat ik onveranderlijk levenloze boeken heb geschreven, waar het ontbrak aan politieke gerichtheid, daar heb ik me laten verleiden tot fraaie zinswendingen, passages zonder inhoud, decoratieve adjectieven en in het algemeen onzin.’ Aldus Orwell, de auteur van meesterwerken als Down and out in London and Paris, Animal Farm en 1984. Zou Sarah op een dag ook zo kritisch terugkijken op haar prestaties?
PS De vertaling uit de laatste alinea is uit de essaybundel Waarom ik schrijf van De Arbeiderspers uit 2020, vertaald door Olaf Brenninkmeijer, Lore Coutinho, Martin Schouten en Arie Storm.
Kill your darlings is wreed en onnodig. Je mag je favoriete teksten en ideeën gewoon bewaren, op een dag ben je blij dat je ze niet hebt vermoord.
Ik ben een digitale hamsteraar. Fysieke spullen die ik niet meer nodig heb, gooi ik zorgeloos weg, maar van digitale informatie kan ik geen afstand nemen. En waarom zou ik ook. Alles wat ik ooit heb geschreven, neemt in de cloud amper een schapenwolkje in beslag.
Ik bewaar niet alleen kant-en-klare teksten, ik bewaar ook alle letters die van mijn bureau vallen als ik aan het schrijven ben. Want als ik schrijf, ben ik de hele tijd aan het schrappen. Veel tekst verdwijnt dan voor eeuwig met een druk op de delete-knop, maar al het literaire zaagsel waarvan ik denk dat het nog eens van pas kan komen bewaar ik, want je weet maar nooit.
Volgens mij doe je jezelf en je lezer om twee redenen een groot plezier met het bewaren van ongebruikte teksten. De eerste reden is ongetwijfeld de belangrijkste: door overtollige teksten te schrappen, bespaar je de lezer veel tijd en ergernis. Hij hoeft zich in jouw boek niet door dicht struikgewas te worstelen dat jij hebt laten groeien. Met je digitale kapmes kun je de weg voor hem effenen en er zo voor zorgen dat je lezer snel en comfortabel zijn eindbestemming bereikt. Ik weet het, het is soms pijnlijk om belangrijke feiten of indrukwekkende cases te schrappen, maar als ze geen functie hebben in je boek moet je streng zijn: weg ermee. De Amerikaanse hoogleraar Edgar Dale ontdekte dat we slechts 10 procent onthouden van wat we lezen. Je kunt er dus maar beter voor zorgen dat je tekst zo min mogelijk ruis bevat, zodat je lezer onthoudt wat er volgens jou echt toe doet.
De tweede reden om ongebruikte teksten te archiveren is dat de informatie die je hebt verwijderd en bewaard later nog van pas kan komen. Je bevindt je in goed gezelschap, recyclen is populair. Als koks bieten gebruiken, gooien ze de restjes niet meer weg, maar maken ze er een puree van. Als Taylor Swift een album maakt, bewaart ze ongebruikte songs voor later. Ze noemt deze songs haar vault tracks. Modeontwerpers grijpen continu terug op oude trends. Ook schrijvers hergebruiken oude teksten en ideeën. Thrillerschrijver Stephen King beschrijft in zijn onvolprezen boek On writing hoe hij oude ideeën, scenes, personages en verhaallijnen hergebruikt. In het boek adviseert King schrijvers om een ‘ideeënboek’ bij te houden. Hij vindt het zelfs waardevol om ideeën niet direct te gebruiken, maar ze te laten rijpen. Kom er later op terug, schrijft King, en kijk of je er nog steeds enthousiast over bent.
Bart van der Velpen is als interim-manager, trainer en spreker gespecialiseerd in het begeleiden van teams en leidinggevenden. Hij helpt ze om teamprestaties te boeken die verder gaan dan de som van de individuele inspanningen.
Het is helemaal niet makkelijk, een zin schrijven. Waar moet je beginnen?
Waar gaan we dit jaar naartoe op vakantie? Wordt het Frankrijk, Uruguay, Finland, Italië, Canada, Nieuw-Zeeland, de Ardennen, Spanje, Bali, Limburg, Griekenland, Portugal, Peru, Marokko, Texel, Kenia, Noorwegen, Thailand, Japan, IJsland, Vietnam, Oostenrijk, Zeeland, de Verenigde Staten, Zuid-Afrika, Sri Lanka, Botswana of Egypte? En wordt het een cultuurvakantie, een wandelvakantie, een zeilvakantie, een fietsvakantie, een culinaire vakantie, een cursusvakantie, een kanovakantie, een luiervakantie, een fotografiereis, een wellnessvakantie, een stedentrip, een wintersportvakantie, een kampeervakantie, een yogaretraite, een paardenvakantie, een survivalvakantie, een duikvakantie, een safarivakantie of een cruisevakantie?
Het aantal keuzes dat je elke dag moet maken, is duizelingwekkend. Uit onderzoek van hoogleraar psychologie Ap Dijksterhuis uit 2015, blijkt dat Nederlanders ongeveer 22.000 keuzes per dag maken. Dijksterhuis en zijn onderzoekers lieten hiervoor 150 mensen gedurende twee weken een dagboek bijhouden waarin ze alle keuzes opschreven die ze maakten. Het aantal van 22.000 verbaast me niet. Ik krijg al kortsluiting als ik in de supermarkt rijst moet kiezen: Albert Heijn verkoopt 231 soorten rijst van 46 merken. En dan te bedenken dat geen van de respondenten bezig was met het schrijven van een boek. Het aantal keuzes stijgt namelijk exponentieel als je voor een beeldscherm plaatsneemt en aan een zin begint.
In de (dikke) Van Dale staan ongeveer 250.000 woorden. De grammatica van het Nederlands dicteert dat zinnen over het algemeen beginnen met een onderwerp of een bijwoordelijke bepaling, maar in principe zou elk woord uit de Van Dale als eerste woord van een zin kunnen fungeren. En het aantal woordcombinaties is helemaal onvoorstelbaar. Ik kwam op een schatting van een 1 met 194 nullen.
En daar zit je dan, met je letters en cijfers, punten en komma’s. Waar moet je beginnen?
Geen idee
George Miller, een veelgeprezen psycholoog die zich vrijwel zijn hele carrière heeft beziggehouden met taal was heel cynisch over onze kennis over het mechanisme van de denkende mens: ‘We weten niet waarom we zeggen wat we zeggen. We weten niet waarom we begrijpen wat we horen.’ Aan wetenschappers als Miller heb je dus niets, en ik vrees dat ik zelf ook niet weet hoe je de juiste woorden kunt kiezen om de zin te schrijven die zegt wat jij wilt zeggen. Ik zit hier te schrijven en ik verbaas me over de woorden die op mijn beeldscherm verschijnen. Ik zie mijn vingers over het toetsenbord bewegen, maar ze lijken een eigen wil te hebben. Ze schrijven niet wat ik bedenk, ze bedenken zelf wat ik schrijf.
Wat ik wel weet, is wat mij helpt om dit raadselachtige proces op gang te brengen: ik begin gewoon met schrijven. Al is het onzin, het is in elk geval een zin. Zwalkend door het woordenboek van mijn geheugen vind ik vroeg of laat een ritme en lukt het om de juiste woorden te kiezen en de verkeerde te schrappen. Voordat je denkt dat ik maar wat aanrommel: deze aanpak wordt ook wel freewriting genoemd. Het is een techniek (familie van brainstorming) die je helpt om je gedachten ongeremd op papier te zetten zonder jezelf te censureren. Probeer het eens, in het slechtste geval levert het niets op, maar heb je toch wat geschreven.
Wil je aantrekkelijker schrijven? Begin dan met het omarmen van saaie taalconventies. Het is niet anders.
Mijn collega’s en ik hebben regelmatig iets te klagen over de schrijfstijl van een auteur. Dan krijgen we vaak de vraag hoe het beter kan. Met zo’n vraag staan wij natuurlijk direct met onze mond vol tanden, want een antwoord is niet makkelijk te geven. Er zijn ontzettend veel factoren die een rol spelen. Om maar een voorbeeld te geven: zelfs de situatie waarin de lezer je boek leest, speelt een rol bij de beleving van jouw schrijfstijl. Het is net als met die fles wijn die op vakantie in Italië heerlijk smaakte, maar thuis lelijk tegenviel.
Maar laat ik geen smoezen bedenken en gewoon een antwoord proberen te geven op de vraag. Om misverstanden te voorkomen: ik beschrijf hier de kenmerken van een tekst die als stijlvol wordt ervaren. Dat is wat anders dan streven naar een tekst met een persoonlijke stijl. Aantrekkelijk schrijven begint in mijn ogen met stijlvol schrijven, en een persoonlijke stijl is iets dat je na verloop van tijd, bewust of onbewust, ontwikkelt. Vergelijk het maar met kleding: ik probeer te beschrijven hoe je je zo kunt kleden dat andere mensen dat als aantrekkelijk ervaren; smart casual bijvoorbeeld. Stijlvolle kleding en stijlvolle teksten zijn in mijn ogen zo gekozen dat ze sociaal geaccepteerd zijn en daarmee de communicatie bevorderen – en daar was het je toch om te doen?
1. Geen inhoud zonder stijl
Sommige mensen kunnen niet anders dan aantrekkelijk schrijven. Ze schudden moeiteloos de ene na de andere aantrekkelijke zin uit hun mouw. Voor gewone mensen zoals ik is het schrijven van een aantrekkelijke tekst gewoon hard werken. Schaam je niet als je uren zit te puzzelen om een aantrekkelijke alinea te schrijven. Je doet exact hetzelfde als professionals als Ilja Leonard Pfeijffer, Claudia de Breij en Sacha Bronwasser.
In mijn ogen is er in de taal een asymmetrische relatie tussen inhoud en vorm. Vorm kan prima zonder inhoud, zoals gedichten laten zien, maar inhoud kan niet zonder vorm. Denk daarom niet alleen na over de inhoud van je boek, maar ook en bovenal over de stijl.
2. Schrijf zonder opsmuk
Gebruik geen overbodige woorden of ingewikkelde zinnen. Schrijf zo eenvoudig mogelijk. Vaktermen, moeilijke woorden en ingewikkelde zinsconstructies zijn soms nodig, maar gebruik ze alleen als ze functioneel zijn en besteed dan extra aandacht aan je formulering.
3. Maak geen taalfouten
Je kunt nog zo eigentijds gekleed zijn, als je gulp openstaat, loop je toch voor gek. Hetzelfde gebeurt door spelfouten, verkeerde interpunctie en typo’s: jij en je boodschap worden niet of minder serieus genomen. Je mails en manuscripten moeten zo gepolijst zijn dat de lezer moeiteloos over de tekst glijdt.
4. Componeer kraakheldere zinnen
Een traditionele zin begint met een onderwerp, daarna volgt de persoonsvorm en ten slotte de rest van de zin: de auteur schrijft een boek. Het is prima om bij de compositie van een zin af te wijken van dit soort regels, maar doe dat alleen bewust, spaarzaam en met een helder doel. Wil je alleen spreektaal gebruiken? Zoek dan luisteraars in het café en laat het schrijven voor lezers over aan anderen.
5. Ruim je boek op
Niet alleen zinnen, maar elk onderdeel van je tekst moet kraakhelder gestructureerd zijn; ook alinea’s, paragrafen en hoofdstukken. Heeft elk onderdeel een helder onderwerp? Zijn alle onderdelen logisch met elkaar verbonden; is het wellicht nodig om overgangen te gebruiken om van de ene gedachte naar de andere te gaan? Met een logische en herkenbare structuur voorkom je dat de lezer verdwaalt tijdens het lezen, en dat je zelf verdwaalt tijdens het schrijven.
6. Schrijf levendig en actief
Houd je aan conventies die bewezen effectief zijn, maar voorkom dat je tekst stoffig wordt. Gebruik voldoende eigentijdse woorden, originele zinsconstructies en varieer bijvoorbeeld met je zinslengte. Zoek woorden en zinsconstructies met aantrekkelijke klanken en ritmes. Lees je tekst eens hardop om dit te controleren.
7. Schrijf (een beetje) beeldend
Beeldende taal kan je tekst interessanter en begrijpelijker maken. Vergelijk een economische formule met een recept (‘de ingrediënten van deze formule heeft iedereen in huis’) en een dwarse medewerker met een puber (‘je vraagt je na elke deadline af waarom hij zijn huiswerk niet af heeft’). Ook hiervoor geldt echter dat matigheid het effect bevordert: te veel beeldspraak is even ongezond als te veel friet.
Volgens mij heeft de Nederlander een hekel aan braaf. Schrijven zonder taalfouten? Braaf. Je zinnen zorgvuldig componeren? Schools. Ik snap het wel, maar volgens mij is de angst om als saai te worden gezien (door je te houden aan taalconventies) een denkfout. Door taal te gebruiken die iedereen begrijpt, schep je juist een band met de lezer, die je vervolgens kunt gebruiken om je ideeën over te brengen. Daar is niets saais aan. Wil je opvallen? Schrijf je tekst dan als een little black dress, dan vallen je oorbellen beter op.
Marinda Hall studeerde communicatiewetenschappen en ontwikkelde zich tot een van Nederlands bekendste moderators en dagvoorzitters. Het is haar missie om vrouwen meer zelfvertrouwen te geven en te laten kennismaken met de kunst van charismatisch gezag.
Wil je echt opvallen met je boek? Besteed dan meer aandacht aan je schrijfstijl en minder aan de inhoud.
In non-fictieboeken heerst de tirannie van de inhoud. Auteurs, uitgevers en lezers denken dat een boek alleen draait om de kennis. De meeste boeken worden dan ook volgepropt met inhoudelijke boodschappen en vooral met de onderbouwing daarvan. Het is goed bedoeld, maar vrij zinloos als het boeken oplevert die niet aantrekkelijk zijn om te lezen. Boodschappen komen alleen over als ze op een aantrekkelijke manier zijn geschreven.
De meeste non-fictieboeken hebben een eenvoudige boodschap. Eet meer fruit. Zorg goed voor je medewerkers. Wees aardiger voor je klanten. Om je lezers te overtuigen van deze heldere boodschappen is het volgens mij niet nodig om ze te bombarderen met feiten, argumenten en voorbeelden. Ik zie dit als de literaire tactiek van de verschroeide aarde. Alle verkeerde gedachten van de lezer worden door de schrijver botweg vernietigd. De schrijver zegt tegen de lezer: ‘Je bent een stommeling, je hebt er geen verstand van en je ziet het allemaal verkeerd.’
Er is een andere manier. Je kunt de lezer ook verleiden om naar de wereld te kijken door jouw ogen. Dat doe je niet met feiten, maar met stijl.
Verleiden
Neem het boek Sapiens. Een kleine geschiedenis van de mensheid van Yuval Noah Harari. Hij bespreekt complexe theorieën en controversiële ideeën, maar met een aanstekelijke flair. Humor, heldere taal en scherpe observaties maken dit boek aantrekkelijk om te lezen. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor Rampjaar 1672 van historicus Luc Panhuysen die er ook in slaagde om historisch complexe gebeurtenissen zo te verpakken dat een romanschrijver er zijn vingers bij zou aflikken. Je hebt bij beide heren nergens het gevoel dat ze je de les proberen te lezen, terwijl ze toch traditioneel ‘saaie geschiedenisboeken’ hebben geschreven. Ze zijn je aan het verleiden. Ze hebben duidelijk hun best gedaan om je in te pakken met hun taal. Elk woord en elke zin staat op z’n plek.
Natuurlijk heb je als schrijver van een non-fictieboek een boodschap nodig, evenals feiten en argumenten. Maar zodra je dat raamwerk hebt gebouwd, moet je de focus verschuiven naar je schrijfstijl. Hoe zal ik dit hoofdstuk openen? Nuchter of met humor? Gebruik ik hier te veel containertermen? Kan deze zin actiever? Moet hij langer of korter? Zal ik de lezer hier rechtstreeks aanspreken? Is deze formulering te veel spreektaal, of is het acceptabel? Staan er niet te veel werkwoorden in deze zin? Klopt de interpunctie wel? Zijn dit niet te veel korte zinnen? Te veel lange zinnen? Zal ik dit cliché verwijderen, of is het juist heel effectief in deze context? Kan ik hier een metafoor gebruiken? Het zijn dit soort vragen over je schrijfstijl waar je tijdens het schrijven mee bezig moet zijn. De inhoud zou tegen die tijd bijzaak moeten zijn. Als schrijver heb je een date met een lezer. Probeer dan voorkomend, aardig en geïnteresseerd voor de dag te komen. Fris jezelf op en trek je beste kleren aan. Zeg niet tegen je gesprekspartner dat hij een stommeling is, maar vertel wat leuke verhalen en probeer vooral goed te luisteren. Als je lezer een leuke avond heeft gehad, dan wil hij misschien nog een keer afspreken.
Als auteur moet je niet alleen boeken kunnen schrijven, maar ook speeches. Minimaal een, voor je boekpresentatie. En misschien wel twee, voor de dag dat je er een prijs mee wint. Zo doe je dat.
Vind je het eng om een speech te geven? Waarschijnlijk is je angst het gevolg van een denkfout: je denkt dat het succes van een speech vooral afhankelijk is van jouw presentatievaardigheden, maar volgens mij is dat niet waar. Ik denk dat de kwaliteit van de tekst die je uitspreekt veel belangrijker is.
Als je een interessante tekst hebt geschreven, dan kun je er volgens mij bij staan als een hark, en toch een warm applaus krijgen. Ik ben het levende bewijs. Als ik op het podium stap en het woord neem, zie ik mensen spontaan gapen, kennismaken met hun buren en hun telefoon pakken. Maar als ik eenmaal onderweg ben met mijn verhaal, dan weet ik toch de aandacht te trekken, en vroeg of laat zie ik mensen zelfs glimlachen. Dus als ik het kan, dan kun jij het ook.
Begin met het schrijven van je speech. Hier gaat het bij de meeste sprekers direct mis: ze denken dat ze zo verbaal begaafd en intelligent zijn dat ze ter plekke een informatieve, goed gestructureerde en leuke speech kunnen geven. Dat kunnen ze niet. Een goede speech is vooraf tot in detail uitgeschreven en kritisch herschreven. Vorig jaar was ik aanwezig bij een evenement waar een bekende Nederlander uit de losse pols een speech gaf. Zijn presentatie was tenenkrommend. Iedereen was gefascineerd door zijn verbale vuurwerk en zijn weidse armgebaren, maar zijn verhaal was onnavolgbaar. Na het applaus vertelden meerdere mensen mij dat ze er niets van hadden begrepen.
Het schrijven van een speech is voor jou gelukkig een peuleschil. Je hebt net een boek geschreven, dus een speech zou je in een handomdraai moeten kunnen schrijven. Ik vind dat een speech niet langer dan vijf tot vijftien minuten zou mogen duren, dus qua omvang heb je niet meer nodig dan een paar paragrafen en hooguit een hoofdstuk tekst. Aan de slag.
Simpel is het sleutelwoord
Nog meer dan voor andere teksten geldt voor een speech dat je het eenvoudig moet houden. Bedank het publiek voor zijn aanwezigheid. Vertel waarom je het boek hebt geschreven. Vertel waar je boek over gaat. Vertel wat het boek voor lezers kan betekenen. Bedank de mensen die aan het boek hebben meegewerkt. Bedank het publiek nogmaals voor zijn aanwezigheid. Dat is alles. Simpel is het sleutelwoord: gebruik geen moeilijke woorden, presenteer geen saaie feiten en vertel geen flauwe anekdotes.
Begrijp me niet verkeerd, heb je een interessante anekdote die jouw visie verduidelijkt, gebruik ‘m dan. Heb je vijf indrukwekkende feiten, licht die dan toe. Ik heb niets tegen een meeslepend verhaal boordevol indrukwekkende feiten en grappige anekdotes, maar als je niets wereldschokkends of grappigs te vertellen hebt, doe het dan ook niet. Gedraag je niet als die achteroom die zichzelf zo grappig vindt en niet doorheeft waarom de stoel naast hem altijd vrij blijft. Volgens mij moet je als auteur niet streven naar eeuwige roem met een speech van vijf minuten. Ik hoor elk jaar veel goede speeches. Eerlijk gezegd ben ik ze allemaal vergeten. Wat ik me wel herinner, zijn de slechte speeches van sprekers die zich duidelijk hadden voorgenomen om te gaan scoren en zichzelf voor gek zetten. Doe het niet, kies voor de vergetelheid en geef de speech waar mensen op zitten te wachten: begrijpelijk, herkenbaar en kort.